Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de rechtspositie van ambtenaren Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers provincie Groningen 2019

Geldend van 30-04-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 28-03-2019

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de rechtspositie van ambtenaren Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers provincie Groningen 2019

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat Provinciale Staten op 13 maart 2019, nr. 4.h, voordracht nummer 8/2019 , afdeling PO, dossiernummer K302, hebben besloten tot vaststelling van de Verordening rechtspositie decentrale ambtsdragers provincie Groningen 2019. Het besluit luidt als volgt:

Provinciale Staten van Groningen:

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 27 februari 2019, documentnummer 2019-003570, PO;

Gelet op

de artikelen 143 Provinciewet, de artikelen 2:1.1 lid 4, 2:1.3 lid 1. 2:1.4 lid 1, 2:1.9 lid 1, 2:2.10 leden 1 en 5, 2:3.3 lid 2, 2:3.5, 2:4.2 en 2:4.4 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en de artikelen 2.1 lid 5 en 2.6 lid 5 van de Regeling rechtspositie decentrale ambtsdragers;

Besluiten:

vast te stellen hetgeen volgt.

Verordening rechtspositie decentrale ambtsdragers provincie Groningen 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

  • b.

    Regeling: de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

  • c.

    openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, tram of via een geleide-systeem voortbewogen voertuig dan wel met een veerpont of een veerboot;

  • d.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 80, 81, en 82 van de Provinciewet, dat niet tevens statenlid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • e.

    statenlid: lid van Provinciale Staten;

  • f.

    gedeputeerde: lid van Gedeputeerde Staten;

  • g.

    commissaris: commissaris van de Koning;

  • h.

    ambtsdrager: een statenlid, de commissaris of een gedeputeerde.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor Statenleden

Artikel 2 Toelage lid onderzoekscommissie

  • 1. Het statenlid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 151a, derde lid, van de Provinciewet, ontvangt per jaar voor dat lidmaatschap een toelage die overeenkomt met driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, genoemd in artikel 2:1.1, eerste lid, van het Besluit.

  • 2. Indien de commissaris de duur van de activiteiten voor de onderzoekscommissie niet op een heel kalenderjaar vaststelt, wordt omvang van de toelage voor dat kalenderjaar naar rato aangepast.

Artikel 3 toelage lid bijzondere commissie

Het statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2:1.4, eerste lid van het Besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage die gelijk is aan de maximum toelage, genoemd in artikel 2:1.4, eerste lid van het besluit.

Artikel 4 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

Jaarlijks ontvangt het statenlid een bedrag, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, genoemd in artikel 2:1.1, eerste lid, van het Besluit, om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor de commissaris van de Koning en gedeputeerden

Artikel 5 Ter beschikking gestelde auto

Gedeputeerde staten stellen ten laste van de provincie een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep van een daartoe door de provincie gecontracteerde vervoerder ter beschikking aan de commissaris of de gedeputeerde.

Hoofdstuk 4 Gemeenschappelijke voorzieningen

Artikel 6 Vergoeding kosten scholing

  • 1. Van scholing als bedoeld in dit artikel is sprake als de scholing niet-partijpolitiek georiënteerd is en gericht is op de vervulling van de functie van de ambtsdrager of het commissielid.

  • 2. De kosten van scholing die door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden aan de ambtsdrager of het commissielid, komen voor rekening van de provincie.

  • 3. De ambtsdrager die of het commissielid dat scholing wenst die niet door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij Gedeputeerde Staten onderscheidenlijk Provinciale Staten.

  • 4. De aanvraag bedoeld in het derde lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 5. De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onderscheidenlijk Provinciale Staten van belang is in verband met de vervulling van de functie van de ambtsdrager of het commissielid.

  • 6. Provinciale staten onderscheidenlijk gedeputeerde staten kunnen een scholingsplan opstellen dat nadere regels bevat ten aanzien van de scholingsmogelijkheden en de wijze van vergoeden.

Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen

Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door Gedeputeerde Staten ter beschikking worden gesteld, ondertekent de ambtsdrager of het commissielid een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.

Artikel 8 Geschikte vervoersvoorziening

  • 1. De ambtsdrager of het commissielid dat tijdelijke functionele beperking heeft en niet in staat is met het openbaar vervoer of met eigen vervoer te reizen voor woon- werkverkeer of voor de uitoefening van de functie, kan op kosten van de provincie gebruik maken van een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening.

  • 2. Indien het een staten- of commissielid betreft, is het aan provinciale staten om te beoordelen of de gewenste vervoersvoorziening, bijvoorbeeld een taxi of een dienstauto, geschikt geacht kan worden en door de provincie kan worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 3. Indien het de commissaris of een gedeputeerde betreft, maken Gedeputeerde Staten de in het tweede lid genoemde beoordeling.

Artikel 9 Bedrijfsgeneeskundige zorg

De ambtsdrager kan voor bedrijfsgeneeskundige zorg gebruik maken van de voorzieningen die voor de ambtenaren zijn getroffen.

Artikel 10 Parkeergelegenheid

De ambtsdrager of het commissielid kan gebruik maken van de parkeergelegenheid van de provincie op momenten dat hij uit hoofde van zijn functie aanwezig moet zijn in het provinciehuis.

Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie en betaling

Procedure gedeputeerden en commissaris van de Koning

Artikel 11 Rechtstreekse facturering aan de provincie

  • 1. De commissaris en de gedeputeerde draagt ten behoeve van het vergoeden van kosten, die voor vergoeding of tegemoetkoming door de provincie in aanmerking komen, zo veel als mogelijk zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.

  • 2. Verantwoording van de gemaakte kosten door de commissaris en de gedeputeerde vindt plaats door een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. De commissaris en de gedeputeerde dient het formulier binnen twee maanden na de factuurdatum in bij de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 4. Niet tijdige verantwoording heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de commissaris of de gedeputeerde komen.

Artikel 12 Gebruik creditcard

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen op aanvraag een provinciale creditcard ter beschikking aan de commissaris en de gedeputeerden voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming door de provincie in aanmerking komen.

  • 2. De provinciesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van provinciale creditcards. Met de creditcard kan geen contant geld opgenomen worden.

  • 3. Voor het doen van de in het eerste lid bedoelde uitgaven, kunnen de commissaris en de gedeputeerden gebruik maken van de provinciale creditcard als rechtstreekse facturering als genoemd in artikel 14 niet mogelijk is.

  • 4. Reis- en verblijfkosten in het buitenland kunnen worden betaald door gebruikmaking van de creditcard.

  • 5. De commissaris of de gedeputeerde verantwoordt de creditcarduitgaven door een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 6. De commissaris of de gedeputeerde dient het formulier en de factuur binnen één maand na afloop van de kalendermaand van inhouding door de creditcardmaatschappij ter goedkeuring in bij de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 7. Niet tijdige inlevering van het formulier heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de commissaris of de gedeputeerde komen.

  • 8. Bij beëindiging van het ambt van commissaris of gedeputeerde levert de commissaris of gedeputeerde de creditcard onverwijld in.

  • 9. De commissaris of gedeputeerde meldt het verlies van de creditcard direct bij de creditcardmaatschappij en bij de provinciesecretaris. Het eigen risico bij verlies en diefstal van de creditcard komt, mits er geen sprake is van eigen schuld van de commissaris of de gedeputeerde, voor rekening van de provincie.

Artikel 13 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

  • 1. De commissaris en de gedeputeerde voldoet kosten alleen uit eigen middelen als rechtstreekse facturering aan de provincie en gebruik van de provinciale creditcard niet mogelijk zijn.

  • 2. Declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van de reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier.

  • 3. De commissaris en de gedeputeerde levert het formulier volledig ingevuld en ondertekend binnen twee maanden na de betaling casu quo de datum van de gemaakte rit in bij de provinciesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Procedure staten-en commissieleden

Artikel 14 declaratie van kosten staten- en commissieleden

  • 1. Het statenlid of commissielid kan vooruitbetaalde kosten declareren die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen.

  • 2. Declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van de reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruik te maken van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier dat bij voorkeur digitaal wordt ingediend.

  • 3. Het statenlid of commissielid dient het formulier volledig ingevuld binnen twee maanden na de betaling casu quo de datum van de gemaakte reis in bij de griffier onder bijvoeging van originele bewijsstukken.

  • 4. Op verzoek, ter beoordeling van de griffier, kan een factuur ook rechtstreeks worden voldaan door de provincie, onder de voorwaarde dat het gaat om kosten die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen, en tijdig via een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier worden ingediend.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekking eerdere verordening

De Verordening rechtspositie gedeputeerden provincie Groningen en de Verordening rechtpositie staten- en commissieleden provincie Groningen worden ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 28 maart 2019.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers provincie Groningen 2019.

Ondertekening

Groningen, 13 maart 2019

Provinciale Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter

H. Engels - van Nijen, griffier