Regeling vervallen per 25-03-2022

Referendumverordening gemeente Weesp 2019

Geldend van 23-03-2019 t/m 24-03-2022

Intitulé

Referendumverordening gemeente Weesp 2019

De raad van de gemeente Weesp;

gelet op de artikelen 147 en 149 Gemeentewet

BESLUIT

vast te stellen de volgende Verordening:

Referendumverordening gemeente Weesp 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Referendum: een volksstemming onder alle kiesgerechtigden van de gemeente over een raadsvoorstel;

  • b.

    Raadsvoorstel: voorstel dat op de agenda van de raad staat ter besluitvorming;

  • c.

    Kiesgerechtigden: de inwoners van Weesp die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezingen van de leden van de raad op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag van het referendum;

  • d.

    Presidium: het presidium van de raad zoals opgenomen in artikel 6 van het Reglement van Orde;

  • e.

    Reglement van Orde: Reglement van Orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van de gemeenteraad.

Artikel 2 Het referendum

  • 1. Een referendum kan alleen worden gehouden indien de raad daartoe heeft besloten.

  • 2. Een besluit tot het houden van een referendum kan worden genomen na een voorstel daartoe vanuit de raad (raadplegend referendum) of een verzoek daartoe vanuit de inwoners (raadgevend referendum). Op een dergelijk voorstel respectievelijk verzoek zijn de bepalingen van artikel 3 van deze verordening van toepassing.

  • 3. Een referendum wordt gehouden onder alle kiesgerechtigden van de gemeente.

  • 4. De uitslag van een referendum betreft een advies aan de raad.

Artikel 3 Onderwerpen voor een referendum

  • 1. Alleen raadsvoorstellen kunnen onderwerp zijn van een referendum.

  • 2. De volgende raadsvoorstellen kunnen geen onderwerp zijn van een referendum:

    • a.

      raadsvoorstellen gericht op het voor kennisgeving aannemen van nota's, rapporten en dergelijke;

    • b.

      raadsvoorstellen inzake individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen en verlening van kwijtschelding;

    • c.

      besluiten in het kader van deze verordening;

    • d.

      besluiten tot het voeren van rechtsgedingen;

    • e.

      besluiten inzake gemeentelijke tarieven en belastingen;

    • f.

      besluiten inzake gemeentebegroting en de rekening;

    • g.

      besluiten tot het aangaan, opheffen of wijzigen van gemeenschappelijke regelingen;

    • h.

      besluiten ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of wetgever waarbij de raad geen beleidsvrijheid heeft;

    • i.

      besluiten die hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

    • j.

      besluiten waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege daarmee gemoeide spoedeisende en zwaarwegende gemeentelijke belangen.

Artikel 4 Typen vraagstelling referendum

  • 1. Het referendum van de gemeente Weesp kent twee typen vraagstelling:

    • a.

      bent u voor of tegen het raadsvoorstel;

      of

    • b.

      welke van de twee alternatieve opties in het raadsvoorstel heeft uw voorkeur.

  • 2. Een referendum over twee alternatieve opties (meerkeuzereferendum) is alleen mogelijk indien het raadsvoorstel deze en uitsluitend deze twee opties bevat.

Artikel 5 Taken referendumcommissie

  • 1. Er is een referendumcommissie. De referendumcommissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over de toelaatbaarheid van een onderwerp waarover is voorgesteld of verzocht om een referendum te houden;

    • b.

      de raad te adviseren over de vraagstelling bij een referendum;

    • c.

      de raad te adviseren over de datum van het te houden referendum;

    • d.

      te adviseren over het verloop en de zorgvuldige organisatie van het referendum;

    • e.

      toezicht te houden op de uitvoering van deze verordening;

    • f.

      toezicht te houden op het objectieve of neutrale karakter van de door het gemeentebestuur te verstrekken voorlichting over het referendum;

    • g.

      de raad te adviseren over wijzigingen in deze verordening;

    • h.

      na afloop van een referendum of referenduminitiatief binnen drie maanden een evaluatie aan de raad aan te bieden.

  • 2. De referendumcommissie brengt op eigen initiatief advies uit inzake het referendum en referendumproces wanneer de commissie dat van belang acht.

  • 3. De adviezen van de referendumcommissie zijn openbaar.

Artikel 6 Samenstelling en benoeming leden referendumcommissie

  • 1. De referendumcommissie bestaat uit minimaal drie leden.

  • 2. De raad benoemt de leden.

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en bepaalt haar eigen werkwijze. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 4. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de raad, van het college of met een dienstverband bij de gemeente Weesp. Evenmin kan een persoon lid zijn van de referendumcommissie, die met enige regelmaat of langdurig een contractuele relatie met de gemeente heeft.

  • 5. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd; het maximaal aantal herbenoemingen is twee.

  • 6. De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen, waarna de raad zo spoedig mogelijk in de vervulling van de ontstane vacature voorziet.

Artikel 7 Initiatief van de raad van Weesp (raadplegend referendum)

  • 1. Een voorstel vanuit de raad om een referendum te houden geschiedt door het indienen van een initiatiefvoorstel als bedoeld in het Reglement van Orde.

  • 2. De referendumcommissie wordt van het initiatiefvoorstel op de hoogte gebracht en brengt conform artikel 5, eerste lid, onderdeel a, advies uit over de toelaatbaarheid van het onderwerp, voordat de raad een besluit neemt over het genoemde initiatiefvoorstel.

  • 3. Indien de raad besluit tot het houden van een referendum, wordt het betreffende raadsvoorstel vervolgens op de gangbare wijze behandeld, met dien verstande dat het raadsvoorstel zoals dat luidt na verwerking van de door de raad aanvaarde amendementen niet in stemming wordt gebracht, maar wordt aangehouden.

  • 4. Zo spoedig mogelijk na het besluit tot het houden van een referendum treedt de referendumcommissie in overleg met vertegenwoordigers van de raad en desgewenst met andere betrokkenen over de vraagstelling en de datum van het referendum. Tenzij het presidium instemt met een andere periode, brengt de referendumcommissie binnen uiterlijk drie weken na het genoemde besluit advies uit over de vraagstelling en de datum van het referendum.

  • 5. De raad stelt met inachtneming van het uitgebrachte advies in de eerstvolgende vergadering de vraagstelling en de datum van het referendum vast.

Artikel 8 Inleidend verzoek van inwoners van Weesp (raadgevend referendum)

  • 1. Een inleidend verzoek van inwoners om een referendum te houden wordt uiterlijk één week voor de openbare raadsvergadering over het raadsvoorstel bij de raad ingediend. Het verzoek is voorzien van een dagtekening en vermeldt om welk raadsvoorstel het gaat.

  • 2. Het inleidend verzoek wordt ondersteund door ten minste 200 inwoners van Weesp op een daartoe door de griffie verstrekt standaardformulier of een fotokopie daarvan. Elke handtekening gaat vergezeld van de bijbehorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum.

  • 3. De indiener(s) van het inleidend verzoek en de inwoners van Weesp die het verzoek ondersteunen, dienen op de dag van indiening van het verzoek kiesgerechtigd te zijn voor de raadsverkiezingen van Weesp.

  • 4. Het door de griffie te verstrekken formulier voor het inleidende verzoek bevat de titel van het raadsvoorstel en/of een beknopte omschrijving van het onderwerp waarop het verzoek betrekking heeft. De referendumcommissie wordt hierover vooraf om advies gevraagd.

  • 5. De gemeente controleert de handtekeningen en de bijbehorende naam, adres, woonplaats, geboortedatum en kiesgerechtigheid voor de raad op de ingeleverde formulieren.

  • 6. Indien de raad beslist dat het inleidende verzoek tot het houden van een referendum wordt ingewilligd, wordt het raadsvoorstel waarop het referendumverzoek betrekking heeft op de gangbare wijze in de vergadering van de raad behandeld.

  • 7. De stemming over het raadsvoorstel, zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het referendumverzoek wordt beslist.

  • 8. Zo spoedig mogelijk na het besluit om de kiesgerechtigden in de gelegenheid te stellen een definitief verzoek in te dienen, treedt de referendumcommissie in overleg met vertegenwoordigers van de raad en van de indieners van het referendumverzoek over de vraagstelling en de datum van het referendum. Tenzij het presidium instemt met een andere periode, brengt de referendumcommissie binnen uiterlijk twee weken na het genoemde besluit advies uit over de vraagstelling en de datum van het referendum.

Artikel 9 Definitief verzoek van inwoners van Weesp

  • 1. Het definitieve verzoek om een referendum te houden dient binnen zes weken na de dag dat de raad het besluit bedoeld in artikel 8, zesde lid, heeft genomen, te worden ingediend.

  • 2. Dit verzoek moet worden ondersteund door ten minste 1.000 inwoners van Weesp. De handtekeningen van deze inwoners moeten geplaatst worden op een door de griffie verstrekt standaardformulier of een fotokopie daarvan. Elke handtekening gaat vergezeld van de bijbehorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum.

  • 3. De indiener(s) van het definitieve verzoek en de inwoners van Weesp die dit verzoek ondersteunen, dienen op de dag van indiening van het definitieve verzoek kiesgerechtigd te zijn voor de raadsverkiezingen van Weesp.

  • 4. Het door de griffie te verstrekken formulier voor het definitieve verzoek bevat de titel van het raadsvoorstel en/of een beknopte omschrijving van het onderwerp waarop het verzoek betrekking heeft. De referendumcommissie wordt hierover vooraf om advies gevraagd.

  • 5. De gemeente controleert de handtekeningen en de bijbehorende naam, adres, woonplaats, geboortedatum en kiesgerechtigheid voor de raad op de ingeleverde formulieren.

  • 6. De voor het inleidende verzoek tot het houden van een referendum verzamelde handtekeningen tellen niet mee voor het definitieve verzoek.

  • 7. Als het definitieve verzoek voldoet aan het bepaalde in de voorgaande leden neemt de raad op zijn eerstvolgende vergadering, maar in ieder geval binnen zes weken, een besluit over het verzoek.

Artikel 10 Datum

  • 1. Een referendum wordt gehouden binnen vier maanden na de dag waarop het definitieve verzoek is ingewilligd of nadat de raad besloten heeft tot het houden van een referendum op basis van artikel 7.

  • 2. Bij de bepaling van vier maanden worden twee perioden niet meegerekend:

    • a.

      de zes weken van de schoolvakantie van het primair onderwijs in Weesp;

    • b.

      de laatste twee weken van december en de eerste twee weken van januari.

  • 3. De raad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, met inachtneming van het advies van de referendumcommissie, de dag vast waarop het referendum wordt gehouden.

  • 4. Indien binnen de termijn van vier maanden een of meerdere andere verkiezingen plaatsvinden, wordt het te houden referendum op dezelfde dag van een andere verkiezing georganiseerd.

Artikel 11 Vraagstelling

  • 1. De raad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, met inachtneming van het advies van de referendumcommissie de referendumvraag vast.

  • 2. Het onderwerp van het referendum wordt vermeld op de stempas.

Artikel 12 Uitvoering referendum

  • 1. Het college is belast met de organisatie en uitvoering van het referendum.

  • 2. Het college draagt, in overleg met de referendumcommissie, zorg voor objectieve en neutrale voorlichting aan de burgers.

Artikel 13 Dekking

De kosten voor het organiseren van een referendum komen ten laste van de post onvoorzien respectievelijk de algemene reserve.

Artikel 14 De uitslag

De uitslag van het referendum wordt bepaald op basis van de gewone meerderheid van het totale aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 15 De beslissing van de raad

In de eerstvolgende vergadering van de raad na de dag waarop het referendum wordt gehouden, vindt besluitvorming plaats over de rechtmatigheid van het referendum, de uitslag van het referendum, en over het aangehouden raadsvoorstel dat aan het referendum is onderworpen.

Artikel 16 Kieswet

De bepalingen van de Kieswet en het Kiesbesluit zijn op de gang van zaken bij het referendum waar mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Strafbepalingen

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • c.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • d.

    bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen zijn stem;

  • e.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun stempas, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Referendumverordening gemeente Weesp 2019.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking acht dagen na publicatie.

  • 2. De voorgaande Referendumverordening gemeente Weesp 2012 op die datum in te trekken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 maart 2019

M. van Engelshoven,

griffier

B.J. van Bochove

voorzitter

Toelichting

Algemeen

Een referendumverordening waarbij de mogelijkheid wordt gegeven een referendum te organiseren over een raadsvoorstel is bij uitstek een instrument van de raad. De organisatie en uitvoering van het referendum, nadat duidelijk is geworden dat er daadwerkelijk een referendum komt, ligt bij het college.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Een referendum dient te gaan over een voorgenomen raadsbesluit of raadsvoorstel. Besluiten van het college van burgemeester en wethouders zijn op basis van deze verordening niet referendabel.

Een referendum onder een deel van de kiezers of inwoners van Weesp, bijvoorbeeld een wijkreferendum, is niet mogelijk. Een wijkreferendum is principieel onwenselijk, omdat het om een raadsvoorstel gaat van een door alle kiesgerechtigden gekozen raad die besluiten neemt die voor de gehele gemeente bindend zijn. Daarnaast is het besluit om vast te stellen welk deel van de kiesgerechtigden wel en welk deel niet zou mogen deelnemen aan het referendum praktisch niet goed uitvoerbaar en nagenoeg altijd politiek omstreden.

Artikel 2 Het referendum

De verordening maakt een onderscheid tussen twee typen referenda: een referendum op initiatief van de raad (raadplegend referendum) en een referendum op initiatief van kiesgerechtigden (raadgevend referendum). Deze twee typen kennen hun eigen dynamiek en worden in afzonderlijke procedures en artikelen geregeld. Ongeacht het type referendum (raadplegend of raadgevend) en de uitslag, betreft de uitkomst van een gemeentelijk referendum altijd een advies aan de raad.

Artikel 3 Onderwerpen voor een referendum

Deze lijst met uitsluitingsgronden komt overeen met de uitzonderingsgronden in veel andere gemeenten. Artikel 3, lid 2, onderdeel i, is opgenomen om te voorkomen dat bij een langdurige uitvoering van een besluit na verloop van tijd alsnog een referendum wordt aangevraagd, terwijl al veel of essentiële werkzaamheden zijn verricht en (aanzienlijke) kosten zijn gemaakt. Het ‘go or no go’ besluit aan het begin van een langdurig traject is in principe referendabel, daarna is hierover geen referendum meer mogelijk.

Artikel 4 Vraagstelling referendum

Een meerkeuzereferendum, zoals in 2018 gehouden is over de ambtelijke en bestuurlijke toekomst van Weesp, blijft mogelijk. Wel legt dit artikel vast dat het slechts om maximaal twee opties kan gaan en dat deze en uitsluitend deze twee opties expliciet dienen te staan in het raadsvoorstel. Een referendum met drie of meer opties zal veelal geen meerderheid voor een van de opties opleveren en geeft geen inzicht in de tweede of derde voorkeur van de burgers. Indien de raad kiest voor een keuzereferendum met twee opties, dient men voorafgaand aan het referendum bij de behandeling in de gemeenteraad nog geen keuze voor een van beide alternatieven te maken.

Artikel 5 en 6 Referendumcommissie

Het onderwerp dat ten grondslag ligt aan het referenduminitiatief is doorgaans politiek gevoelig. De meerderheid van de raad of een groep burgers geeft aan dat een voorgenomen besluit (nog) niet hun steun heeft en wenst een uitspraak van de bevolking. Maar het is wel de gemeente die het referendum en de voorlichting organiseert; de gemeente heeft daarmee een ‘pettenprobleem’. Een advies van een onafhankelijke referendumcommissie over de toelaatbaarheid van het onderwerp en de vraagstelling kan een belangrijke bijdrage leveren aan een goed verloop van het referendumproces. De commissie ziet om die reden ook toe op de organisatie en uitvoering van het referendum en bekijkt vooraf het door de gemeente te verspreiden voorlichtingsmateriaal. De bevoegdheid van de commissie strekt zich niet uit tot de door de burgers en politici gevoerde campagne. De vrijheid van meningsuiting staat in de campagne voorop. Dit geldt ook voor raadsleden en wethouders: zij mogen campagne voeren, maar mogen daarbij geen gebruik maken van gemeentelijke middelen of diensten of zich daarbij ambtelijk laten ondersteunen.

De referendumcommissie bestaat uit drie leden die geen binding hebben met de gemeente Weesp, anders dan middels het lidmaatschap van de referendumcommissie.

Het kan zijn dat de leden van de commissie lange(re) tijd niet bijeenkomen. Als er geen referenduminitiatief is, zal er doorgaans geen reden zijn om te vergaderen; de referendumcommissie is dan ‘slapend’ maar blijft bestaan.

Artikel 7 Initiatief vanuit de raad

Als de raad overweegt op eigen initiatief een referendum uit te schrijven, dient dat van tevoren te worden gemeld aan de referendumcommissie. Dat stelt de commissie in staat om zo snel mogelijk advies uit te brengen.

Artikel 8 en 9 Initiatief kiesgerechtigden

In de Referendumverordening Weesp 2012 werd slechts een enkele fase onderscheiden. In deze verordening worden, conform de verordening in veel andere gemeenten, twee fasen onderscheiden.

In de eerste fase van het inleidende verzoek wordt de raad een week voor de raadsvergadering op de hoogte gesteld, dat een groep burgers een referendum wenst. Dit verzoek dient te worden ondersteund door ten minste tweehonderd kiesgerechtigden. De gemeente verstrekt ten behoeve van de ondersteuning een standaardformulier. Als burgers de griffie hebben laten weten dat ze overwegen een referendum aan te vragen over een raadsvoorstel en het desbetreffende voorstel op de agenda van een raadscommissie staat, dient het formulier beschikbaar te zijn voor burgers. Het standaardformulier dient daartoe door de griffie voorzien te worden van de titel van het raadsvoorstel of een beknopte omschrijving van het onderwerp. De referendumcommissie zal hierover steeds vooraf (op zeer korte termijn) adviseren (artikel 8.4).

Het aantal van 200 ondersteuners is gebaseerd op een cijfermatige vergelijking met enkele andere gemeenten. Zo vraagt de gemeente Haarlem 400 handtekeningen voor het inleidende verzoek en 4.000 voor het definitieve verzoek. De gemeente Amsterdam eist relatief veel handtekeningen voor het inleidende verzoek en relatief weinig voor het definitieve verzoek, respectievelijk 6.750 en 27.000. Rekening houdend met het feit dat de eerste honderd handtekeningen relatief gemakkelijk zijn op te halen, hebben we voor Weesp het aantal op 200 gesteld voor het inleidende verzoek en op 1.000 voor de tweede fase: de ondersteuning van het definitieve verzoek. De handtekeningen die geplaatst zijn voor het inleidende verzoek tellen niet mee voor het definitieve verzoek, maar ondersteuners van het inleidende verzoek kunnen in de tweede fase wel het definitieve verzoek ondersteunen. De reden voor het niet meetellen van de eerste instantie verzamelde handtekeningen is, dat het raadsbesluit waarop het inleidende verzoek zich richtte door behandeling in de raad van inhoud kan zijn veranderd.

De handtekeningen voor het definitieve verzoek worden eveneens verzameld op een door de griffie verstrekt standaardformulier waarop de titel en/of een duidelijke omschrijving staat van het omstreden raadsvoorstel.

Het staat de initiatiefnemers van een referendumverzoek vrij om een zogeheten app te ontwikkelen waarop het verzoek op digitale wijze ondersteund kan worden. Voorwaarde is dat de digitale ondersteuning naast de handtekening eveneens naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de ondersteuner vermeldt. De ondersteuningen dienen wel door de initiatiefnemers op papier te worden ingeleverd. Deze werkwijze is door de Kiesraad geaccepteerd in de periode dat de landelijke Referendumwet van kracht was.

De kiesgerechtigdheid van de ondertekenaar wordt gecontroleerd door het college aan de hand van de Basis Registratie Personen (BRP). Bij het controleren van de handtekeningen moet beoordeeld worden of diegenen die de aanvraag voor het houden van een referendum ondersteunen op het moment van indiening kiesgerechtigd zijn voor de raadsverkiezingen. Immers, bij het zetten van de handtekening is nog niet bekend of en zo ja wanneer het referendum gehouden wordt en kan dus niet gewerkt kan worden met een apart bestand van kiesgerechtigden voor het (eventuele) referendum.

Artikel 10 Datum

Het is wenselijk het referendum zo snel mogelijk te houden nadat de raad heeft ingestemd met het definitieve verzoek. De datum van het referendum wordt bij voorkeur tijdens dezelfde raadsvergadering vastgesteld. Een termijn van vier maanden is noodzakelijk om de gemeente in staat te stellen het referendum administratief en organisatorisch voor te bereiden en de betrokken groeperingen de mogelijkheid te geven om campagne te voeren.

De datum kan vallen op een dag waarop tevens andere verkiezingen worden gehouden, maar noodzakelijk is dat niet. Het combineren van verkiezingen is praktisch, omdat de kiesgerechtigden niet twee maal naar de stembus hoeven te komen en bespaart kosten, onder meer omdat de stembureaus niet apart voor het referendum hoeven te worden ingericht. Het is mogelijk gelijktijdig meerdere referenda te houden.

Artikel 11 Vraagstelling

In de vraagstelling wordt het voorgenomen raadsvoorstel eenduidig, kort, in heldere en begrijpelijke taal omschreven.

Artikel 12 Uitvoering referendum

De referendumcommissie houdt toezicht op de organisatie van het referendum en het door de gemeente te verspreiden voorlichtingsmateriaal (zie ook toelichting bij artikel 5 en 6).

Artikel 13 Kosten referendum

Bij het vaststellen van de kosten van het referendum hoeft de gemeente geen rekening te houden met eventuele financiële ondersteuning van de campagneactiviteiten door betrokken groepen. De verordening voorziet niet in deze ondersteuning. De overweging daarbij is dat in een kleine gemeente als Weesp het mogelijk moet zijn de kiesgerechtigden te bereiken met de inzet van bescheiden middelen en beperkte kosten. Bijkomend voordeel is dat het tijdschema voor het houden van een referendum relatief simpel is en dat het referendum relatief snel kan plaatsvinden.

Artikel 14 De uitslag

De referendumuitslag wordt berekend door het tellen van het aantal stemmen waarbij de optie met de meeste stemmen het referendum wint. Een opkomstdrempel is bij een advies aan de raad om principiële en praktische redenen niet wenselijk. De raad is ten principale en ongeacht het aantal uitgebrachte stemmen niet gebonden aan de uitslag van het referendum. De kwalificatie ‘geldig’ wekt gemakkelijk het misverstand dat de uitkomst daarmee bindend zou zijn. Een tweede bezwaar tegen een opkomstdrempel is dat het een grote groep kiezers een strategisch dilemma voorlegt. Voor voorstanders van het voorgenomen besluit is niet-deelnemen aan het referendum een serieuste overwegen mogelijkheid, om te voorkomen dat de opkomstdrempel wordt gehaald. Betrokken burgers op deze wijze weghouden van de stembus is onwenselijk, zeker bij een instrument dat gericht is op het vergroten van de betrokkenheid en participatie van burgers.

Artikel 15 De beslissing van de raad

In de eerstvolgende vergadering na het referendum stelt de raad op basis van het proces-verbaal van het Centraal Stembureau de rechtmatigheid en de uitslag van het referendum vast. Vervolgens heropent de raad de beraadslagingen over het aangehouden onderwerp en gaat over tot finale besluitvorming.

Artikel 16 Kieswet

Het ligt voor de hand om voor de procedures rond de stemming bij een referendum zo veel als mogelijk aan te sluiten bij de gang van zaken bij de raadsverkiezingen en dit niet opnieuw in deze verordening te regelen. Vandaar dat de Kieswet en het Kiesbesluit van overeenkomstige toepassing zijn. Deze omvatten het gehele proces, zoals de termijn waarop bij de kiesgerechtigden de stempas voor het referendum bezorgd dient te worden, als de werkwijze in het stembureau en uiteindelijk de officiële vaststelling en bekendmaking van de uitslag.

Artikel 17 Strafbepalingen

Op grond van artikel 154 van de Gemeentewet kan de raad op overtreding van een verordening straf stellen. Voor het bepalen van wat strafbaar is, is aangesloten bij de Kieswet.