Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR62255
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR62255/1
Procedureverordening Schadevergoeding 2003
Geldend van 01-01-2000 t/m heden
Intitulé
Procedureverordening Schadevergoeding 2003De raad der gemeente Loon op Zand;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juli 2003, nummer 2003/65;
gelet op artikel 147 van de gemeentewet en artikelen 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,
besluit:
vast te stellen de Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening 2003.
PROCEDUREVERORDENING
SCHADEVERGOEDING EX ARTIKEL 49 WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
- a.
"artikel 49": artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
- b.
"commissie": de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;
- c.
"aanvrager": de belanghebbende in de zin van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, die bij de gemeenteraad een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend.
Artikel 2
- 1.
Indien een belanghebbende van mening is dat het bepaalde in artikel 49 op hem/haar van toepassing is, kan deze schriftelijk een gemotiveerde aanvraag om toekenning van schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding ex artikel 49 is de aanvrager leges verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in de Legesverordening.
Artikel 3
-
1. De gemeenteraad kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag schadevergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende.
-
2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.
Artikel 4
- 1.
Indien geen toepassing wordt gegeven aan het eerste lid van artikel 3 geeft de gemeenteraad aan de commissie de opdracht om ter zake advies uit te brengen.
- 2.
De in het voorgaande lid bedoelde opdracht geschiedt binnen vier weken na het verstrijken van de -eventueel verlengde termijn als bedoeld in het eerste lid van artikel 3.
Artikel 5
Als schadebeoordelingscommissie treedt op de door de gemeenteraad ad hoc aangewezen schadebeoordelingscommissie.
Artikel 6
-
1. De commissie hoort de aanvrager en/of gemachtigde en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente.
-
2. Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en!of zijn gemachtigde respectievelijk de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de commissie een kort verslag gemaakt, dat toegezonden wordt aan aanvrager en gemeente en tezamen met de eventuele schriftelijke reacties als bijlage aan het door de commissie uit te brengen advies wordt gehecht.
-
3. De commissie neemt de situatie ter plaatse op.
Artikel 7
- 1.
De commissie gaat na of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 49 schade lijdt, die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn/haar laste behoort te blijven.
- 2.
Leidt het in het vorige lid bedoelde onderzoek tot een bevestigend antwoord, dan berekent de commissie de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding.
Artikel 8
-
1. De commissie brengt schriftelijk gemotiveerd advies uit aan de gemeenteraad binnen zestien weken na de verzending van de opdracht als bedoeld in het eerste lid van artikel 4.
-
2. Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn, stelt de commissie tijdig zowel de aanvrager als de gemeenteraad schriftelijk in kennis.
-
3. Een afschrift van het advies van de commissie wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken voor het besluit van de gemeenteraad van gemeentewege aan de aanvrager toegezonden
-
4. Aanvrager wordt in de gelegenheid om vóór de behandeling in de betreffende gemeenteraadsvergadering -schriftelijk of mondeling eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de commissie onder de aandacht van de raad te brengen.
Artikel 9
-
1. Binnen acht weken nadat de commissie het advies genoemd als bedoeld in artikel 8 heeft uitgebracht, beslist de gemeenteraad omtrent de aanvraag ex artikel 49.
-
2. De in lid 1 genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.
-
3. Indien de gemeenteraad een schadevergoeding vaststelt, bepaalt deze de datum vóór welke de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.
-
4. Indien de schade voor vergoeding in aanmerking komt, wordt de geheven leges teruggestort.
Artikel 10
- 1.
Deze procedureverordening treedt in werking zes weken na bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 139 van de Gemeentewet.
- 2.
Op het moment van inwerkingtreding van de verordening vervalt de "Verordening ter regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening", vastgesteld door de gemeenteraad in haar openbare vergadering van 6 mei 1971.
- 3.
Op het moment van inwerkingtreding van de verordening vervalt eveneens artikel 1 van de "Eerste aanpassingsverordening Algemene wet bestuursrecht", vastgesteld door de gemeenteraad in haar openbare vergadering van 16 december 1993.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening 2003".
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 2 oktober 2003.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,
TOELICHTING
Algemeen
PROCEDUREVERORDENING SCHADEVERGOEDING EX ARTIKEL 49 WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de orde is artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dat regelt in welke gevallen belanghebbenden bij de gemeenteraad schadevergoeding kunnen eisen indien zij als gevolg van een mutatie in het planologisch regime schade komen te lijden, (planschade). De Wet op de Ruimtelijke Ordening geeft geen voorschriften omtrent de wijze waarop een vergoeding als bedoeld in artikel 49 WRO moet worden aangevraagd en hoe een aanvraag door de gemeenteraad moet worden behandeld. De Algemene wet bestuursrecht biedt in dit kader uiteraard wel regelen, maar het wordt voorgestaan om als gemeente zelf richtlijnen vast te stellen voor de te volgen procedure in het geval dat om toepassing van artikel 49 WRO wordt verzocht. Het vaststellen van gemeentelijke procedurevoorschriften bevordert en waarborgt de kwaliteit van de voor artikel 49 WRO toepasselijke rechtsgang. De voorliggende verordening is opgesteld aan de hand van het meest recente model van de VNG. De opzet en de inhoud zijn in grote lijnen gevolgd.
Artikelsgewijs
- 1.
Het opnemen van begrippen heeft geen principiële betekenis, maar heeft slechts tot doel de redactie van de overige artikelen zo eenvoudig mogelijk te houden.
- 2.
De aanvraag dient schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend teneinde te kunnen beoordelen of deze verband houdt met een van de in artikel 49 WRO genoemde planologische maatregelen. Dit met het oog op artikel 3. Voorts is bepaald dat voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges zijn verschuldigd. De door de gemeente te verrichten werkzaamheden houden namelijk rechtstreeks en in overheersende mate verband met een individualiseerbaar belang. Het gaat slechts om een kleine tegemoetkoming in de door de gemeente te maken kosten. Het heffen van leges werpt voorts een drempel op zodat het al te lichtvaardig indienen van claims wordt tegengegaan. Indien een aanvraag wordt gehonoreerd, volgt 100 % teruggaaf van de geheven leges.
De belastingkamer van het Gerechtshof van 's-Gravenhage heeft in haar arrest van 14 november 2001 uitgesproken dat zij het heffen van leges voor het in behandeling nemen van een verzoek ex artikel 49 WRO, zoals de gemeente Jacobswoude dit in haar legesverordening heeft opgenomen, toelaatbaar acht. Tegen het arrest van het Gerechtshof is bij de Hoge Raad cassatie ingesteld. Het advies aan de Hoge Raad van advocaat-generaal J.W. I1sink is al bekend: "Het komt mij voor dat de gemeente Jacobswoude haar vrijheid niet heeft misbruikt met het opwerpen van een tariefdrempel. Het tarief is niet onredelijk', aldus de a-go
- 3.
Op grond van dit artikel kan de raad een aanvraag weigeren zonder dat daaraan voorafgaand een deskundigenonderzoek behoeft plaats te vinden. Dit ter voorkoming van onnodig werk en kosten. Als voorbeeld kan worden gewezen op gevallen waarin de aanvraag is gebaseerd op niet bestaande of op niet-gemeentelijke planologische maatregelen.
- 4.
Teneinde te waarborgen dat de gemeenteraad zo goed mogelijk wordt geadviseerd omtrent de beantwoording van de vraag of er inderdaad schade is als bedoeld in artikel 49 WRO, is een commissie van deskundigen onmisbaar. Indien de gemeenteraad de aanvraag niet direct afdoet in de zin van artikel 3, zal de raad binnen de termijn als genoemd in artikel 3 de commissie opdracht moeten geven om ter zake advies uit te brengen.
- 5.
De gemeenteraad kan ad hoc een onafhankelijke schadebeoordelingscommissie aanwijzen. Voorheen was dit per definitie de SAOZ. Thans kunnen ook andere ter zake kundige bureaus worden aangewezen om claims te beoordelen.
- 6.
In dit artikel is geregeld dat de commissie de aanvrager en/of gemachtigde en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente dient te horen en hiervan een kort verslag dient te maken, dat wordt toegezonden aan aanvrager en gemeente. Vanzelfsprekend dient de commissie de situatie ter plaatse in ogenschouw te nemen.
- 7.
De commissie gaat na of er schade is in de zin van artikel 49 WRO en stelt de hoogte van de schadevergoeding vast.
- 8.
In dit artikel is geregeld dat de commissie binnen zestien weken schriftelijk en gemotiveerd advies uitbrengt aan de gemeenteraad. Indien de commissie de termijn niet haalt, dient zij de aanvrager en de gemeente hiervan in kennis te stellen. Voorts is bepaald dat de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld om voorafgaand aan de besluitvorming schriftelijk of mondeling eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de commissie onder de aandacht van de raad te brengen.
- 9.
In dit artikel worden de beslistermijnen voor de raad geregeld alsmede de mogelijkheid om deze te verdragen. Indien tot honorering van de claim wordt besloten, dient de raad te bepalen voor welke datum de vergoeding (en teruggave van leges) moet zijn uitbetaald of geregeld.
- 10.
De inwerkintreding van deze verordening is met inachtneming van het bepaalde in de Gemeentewet en de Tijdelijke referendumwet (16 juli 2001) bepaald op de dag zes weken na bekendmaking. Als een tijdstip voor inwerkingtreding wordt vastgesteld, mag dat tijdstip ingevolge artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet namelijk niet liggen binnen een periode van zes weken na de bekendmaking van het besluit. Wanneer een inleidend verzoek tot referendum onherroepelijk is toegelaten, vervalt een eventueel vastgesteld tijdstip van inwerkingtreding van rechtswege.
Besluit
De raad van de gemeente Loon op Zand;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 juli 2003, nummer 2003/65;
besluit:
- 1.
de Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 WRO 2003 vast te stellen;
- 2.
de legesverordening te wijzigen met inachtneming van Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 WRO 2003, en
- 3.
dat de besluiten onder 1. en 2. zes weken na bekendmaking, eerst nadat onherroepelijk is vast komen te staan dat geen referendum wordt gehouden, in werking treden.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 2 oktober 2003.
De raad voornoemd,
Voorzitter,
Griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl