Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621549
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621549/1
Beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015
Geldend van 14-02-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019
Intitulé
Beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
gelet op artikel 147, derde lid van de Gemeentewet, en de artikelen 27 en 33, vierde lid van de Participatiewet;
overwegende dat het noodzakelijk is regels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verlagen van uitkeringen in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur;
besluit:
vast te stellen de navolgende Beleidsregels Verlaging bijstand i.v.m. woonsituatie
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
wet: de Participatiewet;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
- c.
gehuwden norm: de norm als bedoeld in artikel 21 onderdeel b van de Participatiewet;
- d.
kostganger: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt inclusief maaltijdvoorziening van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en kostganger geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;
- e.
onderhuurder: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en onderhuurder geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;
- f.
woning: het woonhuis, woonschip of de woonwagen zoals genoemd in art.3 lid 6 van de wet;
- g.
woonkosten:
a. als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1d van de Wet op de huurtoeslag;
b. als een eigen woning wordt bewoond, de totale verschuldigde hypotheekrente per maand en de in verband met het eigendom van de woning verschuldigde zakelijke lasten zoals rioolrechten, eigenaarsgedeelte onroerend zaak belasting, opstalverzekering, eigenaarsgedeelte waterschapslasten en vastgesteld bedrag voor groot onderhoud;
- h.
woonlasten: alle kosten die verbonden zijn aan het bewonen van een woning, zoals woonkosten, energielasten etc. conform constante jurisprudentie en op grond van de wet;
- i.
commerciële huurprijs: de onderhuurgrens voor huurtoeslag;.
- j.
antikraak: alle kosten die worden gemaakt bij het gebruik van een gedeelte of een kamer van zijnde een voormalig bedrijfspand, school, kantoor, loods of daarmee gelijkgesteld anders dan een woning.
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 Verlaging van bijstand wegens kunnen delen van de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan
Artikel 2 Verhuurder, huurder, onderhuurder, kostganger of antikraker
- 1.
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder in dezelfde woning als waar hij/zij het hoofdverblijf zich heeft/hebben één of meerdere ruimten (onder)verhuurt/verhuren aan een derde of in dezelfde woning een kostganger heeft, waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
- 2.
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een kamer of een gedeelte van een woning van een derde huurt waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
- 3.
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een kamer of een gedeelte van een pand antikraak huurt of bewoont waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, bruikleen- of een vergoedingenovereenkomst, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
- 4.
Een overeenkomst, of huurcontract moet aan de navolgende voorwaarden voldoen:
a. wie de huurder c.q. kostganger is;
b. wie de verhuurder is;
c. de huurprijs all-in of uitgesplitst in huur/servicekosten/gas, water en electra;
d. het adres en een omschrijving van het gehuurde;
e. bij kostgangers een overzicht van welke diensten in de overeenkomst zijn inbegrepen zoals, maaltijden, bewassing, schoonmaken e.d.;
f. welke ruimten de kostganger nog meer mag gebruiken;
g. de datum van ingang van het huurcontract, gebruiksovereenkomst, kostgangersovereenkomst of antikraakovereenkomst;
h. de looptijd;
i. het tijdstip en wijze van een bancaire betaling;
j. de datum waarop jaarlijks de huur wordt verhoogd;
k. de handtekening van de huurder, kostganger en de verhuurder.
- 5.
Indien niet is voldaan aan de eisen in lid 4 van dit artikel kan het college stellen dat niet afdoende is voldaan aan het overleggen van bewijzen. Voor belanghebbende heeft dat dan tot gevolg dat de kostendelersnorm wordt toegepast.
Hoofdstuk 3 Verlaging wegens ontbreken woonkosten en woonlasten
Artikel 3 Ontbreken woonkosten en woonlasten
- 1.
Indien door een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een woning wordt bewoond waaraan geen woonkosten zijn verbonden, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
- 2.
Indien door een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een woning wordt bewoond waaraan geen woonlasten zijn verbonden, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 20% van de gehuwden norm.
- 3.
Indien door een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden geen woning wordt bewoond, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 20% van de gehuwden norm.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2019. De beleidsregels: Woonsituatie Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015 worden hiermee ingetrokken.
Artikel 5 Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels woonsituatie Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen, op
De secretaris, De burgemeester,
Nanne Kramer Karel Loohuis
ALGEMENE TOELICHTING
De verplichting van de gemeenteraad om een toeslagenverordening vast te stellen is met ingang van 1 januari 2015 vervallen. In artikel 20, 21 en 22 Participatiewet wordt immers de toeslag in verband met het niet kunnen delen van kosten in de basisnorm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder opgenomen. Artikel 22a Participatiewet kostendelersnorm zorgt ervoor dat de bepalingen over verlaging wegens het kunnen delen van kosten ook overbodig zijn. Alleen artikel 27 Participatiewet verlaging wegens lagere woonkosten en artikel 28 Participatiewet schoolverlaters blijven bestaan. Met betrekking tot deze 2 artikelen kan het college beleid formuleren.
Daarnaast kan het college inkomsten uit woningverhuur aanmerken als inkomsten zoals bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de Participatiewet als daarmee nog geen rekening is gehouden bij de vaststelling van de norm, bedoeld in artikel 22a, eerste tot en met derde lid van de wet.Bijvoorbeeld als er geen sprake is van commerciële verhuur.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 lid onder j
De onderhuurgrens is het uitgangspunt. Onder commerciële huurprijs wordt verstaan een redelijke huurprijs. Wordt een prijs gevraagd beneden de ondergrens dan dient nader onderzoek plaats te vinden. De afmeting van de kamer, het gebruik van gemeenschappelijke ruimten is mede bepalend voor de hoogte. Het Nibud hanteert richtprijzen, hierbij kan worden aangesloten.
Artikel 2 lid 1
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een kamer of een gedeelte van een woning huurt van een derde waarbij geen sprake is van een commerciële huurprijs dient de kostendelersnorm gehanteerd te worden.
Artikel 2 lid 4
Om te voorkomen dat belanghebbende summiere schriftelijke overeenkomsten in de vorm van kladjes of papiertjes aanlevert is een aantal criteria opgesteld waaraan een schriftelijke overeenkomst moet voldoen.
Iemand die aangeeft dat hij op basis van een commerciële prijs onderhuurt of kostganger is, moet dit aantonen. In artikel 22a, vijfde lid van de Participatiewet staat dat de belanghebbende een schriftelijke overeenkomst moet overleggen en dat hij de betaling van de commerciële huurprijs moet aantonen door het overleggen van de bewijzen van bancaire betaling. Dit artikel regelt welke gegevens er in ieder geval in het huurcontract c.q. de kostgangersovereenkomst vermeld moeten zijn.
Artikel 3 lid 1
In lid 1 worden huurders verstaan die wel in aanmerking komen voor woonlasten en niet voor woonkosten. Bijvoorbeeld huurders die de woning van de ouders mogen bewonen en geen huur, maar wel gas water en licht verschuldigd zijn.
Artikel 3 lid 2
In dit lid is naast geen huur ook geen gas, water en licht verschuldigd.
Artikel 3 lid 3
Dit lid ziet op mensen die in een auto, caravan of camper ergens op een erf verblijven en geen woonlasten en/of woonkosten verschuldigd zijn.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl