Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624448
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624448/1
Regeling vervallen per 09-07-2019
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent fysieke inversteringen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (Openstellingsbesluit fysieke investeringen DAW, mei 2019)
Geldend van 24-05-2019 t/m 08-07-2019
Intitulé
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent fysieke inversteringen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (Openstellingsbesluit fysieke investeringen DAW, mei 2019)Bekendmaking van het besluit van 15 mei 2019- zaaknummer 2019-005895 tot vaststelling van een regeling
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 2 van Hoofdstuk 2 van de Verordening POP3 Subsidies provincie Gelderland, mei 2018;
Besluiten
- I.
Vast te stellen het Openstellingsbesluit Fysieke Investeringen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Gelderland, mei 2019;
- II.
De subsidieplafonds bedragen:
- a.
Voor het beheersgebied van het waterschap Vallei en Veluwe € 1.332.000;
- b.
Voor het beheersgebied van het waterschap Rijn en IJssel € 1.058.000;
- c.
Voor het beheersgebied van het waterschap Rivierenland € 414.000.
- a.
- III.
Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend vanaf 27 mei 2019 09.00 uur tot en met 8 juli 2019 tot 17.00 uur.
- IV.
In Bijlage 1 zijn de nadere regels opgenomen die voor dit besluit gelden.
- V.
In Bijlage 2 is de Investeringslijst opgenomen die voor dit besluit geldt.
- VI.
Dit besluit wordt aangehaald als “Openstellingsbesluit Fysieke Investeringen DAW, mei 2019”.
- VII.
Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en vervalt op 9 juli 2019, met dien verstande dat het zijn werking behoudt op de aanvragen die zijn ingediend tijdens de openstellingsperiode.
namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Ery Tijink
Programmamanager Land en Tuinbouw
Bijlage 1 Nadere regels bij het Openstellingsbesluit Fysieke Investeringen DAW Gelderland, mei 2019
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Verordening: de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland, mei 2018.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan alleen worden verstrekt voor investeringen genoemd in de Investeringslijst die onderdeel uitmaakt van dit besluit.
-
2. Subsidie kan alleen worden verstrekt voor bovenwettelijke investeringen.
Artikel 3 Aanvraag
-
1. Subsidie wordt verstrekt aan een landbouwer of een groep van landbouwers die een samenwerkingsverband zijn aangegaan conform artikel 1.6 van de Verordening.
-
2. Per aanvrager wordt slechts één aanvraag om subsidie in behandeling genomen.
-
3. Gedeputeerde Staten verlenen geen voorschot op basis van realisatie.
Artikel 4 Subsidiabele kosten
-
1. Subsidie als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 van de Verordening wordt slechts verstrekt voor kosten derden.
-
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 2.2.3 lid 1 en artikel 1.12 lid 3 en lid 4 van de Verordening zijn de volgende kosten subsidiabel:
- a.
kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;
- b.
niet verrekenbare of niet compensabele BTW.
- a.
Artikel 5 De rangschikking
Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15b en artikel 2.2.5 van de Verordening worden de scores van de investeringslijst gehanteerd en wordt er gerangschikt op basis van het gemiddelde van de investeringscategorieën per aanvraag.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten met een minimale hoogte van € 4.000,-- en een maximale hoogte van € 20.000,- per aanvraag.
Bijlage 2 Investeringslijst
Maatregel / omschrijving investering |
score |
|
Gebruik mest en nutriënten |
||
1 |
Investeringen in een teeltsysteem voor vollegrondgewassen, niet zijnde zachtfruit, met als gevolg een efficiëntere benutting en gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen:
|
32 |
2 |
Investeringen in een teeltsysteem voor vollegrondgewassen met betrekking tot zachtfruit met recirculatieplicht en nullozing, met als gevolg een efficiëntere benutting en gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen:
|
29 |
3 |
Investeringen in systemen voor plaatsspecifieke precisiebemestering, plaatsspecifieke gewasbescherming of plaatsspecifieke bewatering inclusief GPS/GIS apparatuur, waarbij de GPS/GIS apparatuur altijd in combinatie wordt gebruikt met precisieapparatuur voor het verzorgen van landbouwgewassen en met een maximale afwijking van ten hoogste 10 cm nauwkeurig voor volgende toepassingen:
|
i: 36 ii: 25: iii: 29 iv: 34 v: 34 |
4 |
Investeringen in een fertigatiesysteem:
|
35 |
5 |
Investeringen in mestopslagcapaciteit:
|
25 |
6 |
Investeringen met betrekking tot drinkbakken midden in een perceel om uitspoeling nutriënten te voorkomen. |
32 |
Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen |
||
7 |
Investeringen in machines voor mechanische onkruidbestrijding, die geen gebruik maken van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen:
of Investeringen in intrarijwieders:
of Investeringen in mechanische onkruidknippers:
|
37 |
8 |
Investeringen in spuittechnieken die drift met 95% reduceren ten opzichte van een spuitmachine zonder driftbeperkende maatregelen, met technieken conform de criteria op de DRT-lijst, bestaande uit: Investeringen in boomgaardspuitmachines:
of Investeringen in spuitmachines met drift beperkend systeem voor de akkerbouw:
of Investeringen in voorzieningen of apparatuur voor het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de fruitteelt of glastuinbouw:
|
31 |
9 |
Investeringen in sensorgestuurde of andere selectieve of gerichte spuitapparatuur:
of Investeringen in een spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen:
|
31 |
Hydrologische maatregelen |
||
10 |
Investeringen in maatregelen die water vasthouden in een kavelsloot door:
|
36 |
11 |
Investeringen in onderwaterdrainage die ook infiltratie mogelijk maken en het peil eenvoudiger en sneller regelen via:
|
30 |
12 |
Investeringen in opslag van hemelwater in een bassin, vijver of plas dat op eigen terrein ligt of op een ander terrein in samenspraak met de betreffende grondeigenaar:
|
27 |
13 |
Investeringen in zuiverende drainage zoals een ijzerzand voorziening, puridrain of soortgelijke investeringen die bijdragen aan het beperken van de afvoer nutriënten naar oppervlaktewater |
29 |
Maatregelen voor de erfsituatie en bedrijfsgebouwen |
||
14 |
Investeringen in de herinrichting van het erf en de aanleg van opvangvoorzieningen met als doel het verminderen van emissie vanaf het verharde erf door:
Niet subsidiabel:
|
36 |
15 |
Investeringen voor het overdekt opslaan van ontsmettingsfusten. |
32 |
16 |
Investeringen in een machinewasplaats:
|
35 |
17 |
Investeringen in een biologisch systeem voor het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen:
|
35 |
18 |
Investeringen in het toepassen van gesloten vul- en doseersysteem spuitapparatuur met als doel het verminderen van emissie bij het inwendig en uitwendig reinigen van machines en werktuigen met gewasbeschermingsmiddelen. |
35 |
Bodemmaatregelen |
||
19 |
Investeringen in systemen voor structuurbehoud in de bodem, bestaande uit:
Niet subsidiabel: trekkers, zelfrijders en banden zonder luchtdrukwisselsysteeem. |
44 |
20 |
Een investering in een schijveneg met gekartelde schijven in combinatie met een verkruimelrol. |
31 |
21 |
Investering in een ecoploeg |
31 |
22 |
Investering in een mulchmachine |
31 |
Diverse maatregelen |
||
23 |
Investeringen in permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen:
|
35 |
Toelichting
I. Algemeen deel
1. Inleiding
Op 16 februari 2015 heeft de Europese Commissie het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) goedgekeurd. Het POP3 is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de versterking van het Nederlandse platteland. POP3 is een vervolg op POP2 en loopt van 2014-2020. POP3 wordt mede gefinancierd vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en mede door gelden van de provincie en de waterschappen.
2. Provinciaal beleid
De provincie wenst het landelijk gebied economisch en sociaal vitaal te houden en acht daarvoor een concurrerende landbouw noodzakelijk. De landbouwsector moet economisch gezond kunnen functioneren en tegelijkertijd verder verduurzamen ten aanzien van milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid, voedselveiligheid en klimaat.
Om de innovatie in de landbouw op het gebied van water op een hoger plan te trekken is het van belang dat de landbouwsector gaat investeren in fysieke maatregelen. Op grond van deze nadere regels kan subsidie worden verstrekt voor investeringen die gericht zijn op het bereiken van wateropgaven en doelen die door de waterschappen worden nagestreefd en zijn neergelegd in de waterbeheerplannen. De waterbeheerplannen zijn: het Waterbeheerplan 2016-2021 van Waterschap Rijn en IJssel, vastgesteld op 3 november 2015; het Waterbeheerprogramma 2016-2021 “Koers houden, kansen benutten” van Waterschap Rivierenland, vastgesteld 27 november 2015 en het Waterbeheerprogramma 2016-2021 “Partnerschap als watermerk” van Waterschap Vallei en Veluwe, vastgesteld op 30 september 2015. Zo kan bijvoorbeeld subsidie worden verstrekt voor de aanschaf van sensorgestuurde spuitapparatuur of het plaatsen en beheren van boerenstuwen.
3. Tendersystematiek
Subsidieaanvragen kunnen slechts in een beperkte periode worden ingediend. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle inhoudelijke informatie (dus ook alle verplichte bijlagen en een duidelijke toelichting op de begroting) die bij een aanvraag hoort, ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Als de aanvraag uiterlijk tien werkdagen voor de sluitingsdatum wordt ontvangen, wordt de aanvraag gecontroleerd op volledigheid van verplichte bijlagen. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag in beginsel niet meer mogelijk. Een onafhankelijke adviescommissie gaat vervolgens de aanvragen beoordelen aan de hand van de beschikbare informatie. Met behulp van een investeringslijst worden de projecten gerangschikt. Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle projecten gehonoreerd kunnen worden. De projecten met de meeste punten worden als eerste gehonoreerd.
4. Start met de uitvoering van de activiteit
In de subsidieverleningsbeschikking wordt de startdatum van de activiteit opgenomen. Dit is in overeenstemming met artikel 1.17 eerste lid, onder e van de Verordening. Uitdrukkelijk zij vermeld dat het ondertekenen van een offerte zonder dat daarin een voorbehoud is gemaakt over het ontvangen van subsidie, uitgelegd wordt als start met de uitvoering van de activiteit.
5. Investeringslijst
Subsidie wordt verstrekt voor specifieke investeringen zoals opgenomen in de investeringslijst. Er is een selectie gemaakt van de maatregelen die het meest effectief zijn gezien de wateropgave en de natuurlijke omstandigheden.
De investeringen waar subsidie voor kan worden verkregen staan op de investeringslijst. Het gaat om fysieke investeringen die nodig zijn voor het ontwikkelen, beproeven of demonstreren van innovaties in agrarische ondernemingen of voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector. Aan innovaties moet in dit kader een brede betekenis worden toegekend, waaronder bijvoorbeeld ook nieuwe technieken kunnen worden verstaan die nog niet algemeen gangbaar zijn. Exploitatiekosten, abonnementen en wettelijke verplichte maatregelen worden niet gesubsidieerd.
De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.
6. Subsidieplafond
POP3 wordt mede gefinancierd vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en mede door gelden van de provincie en de waterschappen. Hierbij geldt dat het budget dat bestaat uit 100% ELFPO-middelen als eerste benut zal worden. Wanneer dit budget volledig benut is, wordt het budget dat bestaat uit 50% ELFPO-middelen en 50% publieke financiering worden benut. Voor aanvragers maakt het geen verschil uit welk budget of plafond hun aanvraag wordt gefinancierd.
Waterschap |
Totaal (A+B+C+D) |
A |
B |
C |
D |
ELFPO 100% |
ELFPO 50% |
Waterschap 25% |
Provincie 25% |
||
Vallei en Veluwe |
€ 1.332.000 |
€ 518.000 |
€ 407.000 |
€ 203.500 |
€ 203.500 |
Rijn en IJssel |
€ 1.058.000 |
€ 432.000 |
€ 313.000 |
€ 156.500 |
€ 156.500 |
Rivierenland |
€ 414.000 |
€ 146.000 |
€ 134.000 |
€ 67.000 |
€ 67.000 |
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
De subsidiabele activiteiten zijn hiervoor toegelicht in de tabel.
Artikel 3 De aanvraag
Alleen landbouwers of een samenwerkingsverband van landbouwers komen voor subsidie in aanmerking. Soms kan schaalvoordeel worden behaald als landbouwers samen besluiten om dezelfde investering te doen. De kosten voor zowel de aanvrager als de verstrekker kunnen worden beheerst door subsidie aan te vragen en te verstrekken via één aanvraag namens meerdere landbouwers. Een aanvraag kan bestaan uit meer investeringen.
Conform artikel 1.6 van de Verordening kan subsidie worden toegekend aan een samenwerkingsverband. De voorwaarden van artikel 1.6 van de Verordening zijn van toepassing op het samenwerkingsverband. Er dient onder andere een samenwerkingsovereenkomst te worden overgelegd, die door alle deelnemers moet zijn ondertekend.
Artikel 4 Subsidiabele kosten
In deze openstelling zijn uitsluitend kosten derden subsidiabel gesteld. Deze kosten derden kunnen bestaan uit:
- a.
kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;
- b.
kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken;
- c.
kosten voor aankoop van grond.
- d.
kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
- e.
algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de Verordening;
- f.
kosten voor projectmanagement en projectadministratie;
- g.
kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;
- h.
niet verrekenbare of niet compensabele BTW.
Kosten die niet subsidiabel zijn, staan in artikel 1.13 van de Verordening
Artikel 5 Rangschikking
Een groep deskundigen heeft zich bij de totstandkoming van de investeringslijst gebogen over het toe te kennen aantal punten conform artikel 1.15 en 1.15b van de Verordening. Bij de rangschikking wordt uitgegaan van de informatie die op de sluitingsdatum bekend is. Zie ook hiervoor het kopje 3. “tendersystematiek” onder het Algemeen deel van deze Toelichting.
Het subsidieplafond is bereikt indien de som van alle verleende subsidie overeenkomt met de plafondbedragen. Indien er meer landbouwers in één aanvraag zitten is de score voor die aanvraag gelijk aan het gemiddelde van alle deelnemende landbouwers.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
Van de subsidiabele kosten is 40% subsidiabel. Om administratieve lasten te beperken wordt subsidie niet verleend als het subsidiebedrag lager is dan € 4.000,-. Dit betekent dat het bedrag aan subsidiabele kosten minstens € 10.000,- moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. De maximale hoogte van de subsidie bedraagt € 20.000,-.
Om die reden wordt aanbevolen om dergelijke investeringen met een samenwerkingsverband van landbouwers te doen, zodat de drempel per aanvraag wordt gehaald. Op die manier wordt er naar gestreefd om een zo groot mogelijk effect te bereiken.
Er vinden geen deelbetalingen plaats. Bij de vaststelling van de subsidie wordt het geld overgemaakt.
III. Toelichting op de investeringscategorieën
1 |
Deze investering leidt tot een efficiëntere benutting en gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en daardoor tot minder uitspoeling. Het is een relatief innovatief concept, vaak worden de teelten ook afgedekt met behulp van tunnels. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking. Bij deze investeringen zijn investeringen in teeltsystemen voor zachtfruit uitgesloten. Investeringen in regen- of drainwateropvang en een waterrecirculatiesysteem zijn niet subsidiabel omdat deze wettelijk verplicht zijn. |
2 |
Deze investering leidt tot een efficiëntere benutting en gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en daardoor tot minder uitspoeling. Dit is een relatief innovatief concept, vaak worden de teelten ook afgedekt met behulp van tunnels. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking. Deze investeringen zien specifiek op zachtfruit. Investeringen in regen- of drainwateropvang en een waterrecirculatiesysteem zijn niet subsidiabel omdat deze wettelijk verplicht zijn. |
3 |
Precisiebemesting is machinale bemesting waarbij met behulp van bijvoorbeeld GPS of rijenbemesting minder mest wordt toegediend, maar specifiek dichterbij de planten. Abonnementen zijn niet subsidiabel, wel eenmalige aanschaf software bij apparaat. Maatregel 3 i t/m v beschrijven de bedoelde maatregelen. Het gaat hierbij over GIS/GPS-systeem RTK+.
|
4 |
De investering is bestemd voor het gereguleerd doseren van water en meststoffen, al dan niet in combinatie met gewasbeschermingsmiddelen. |
5 |
Het effect is dat mest daardoor alleen wordt toegediend als het gewas het nodig heeft. Investering in extra mestopslagcapaciteit meer dan wettelijk minimaal verplicht is. Opslag van mest voor tenminste zes maanden is verplicht. Het vergroten van de bovengrondse mestopslagcapaciteit zodat tenminste drie maanden langer mest opgeslagen kan worden zorgt er voor dat mest uitgereden kan worden op momenten dat het gewas het beter opneemt en er minder meststoffen uitspoelen. De wettelijke vereiste capaciteit wordt berekend op basis van het aantal dieren. De investering in extra capaciteit is bovenwettelijk en subsidiabel. Het is nodig dat de aanvrager zelf aangeeft wat het verschil in kosten is tussen een opslag voor zes maanden en een opslag voor negen maanden omdat het anders nauwelijks mogelijk is om de extra kosten te bepalen. Ook geeft de aanvrager aan:
|
6 |
Het plaatsen van drinkbakken in het midden van het perceel voorkomt vertrapping van slootranden door vee en de afspoeling van mest die bij deze randen terecht komt. Drinkbakken kunnen verrijdbaar zijn en er kan water met een slang uit een sloot of uit een put worden gepompt. Een pomp kan aangedreven worden op zonne-energie door zonnepanelen. De investering kan gekoppeld worden als voorwaarde van een blauwe dienst. |
7 |
- |
8 |
Drift is een proces waarbij gewasbeschermingsmiddelen tijdens het bespuiten door de wind worden meegenomen en deze op plaatsen terecht komen, waar ze niet gewenst zijn. Voorbeelden van spuittechnieken die drift reduceren zijn wingsprayer, luchtondersteuning en driftarmere doppen. |
9 |
Voor de investeringen in voorzieningen of apparatuur voor het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de fruitteelt of glastuinbouw geldt de eis van 95% driftreductie niet. |
10 |
- |
11 |
Peilgestuurde drainage is buisdrainage, gecombineerd met een werk waarmee de hoogte van het te lozen water – het overlooppeil – kan worden gestuurd. |
12 |
In het geval van ondergrondse wateropslag moet het bevoegd gezag schriftelijk toestemming hebben verleend. Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan. Bij subsidiering van deze investering zal rekening gehouden moeten worden met de voorwaarden zoals beschreven in het Activiteitenbesluit. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat aan die voorwaarden wordt voldaan. |
13 |
- |
14 |
Alleen investeringen die meer dan wettelijk verplicht zijn, zijn subsidiabel, dus bij subsidiering van deze investering zal rekening gehouden moeten worden met de randvoorwaarden zoals beschreven in het Activiteitenbesluit en hieronder aangehaald. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat aan die voorwaarden wordt voldaan. Randvoorwaarden Activiteitenbesluit:
. |
15 |
- |
16 |
De overkapping dient weer- en windbestendig te zijn. Dat wil zeggen: waterdicht zijn en niet kunnen scheuren bij harde wind. Dun plastic voldoet derhalve niet, goed bevestigde golfplaten of dik zeil dat niet scheurt bij harde wind voldoen wel. Let op bij subsidiëring van deze investering zal rekening gehouden moeten worden met de randvoorwaarden zoals beschreven in het Activiteitenbesluit en hieronder aangehaald. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat aan die randvoorwaarden wordt voldaan. Randvoorwaarden:
|
17 |
Subsidiabel is alleen wat meer dan wettelijk verplicht en afdwingbaar is dus bij de subsidiering van deze investering wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden zoals beschreven in het Activiteitenbesluit. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat aan die randvoorwaarden wordt voldaan. Randvoorwaarden:
|
18 |
- |
19 |
- |
20 |
Dit is een machine om een vanggewas te vernietigen en een zaaibed te maken in dezelfde werkgang. |
21 |
Een ecoploeg is een ploeg die heel ondiep, maximaal 20 centimeter, ploegt. |
22 |
Een mulchmachine is een voortgetrokken machine voor een ondiepe bodembewerking die wordt uitgevoerd in plaats van ploegen. Een mulchmachine houdt het midden tussen een klepelmaaier en een spitmachine, met dat verschil dat de grondbewerking veel oppervlakkiger is dan bij een spitmachine. |
23 |
- |
Gepubliceerd te Arnhem
namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, Ery Tijink Programmamanager Land en TuinbouwZiet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl