kindermishandeling gemeente Velsen 2019

Geldend van 15-02-2019 t/m heden

Intitulé

kindermishandeling gemeente Velsen 2019

Burgemeester en wethouders van Velsen maken bekend dat zij in hun vergadering van 5 februari 2019 het volgende hebben besloten:

  • de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gemeente Velsen 2019 vast te stellen

  • de Meldcode huiselijke geweld en kindermishandeling gemeente Velsen 2013 in te trekken

Inleiding

Per 1 januari 2019 verandert de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. Nieuw is dat het een professionele norm wordt om melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens zijn van acute en structurele onveiligheid. Het afwegingskader helpt om te bepalen wanneer dat het geval is. Aan de hand van 5 stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet. Dit document beschrijft de stappen die een medewerker van de gemeente Velsen behoort te zetten bij (vermoedens van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

Wettelijk kader

De ‘wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ (hierna: Wet meldcode) is een wet die bestaat uit wijzigingen van diverse andere wetten. Met deze wijzigingen wordt de verplichting van het invoeren van een meldcode geregeld voor allerlei instanties. Daarnaast regelen de wijzigingen dat deze instanties de kennis en het gebruik van de meldcode moeten bevorderen binnen hun organisatie. Onder andere zijn aangepast: de leerplichtwet, de wet op de jeugdzorg en de wet maatschappelijke ondersteuning.

Begripsomschrijving huiselijk geweld en kindermishandeling

In deze meldcode is voor de begrippen ‘kindermishandeling’ en ‘huiselijk geweld’ aansluiting gezocht bij de eenduidige begripsomschrijvingen in respectievelijk de Jeugdwet, artikel 1.1 en in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 1.1.1. Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel'. Daarbij geldt dat het ook als een vorm van kindermishandeling wordt gezien als een kind getuige is van huiselijk geweld tussen zijn ouders of tussen andere huisgenoten. Onder de begripsomschrijving van huiselijk geweld vallen uitdrukkelijk ook: huwelijksdwang, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, ouderenmishandeling, geweld tegen ouders en seksueel geweld.

Voor wie?

De Wet meldcode geldt binnen de gemeentelijke organisatie voor de medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de Leerplicht wet 1969. Daarnaast geldt de Wet meldcode voor medewerkers van de gemeente die meer dan vluchtige contacten hebben met burgers.

Dit betreft diverse medewerkers van de gemeente zoals:

  • Consulenten Wet maatschappelijke ondersteuning

  • Participatiewet consulenten

  • Consulenten bijzondere doelgroepen

  • Medewerkers handhaving

  • Medewerkers toegang Jeugdwet

  • Medewerkers woonbemiddeling

  • Medewerkers urgentie wonen

Stappenplan

Signaleren

De stappen gaan in op het proces vanaf het moment dat er signalen zijn. Het signaleren zelf heeft in het model een andere plaats gekregen. Signaleren wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van de medewerkers die binnen de Gemeente Velsen werkzaam zijn. Zo bezien is signalering geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met cliënten en leerlingen wordt verondersteld. De stappen wijzen de medewerker de weg als hij meent dat er signalen zijn van huiselijk geweld of van kindermishandeling.

Volgorde van de stappen

De stappen die hieronder worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt, maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen heeft doorlopen, voordat hij besluit om al dan niet een melding te doen. Zo zal het soms voor de hand liggen om meteen met de betrokkene in gesprek te gaan over bepaalde signalen. In andere gevallen zal de beroepskracht eerst overleg willen plegen met een collega en met Veilig Thuis voordat hij het gesprek met de betrokkene aangaat. Ook zullen stappen soms twee of drie keer worden gezet.

Stap 1. Breng de signalen in kaart

Breng de signalen waardoor je huiselijk geweld en/of kindermishandeling vermoedt zo concreet mogelijk in kaart. Beschrijf zoveel mogelijk feiten: wat je hoort, ziet, ruikt of voelt waardoor het vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld ontstaat.

Leg de (uitkomsten van) gesprekken die je over de signalen voert en de besluiten die je neemt vast. Leg ook de gegevens die de signalen weerspreken vast. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld ook de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht.

De vastlegging van de gegevens gebeurt door middel van een gesprek met één van de aandachtsfunctionarissen. Zij hanteren hierbij een meldingsformulier kindermishandeling of huiselijk geweld. De gegevens worden vervolgens opgeslagen in een map waar alle aandachtsfunctionarissen toegang tot hebben.

Kindcheck

Vraag de betrokkene of er minderjarige kinderen aan zijn zorg zijn toevertrouwd, in alle gevallen waarin zijn medische conditie of andere omstandigheden een risico vormen op een bedreiging in de ontwikkeling of de veiligheid van deze kinderen. Indien er kinderen zijn die van de betrokkene afhankelijk zijn, leg dan in uw dossier vast:

  • het aantal en de leeftijd van de kinderen;

  • of de betrokkene de zorg voor de kinderen deelt met een (ex-)partner of met een andere volwassene.

Oudersignalen

Heb je zelf geen contact met de kinderen van de betrokkene, leg dan eventuele ‘oudersignalen’ vast als de lichamelijke of geestelijke conditie of andere omstandigheden, een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid of de ontwikkeling van de kinderen die van de betrokkene afhankelijk zijn. De stappen van de meldcode zijn ook van toepassing op deze ‘oudersignalen’.

Stap 2. Overleg met een collega en zo nodig raadplegen Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding

Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, is overleg met een deskundige collega noodzakelijk. Bespreek zo snel mogelijk het vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling met de aandachtsfunctionaris, Vraag zo nodig ook advies aan Veilig Thuis of aan een deskundige op het gebied van letselduiding, als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak van) letsel.

Advies bij specifieke vormen van geweld over mogelijke risico’s van vervolgstappen

Is er binnen de gemeente Velsen onvoldoende kennis aanwezig over de aanpak van specifieke vormen van geweld, zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel misbruik en vrouwe¬lijke genitale verminking, of ouderenmishande¬ling, vraag dan altijd advies aan Veilig Thuis over de vervolgstappen. Dit advies is ook van belang om mogelijke veiligheidsrisico’s van eventuele vervolgstappen zorgvuldig te kunnen afwegen.

Leg de uitkomsten van de collegiale consultatie en/of het gegeven advies vast in het cliënt-dossier.

Acties:

De aandachtsfunctionaris legt de afspraken van het intern overleg vast in een verslag.

Dit verslag wordt toegevoegd aan het dossier.

Stap 3. Gesprek met de cliënt/betrokkene of ouder(s) en/of het kind/de jongere

Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in de verschillende vormen van dienstverlening aan de cliënt of betrokkene, is het belangrijk om zo snel mogelijk contact te zoeken met de betrokkene (of met de ouders) om de signalen te bespreken. Bespreek de signalen met de betrokkene. Heb je ondersteuning nodig bij het voorbe¬reiden of het voeren van het gesprek met de betrokkene, raadpleeg dan een deskundige collega en/of Veilig Thuis.

Het gesprek met de ouders/betrokkene wordt bij voorkeur gevoerd door de medewerker die de signalen heeft opgevangen, samen met de aandachtsfunctionaris. In sommige gevallen zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen. Dan zijn de volgende stappen in het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen ingezet.

Zet in het gesprek in ieder geval de volgende stappen:

  • leg de betrokkene het doel uit van het gesprek;

  • beschrijf de feiten die je hebt vastgesteld en de waarnemingen die je hebt gedaan;

  • nodig de betrokkene uit om een reactie hierop te geven;

  • kom pas na deze reactie zo nodig met een interpretatie van hetgeen je hebt gezien, gehoord en waargenomen.

  • In geval van vrouwelijke genitale verminking kun je daarbij de ‘Verklaring tegen meisjesbesnijdenis’ gebruiken.

Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de betrokkene, is alleen mogelijk als:

  • er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid van de betrokkene, die van jou zelf, of die van een ander in het geding is, of zou kunnen zijn;

  • als je goede redenen hebt om te veronderstellen dat de betrokkene door dit gesprek het contact met je zal verbreken en dat de betrokkene daardoor niet voldoende meer kan worden beschermd tegen het mogelijk geweld.

Melding in de verwijsindex risicojongeren

Overweeg bij het zetten van stap 3 of het noodzakelijk is om, gelet op de bedreiging van de ontwikkeling van de jeugdige(n), ook een melding te doen in de verwijsindex risico-jongeren.

NB: Dit zal voornamelijk van toepassing zijn op leerplichtambtenaren. Hier moet in acht genomen worden dat een melding in de verwijsindex geen alternatief is voor het doen van een melding van kindermishandeling bij Veilig Thuis. Ga daarom, ook als je besluit tot een melding in de verwijsindex, door met stap 4 en 5 van de meldcode als je vermoeden van kindermishandeling door het gesprek met de ouders en/of de jeugdige niet zijn wegge¬nomen.

Acties:

De medewerker die het gesprek heeft gevoerd, legt de uitkomsten van het gesprek vast in een verslag en mailt dit naar de aandachtsfunctionaris. De aandachtsfunctionaris slaat het verslag op in het dossier.

Stap 4. Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en vraag in geval van twijfel altijd (opnieuw) advies aan Veilig Thuis.

Weeg op basis van de signalen, van het inge¬wonnen advies en van het gesprek met de betrokkene het risico op huiselijk geweld of kindermishan¬deling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.

Raadpleeg in geval van twijfel altijd (opnieuw) Veilig Thuis. De medewerkers van Veilig Thuis bieden ondersteuning bij het wegen van het geweld en van de risico’s op schade en zij kunnen adviseren over vervolgstappen.

Bij twijfel over de risico’s, de aard en de ernst van het geweld en bij twijfel over de vervolgstap moet altijd (opnieuw) advies worden gevraagd aan Veilig Thuis. Uiteindelijk moeten de volgende vragen beantwoord worden:

Heb ik op basis van de stappen 1 tot en met 4 van de meldcode een vermoeden van (dreiging van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling?

  • Nee: Afsluiten en vastleggen in dossier.

  • Ja: Ga verder met afweging 2.

Schat ik op basis van de stappen 1 tot en met 4 van de meldcode in dat er sprake is van acute onveiligheid en/of structurele onveiligheid?

  • Nee: Ga verder met afweging 3 in stap 5.

  • Ja: Melden bij Veilig Thuis. De afwegingen 3 tot en met 5 worden samen met Veilig Thuis doorlopen.

NB: In de verbeterde meldcode wordt gebruik gemaakt van een afwegingskader. Dit afwegingskader beschrijft wanneer een melding noodzakelijk is en hoe goede hulp eruit ziet. De afwegingskaders zijn opgesteld door de verschillende beroepsgroepen. Voor leerplichtambtenaren is vanuit de sector onderwijs een apart afwegingskader opgesteld (zie bijlage 1). Overige medewerkers van de Gemeente Velsen die met de meldcode werken maken gebruik van het afwegingskader voor pedagogen, psychologen, (psycho)therapeuten, sociaal werkers en jeugd- en gezinsprofessionals (zie bijlage 2).

Acties:

Indien nodig: de aandachtsfunctionaris legt het contact met Veilig Thuis.

Stap 5 Beslissen: zelf hulp organiseren of melden

Neem twee beslissingen:

  • Is melden noodzakelijk?

  • Is hulp verlenen (ook) mogelijk?

Het doen van een melding bij Veilig Thuis van mogelijk huiselijk geweld of mogelijke kindermishandeling erkent de Gemeente Velsen als een professionele norm en als zodanig noodzakelijk:

  • in ALLE gevallen van acute onveiligheid en/of structurele onveiligheid;

  • in alle ANDERE gevallen waarin de beroepskracht meent dat hij, gelet op zijn competenties, zijn verantwoordelijkheden en zijn professionele grenzen, in onvoldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren bij (risico’s op) huiselijk geweld en/of kindermishandeling;

  • Als een beroepskracht die hulp biedt of organiseert om betrokkenen te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld en/of kindermishandeling constateert dat de onveiligheid niet stopt of zich herhaalt.

Afwegingen in stap 5:

3. Ben ik in staat effectieve hulp te bieden of organiseren om dreiging van (toekomstig) huiselijk geweld en/of kindermishandeling af te wenden?

  • Nee: Melden bij Veilig Thuis

  • Ja: Ga verder met afweging 4.

Er is géén sprake van effectieve hulp bieden of organiseren om dreiging van (toekomstig) huiselijk geweld en/of kindermishandeling af te wenden indien de beroepskracht:

  • onvoldoende mogelijkheden heeft om zich een actueel beeld van de veiligheid te ontwikkelen en/of;

  • onvoldoende zicht kan krijgen op onveilige gebeurtenissen in de voorgeschiedenis en/of van de feiten die ten grondslag liggen aan de mogelijk geconstateerde onveiligheid en/of;

  • onvoldoende mogelijkheden heeft om passende en samenhangende hulp te bieden of te organiseren met veiligheid als resultaat.

4.Aanvaard(en) de betrokkene(n) hulp om dreiging van (toekomstig) huiselijk geweld en/of kindermishandeling af te wenden en zijn zij bereid zich hiervoor in te zetten?

  • Nee: Melden bij Veilig Thuis.

  • Ja: Hulp bieden of organiseren, ga verder met afweging 5.

Voor zover afweging 3 met JA is beantwoordt maakt de beroepskracht afspraken met betrokkene over ketenpartners (waaronder in ieder geval Veilig Thuis) waarmee wordt samengewerkt, doelen, resultaten, monitoring resultaten en termijn waarop resultaten geëvalueerd worden.

5.Leidt de hulp binnen de gewenste termijn tot de noodzakelijke resultaten ten aanzien van de veiligheid en/of het welzijn (herstel) van alle betrokkenen?

  • Nee: (Opnieuw) melden bij Veilig Thuis.

  • Ja: hulp afsluiten met afspraken over het volgen van toekomstige (on)veiligheid met betrokkenen en samenwerkingspartners.

Dossiervorming

Alle stappen die worden gezet en alle besluiten die worden genomen, worden zorgvuldig vastgelegd in een dossier.

Deze dossiers worden opgeslagen op een beveiligd deel van de server en zijn alleen toegankelijk voor de aandachtsfunctionarissen.

Advies

Bij iedere stap van de meldcode geldt dat er altijd contact kan worden opgenomen met Veilig Thuis, het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij Veilig Thuis is veel kennis aanwezig over mogelijke signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De medewerkers kunnen ook adviseren over de te zetten stappen en over het voeren van gesprekken met betrokkenen over de signalen. Als een beroepskracht advies vraagt aan Veilig Thuis, zet Veilig Thuis zelf geen stappen in de richting van de betrokkene of die van anderen. Het advies is dus uitsluitend gericht tot de adviesvrager. Adviesgesprekken vinden plaats op basis van anonieme cliëntgegevens, voor een adviesgesprek behoef je je beroepsgeheim dus niet te verbreken. Wel kunnen, met instemming van de adviesvrager, de contactgegevens van de adviesvrager worden vastgelegd, vooral ook met het oog op een eventueel vervolgadvies over dezelfde casus.

Melden

Als er bij het volgen van de stappen wordt besloten tot het doen van een melding, neemt Veilig Thuis de zaak over. Veilig Thuis is wettelijk bevoegd om onderzoek te doen naar het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Daarbij kan Veilig Thuis informatie opvragen bij andere instanties en organisaties. Veilig Thuis houdt melders op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang worden gezet.

Bij een melding moet de melder cliëntgegevens verstrekken omdat Veilig Thuis anders geen acties in gang kan zetten naar aanleiding van de melding.

Privacy

Op 25 mei 2018 is de nieuwe privacywetgeving (AVG) van kracht geworden. De AVG is een algemeen kader dat niet inspeelt op specifieke situaties, zoals een vermoeden van kindermishandeling. Daarom geldt als algemene regel dat een specifieke wet voor een bepaalde sector prevaleert boven de algemene norm van de AVG. Dat geldt dus bijvoorbeeld voor de Leerplichtwet 1969. Zo geldt dit ook voor de wet Meldcode, deze gaat dus ook vóór de AVG. Het recht om dossier aan te maken en te melden bij Veilig Thuis is dus onverminderd van toepassing. In beginsel worden de betrokken personen altijd geïnformeerd over het feit dat er gegevensverwerking plaats vindt. Tenzij er gevreesd wordt voor gevaar voor de veiligheid van de betrokkene(n).

Verantwoordelijkheden binnen de organisatie

Om de meldcode goed te kunnen borgen, is het noodzakelijk dat iedereen in de organisatie doordrongen is van het belang van signaleren van zorg en vervolgens actie onderneemt. Dit betekent dat verantwoordelijkheden van een ieder helder moeten zijn.

Bestuur & management

  • Opnemen van de meldcode in het beleid van de organisatie.

  • Informeren van medewerkers over dit beleid.

  • Steunen van alle medewerkers in het handelen volgens de meldcode.

  • Regelmatig trainingen en andere vormen van deskundigheidsbevordering aanbieden, zodat beroepskrachten voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen en op peil houden voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling

  • Zorgen voor voldoende deskundigen die beschikbaar zijn om de beroepskrachten te kunnen ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de meldcode;

  • De meldcode laten aansluiten op de werkprocessen binnen de organisatie;

  • De werking van de meldcode regelmatig evalueren en zo nodig acties in gang zetten om de toepassing van de meldcode te optimaliseren;

  • Afspraken maken over de wijze waarop de instelling zijn beroepskrachten zal ondersteunen als zij door ouders in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de meldcode toepassen;

  • Eindverantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van de meldcode.

Aandachtsfunctionaris:

  • Herkennen van signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld.

  • Functioneren als vraagbaak binnen de organisatie voor algemene informatie over (de meldcode) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

  • Overleg plegen met de medewerker die signalen heeft opgevangen over eventueel huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

  • Indien nodig overleggen met andere beroepskrachten.

  • Kennis hebben van de handelwijze volgens de meldcode.

  • Vaststellen van taken van een ieder (wie doet wat wanneer).

  • Zo nodig contact op nemen met Veilig Thuis voor advies of melding.

  • Waken voor de veiligheid van het kind bij het nemen van beslissingen.

  • Toezien op zorgvuldige omgang met de privacy van het betreffende gezin.

  • Verslaglegging.

  • Afsluiten van de meldcode.

  • Evalueren van de genomen stappen.

  • Bijhouden van de sociale kaart.

Medewerker:

  • Herkennen van signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld.

  • Overleg plegen met de aandachtsfunctionaris aan de hand van waargenomen signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld.

  • Uitvoeren van afspraken die zijn voortgekomen uit het overleg met de aandachtsfunctionaris, zoals observeren of een gesprek met de ouder/betrokkene.

  • Bespreken van de resultaten van deze ondernomen stappen met de aandachtsfunctionaris.

Bijlage 1: Afwegingskader meldcode onderwijs en leerplicht

Bijlage 2: Afwegingskader meldcode Sociaal we

Ondertekening