Besluit van de raad van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Verordening op de raadscommissies gemeente Amstelveen 2019

Geldend van 17-05-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Verordening op de raadscommissies gemeente Amstelveen 2019

Z19-018803

D19-091945

De raad van de gemeente Amstelveen;

gelezen het voorstel van het presidium van 23 april 2019;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de raadscommissies gemeente Amstelveen 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerlid: commissielid, niet zijnde een raadslid;

  • b.

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • c.

    commissielid: lid van een raadscommissie;

  • d.

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • e.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • f.

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

Er is een:

  • a.

    raadscommissie ‘ruimte, wonen en natuur’, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: alles wat de inrichting en het beheer van het gemeentelijk grondgebied aangaat, zoals stadsontwikkeling, openbare werken, natuur, landschap, verkeer, milieu, duurzaamheid en dergelijke;

  • b.

    raadscommissie ‘burgers en samenleving’, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: alle activiteiten die direct op de Amstelveense burger en de samenleving zijn gericht, zoals onderwijs, welzijn, cultuur, sociale zaken, sport, burgerzaken en dergelijke;

  • c.

    raadscommissie ‘algemeen bestuur en middelen’, waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen: de verwerving en inzet van (bedrijfs)middelen en de verantwoording van college en burgemeester aan de raad daarover, openbare orde, veiligheid en dienstverlening, bestuurlijke coördinatie, bestuurlijke organisatie, regionaal bestuur, juridische zaken, economie en dergelijke.

Artikel 3 Taken en werkwijze

  • 1. Een raadscommissie:

    • a.

      brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamhe-den betrekking hebben;

    • b.

      kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

    • c.

      voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld onder a.

  • 2. Een raadscommissie kan ter uitvoering van zijn taken:

    • a.

      beeldvormend overleg voeren, door het vergaren van informatie over het aan de orde zijnde onderwerp door in gesprek te gaan met een of meer leden van het college en/of door het raadplegen van inwoners, ondernemers, belangenorganisaties en anderen;

    • b.

      oordeelsvormend overleg voeren, tussen de raadsleden onderling en/of tussen raads- en collegeleden;

    • c.

      of enig ander (type) overleg voeren, dat bijdraagt aan de uitoefening van de hierboven onder lid 1 genoemde taken.

  • 3. Na sluiting van de beraadslagingen over een onderwerp brengt de raadscommissie advies uit aan de raad over het al dan niet agenderen van genoemd onderwerp in de eerstvolgende commissie- of raadsvergadering; als geadviseerd wordt tot agendering volgt ook een advies over de wijze van agendering en bespreking.

Artikel 4 Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. Alle raadsleden zijn lid van de raadscommissies.

  • 2. Iedere fractie kan bij de raad personen voordragen die als burgerlid kunnen deelnemen aan commissievergaderingen. Iedere fractie kan net zoveel burgerleden voordragen als er commissies zijn. Elke fractie kan per commissie één burgerlid afvaardigen.

  • 3. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op de burgerleden. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen ondertekenen zij een verklaring omtrent gedrag, integriteit en geheimhouding.

  • 4. De fracties bepalen zelf welke leden zij als commissielid naar de vergaderingen van de raadscommissie(s) afvaardigen en melden dat aan de griffie.

  • 5. De raad benoemt de commissievoorzitters. De commissievoorzitters maken allen deel uit van verschillende fracties.

  • 6. Wanneer de commissievoorzitter verhinderd is tijdens de commissievergadering, wordt hij vervangen door een andere commissievoorzitter. Indien dat om praktische redenen niet kan, wordt hij vervangen door het oudste lid van de commissie naar zittingsjaren bezien.

  • 7. De commissievoorzitter neemt geen deel aan de beraadslagingen in de commissie die hij voorzit.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de gestelde eisen in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de wet.

  • 3. Het lidmaatschap van een burgerlid eindigt als de fractie waartoe het burgerlid behoort dat te kennen geeft aan de griffier.

  • 4. Het lidmaatschap van burgerleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

  • 5. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 6. Een commissievoorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 7. Als door overlijden of ontslag een vacature voor een voorzitterschap ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

Artikel 6 De commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar aan.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 7 Oproep en agenda

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste acht dagen voor een vergadering een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 8, tweede lid, van toepassing.

  • 4. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 8 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. De stukken zijn elektronisch beschikbaar en worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 2. Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, worden in afwijking van het eerste lid digitaal versleuteld aan de commissieleden ter beschikking gesteld.

Artikel 9 Openbare kennisgeving

  • 1. Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in lokale media en op de website van de raad.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2 Vergadering

Artikel 10 Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening worden vastgesteld.

Artikel 11 Opening vergadering en quorum

Een commissievergadering wordt niet gehouden als niet, behalve de voorzitter, tenminste drie raadsleden uit drie verschillende fracties, welke fracties tezamen minimaal 50% van de totale raad vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Wanneer ten gevolge van de toepassing van deze bepaling een vergadering geen doorgang heeft gevonden, wordt binnen twee weken een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan opgekomen leden. In deze vergadering worden uitsluitend onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

Artikel 12 Rondvraag

  • 1. Aan het begin van elke commissievergadering kunnen de commissieleden vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders over actuele ontwikkelingen.

  • 2. Het lid dat vragen wil stellen bij de rondvraag, meldt deze vragen tijdig aan bij de commissiegriffier.

  • 3. De vraagsteller stelt zijn vragen kort en bondig, waarna de portefeuillehouder de vragen beantwoordt. De overige commissieleden en de vraagsteller kunnen in tweede termijn aanvullende vragen stellen. Ook deze vragen worden door de portefeuillehouder beantwoord.

Artikel 13 Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde. In beide gevallen is een meerderheid vereist van de aanwezige commissieleden.

Artikel 14 Aantal spreektermijnen

  • 1. Op basis van het type bespreking en de gekozen vorm waarin de beraadslagingen worden gehouden bepaalt de commissie op voordracht van de voorzitter of er met spreektermijnen wordt gewerkt.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 5. De voorzitter kan een spreektijdregeling stellen.

  • 6. Over een onderwerp kan per fractie door meerdere sprekers het woord worden gevoerd.

  • 7. De vergadertijd van de commissie bedraagt bij voorkeur niet langer dan drie uur. Wanneer de agenda niet geheel is besproken, overlegt de commissievoorzitter met de commissie of de vergadering moet worden geschorst en hervat bij voorkeur op dezelfde dag in de volgende week.

Artikel 15 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 16 Spreekrecht burgers

  • 1. De commissievoorzitter stelt insprekers in de gelegenheid het woord te voeren. De totale inspreektijd per vergadering is 30 minuten. De maximale spreektijd is vijf minuten per persoon. Zijn er meer dan zes insprekers, dan verdeelt de voorzitter de 30 minuten evenredig onder het aantal insprekers.

  • 2. Er kan niet worden ingesproken:

    • a.

      over een besluit waartegen een juridische procedure (civiele, bestuursrecht- en/of strafprocedure) bij de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      over zaken waar op dat moment een juridische procedure (civiele, bestuursrecht- en/of strafprocedure) tegen loopt;

    • c.

      over zaken waar de gemeente niet over gaat;

    • d.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • e.

      indien een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • f.

      over een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht die op dat moment in behandeling is;

    • g.

      over onderwerpen waar geheimhouding op rust;

    • h.

      wanneer een inspreker al eerder over hetzelfde onderwerp heeft ingesproken, tenzij het voorstel afwijkt van het eerdere voorstel.

    • i.

      wanneer de commissievoorzitter dit geraden voorkomt.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 24 uur vóór aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De inspreker voert het woord nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. Tussen commissieleden en insprekers vindt geen discussie plaats. Wel kunnen de commissieleden verduidelijkende vragen stellen.

  • 5. Van de mogelijkheid om gebruik te maken van het spreekrecht wordt in de lokale media en op de website van de raad melding gemaakt.

  • 6. De commissievoorzitter doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikel 17 Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

  • 3. Hij kan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Het commissielid verlaat de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 4. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 5. Hij kan een inspreker of genodigde, die door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Het commissielid verlaat de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de commissievoorzitter hem verwijderen.

Artikel 18 Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Artikel 19 Besluitenlijst

  • 1. Van de commissievergaderingen wordt een besluitenlijst en een audio- of videoverslag gemaakt.

  • 2. De besluitenlijst wordt tijdig aan de leden toegezonden en openbaar gemaakt.

  • 3. Elektronisch beschikbare besluitenlijsten en audio-/videoverslagen worden op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 3 Besloten vergaderingen

Artikel 20 Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21 Besluitenlijst besloten vergadering

  • 1. Conceptbesluitenlijsten van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend digitaal versleuteld aan de commissieleden beschikbaar gesteld.

  • 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 22 Geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4 Toehoorders en pers

Artikel 23 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 24 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan vooraf mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Amstelveen 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 8 mei 2019.

De griffier,

Marnix Philips

De voorzitter,

Bas Eenhoorn