Beleidsregel Jongerenwerk 2020-2026, gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Aanvullende zorg: specialistische zorg die wordt ingezet aanvullend op de basiszorg die geboden wordt door het buurtteam of de huis/jeugdarts. Het omvat specialistische jeugdhulp, jeugdhulp met verblijf, pleegzorg en crisiszorg met verblijf.

Basiszorg: eerstelijnszorg waar personen zonder een verwijzing naartoe kunnen, zoals het buurtteam de jeugdgezondheidszorg of de huisarts.

Sociale basis: algemene voorzieningen die toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen, zoals onderwijs, sport, welzijn, cultuur en jeugdgezondheidszorg.

Vreedzame aanpak: een pedagogische methodiek gericht op sociale competentie en democratisch burgerschap.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

In Utrecht willen we dat alle jongeren en jongvolwassenen gezond en veilig kunnen opgroeien en de ruimte krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Voor de meeste jongeren verloopt dit zonder grote problemen, maar voor sommigen is hier ondersteuning bij nodig. Het jongerenwerk ondersteunt juist deze jongeren in het opgroeien op weg naar zelfstandige deelname aan de maatschappij. Door ontmoeting en het doen van activiteiten wordt gewerkt aan talentontwikkeling van jongeren.

Het jongerenwerk is een voorziening in de sociale basis. Door jongeren in een kwetsbare positie eerder te ondersteunen kunnen zij hun talenten beter ontwikkelen en wordt voorkomen dat problemen verergeren. Dit doet het jongerenwerk door in te zetten op de veerkracht en vaardigheden van jongeren en deze te versterken bij jongeren die dit nodig hebben om zo bij te dragen aan hun ontwikkeling. Hiermee werken we aan gelijke kansen voor alle jongeren. Het jongerenwerk doet dit samen met partners en mogelijk ook met partners in onderaannemerschap.

Jongeren zijn vanzelfsprekend gebruikers van de openbare ruimte. We willen een veilige opgroeiomgeving voor alle jongeren in veilige, leefbare buurten. Daarom streven we naar zo min mogelijk overlast en criminaliteit door jongeren. Het jongerenwerk biedt jongeren perspectief en voorkomt met lichte interventies dat jongeren zich negatief ontwikkelen en buiten de boot vallen. Daarnaast hebben jongerenwerkers een rol in het verbinden van jongeren met de buurt waarin zij wonen. Door het gesprek aan te gaan met zowel de jongere als zijn of haar leefomgeving ontstaat er wederzijds begrip.

We brengen bij het jongerenwerk vier accenten aan; stimuleren tot meedoen, begeleiden bij identiteitsontwikkeling, verbinden van jongeren met hun omgeving en preventie en signalering. Voor meer toelichting verwijzen we u naar de nota van uitgangspunten Jongerenwerk Utrecht 2020-2026.

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

1. De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

2. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval zich te vergewissen van de wet- en regelgeving en van toepassing zijnde cao bepalingen rondom overgang van onderneming.

3. Subsidieaanvragers moeten voldoen aan de eisen, zoals beschreven in de ASV en dit artikel. Deze eisen gelden als uitsluitingscriteria in het geval de subsidieaanvrager er niet aan voldoet. De gemeente Utrecht heeft het recht om in een later stadium bewijsstukken hiervoor bij de subsidieaanvrager op te vragen.

4. De aanvrager heeft aantoonbaar expertise en ervaringen binnen het jongerenwerk.

5. De aanvrager voert op het moment van het indienen van de aanvraag en ook na verlening van de subsidie geen activiteiten uit op het terrein van de basiszorg en de aanvullende zorg.

6. De subsidieaanvrager gaat ermee akkoord dat alle resultaten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteiten (intellectueel) eigendom van de gemeente Utrecht zijn of worden, tenzij hiervan door of namens de gemeente Utrecht expliciet afstand wordt gedaan.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

1. Het college van B&W stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Voor de eerste periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 staan de bedragen ook vermeld op www.utrecht.nl/subsidie.

2. De subsidie wordt verleend onder het voorbehoud van de vaststelling van de programmabegroting door de gemeenteraad.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

1. Uitsluitend activiteiten die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen en accenten genoemd in artikel 2 en de nota van uitgangspunten komen voor subsidie in aanmerking. Voor de volgende activiteiten kan in elk geval subsidie worden aangevraagd:

a. Jongerenwerk op straat: jongerenwerkers zijn zichtbaar in de wijk/buurt en zoeken proactief jongeren op, op plekken en tijden waar zij zijn.

b. Groepsactiviteiten: het jongerenwerk organiseert en stimuleert groepsactiviteiten voor en door jongeren. Jongeren hebben hierbij een actieve bijdrage in de organisatie of in de vorm van een tegenprestatie.

c. Online jongerenwerk: het leven van jongeren speelt zich voor een groot deel online af. We verwachten dat het jongerenwerk ook actief is in de online wereld van jongeren. Het jongerenwerk beheert ook een website (www.jong030.nl) voor en door jongeren die jongeren informeert over die thema’s die je in het leven van jongeren tegenkomt.

d. Individuele begeleiding: jongerenwerk biedt begeleiding op individueel niveau voor jongeren die meer begeleiding nodig hebben, bijvoorbeeld als onderdeel van een Persoonsgerichte Aanpak of als de stap naar hulp (nog) te groot is. Het jongerenwerk vervult dan een brugfunctie naar andere partners.

e. Jongerenwerk op school: jongerenwerk versterkt met haar aanwezigheid in het onderwijs (VMBO en praktijkonderwijs) de pedagogische aanpak op school en verbindt de leefwereld van jongeren: school, vrije tijd, thuis en de online wereld. Het jongerenwerk werkt samen met de kernpartners van het voortgezet onderwijs.

f. Informatie en advies aan jongeren: jongerenwerkers geven informatie en advies aan jongeren en helpen ze ook hoe ze zelf meer informatie en hulp kunnen vinden.

g. Contacten met ouders/verzorgers: het jongerenwerk legt contacten met ouders, verzorgers en het bredere netwerk van de jongeren zoals familie, vrienden en buren en werkt aan het versterken van deze banden.

Bij de bovengenoemde activiteiten werkt het jongerenwerk samen met andere partijen uit de stad en is er aandacht voor zowel vragen van jongens als van meiden.

2. De gemeente biedt de uitvoerende organisatie van het jongerenwerk om niet ruimtes voor jongerenhuiskamers aan, een eigen plek waar jongeren zich thuis voelen en zich gehoord voelen. In bijlage 1 treft u een overzicht van de ruimtes die beschikbaar zijn voor het jongerenwerk. Voor deze huisvestingskosten kan geen subsidie worden aangevraagd. Behalve van de jongerenhuiskamers kan het jongerenwerk gebruik maken van kantoorruimte voor de eigen organisatie en sporthallen en gymzalen voor de activiteiten die zij uitvoeren. Voor deze huisvestingskosten kan in de aanvraag wel subsidie worden aangevraagd.

De keuze welke ruimtes in gebruik worden genomen voor de jongerenhuiskamers wordt in onderling overleg tussen gemeente en het jongerenwerk bepaald. Hierbij is de kennis en expertise van het jongerenwerk doorslaggevend. De jongerenhuiskamers zijn in de meeste gevallen onderdeel van een buurtcentrum, waardoor de gemeente de huidige ruimtes voor het jongerenwerk tegen gunstige financiële condities beschikbaar kan stellen. Voor het gebruik en het beheer sluiten gemeente en uitvoerende jongerenwerkorganisatie samen een uitvoeringsovereenkomst af. Door een periodieke monitoring van deze overeenkomst en de vraag naar fysieke ruimte vanuit het jongerenwerk, streven we gezamenlijk naar een goede spreiding en kwaliteit van jongerenhuiskamers in de stad. De gemeente streeft naar minimaal één jongerenhuiskamer per wijk, dit is mede afhankelijk van type wijk en de groei van het aantal jongeren.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag bestaat uit:

1. Een aanvraag voor het uitvoeren van alle activiteiten voor het jongerenwerk in de stad Utrecht.

2. Een visie die aansluit bij de beleidsdoelstellingen in artikel 2 en de nota van uitgangspunten jongerenwerk 2020-2026.

3. Een plan van aanpak, met een uitwerking voor het eerste jaar waaruit blijkt hoe u vorm geeft aan de uitvoering van het jongerenwerk in Utrecht. In het plan van aanpak geeft u concreet aan welke activiteiten u gaat uitvoeren en hoe u dit gaat doen. Daarnaast gaat u in op de volgende aandachtspunten:

a. U geeft aan hoe u vanaf 1 januari 2020 continuïteit van de activiteiten, bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden en kennis van de stad realiseert en hoe u voortbouwt op opgedane kennis en ervaringen.

b. U geeft aan hoe u vanaf 1 januari 2020 tot een dekkend netwerk van professionals komt. Deze professionals beschikken over een goed netwerk in Utrecht, over expertise en ervaring met jongerenwerk in de Utrechtse wijken en over ervaring op het gebied van preventie en vroeg signalering als het gaat om jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie.

c. U geeft aan hoe u als organisatie in staat bent flexibel in te spelen op de momenten en plekken waar jongeren zijn.

d. U geeft aan hoe u jongeren zelf een rol en verantwoordelijkheid geeft bij de uitvoering van het jongerenwerk.

e. U beschrijft hoe u aandacht geeft aan de jongerencultuur van muziek, dans en sport alsook voor gezond stedelijk leven voor jongeren.

f. U geeft aan hoe u invulling geeft aan de doorgaande lijn 10-14.

g. U geeft aan welke rol u ziet voor het jongerenwerk bij de inzet voor jongvolwassenen (16-27 jaar) waarin we werken aan de overgangen die jongeren tegenkomen in deze leeftijdsfase.

h. U beschrijft hoe u samen met voor u belangrijke andere partijen een bijdrage levert aan de ontwikkeling en ondersteuning voor jongeren. En hoe u tijd en aandacht geeft aan de (verbetering van de) samenwerking en investeert in de capaciteiten die hiervoor nodig zijn bij de jongerenwerkers.

4. Een sluitende en helder onderbouwde begroting aansluitend bij het plan van aanpak. Hierbij geeft u in elk geval inzicht in zowel de overhead kosten als de uitvoeringskosten. In de begroting neemt u de inzet voor Social Return op. Richtlijn voor de inzet is 5% van het aangevraagd subsidiebedrag, maar u mag dit beperken tot 2% van uw totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie. De nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente later worden ingevuld na het besluit tot verlening.

5. U wordt uitgenodigd een presentatie te geven. Hier krijgt u nader bericht over. In uw aanvraag geeft u aan dat u instemt met het geven van een presentatie.

Artikel 7 Termijn

Subsidieaanvragen kunnen uiterlijk digitaal voor 5 juni 2019 om 12.00 uur worden ingediend, bij voorkeur met het digitale aanvraagformulier op www.utrecht.nl/subsidie. De aanvraag kan eventueel ook per e-mail (subsidie@utrecht.nl) worden ingediend. Alleen volledige subsidie aanvragen worden in behandeling genomen. U kunt tot 26 april 2019 vragen stellen over deze beleidsregel. De vragen kunt u sturen naar subsidie@utrecht.nl. De antwoorden op de vragen publiceren wij op www.utrecht.nl/subsidie.

De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd voor de (gehele) periode van 2020 tot en met 2026 (zeven jaar). Vanaf het subsidiejaar 2021 dient u jaarlijks voor 1 november van het voorafgaande jaar een activiteitenplan en begroting in. Dit plan stemt u af met partners in de wijken en op basis van jaarlijkse sociale wijkanalyses. U ontvangt jaarlijks een verleningsbeschikking met de invulling van de uit te voeren activiteiten.

Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag

De inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag vindt plaats op basis van zes criteria. Per criterium wordt uw aanvraag gewaardeerd met een score met maximaal het aantal punten zoals hieronder vermeld, in relatie tot de overige subsidieaanvragen.

Criterium 1: wij beoordelen uw aanvraag hoger naarmate uw eigen visie ten opzichte van de overige subsidieaanvragen beter aansluit bij de leidende principes, doelstellingen en accenten op het gebied van methodische werkwijze en ontwikkelopgaven genoemd in de nota van uitgangspunten Jongerenwerk Utrecht 2020-2026. Uit de visie blijkt de mate waarin u kennis heeft van de ontwikkelingen in de stad en over het Utrechtse model ‘Zorg voor Jeugd’, de ambities die de gemeente Utrecht nastreeft op het gebied van Zorg en Veiligheid, de Vreedzame aanpak, de Utrechtse aanpak ‘Utrecht zijn we samen’, Utrecht Kinderrechtenstad’, ‘Samen voor Overvecht’ en ‘Bouwen aan een gezonde toekomst’.

(maximaal 20 punten)

Criterium 2: wij beoordelen uw aanvraag hoger als uw aanpak ten opzichte van de overige subsidieaanvragen effectiever is en indien beter blijkt dat u kennis heeft van de onderwerpen die er spelen op het terrein van jongeren in Utrecht, dat u aansluit bij de verschillende buurten waar zij wonen en hoe u zorgdraagt voor continuïteit voor de jongeren in stad. U beschrijft de wijze waarop u zorgt voor continuïteit van de activiteiten, bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden, kennis van de stad en hoe u voortbouwt op bestaande kennis en ervaringen. Bij dit criterium beschrijft u de activiteiten en werkwijzen, zoals genoemd in artikel 5 en 6 en in de Nota van uitgangspunten jongerenwerk Utrecht 2020-2026.

(maximaal 20 punten)

Criterium 3: de wijze waarop u vormgeeft aan de doorontwikkeling van het jongerenwerk. Uw aanvraag wordt hoger beoordeeld als blijkt dat u ten opzichte van de overige subsidieaanvragen beter kennis hebt van de ontwikkelingen in Utrecht en in de online wereld. Hierbij kijken we ook naar de wijze waarop u een proactieve houding heeft om flexibel in te kunnen spelen op de veranderingen die deze ontwikkelingen met zich meebrengen en de mate waarin u vormgeeft aan een lerende organisatie, kwaliteit en kwaliteitsverbetering.

(maximaal 20 punten)

Criterium 4: wij beoordelen uw aanvraag hoger als uw aanpak ten opzichte van de overige subsidieaanvragen op samenwerking beter aansluit bij de in Nota van uitgangspunten Jongerenwerk Utrecht 2020-2026 genoemde uitgangspunten op samenwerking. Hieronder valt ook de wijze waarop u jongeren heeft betrokken bij de totstandkoming van uw aanpak en blijft betrekken bij de uitvoering van het jongerenwerk en de wijze waarop u gebruik maakt van horizontale verantwoording.

(maximaal 20 punten)

Criterium 5: de mate waarin u zorgt voor een efficiënte inzet van middelen. Een efficiëntere inzet ten opzichte van de overige subsidieaanvragen wordt hoger gewaardeerd. Hierbij kijken wij naar het logische verband tussen de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag en de inzet daarvan voor de uit te voeren activiteiten.

(maximaal 10 punten)

Criterium 6: de beoordeling door jongeren van uw persoonlijke presentatie aan Utrechtse jongeren

De jongeren beoordelen de presentaties door deze onderling te vergelijken, waarbij gekeken wordt welke presentatie de meeste toegevoegde waarde biedt voor de jongeren en voor de stad.

(maximaal 10 punten)

Artikel 9 Besluitvorming

1. Het besluit over subsidieverlening wordt uiterlijk 15 juli 2019 door het college van B&W bekend gemaakt.

2. Het college laat zich bij de beoordeling adviseren door een beoordelingscommissie.

3. De beoordelingsprocedure bestaat uit een drempeltoets (artikel 3 en 6) en een kwalitatieve toets (artikel 8). De aanvraag wordt alleen in behandeling genomen, als uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager voldoet aan alle eisen in artikel 3 en dat de aanvraag voldoet aan alle eisen in artikel 6.

4. De kwalitatieve toets omvat een beoordeling van de subsidieaanvraag en de presentatie en alle door de subsidieaanvrager bij de aanvraag meegestuurde documenten.

5. Voor de criteria van de kwalitatieve toets worden punten toegekend als genoemd in artikel 8 waar bij de maximale totaalscore 100 punten is.

Artikel 10 Monitoring en evaluatie

In de nota van uitgangspunten is bepaald dat het Utrechtse sturingsmodel en de leidende principes de basis zijn voor de doorontwikkeling in de komende periode. Deze leidende principes vormen ook de basis van de monitoring en evaluatie.

Jaarlijks wordt op basis van een tussentijdse rapportage en eindrapportage en een gesprek hierover getoetst of de inzet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen en wat nodig is om het jongerenwerk en haar ontwikkelopgaven door te ontwikkelen. Hierbij maakt de aanvrager gebruik van horizontale verantwoording waarbij jongeren, bewoners en andere stakeholders om feedback wordt gevraagd en de organisatie aangeeft hoe zij de uitkomsten daarvan verwerkt in de werkwijze. Ook vindt regulier afstemmingsoverleg plaats tussen de gemeentelijke accounthouders en de jongerenwerkorganisatie.

Wij maken gebruik van het Utrechts sturingsmodel op basis van het model Simons om de sturing en verantwoording meer dynamisch en betekenisvol in te richten. Zie hiervoor de ‘Nota van uitgangspunten jongerenwerk Utrecht 2020-2026’.

In overeenstemming met toepasselijke wet- en regelgeving (AWB en ASV van de gemeente Utrecht) kan tijdens de subsidieperiode de subsidie worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt op 23 april 2019 in werking en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Jongerenwerk 2020-2026 gemeente Utrecht’ De ‘Beleidsregel jongerenwerk 2016-2019’ vastgesteld op 1 juli 2015 wordt gelijktijdig ingetrokken.