Regeling vervallen per 30-05-2020

Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen gemeente Amstelveen 2019

Geldend van 18-02-2019 t/m 29-05-2020

Intitulé

Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen gemeente Amstelveen 2019

Z19-003588

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelet op artikelen 4, lid 9 tot en met 14, 5 en 9, lid 2 van de Parkeerverordening Amstelveen 2013;

besluiten vast te stellen de Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen gemeente Amstelveen 2019.

Hoofdstuk 1. Algemene regels met betrekking tot de aanvraag

Artikel 1.1 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag langs elektronische weg wordt gedaan met gebruikmaking van het elektronisch formulier dat op datum van indiening van de aanvraag beschikbaar is gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2. Een onvolledige aanvraag wordt afgewezen.

  • 3. De aanvrager wordt alsdan in de gelegenheid gesteld om een nieuwe volledige aanvraag te doen.

  • 4. In afwijking hiervan geldt dat een autodatevergunning schriftelijk wordt aangevraagd.

Artikel 1.2 Gelijkstelling met eigenaar/houder

  • 1. Met de eigenaar of houder van een motorvoertuig als bedoeld in de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt gelijkgesteld degene die op grond van een huurovereenkomst of een leasecontract kan aantonen dat hij het exclusieve gebruik heeft van dat motorvoertuig, met dien verstande dat een dergelijke overeenkomst nog ten minste drie maanden geldig is.

  • 2. De vergunning wordt verleend voor de duur van de overeenkomst, maar niet langer dan voor één jaar.

  • 3. Indien de overeenkomst afloopt binnen een jaar nadat de vergunning is verleend en een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan wordt de duur van de vergunning op aanvraag gewijzigd tot ten hoogste één jaar te rekenen vanaf de datum van verlening van de vergunning. Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.3 Wijziging kenteken/verhuizing binnen vergunninggebied of naar vergunninggebied met hetzelfde vergunningenregime

In het geval van een kentekenwijziging wordt op aanvraag van de vergunninghouder de vergunning gewijzigd waarbij het nieuwe kenteken in de plaats komt van het oude kenteken. De geldigheidsduur van de vergunning wijzigt hierdoor niet.

Artikel 1.4 Tijdelijke vergunning voor vervangend voertuig bij reparatie

  • 1. Indien in verband met reparatie tijdelijk niet over het motorvoertuig, waarvoor de vergunning op kenteken is afgegeven, kan worden beschikt en de vergunninghouder voor die periode tijdelijk een leenauto ter beschikking staat, kan voor de periode dat dit motorvoertuig wordt geleend de vergunning op aanvraag worden gewijzigd, in die zin dat het kenteken van het voertuig in reparatie wordt vervangen door het kenteken van de leenauto.

  • 2. Het kenteken wordt slechts gewijzigd tegen overlegging van een kopie van de gebruiksovereenkomst van de garage. De wijziging geldt voor ten hoogste twee maanden.

Artikel 1.5 Verhuizing

Wanneer de vergunninghouder verhuist binnen het gebied waarvoor de vergunning is verleend of naar een gebied met hetzelfde parkeervergunningenregime en de geldigheidsduur van de vergunning nog niet is verstreken, kan de vergunning op aanvraag worden gewijzigd. De geldigheidsduur van de vergunning verandert hierdoor niet.

Hoofdstuk 2. Adressen vergunninggebieden

Artikel 2.1 De aanvraag

  • 1. Deze beleidsregels verstaan onder vergunninggebieden de in het Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen Amstelveen aangewezen gebieden 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 30, 33 en 40.

  • 2. Op de bij dit besluit behorende tekeningen is in rode kleur aangegeven welke adressen er voor de toepassing van deze beleidsregels tot welke vergunninghoudergebieden worden gerekend en voor dat gebied een vergunning kunnen aanvragen.

Hoofdstuk 3. Voorschriften met betrekking tot de bewonersvergunning

Artikel 3.1 Geldigheid gebied

  • 1. De bewonersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de eigenaar of houder van het motorvoertuig woont.

  • 2. In afwijking hiervan wordt de bewonersvergunning voor de eigenaar of houder die in gebied 1-west of 1-oost woont zowel voor gebied 1-west als gebied 1-oost verleend.

  • 3. Een bewonersvergunning vermeldt ten hoogste twee kentekens, waarvan er ten hoogste één kenteken op hetzelfde moment actief kan zijn.

Artikel 3.2 Activeren kenteken/mantelzorg

  • 1. De bewonersvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

  • 2. In afwijking hiervan geldt dat een ten behoeve van mantelzorg verleende bewonersvergunning als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder 3 van de Parkeerverordening Amstelveen 2013 maximaal vijf kentekens kan vermelden waarvan er ten hoogste twee op hetzelfde moment actief kunnen zijn.

  • 3. De bewonersvergunning ten behoeve van mantelzorg als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder 3 van de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt door de bewoner of zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger aangevraagd.

Artikel 3.3 Aantal vergunningen/wachtlijst

  • 1. Een voor de aanvrager gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij de woning telt mee als eerste bewonersvergunning voor het vergunninggebied waarin de bewoner woonachtig is.

  • 2. De tweede bewonersvergunning wordt slechts verleend indien het aantal uitgegeven eerste bewonersvergunningen het aantal van 110% van de openbare parkeerplaatsen in het betreffende vergunninggebied verminderd met het aantal woonadressen in dit vergunninggebied niet overschrijdt.

  • 3. Bij een overschrijding als bedoeld in het voorgaande lid worden aanvragen voor een tweede bewonersvergunning op volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst, met dien verstande dat aanvragen van bewoners die niet beschikken over eigen parkeergelegenheid bij hun woning boven de aanvragen van bewoners met eigen parkeergelegenheid worden geplaatst.

  • 4. Onder eigen parkeergelegenheid wordt dan verstaan:

    • een garage of carport behorende bij de woning;

    • een oprit behorende bij de woning, al dan niet ingericht als parkeerplaats;

    • een parkeerplaats op eigen terrein behorende bij de woning;

    • een garagebox (gehuurd of in eigendom) binnen een straal van 100 meter van de hoofdingang van de woning of flat waarin betrokkene woont.

    • een bij het appartement behorende garageplaats in de parkeergarage behorende bij het appartementencomplex waarin betrokkene woont.

    Voor de vraag of er sprake is van een garage bij de woning is de bestemmingsplankaart bepalend. Het gestelde lijdt uitzondering wanneer de garage in overeenstemming met het bestemmingsplan voor andere doeleinden wordt gebruikt en de aanvrager dat gebruik kan aantonen.

Artikel 3.4 Expats

  • 1. Met een bewoner als bedoeld in de Parkeerverordening Amstelveen 2013 wordt gelijkgesteld degene met een zelfstandige woning, niet zijnde een hotelkamer, met een adres in een vergunninggebied, die daar woont en zich niet op dat adres in het bevolkingsregister kan laten inschrijven, terwijl er geen andere bewoners op dat adres staan ingeschreven. De huurovereenkomst dient ten minste voor een periode van drie maanden te zijn aangegaan.

  • 2. De parkeervergunning wordt verleend voor ten hoogste de duur van de aangegane huurovereenkomst, maar niet langer dan voor vier maanden.

Artikel 3.5 Bedrijf aan huis

Een bewoner die op een adres in een vergunninggebied woont en daar tevens een bedrijf aan huis heeft wordt aangemerkt als een bewoner. Het hebben van een bedrijf aan huis geeft daarnaast geen recht op een ondernemersvergunning.

Hoofdstuk 4. Voorschriften met betrekking tot de ondernemersvergunning

Artikel 4.1 Inschrijving Kamer van Koophandel/BIG-register

De onderneming dient te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of voor medische beroepen in het BIG-register.

Artikel 4.2

  • 1. De ondernemersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de onderneming is gevestigd.

  • 2. In afwijking hiervan wordt de ondernemersvergunning voor een onderneming gevestigd in het vergunninggebied 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13 en 14 verleend voor zowel de gebieden 1-west, 2, 3, 11, 12, 13 en 14.

  • 3. Voor de vergunninggebieden 1-oost en 40 worden geen ondernemersvergunningen verleend.

Artikel 4.3 Aantal vergunningen

  • 1. Het aantal te verlenen ondernemersvergunningen wordt bepaald door het aantal werknemers dat op het vestigingsadres werkzaam is. De gegevens van de Kamer van Koophandel en in het BIG-register zijn bepalend.

  • 2. Er is altijd recht op ten hoogste drie ondernemersvergunningen.

  • 3. Daarboven kan bij meer dan tien medewerkers per eenheid van tien werknemers één extra ondernemersvergunning worden aangevraagd. Dit betekent dat bij 1-19 werknemers een recht bestaat op maximaal 3 vergunningen, bij 20-29 werknemers maximaal 4 vergunningen, bij 30-39 werknemers maximaal 5 vergunningen, en zo verder.

  • 4. Aan ondernemingen zonder personeel wordt geen ondernemersvergunning verleend.

Artikel 4.4 Activeren kenteken

  • 1. Een ondernemersvergunning vermeldt ten hoogste vijftig kentekens, waarvan er per keer ten hoogste één kenteken actief kan zijn.

  • 2. De ondernemersvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

Hoofdstuk 5. Voorschriften met betrekking tot de dienstverleningsvergunning

Artikel 5.1 Wie komen in aanmerking?

  • 1. De dienstverleningsvergunning kan worden verleend:

    • a.

      wanneer de aanvrager aantoont dat met het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd zware materialen worden vervoerd die nodig zijn bij de uitvoering van het werk in het vergunninggebied of vergunninggebieden waarvoor de vergunning wordt gevraagd en die in de directe nabijheid van het werk aanwezig dienen te zijn.

    • b.

      dan wel wanneer de aanvrager een medische dienstverlener is en aantoont dat beroepsmatig met het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd bezoeken dienen te worden afgelegd in het vergunninggebied of vergunninggebieden waarvoor de vergunning wordt gevraagd.

  • 2. De dienstverlener dient te zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of voor medische beroepen in het BIG-register.

  • 3. Van loodgietersbedrijven, installatiebedrijven, bouwbedrijven, stoffeerders en schoonmaak- en onderhoudsbedrijven, overheidsinstanties, nutsbedrijven, makelaars, deurwaarders en vaste standhouders op de markt wordt aangenomen dat aan het voorschrift in artikel 1, lid 1, wordt voldaan.

  • 4. Als medische dienstverleners worden in het kader van deze beleidsregels uitsluitend zorgverleners verstaan die in het BIG-register zijn ingeschreven.

  • 5. De dienstverleningsvergunning wordt op naam van het bedrijf, de instantie, de instelling of zelfstandig werkend arts of andere zorgverlener gesteld.

Artikel 5.2 Duur vergunning

  • 1. Er kan een jaarvergunning worden verleend wanneer de werkzaamheden, waarvoor de vergunning wordt gevraagd, zich regelmatig voordoen. De vergunning is in dat geval geldig in alle vergunninggebieden.

  • 2. Bij werkzaamheden met een tijdelijk karakter die korter dan een jaar duren kan een vergunning worden afgegeven voor een dag, een week of een maand, afhankelijk van de duur van de werkzaamheden. De vergunning is alleen geldig voor het vergunninggebied waarin de werkzaamheden plaatsvinden en geldt niet voor het vergunninggebied waarin de onderneming is gevestigd.

  • 3. Bij tijdelijke werkzaamheden die korter duren dan een jaar dient de aanvrager bewijsstukken te overleggen waaruit de opdracht voor en de duur van de werkzaamheden blijkt.

Artikel 5.3 Activeren kenteken

  • 1. Een dienstverleningsvergunning vermeldt ten hoogste vijftig kentekens, waarvan er per keer ten hoogste één kenteken actief kan zijn.

  • 2. De dienstverleningsvergunning is slechts geldig voor het motorvoertuig met het kenteken dat actief is.

Hoofdstuk 6. Voorschriften met betrekking tot de bezoekersvergunning

Artikel 6.1

  • 1. Er wordt alleen voor de vergunninggebieden 1-west, 1-oost, 2, 3, 11, 12, 13, 14, 16, 17 en 33 een bezoekersvergunning verleend.

  • 2. De bezoekersvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de bewoner als zodanig staat ingeschreven.

  • 3. In afwijking van lid 2 kan aan de bewoner die in vergunninggebied 1-oost woont op aanvraag een bezoekersvergunning worden verleend die zowel geldig is voor vergunninggebied 1-oost als voor vergunninggebied 1-west en vergunninggebied 2.

  • 4. Bij de bezoekersvergunning horen parkeerpassen.

  • 5. Onder een parkeerpas als bedoeld in het vierde lid wordt verstaan het tegoed aan parkeeruren dat bij de bezoekersvergunning staat geregistreerd in de centrale computer. Gebruikmaking van het tegoed geschiedt door aanmelding via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het kenteken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd.

  • 6. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-west, 2, 3, 11, 12, 13, 14,16,17 of 33 horen maximaal tien parkeerpassen. De parkeerpassen zijn alleen geldig voor het vergunninggebied waarvoor de bezoekersvergunning is verleend.

  • 7. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-oost horen twee parkeerpassen die alleen geldig zijn voor het vergunninggebied 1-oost.

  • 8. Bij de bezoekersvergunning voor vergunninggebied 1-oost kunnen daarnaast op aanvraag ten hoogste vijf parkeerpassen worden verleend die geldig zijn voor het vergunninggebied 1-west en het vergunninggebied 2.

Hoofdstuk 7. Voorschriften met betrekking tot de autodatevergunning

Artikel 7.1

  • 1. Een autodatevergunning wordt schriftelijk en ondertekend aangevraagd door de directie, het bestuur of bij overlegging van een machtiging de gemachtigde.

  • 2. De autodatevergunning wordt op bedrijfsnaam gesteld.

  • 3. Een autodatevergunning kan alleen worden aangevraagd voor een voor autodate aangewezen vergunninghouderplaats.

  • 4. Indien de vergunning wordt aangevraagd voor een plaats die niet als vergunninghouderplaats voor autodate is ingericht en aangewezen nemen burgemeester en wethouders deze aanvraag niet eerder in behandeling dan nadat de plaats als vergunninghouderplaats voor autodate is aangewezen.

  • 5. Voor een voor autodate aangewezen vergunninghouderplaats wordt ten hoogste één parkeervergunning verstrekt.

  • 6. De parkeervergunning vermeldt de autodateplaats waarvoor de vergunning is verleend.

  • 7. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verplichting dat de vergunning tijdens het parkeren in het motorvoertuig aanwezig dient te zijn indien het motorvoertuig voor autodate als zodanig voldoende herkenbaar is.

Hoofdstuk 8. Voorschriften met betrekking tot de parkeervergunning gehandicapten

Artikel 8.1

  • 1. Een parkeervergunning gehandicapten kan worden verleend aan de aanvrager die beschikt over een geldige aan hem persoonlijk toegekende gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder w. van de Parkeerverordening Amstelveen 2013.

  • 2. De vergunning wordt voor ten hoogste één motorvoertuig verleend, vermeldt het kenteken van dat motorvoertuig en is alleen geldig indien de in het eerste lid genoemde gehandicaptenparkeerkaart tijdens het parkeren van buitenaf met verloopdatum duidelijk zicht- en leesbaar in het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend aanwezig is.

  • 3. De parkeervergunning gehandicapten is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar.

  • 4. Indien aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart met de hoofdletter B is toegekend vermeldt de parkeervergunning gehandicapten het kenteken van het motorvoertuig dat de aanvrager bestuurt.

  • 5. Indien aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart met de hoofdletter P is toegekend vermeldt de parkeervergunning gehandicapten het kenteken van het motorvoertuig waarmee de aanvrager wordt vervoerd.

  • 6. De parkeervergunning gehandicapten wordt voor ten hoogste één jaar verleend of, wanneer de geldigheidsduur van de gehandicaptenparkeerkaart binnen dat jaar verstrijkt, tot het einde van deze geldigheidsduur.

  • 7. Indien aan de aanvrager binnen een jaar nadat de vergunning is verleend een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt, kan de geldigheidsduur van de vergunning op aanvraag worden verlengd tot ten hoogste één jaar na afgifte van de vergunning.

  • 8. Bij de aanvraag dienen een kopie van de volledige gehandicaptenparkeerkaart, een kopie van het kentekenbewijs van het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt gevraagd en een legitimatie te worden overgelegd.

  • 9. De parkeervergunning gehandicapten is geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen en belanghebbendenplaatsen in de gemeente.

Hoofdstuk 9. Voorschriften met betrekking tot de patiëntenvergunning

Artikel 9.1

  • 1. Een patiëntenvergunning kan worden verleend aan een medische praktijk met behandelkamers gevestigd in het vergunninggebied 1-west, 2, 3, 11, 12, 13, 14, 16, 17 en 33.

  • 2. De zorgverlener van de medische praktijk die de patiëntenvergunning aanvraagt dient te zijn ingeschreven in het BIG-register.

  • 3. De vergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin de praktijk is gevestigd.

  • 4. Bij de patiëntenvergunning horen parkeerpassen die kunnen worden geactiveerd door aanmelding met een fysieke pas bij een parkeerautomaat en/of via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het kenteken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd.

  • 5. De parkeerpassen geven recht op het parkeren met een motorvoertuig in het vergunninggebied waarvoor de parkeervergunning geldt.

  • 6. Per behandelkamer worden ten hoogste drie parkeerpassen verleend. De aanwezigheid van één behandelkamer wordt verondersteld. De aanwezigheid van meer behandelkamers dient door de aanvrager te worden aangetoond.

  • 7. In afwijking van lid 1 en lid 6 geldt voor tandartspraktijken dat de passen gekoppeld zijn aan behandelstoelen. Per behandelstoel worden ten hoogste drie parkeerpassen verleend. De aanwezigheid van één behandelstoel wordt verondersteld. De aanwezigheid van meer behandelstoelen dient door de aanvrager te worden aangetoond.

  • 8. De geldigheidsduur van de parkeerpassen loopt gelijktijdig af met de geldigheidsduur van de patiëntenvergunning. Het in een kalenderjaar niet verbruikte saldo wordt bij verlenging van de vergunning toegevoegd aan de parkeerpassen behorende bij de patiëntenvergunning voor het daaropvolgende jaar. Het bepaalde over het maximumsaldo per parkeerpas in de tarieventabel als bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2017 is daarbij onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 10. Voorschriften met betrekking tot de kerkdienstvergunning

Artikel 10.1

  • 1. Een kerkdienstvergunning wordt verleend voor het vergunninggebied waarin een kerkgenootschap kerkdiensten houdt.

  • 2. Bij de kerkdienstvergunning horen parkeerpassen die kunnen worden geactiveerd door aanmelding met een fysieke pas bij een parkeerautomaat en/of via het internet door middel van een computer, tablet of telefoon en het intoetsen van het kenteken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd.

  • 3. De kerkdienstvergunning en de bijbehorende passen zijn uitsluitend geldig in het vergunninggebied waarvoor de kerkdienstvergunning is verleend.

  • 4. Er worden aan het bestuur van een kerkgenootschap ten hoogste 45 parkeerpassen verleend.

  • 5. De geldigheidsduur van de parkeerpassen loopt gelijktijdig af met de geldigheidsduur van de kerkdienstvergunning. Het in een kalenderjaar niet verbruikte saldo wordt bij verlenging van de vergunning toegevoegd aan de parkeerpassen behorende bij de kerkdienstvergunning voor het daaropvolgende jaar. Het bepaalde over het maximumsaldo per parkeerpas in de tarieventabel als bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2017 is daarbij onverminderd van toepassing.

  • 6. Per vergunninggebied worden ten hoogste 100 parkeerpassen verleend. Bij overschrijding van dit aantal worden aanvragen op volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst.

Hoofdstuk 11. Verlies/diefstal/beschadiging

Artikel 11.1

  • 1. Bij verlies, diefstal of beschadiging van een parkeerpas kan op aanvraag éénmaal per vergunningperiode kosteloos een vervangende pas beschikbaar worden gesteld.

  • 2. De oorspronkelijke parkeerpas wordt ongeldig gemaakt.

Hoofdstuk 12. Inwerkingtreding, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12.1 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 18 februari 2019.

  • 2. Op dat tijdstip worden de Beleidsregels afgifte parkeervergunningen Amstelveen 2018, eerste wijziging, vastgesteld bij besluit d.d. 20 februari 2018 en bekendgemaakt op 28 februari 2018 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op vergunningen die voor 18 februari 2019 zijn verleend en nog niet zijn verstreken.

Artikel 12.2 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald onder de titel “Beleidsregels aanvragen en afgifte parkeervergunningen van de gemeente Amstelveen 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 februari 2019.

De secretaris,

Bert Winthorst

De burgemeester,

Bas Eenhoorn

Bijlage Tekeningen

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling