Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant

Geldend van 15-02-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant en de Subsidieregeling vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant gelet op hun gelijkenis samenvoegen en een nieuwe Subsidieregeling wensen vast te stellen;

Overwegende dat door de herbestemming van agrarische bouwpercelen kansen worden geboden voor de revitalisering van het landelijk gebied;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de leegstand van gebouwen op agrarische bouwpercelen willen aanpakken;

Overwegende dat het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende Maatregelen Transitie Veehouderij, veehouders ondersteunt in het maken van de juiste keuze om hun bedrijf te beëindigen, via een voucherprogramma;

Overwegende dat via een vouchersysteem adviezen kunnen worden ingekocht met betrekking tot de herbestemming van agrarische bouwpercelen;

Overwegende dat daar waar sprake is van staatssteun in het kader van rechtvaardiging van staatssteun de volgende staatssteunmaatregelen van toepassing zijn:

  • a.

    Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun;

  • b.

    Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de landbouwsector.

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwperceel: aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan;

  • b.

    BrabantAdvies: adviesorganisatie waarin vier Brabantse adviesraden zijn verenigd, Provinciale Raad Gezondheid, Provinciale Raad voor de Leefomgeving, Sociaal-Economische Raad Brabant en Young Professionals Brabant en die gevraagd en ongevraagd adviseren over belangrijke thema’s die in Brabant spelen;

  • c.

    Brabants Kennisplatform VABIMPULS: platform gelieerd aan BrabantAdvies waaraan deskundigen op het gebied van ruimtelijke vraagstukken zich kunnen verbinden;

  • d.

    herbestemming: geven van een nieuwe functie aan een agrarisch bouwperceel of sloop van bebouwing op het agrarisch bouwperceel;

  • e.

    omschakeling: het stoppen met het intensief houden van varkens, kippen, geiten en rundvee door een veehouder en overstappen naar een vorm van duurzame landbouw;

  • f.

    veehouderij: agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;

  • g.

    vrijgekomen agrarisch bouwperceel: bouwperceel waar de agrarische activiteiten van het agrarisch bedrijf volledig zijn gestaakt.

Artikel 2 Doelgroep

Een subsidie in de vorm van een voucher kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaren van vrijgekomen agrarische bouwpercelen;

  • b.

    veehouderijen, al dan niet met een agrarische neventak, die voornemens zijn om de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de veehouderij op hun agrarisch bouwperceel te beëindigen of om te schakelen.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies in de vorm van vouchers.

  • 2. Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het inwinnen van advies over de herbestemming van een agrarisch bouwperceel.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor dit project op grond van deze regeling reeds subsidie is verstrekt;

  • b.

    voor dit project reeds subsidie is verstrekt op grond van enige andere provinciale Subsidieregeling;

  • c.

    er meerdere aanvragen per agrarisch bouwperceel worden ingediend.

Artikel 6 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op het inwinnen van een advies over de herbestemming van een agrarisch bouwperceel in Noord-Brabant;

    • b.

      het project beoogt twee fases te doorlopen:

      • 1°.

        Fase 1: de begeleiding van de uitwerking van een haalbaarheidsanalyse waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van het agrarisch bouwperceel worden beschreven;

      • 2°.

        Fase 2: de begeleiding van de uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een traject tot herbestemming.

    • c.

      de aanvrager heeft geen woningbouwafspraken over het agrarisch bouwperceel gemaakt met de provincie of gemeente waarin de locatie is gelegen;

    • d.

      de aanvrager heeft geen sloopafspraken over het agrarisch bouwperceel gemaakt met de provincie of de gemeente waarin de locatie is gelegen.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor begeleiding door deskundigen die zijn aangesloten bij VABIMPULS tot een bedrag van € 100 per uur;

  • b.

    btw die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 niet verrekenbaar is.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    door deskundigen gemaakte reiskosten en reisuren;

  • b.

    kosten die verband houden met een bestemmingsplanprocedure;

  • c.

    kosten die verband houden met een vergunningsprocedure;

  • d.

    legeskosten.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de periode van 15 februari 2022, vanaf 09.00 uur tot en met 1 december 2023, tot 17.00 uur.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode genoemd in artikel 9, vast op € 1.100.000 met dien verstande dat:

  • a.

    maximaal € 500.000 van het subsidieplafond wordt toegekend aan aanvragen van de doelgroep genoemd in artikel 2 onder a;

  • b.

    maximaal € 600.000 van het subsidieplafond wordt toegekend aan aanvragen van de doelgroep genoemd in artikel 2 onder b.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie voor de kosten voor begeleiding en advies als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 7 onder a bedraagt voor:

    • a.

      aanvragers die btw kunnen verrekenen, een maximum van € 4300 exclusief btw bestaande uit de som van:

      • 1°.

        100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 3.000, gelijk aan een maximum van 30 adviesuren;

      • 2°.

        65% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.300, gelijk aan een maximum van 20 adviesuren.

    • b.

      aanvragers die geen btw kunnen verrekenen, een maximum van € 5.203 inclusief btw bestaande uit de som van:

      • 1°.

        100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 3.630, gelijk aan een maximum van 30 adviesuren;

      • 2°.

        65% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.573, gelijk aan een maximum van 20 adviesuren.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de de-minimissteun van € 20.000 voor ondernemingen in de landbouwsector niet wordt overschreden.

  • 3. Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomt.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      de begeleiding en uitwerking van een haalbaarheidsanalyse als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, onderdeel 1°, wordt binnen zes maanden na verlening van de subsidie uitgevoerd;

    • b.

      indien de begeleiding van de uitwerking van een plan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, wordt uitgevoerd, wordt het project binnen zes maanden na afronding van fase 1 uitgevoerd;

    • c.

      het advies als bedoeld in artikel 4 wordt ingewonnen bij deskundigen en specialisten die zijn aangesloten bij het Brabants Kennisplatform VABIMPULS.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager, de periode genoemd in het eerste lid onder a en b, verlengen met maximaal 26 weken.

Artikel 14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2021 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze regeling in de praktijk.

Artikel 16 Intrekking

De volgende Subsidieregelingen worden ingetrokken:

  • a.

    Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant;

  • b.

    Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.

Artikel 17 Overgangsrecht

Voor subsidieaanvragen waarop op de datum van inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist, blijven de Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant en de Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant hun werking behouden.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 2 april 2019.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 12 maart 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant.

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1, onder d

Brabants Kennisplatform VABIMPULS: Dit kennisplatform is gelieerd aan BrabantAdvies, en dient tot kennisuitwisseling voor en door de deskundigen die geraadpleegd worden door eigenaren van agrarische bouwpercelen. Het betreffen deskundigen werkzaam op het gebied van ruimtelijke vraagstukken, zoals juristen, financieel specialisten of ontwerpers. De opgedane kennis door de deskundigen wordt zowel onderling gedeeld als met gemeenten, provincie en overige partners.

Artikel 1, onder g

Met het staken van de agrarische activiteiten wordt bedoeld dat het agrarische bedrijf op het vrijgekomen agrarisch bouwperceel niet meer in werking mag zijn. Dit kan onder andere blijken uit milieuvergunningen die zijn ingetrokken.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Artikel 5, onder b

Er mag in ieder geval geen subsidie zijn verstrekt aan het project op grond van de Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant of de Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.

Artikel 6 Subsidievereisten

Artikel 6, eerste lid, onder a

De eerste fase bestaat uit de begeleiding van de uitwerking van een haalbaarheidsanalyse waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van een agrarisch bouwperceel worden verkend (inclusief een ruimtelijke verkenning). Veelal zal deze fase starten met een oriëntatiegesprek, een eerste kennismaking tussen aanvrager en deskundige. De intake wordt gevolgd door een verkenning van de mogelijkheden en onmogelijkheden, waarvan vervolgens de haalbaarheid wordt geanalyseerd en neergelegd in een verslag.

Artikel 6, eerste lid, onder b, onderdeel 2

Indien uit de eerste fase blijkt dat er concrete plannen ontwikkeld kunnen worden, gericht op de herbestemming van het agrarisch bouwperceel, kan de eigenaar starten met de tweede fase. In deze fase wordt een begin gemaakt met de uitwerking van de nieuwe plannen. Deze uitwerking kan als basis dienen voor een vervolg met een plan voor een herbestemming en/of een vergunning. Een onderdeel van de activiteiten van fase 2 kan het opstellen van een principeverzoek zijn, een oriëntatie of een quickscan voor een bestemmingsplanprocedure, of een oriëntatie of verkenning voor een vergunningsprocedure.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Artikel 7, onder b

Overeenkomstig artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel. Het door de in te schakelen deskundigen en specialisten te rekenen maximale uurtarief van € 93, is exclusief btw. Aanvragers die ook ondernemer zijn in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, kunnen de btw van 21% die wordt geheven over het uurtarief van € 93, verrekenen met de omzetbelasting die zij betalen over de inkomsten van hun onderneming. Een aanvrager die een natuurlijk persoon is, kan dat niet.

Artikel 8

Artikel 8, onder b

Kosten die hieronder vallen zijn onder andere een ontwerp-bestemmingsplan of ruimtelijk onderbouwing, bodemonderzoeken en archeologische onderzoeken die nodig zijn voor een bestemmingsplan.

Artikel 8, onder c

Kosten die hieronder vallen zijn onder andere ontwerptekeningen en constructieberekeningen die nodig zijn voor een vergunningsprocedure.

Artikel 11 Subsidiehoogte

Artikel 11, eerste lid

Er wordt onderscheid gemaakt tussen aanvragers die btw kunnen verrekenen en aanvragers die geen btw kunnen verrekenen. Dit onderscheid is nodig om te kunnen bepalen wat de hoogte is van het subsidiebedrag waarop aanspraak gemaakt kan worden. Natuurlijke personen kunnen geen btw verrekenen en daarom kunnen zij in aanmerking komen voor een hoger subsidiebedrag. Wanneer een aanvrager zijn agrarische activiteiten heeft gestaakt, maar het agrarische bedrijf op papier nog bestaat en hij in het bezit is van een btw nummer dient de subsidie op naam van het agrarisch bedrijf te worden aangevraagd, omdat er in dat geval btw verrekend kan worden. Wanneer een aanvrager nog een actieve veehouderij bezit dient de subsidie op naam van het agrarisch bedrijf te worden aangevraagd.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13, eerste lid, onder b

De verkenning en de haalbaarheidsanalyse, zijnde fase 1 van het project, mag maximaal 6 maanden duren.

Artikel 13, eerste lid, onder c

De begeleiding en uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een traject tot herbestemming, zijnde fase 2 van het project, dient binnen twaalf maanden na verlening te worden uitgevoerd. Indien de termijn van zes maanden bij fase 1 niet volledig is benut, mag de resterende termijn ingezet worden voor fase 2 zolang de totale termijn van twaalf maanden niet wordt overschreden.

Meldingsplicht

Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA