Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR622591
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR622591/7
Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent rechtspositie ambtsdragers (Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Noord-Brabant)
Geldend van 12-07-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent rechtspositie ambtsdragers (Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Noord-Brabant)Provinciale Staten van Noord-Brabant,
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 29 januari 2019, 12/19;
gelet op artikel 143 Provinciewet;
gelet op de artikelen 2.1.1, vierde lid, 2.1.3, eerste lid, 2.1.4, eerste lid, 2.1.9, eerste lid, 2.3.3, tweede lid, 2.4.2 en 2.4.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
gelet op de artikelen 2.1, vijfde lid, en 2.6, vijfde lid, van de Regeling rechtspositie decentrale ambtsdragers;
gezien het advies van het Presidium d.d. 21 januari 2019 en 11 februari 2019;
overwegende dat met ingang van 28 maart 2019 de rechtspositie van zowel staten- en commissieleden, als van gedeputeerden en van de commissaris van de Koning zullen worden vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
overwegende dat voornoemd besluit, voor een aantal zaken nader uitgewerkt in de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers, veel elementen van de rechtspositie van decentrale politieke ambtsdragers al uitputtend regelt, zodat slechts beperkte ruimte is om op provinciaal niveau bepaalde keuzes te maken of nadere regels te stellen;
overwegende dat de gevolgen hiervan zodanig zijn, dat het de voorkeur heeft de huidige verordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening;
Besluiten vast te stellen de volgende verordening:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
ambtsdrager: statenlid, commissaris of gedeputeerde;
besluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
burgerlid: persoon als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van orde Provinciale Staten Noord-Brabant 2020;
bijeenkomst: bijeenkomst waar burgerleden aan deelnemen;
commissaris: commissaris van de Koning;
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 80, 81, en 82 van de Provinciewet, dat niet tevens statenlid of burgerlid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;
coördinerend voorzitter: voorzitter die belast is met coördinerende taken, indien een commissie uit meerdere kamers bestaat;
gedeputeerde: lid van Gedeputeerde Staten;
regeling: Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers;
statenlid: lid van Provinciale Staten;
vergadering: vergadering ter voorbereiding, beraadslaging of besluitvorming van een commissie;
voorzitter: commissielid dat belast is met de taak de commissie voor te zitten.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor statenleden
Artikel 1a Beloning, vergoedingen en voorzieningen
-
1. Een statenlid ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden alsmede een tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten en voorzieningen die verband houden met de vervulling van het lidmaatschap van Provinciale Staten conform de paragrafen 1 tot en met 3, met uitzondering van artikel 2.1.1, vierde lid, van afdeling 2.1 van het besluit en artikel 2.1 van de regeling.
-
2. Een statenlid aan wie op grond van artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden alsmede een tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten en voorzieningen die verband houden met de vervulling van het lidmaatschap van Provinciale Staten conform artikel 2.1.13 van het besluit.
Artikel 2 Toelage lid onderzoekscommissie
-
1. Het statenlid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 151a, derde lid, van de Provinciewet, ontvangt per jaar voor dat lidmaatschap een toelage die overeenkomt met 300% van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, genoemd in artikel 2.1.1, eerste lid, van het besluit.
-
2. Indien de commissaris de duur van de activiteiten voor de onderzoekscommissie niet op een heel kalenderjaar vaststelt, wordt de omvang van de toelage naar rato aangepast.
Artikel 3 Toelage lid bijzondere commissie
Het statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van het besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage die gelijk is aan de maximum toelage, genoemd in artikel 2.1.4, eerste lid, van het besluit.
Artikel 4 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Jaarlijks ontvangt het statenlid een bedrag gelijk aan de vergoeding van hun werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, van het besluit, voor één maand, om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Hoofdstuk 2a Vergoedingen voor commissieleden en burgerleden
Artikel 4a Vergoeding voor vergaderingen en reis- en verblijfkostenvergoeding voor commissieleden
-
1. Een commissielid ontvangt de volgende vergoeding voor het bijwonen van een vergadering:
- a.
een percentage van 200% van het bedrag, genoemd in artikel 2.4.1, eerste lid, van het besluit, indien hij belast is met de rol van commissielid;
- b.
een percentage van 250% van het bedrag, genoemd in artikel 2.4.1, eerste lid, van het besluit, indien hij belast is met de rol van voorzitter;
- c.
een percentage van 270% van het bedrag, genoemd in artikel 2.4.1, eerste lid, van het besluit, indien hij belast is met de rol van coördinerend voorzitter.
- a.
-
2. Een commissielid ontvangt een reis- en verblijfkostenvergoeding voor reizen binnen en buiten de provincie conform artikel 2.4.3 van het besluit en artikel 2.1 van de regeling.
Artikel 4b Vergoeding voor het bijwonen van bijeenkomsten en reis- en verblijfkostenvergoeding voor burgerleden
-
1. Een burgerlid ontvangt een vergoeding overeenkomstig artikel 2.4.1, eerste lid, van het besluit voor het bijwonen van:
- a.
de Commissie sturen en verantwoorden;
- b.
een platform als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Reglement op de platforms Noord-Brabant; of
- c.
een werkgroepbijeenkomst; of
- d.
een themabijeenkomst of een rondvraagmoment als bedoeld in de artikelen 12 en 15 van het Reglement van orde Provinciale Staten Noord-Brabant 2020.
- a.
-
2. Een burgerlid ontvangt een reis- en verblijfkostenvergoeding voor reizen binnen en buiten de provincie overeenkomstig artikel 2.4.3 van het besluit en artikel 2.1 van de regeling.
Hoofdstuk 3 Gemeenschappelijke voorzieningen
Artikel 5 Vergoeding kosten scholing
-
1. De ambtsdrager die of het commissielid of het burgerlid dat scholing wenst die niet door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij Provinciale Staten, onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten.
-
2. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
-
3. De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van Provinciale Staten, onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten van belang is in verband met de vervulling van de functie van de ambtsdrager, het commissielid of het burgerlid.
Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen
Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door Gedeputeerde Staten ter beschikking worden gesteld, ondertekent de ambtsdrager, het commissielid of het burgerlid een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.
Artikel 7 Geschikte vervoersvoorziening
-
1. De ambtsdrager die of het commissielid of burgerlid dat een tijdelijke functionele beperking heeft en niet in staat is met het openbaar vervoer of met eigen vervoer te reizen voor woon- werkverkeer of voor de uitoefening van de functie, kan op kosten van de provincie gebruik maken van een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening inclusief de daarbij behorende parkeerkosten.
-
2. Indien het een statenlid, commissielid of burgerlid betreft, is het aan Provinciale Staten om te beoordelen of de gewenste vervoersvoorziening geschikt geacht kan worden en door de provincie kan worden vergoed of ter beschikking gesteld.
-
3. Indien het de commissaris of een gedeputeerde betreft, maken Gedeputeerde Staten de in het tweede lid genoemde beoordeling.
Hoofdstuk 4 De procedure van betalen en declareren van kosten
Artikel 8 Rechtstreekse facturering aan de provincie
-
1. De ambtsdrager, het commissielid of het burgerlid draagt ten behoeve van het vergoeden van kosten die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de provincie in aanmerking komen, zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.
-
2. Verantwoording van de vergoeding door de ambtsdrager, het commissielid of het burgerlid vindt plaats volgens een door Gedeputeerde Staten vastgesteld verantwoordingsproces.
-
3. Verantwoording vindt plaats binnen twee maanden na de factuurdatum bij de griffier, onderscheidenlijk de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 9 Declaratie van zelf betaalde kosten en de vergoeding aan burgerleden en commissieleden voor het bijwonen van vergaderingen
-
1. De ambtsdrager, het commissielid of het burgerlid voldoet kosten alleen uit eigen middelen als rechtstreekse facturering aan de provincie niet mogelijk is.
-
2. Declaratie van de kosten die uit eigen middelen zijn betaald, de vergoeding aan commissieleden of burgerleden voor het bijwonen van vergaderingen als bedoeld in de artikelen 4a en 4b, en de vergoeding van de reiskosten met een eigen vervoermiddel vindt plaats volgens een door Gedeputeerde Staten vastgesteld verantwoordingsproces.
-
3. Verantwoording vindt plaats vóór 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de declaratie betrekking heeft bij de griffier, onderscheidenlijk de provinciesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 10 Intrekking
De Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden 2016 wordt ingetrokken.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 28 maart 2019.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Noord-Brabant.
Ondertekening
’s-Hertogenbosch, 22 februari 2019
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier,
mw. mr. K.A.E. ten Cate
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl