Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621455
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621455/1
Besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Twente houdende regels omtrent Treasurystatuut Veiligheidsregio Twente
Geldend van 16-02-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2018
Intitulé
Besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Twente houdende regels omtrent Treasurystatuut Veiligheidsregio Twente1 Inleiding
Aanleiding
Treasury gaat over: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s
In de Financiële verordening (art. 2.3) is opgenomen dat het dagelijks bestuur een treasurystatuut aanbiedt aan het algemeen bestuur. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt een bijgesteld statuut aangeboden. Bijstelling is nu nodig vanwege een organisatorische wijziging. Met de overgang van de financiële adviseurs van de Regio Twente naar Veiligheidsregio Twente is ook de uitvoering van de treasuryfunctie overgegaan naar Veiligheidsregio Twente. Het treasurystatuut is hierop aangepast.
Het treasurystatuut geeft de beleidskaders. Voor de uitvoering wordt gebruik gemaakt van een halfjaarlijks treasurybericht. Dit bericht bestaat uit een actuele liquiditeitenplanning, een actuele rentevisie en de betekenis hiervan voor de op te nemen en/of uit te zetten middelen.
Daarnaast bevatten zowel de programmabegroting als de jaarrekening een paragraaf financiering, zoals aangegeven in de financiële verordening (art. 17) en in Besluit Begroting en Verantwoording (art. 13). Hierin worden beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury beschreven.
Leeswijzer
In het treasurystatuut worden eerst de doelstellingen van de treasuryfunctie van de Veiligheidsregio Twente geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor het risicobeheer en de op te nemen en uit te zetten middelen. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid omtrent de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de informatievoorziening.
De cursief gedrukte woorden worden toegelicht in het begrippenkader.
Inwerkingtreding
Dit treasurystatuut treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2018. Het treasurystatuut vastgesteld door het algemeen bestuur op 16 februari 2015 wordt ingetrokken.
2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie Veiligheidsregio Twente dient tot:
- 1.
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.
- 2.
Het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s.
- 3.
Het minimaliseren van de interne en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
- 4.
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut.
3 Risicobeheer
3.1 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- 1.
Bij het aantrekken van leningen wordt gezorgd voor een goede spreiding van de looptijd van de leningen.
- 2.
Veiligheidsregio Twente verstrekt in principe geen leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak.
- 3.
Veiligheidsregio Twente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
- 4.
Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
3.2 Renterisicobeheer
Het renterisico wordt beperkt door de volgende voorwaarden:
- 1.
De door de wet Fido voorgeschreven kasgeldlimiet (peildatum 1 juli 2018: 8,2%) mag niet 3 achtereenvolgende kwartalen worden overschreden.
- 2.
De door de wet Fido voorgeschreven renterisiconorm (peildatum 1 juli 2018: 20%) wordt niet overschreden.
- 3.
Nieuw op te nemen en uit te zetten middelen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitenplanning en de rentevisie.
3.3 Koersrisicobeheer
Middelen worden uitsluitend uitgezet in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het einde van de looptijd intact is.
3.4 Kredietrisicobeheer
Het kredietrisico wordt zo veel mogelijk tegengegaan door de volgende voorwaarden:
- 1.
Leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak worden uitsluitend verstrekt aan door het algemeen bestuur goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van de sector strategie en ondersteuning wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
- 2.
Bij het verstrekken van leningen op grond van de publieke taak worden in beginsel zekerheden of garanties geëist. Daarnaast zal een toets op staatssteun plaatsvinden.
- 3.
Het uitzetten van middelen op grond van treasury kan alleen aan de instellingen zoals opgenomen in art. 4.3
3.5 Intern liquiditeitsrisicobeheer
Veiligheidsregio Twente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitenplanning (met een minimum looptijd van één jaar). Deze liquiditeitenplanning maakt onderdeel uit van het halfjaarlijkse treasurybericht.
3.6 Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend middelen op te nemen, uit te zetten of te garanderen in euro.
4 Financiering en geldstromen
4.1 Geldstromen
-
1. De geldstromen worden op concernniveau op elkaar afgestemd. Door middel van een liquiditeitenplanning wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om de verplichtingen tijdig te kunnen nakomen.
-
2. Veiligheidsregio Twente streeft naar concentratie van de bankrekeningen binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities.
-
3. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
4.2 Opgenomen middelen
-
1. Middelen worden alleen opgenomen ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.
-
2. Het opnemen van middelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne middelen te gebruiken, teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren.
-
3. Het opnemen van middelen past binnen de in de Wet Fido gestelde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
-
4. Bij het opnemen van middelen worden offertes bij minimaal 2 en in geval van een looptijd van langer dan één jaar bij minimaal 3 instellingen opgevraagd. Vervolgens wordt gekozen voor de laagste rente, waarvan alleen gemotiveerd kan worden afgeweken.
-
5. Het halfjaarlijkse treasurybericht dient als vertrekpunt voor het opnemen van middelen met een looptijd van langer dan één jaar.
4.3 Uitgezette middelen
De Veiligheidsregio Twente zet middelen uit hoofde van treasury uit bij:
- 1.
Het agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren)
- 2.
Een decentrale overheid, niet zijnde de toezichthoudende provincie.
- 3.
Middelen voor een periode tot één jaar kunnen ook worden uitgezet bij een financiële instelling, tot maximaal de hoogte van het drempelbedrag (peildatum 1 juli 2018: 0,75% op kwartaalbasis met een minimum van € 250.000) conform de regeling van het schatkistbankieren.
- 4.
De financiële instelling moet bij voorkeur een in Nederland gevestigde financiële instelling zijn, die valt onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Voor de financiële instelling gelden de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 2 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (zie bijlage).
Daarbij gelden de volgende randvoorwaarden:
- 5.
Het uitzetten van middelen past binnen de in de Wet Fido gestelde kasgeldlimiet en de gestelde bepalingen in het hoofdstuk Risicobeheer.
- 6.
Bij het uitzetten van middelen worden offertes bij minimaal 2 instellingen opgevraagd. Vervolgens wordt gekozen voor de hoogste rente, waarvan alleen gemotiveerd kan worden afgeweken. Dit artikel is niet van toepassing op middelen die worden aangehouden in rekening-courant of bij het agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren).
- 7.
Het halfjaarlijkse treasurybericht dient als vertrekpunt voor de uitvoering.
5 Administratieve organisatie en interne controle
5.1 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
- 1.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.
- 2.
Aan functiescheiding wordt als volgt invulling gegeven:
- a.
Opdracht tot een transactie geschiedt door de specialist financiën (adviseur treasury)
- b.
Uitvoering (aantrekken/uitzetten) geschiedt door de specialist financiën (uitvoerder treasury)
- c.
Registratie in de financiële administratie geschiedt door de medewerker financiële administratie
- a.
- 3.
De offertes voor het opnemen en uitzetten van middelen worden schriftelijk ontvangen.
5.2 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van Veiligheidsregio Twente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie |
Verantwoordelijkheden |
Algemeen Bestuur
|
|
Dagelijks Bestuur
|
|
Sectorhoofd Strategie en Ondersteuning |
|
Specialist financiën (adviseur treasury) |
|
De budgethouder/beheerder |
|
Specialist financiën (uitvoerder treasury) |
|
Medewerker financiële administratie |
|
Beschikkingsbevoegde |
|
5.3 Bevoegdheden
In onderstaande tabel is de verdeling van bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede het toezicht daarop.
|
Uitvoering |
Toezicht |
Beheer kasgeld en rekening-courantsaldi (periode < 1 jaar) |
||
|
Specialist financiën (uitvoerder treasury) |
Sectorhoofd Strategie en Ondersteuning |
|
Specialist financiën (uitvoerder treasury) |
Sectorhoofd Strategie en Ondersteuning |
Financiering (periode > 1 jaar) |
||
|
Specialist financiën * (uitvoerder treasury) |
Sectorhoofd Strategie en Ondersteuning |
|
Specialist financiën * (uitvoerder treasury) |
Sectorhoofd Strategie en Ondersteuning |
|
Dagelijks Bestuur |
Algemeen Bestuur |
|
Dagelijks Bestuur |
Algemeen Bestuur |
* Na raadplegen portefeuillehouder middelen
5.4 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Informatie |
Frequentie |
Informatieverstrekker |
Informatieontvanger |
|
Halfjaar / Incidenteel |
Budgethouders |
Specialist financiën (adviseur treasury) |
|
Halfjaar |
Specialist financiën (adviseur treasury) |
Portefeuillehouder Middelen |
|
Jaarlijks
|
Specialist financiën (adviseur treasury) |
Algemeen Bestuur |
|
Jaarlijks
|
Specialist financiën (adviseur treasury) |
Algemeen Bestuur |
|
Kwartaal/Inciden teel |
Medewerker financiële administratie |
Derden |
Ondertekening
Vastgesteld door het algemeen bestuur op 3 december 2018,
De secretaris,
De voorzitter,
6 Bijlage 1: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (artikel 2)
- 1)
Openbare lichamen zetten, al dan niet tegen waardepapieren, slechts uitgezonderde middelen, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de wet uit bij en gaan slechts verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten aan met financiële ondernemingen die:
- a.
gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; en
- b.
voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een A-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.
- a.
- 2)
Het eerste is niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt.
7 Bijlage 2: Begrippenkader
In dit statuut wordt verstaan onder:
- Derivaten |
Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices. |
- Intern liquiditeitsrisico |
De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen; |
- Kasgeldlimiet |
Een bedrag dat de maximale netto-vlottende schuld aangeeft. Op basis van de Wet Fido wordt dit berekend als een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de organisatie bij aanvang van het jaar; |
- Koersrisico |
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen; |
- Kredietrisico |
De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij; |
- Lidstaat |
Staat die lid is van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. |
- Liquiditeitenplanning |
Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid; |
- Netto-vlottende schuld |
Het bedrag van de vlottende schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden in rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar. |
- Publieke taak |
De taak van het openbaar lichaam tot het dienen van het openbare belang. Voor de Veiligheidsregio Twente is dit gedefinieerd in de Wet Veiligheidsregio’s. |
- Prudent karakter |
Uitzettingen hebben een prudent karakter wanneer in ieder geval aan twee aspecten is voldaan, namelijk voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de uitzetting; |
- Rating |
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; |
- Ratingbureau |
Onafhankelijke organisatie die zich onder meer toelegt op de beoordeling van de lange termijn kredietwaardigheid van debiteuren. Bekende ratingbureaus zijn Standard & Poor’s (S&P), Moody’s en Fitch;
|
- Rentecompensatiecircuit |
Een systeem waarbij debet en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend. Is alleen mogelijk met rekeningen die bij één bank worden aangehouden; |
- Renterisico |
Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de organisatie door rentewijzigingen; |
- Renterisiconorm |
Het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, dat aangeeft welk deel van de vaste schuld in dat jaar maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening. |
- Rentetypische looptijd |
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding; |
- Rentevisie |
Toekomstverwachting over de renteontwikkeling. |
- Schatkistbankieren |
De verplichting voor decentrale overheden om hun middelen aan te houden bij het ministerie van financiën. Voor de middelen beneden het drempelbedrag (een percentage van het begrotingstotaal) geldt deze verplichting niet. Als alternatief mogen decentrale overheden elkaar onderling geld uitlenen (echter niet aan de toezichthoudende instelling). |
- Solvabiliteitsratio |
Het in een lidstaat voor een financiële onderneming voorgeschreven minimumniveau aansprakelijk vermogen tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activum. |
- Treasuryfunctie |
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. |
- Valutarisico |
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door valuta-ontwikkelingen; |
- Vaste schuld |
Het gezamenlijke bedrag van de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer en de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen. |
- Vlottende schuld |
Het gezamenlijke bedrag van de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar, de schuld in rekening-courant, de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld. |
- Waardepapieren |
Documenten met een geldswaarde, zoals een bewijs van een aandeel of obligatie. |
- Wet Fido |
Wet financiering decentrale overheden. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl