Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624377
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624377/2
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent de Bouwverordening Lingewaard 2019
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent de Bouwverordening Lingewaard 20194. 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
- -
NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;
- -
-
2. In deze verordening wordt verder verstaan onder:
- -
bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet;
- -
omgevingsvergunning voor het bouwen: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
- -
Artikel 1.2 Termijnen
(vervallen)
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
- a.
het gebied binnen de bebouwde kom;
- b.
het gebied buiten de bebouwde kom[;
- c.
het gebied dat is uitgesloten van welstandstoezicht.
- a.
- 2.
Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied, die op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig zijn aangegeven.
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning
(vervallen, bij inwerkingtreding Wabo)
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens
(vervallen bij inwerkingtreding Wabo)
Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden
(vervallen bij inwerkingtreding Wabo)
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen
(vervallen bij inwerkingtreding Wabo)
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
-
1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat in ieder geval uit de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1. Als op basis van het onderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707:2015 nl.
-
2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.
-
3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toe als voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
-
4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht als uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is of dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl niet rechtvaardigen.
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning
(vervallen bij inwerkingtreding wabo)
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie
(vervallen bij inwerkingtreding wabo )
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen
(vervallen bij inwerkingtreding wabo )
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag
(vervallen bij inwerkingtreding wabo)
Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening
(vervallen bij inwerkingtreding wabo )
Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen
(vervallen bij inwerkingtreding wabo )
Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening
(vervallen bij inwerkingtreding wabo)
Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek
(vervallen bij inwerkingtreding wabo)
Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning
(vervallen bij inwerkingtreding wabo).
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Welstandscriteria
(vervallen bij inwerkingtreding wabo )
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
- a.
waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
- b.
voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
- c.
1. dat de grond raakt, of
2. waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht , kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in het de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 (vervallen)
Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 2.6.1 Beginsel inzake brandmeldinstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.2 Aanwezigheid van brandmeldinstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.3 Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.4 Kwaliteit van brandmeldinstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.5 Beginsel inzake ontruimingsalarminstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.6 Aanwezigheid van ontruimingsalarminstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.7 Kwaliteit van ontruimingsalarminstallaties
(vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.8 Beginsel inzake vluchtrouteaanduidingen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.9 Aanwezigheid van vluchtrouteraanduidingen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.10 Kwaliteit van vluchtrouteaanduidingen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.11 Gelijkwaardigheid
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 2.6.12 Communicatiesysteem voor publieke hulpverleningsdiensten
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.3A Eis tot aansluiting aan de publieke voorziening voor verwarming
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
.
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
3 De melding
Artikel 3.1 De wijze van melden
(Vervallen)
Artikel 3.2 Welstandscriteria
(Vervallen door wijziging wetgeving)
4 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk
Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie.
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw
(Vervallen) door wijziging wetgeving.
Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen
(Vervallen).
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.11 Bouwafval
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in gebouwen, niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in woongebouwen van bijzondere aard
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidinstallaties in kantoorgebouwen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
(Vervallen) door wijziging wetgeving.
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 5.4.1 Preventie
(Vervallen door wijziging wetgeving).
6 Brandveilig gebruik
Paragraaf 1 Gebruiksvergunning
Artikel 6.1.1 Vergunning gebruik bouwwerk
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.2 Aanvraag gebruiksvergunning
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.3 In behandeling nemen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.4 Termijn van beslissing
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.5 Weigeren gebruiksvergunning
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.6 Intrekken gebruiksvergunning
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.1.7 Verplicht aanwezige bescheiden
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 6.2.1 Gebruikseisen van bouwwerken
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.2.3 Opslag en verwerking stoffen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Paragraaf 3 Het bestrijden van brand en het voorkomen van ongevallen bij brand
Artikel 6.3.1 Gebruiksgereed houden van bluswaterwinplaatsen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 6.3.2 Gebruik middelen en voorzieningen
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Paragraaf 4 Hinder in verband met brandveiligheid
Artikel 6.4.1 Hinder in verband met de brandveiligheid
(Vervallen door wijziging wetgeving)
7 Overige gebruiksbepalingen
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 Vergunningsplicht nachtverblijf
Bepaling aantal personen nachtverblijf
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, wordt het aantal personen bepaald op 4.
Artikel 7.3.2 Hinder
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties
(Vervallen door wijziging wetgeving).
8 Slopen
Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning
(vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.1.7 Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Sloopmelding
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopenllen).
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 9.1 De advisering door de welstandscommissie
[vervallen]
10 Overige administratieve bepalingen
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10.4 Overdragen mededeling
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.
11 Handhaving
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek
(Vervallen door wijziging wetgeving)
12 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12.1 Strafbare feiten
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 12.4
(Vervallen door wijziging wetgeving).
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding
(Vervallen door wijziging wetgeving)
Artikel 12.6 Slotbepaling
-
1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.
-
2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bouwverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 13 december 2018 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.
Ondertekening
Bijlage 1 gewijzigd bij besluit van 13 december 2018 Reglement welstandscommissie
Reglement welstandscommissie
[vervallen]
Toelichting
Algemeen
De aanpassing van de Woningwet op 29 november 2014 met inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK 2014 (Stb. 2014, 458) heeft onder meer tot gevolg dat de stedenbouwkundige bepalingen uit gemeentelijke bouwverordeningen van rechtswege komen te vervallen per 1 juli 2018.
Meer specifiek gaat het om de volgende artikelen: 2.5.2, 2.5.5, 2.5.6, 2.5.7, 2.5.8, 2.5.9, 2.5.10, 2.5.11, 2.5.12, 2.5.13, 2.5.14, 2.5.15, 2.5.16, 2.5.17, 2.5.18, 2.5.19, 2.5.20, 2.5.21, 2.5.22, 2.5.23, 2.5.24, 2.5.25, 2.5.26, 2.5.27, 2.5.28, 2.5.29 en 2.5.30. De artikelen 2.5.1, 2.5.3, 2.5.3A en 2.5.4 waren al eerder vervallen.
Deze wijziging van de Bouwverordening Lingewaard 2004 strekt ertoe de hierboven genoemde bepalingen te laten vervallen om misverstanden over de geldigheid daarvan te voorkomen. Daarmee is de gehele paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de verordening komen te vervallen. De wijzigingen worden hieronder, voor zover noodzakelijk, artikelsgewijs nader toegelicht.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Doordat onderdeel C de stedenbouwkundige bepalingen, neergelegd in paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de verordening, laat vervallen, worden ook enkele begripsomschrijvingen overbodig omdat die begrippen alleen in de vervallen bepalingen voorkwamen. Het gaat om de begrippen ‘bouwbesluit’, ‘bouwtoezicht’, ‘gebruiksoppervlakte’, ‘hoogte van de weg’, ‘NVN’, ‘straatpeil’ en ‘weg’. Deze komen dan ook te vervallen.
In de begripsomschrijving van ‘bouwwerk’ in het eerste lid wordt ingevoegd dat ook een gedeelte daarvan als bouwwerk kwalificeert, zodat het niet meer nodig is dit in het tweede lid te bepalen. Ook vervalt in het tweede lid de begripsomschrijving van ‘gebouw’, omdat dit begrip eveneens overbodig is geworden met het vervallen van de stedenbouwkundige bepalingen.
In plaats daarvan worden de begripsomschrijvingen van ‘bevoegd gezag’ en ‘omgevingsvergunning voor het bouwen’, die eerder in het eerste lid waren opgenomen, nu aan het tweede lid toegevoegd. In de begripsomschrijving wordt volstaan met een verwijzing naar de Woningwet onderscheidenlijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waaruit de betekenis van die begrippen voortvloeit.
Artikel I, onderdeel B
De VNG Model Bouwverordening ging tot voor kort uit van vier varianten voor artikel 1.3 over de indeling van het gebied van de gemeente. Twee van die varianten zijn door het vervallen van paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de verordening niet meer bruikbaar, omdat in die varianten verwezen wordt naar enkele stedenbouwkundige bepalingen die onderdeel C laat vervallen. Dit onderdeel vervangt artikel 1.3 voor een variant die nog wel bruikbaar is, en die regelt dat als indeling van de gemeente het gebied binnen en het gebied buiten de bebouwde kom[ alsmede het gebied dat van welstandstoezicht is uitgesloten] geldt. Als gebied binnen de bebouwde kom of gebieden als hiervoor genoemd geldt het op de bij de Bouwverordening Lingewaard 2004 behorende kaart als zodanig aangewezene.
Artikel I, onderdeel C
Met dit onderdeel vervalt paragraaf 5 van hoofdstuk 2 van de verordening, waarin de stedenbouwkundige bepalingen waren neergelegd die per 1 juli 2018 van rechtswege zijn vervallen in verband met de door de Reparatiewet BZK 2014 gewijzigde Woningwet.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl