Besluit van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam houdende het reglement voor de adviescommissie nadeelcompensatie Amsteltram (Reglement adviescommissie Amsteltram)

Geldend van 30-03-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2019

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam houdende het reglement voor de adviescommissie nadeelcompensatie Amsteltram (Reglement adviescommissie Amsteltram)

Het dagelijks bestuur,

Gelet op artikel 13 van de Verordening nadeelcompensatie Amsteltram;

Stelt het volgende reglement vast voor de adviescommissie nadeelcompensatie Amsteltram:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    verordening: de Verordening nadeelcompensatie Amsteltram;

  • -

    bestuursorgaan: het dagelijks bestuur, de voorzitter of de regioraad;

  • -

    commissie: de adviescommissie zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de verordening nadeelcompensatie Amsteltram;

  • -

    partijen: de aanvrager van nadeelcompensatie of een voorschot en de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan die namens het bestuursorgaan bij de behandeling van aanvragen om nadeelcompensatie optreedt;

  • -

    nadeelcompensatie: nadeelcompensatie als gevolg van de aanleg van de Amsteltram, voor zover gelegen in de gemeente Amstelveen en de gemeente Uithoorn.

Artikel 2 Taken en werkzaamheden

  • 1. De commissie is belast met de advisering over aanvragen om nadeelcompensatie, voor zover het bestuursorgaan advies van de commissie gewenst acht. De commissie stelt een onderzoek in naar de vraag of de schade op grond van artikel 2 van de verordening voor vergoeding in aanmerking komt en zo nodig naar de omvang van de schade.

  • 2. De commissie is tevens belast met de advisering over de verlening van een voorschot vooruitlopend op de toekenning van nadeelcompensatie, voor zover het bestuursorgaan advies van de commissie gewenst acht.

Artikel 3 Samenstelling commissie, benoeming voorzitters en aanwijzing overige twee leden

  • 1. De commissie telt drie leden, waarvan één lid door het dagelijks bestuur als voorzitter wordt aangewezen. Ten minste de voorzitter is niet in dienst van de Vervoerregio Amsterdam en betrokken bij het project Amsteltram.

  • 2. Tenminste een van de leden heeft een voltooide academische juridische opleiding genoten en een ander lid is een financieel deskundige.

  • 3. Het dagelijks bestuur benoemt de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter en wijst de overige leden aan.

  • 4. Ingeval een van de vaste leden van de commissie niet aan de werkzaamheden van de commissie kan deelnemen, zorgt de voorzitter dat een van de aangewezen plaatsvervangers in de commissie zitting neemt.

  • 5. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden benoemd voor een termijn van vier jaar en kunnen na afloop van deze termijn worden herbenoemd voor eenzelfde periode.

Artikel 4 Ontslag

  • 1. De voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de commissie kan door het dagelijks bestuur uit zijn functie worden ontheven, indien op grond van feiten en omstandigheden gerede twijfel bestaat aan zijn onafhankelijkheid of deskundigheid.

  • 2. De voorzitter of plaatsvervangend voorzitter kan door het dagelijks bestuur op diens verzoek worden ontslagen.

  • 3. Indien de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter voornemens is ontslag te nemen, geeft hij hiervan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken voordat hij zijn lidmaatschap wil beëindigen, kennis aan het dagelijks bestuur.

Artikel 5 Secretaris en ondersteuning van de commissie

  • 1. Het dagelijks bestuur wijst een ambtenaar aan die als secretaris van de commissie optreedt; deze staat voor de uitoefening van zijn werkzaamheden onder leiding van de voorzitter van de commissie.

  • 2. Het dagelijks bestuur wijst voorts een ambtenaar aan die de secretaris bij diens afwezigheid vervangt.

  • 3. De secretaris ondersteunt de commissie bij haar werkzaamheden en bereidt haar vergaderingen voor. Ook verzorgt de secretaris alle correspondentie namens de commissie.

  • 4. De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan de commissie de benodigde faciliteiten ter beschikking stellen voor haar werkzaamheden, zoals een vergaderruimte.

Artikel 6 Behandeling adviesaanvragen

  • 1. Binnen twee weken na ontvangst van een aanvraag om nadeelcompensatie zendt het bestuursorgaan deze aan de secretaris van de commissie toe onder overlegging van alle stukken die voor het uitbrengen van advies van belang kunnen zijn.

  • 2. De commissie stelt partijen in de gelegenheid binnen vier werken een toelichting te geven op de aanvraag tijdens een door de commissie belegde hoorzitting.

  • 3. De commissie kan de in het tweede lid genoemde termijn eenmaal op schriftelijk verzoek van een van de partijen met twee weken verlengen.

  • 4. Tenminste twee weken voor de dag van de hoorzitting stuurt de secretaris een uitnodiging aan partijen.

  • 5. De aanvrager kan zich laten vertegenwoordigen of zich doen laten bijstaan door een gemachtigde en partijen kunnen deskundigen ter zitting meenemen aan wie de commissie de gelegenheid geeft hun mening naar voren te brengen op de zitting.

  • 6. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

Artikel 7 Bevoegdheden commissie

  • 1. De commissie kan partijen en derden om nadere informatie of stukken vragen, indien zij dat nodig acht voor de goede vervulling van haar taak.

  • 2. Partijen voldoen aan dit verzoek binnen twee weken na ontvangst daarvan; deze termijn kan op schriftelijk verzoek eenmaal met twee weken worden verlengd.

  • 3. De commissie kan op de plaats waar zich het nadeel heeft gemanifesteerd, de situatie in ogenschouw nemen, indien zij van oordeel is dat dit van belang is voor het advies dat zij in de desbetreffende zaak dient uit te brengen. Van deze plaatsopneming wordt een verslag gemaakt dat bij het dossier wordt gevoegd.

Artikel 8 Beslotenheid

  • 1. De zitting van de commissie waarin gelegenheid wordt gegeven tot het geven van een toelichting is besloten.

  • 2. De commissie beraadslaagt voltallig over het door haar uit te brengen advies achter gesloten deuren.

Artikel 9 Advisering

  • 1. De commissie stelt een conceptadvies op dat zij met het verslag van een hoorzitting binnen zes weken na die zitting toestuurt aan partijen.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd. Indien de commissie de termijn verlengt, stelt de secretaris van de commissie partijen hiervan tijdig en schriftelijk op de hoogte.

  • 3. De commissie stelt partijen in de gelegenheid binnen vier weken na ontvangst van het advies hun bedenkingen en opmerkingen schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken, welke termijn op schriftelijk verzoek van een van de partijen eenmaal met twee weken kan worden verlengd.

  • 4. De commissie brengt binnen vier weken na het verstrijken van de in het derde lid bedoelde, eventueel verlengde, termijn haar advies uit aan het dagelijks bestuur.

  • 5. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd; hiervan doet de commissie tijdig mededeling aan partijen.

  • 6. Indien een lid van de commissie het niet eens is met het uit te brengen advies, kan het in een minderheidsadvies van zijn standpunt doen blijken.

  • 7. In het conceptadvies en in het advies doet de commissie verslag van haar onderzoek naar de vraag of de aanvrager op grond van de verordening voor nadeelcompensatie in aanmerking komt. Tevens geeft de commissie een oordeel over de vraag of de aanvrager in aanmerking komt voor een vergoeding wegens het inschakelen van een gemachtigde en/of deskundigen.

Artikel 10 Behandeling aanvraag voorschot

  • 1. Indien aan de commissie een aanvraag om verlening van een voorschot om advies wordt voorgelegd, kan de commissie volstaan met een schriftelijke behandeling van de aanvraag.

  • 2. Zij licht partijen zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek om advies in over de procedure.

  • 3. De commissie stelt geen conceptadvies op, maar brengt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag advies uit aan het bestuursorgaan; deze termijn kan eenmaal worden verdaagd met acht weken, indien de commissie besluit een hoorzitting te houden.

Artikel 11 Geheimhouding

Een lid van de commissie is verplicht tot geheimhouding van gegevens die hij bij de uitvoering van zijn adviestaak tot zijn beschikking krijgt en waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden.

Artikel 12 Verslag werkzaamheden

  • 1. De commissie doet eenmaal per jaar verslag van haar werkzaamheden, welk verslag zij aan het dagelijks bestuur binnen drie maanden na het verstrijken van het kalenderjaar aan het dagelijks bestuur doet toekomen.

  • 2. In dat verslag legt de commissie tevens verantwoording af omtrent de besteding van de aan haar toegekende middelen.

Artikel 13 Archiefbescheiden

Ten aanzien van de archiefbestanden van de commissie zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaking en het beheer van de archiefbescheiden, alsmede die omtrent het toezicht daarop, zoals die voor de gemeente Amsterdam zijn vastgesteld of nader zullen worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Huishoudelijk reglement

De commissie kan een huishoudelijk reglement vaststellen dat de goedkeuring van het bestuursorgaan behoeft.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag dat de verordening in werking treedt.

Artikel 16 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement adviescommissie nadeelcompensatie Amsteltram.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam op 13 februari 2019.

drs. A. Joustra

Secretaris

Sharon A.M. Dijksma

Voorzitter