Verordening commissie voor bezwaarschriften personele aangelegenheden 2019

Geldend van 12-02-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening commissie voor bezwaarschriften personele aangelegenheden 2019

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bloemendaal en Heemstede;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet;

gehoord het Georganiseerd Overleg van beide gemeenten;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie voor bezwaarschriften personele aangelegenheden 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • colleges: het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal en Heemstede gezamenlijk;

  • commissie: de commissie voor bezwaarschriften voor personele aangelegenheden;

  • lid: een persoon die is aangewezen om zitting te nemen in de commissie en die geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan;

  • medewerker: de (voormalig) medewerker bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR/UWO;

  • raden: de raad van de gemeente Bloemendaal en Heemstede gezamenlijk;

  • verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Taak commissie

  • 1. Er is een commissie voor bezwaarschriften voor personeelsaangelegenheden als bedoeld in artikel 7:13 van de wet.

  • 2. De commissie adviseert de colleges respectievelijk de raden over de te nemen beslissing op bezwaar over een personele aangelegenheid.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2. De werknemersdelegatie vertegenwoordigd in het Georganiseerd Overleg van beide gemeenten draagt tenminste één lid ter benoeming voor.

  • 3. De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de colleges.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter en de inroostering van de leden.

  • 5. De voorzitter en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de colleges respectievelijk de raden.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een (ambtelijk) secretaris.

  • 2. De colleges wijzen de secretaris aan. De colleges kunnen meer dan één secretaris aanwijzen.

  • 3. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor de duur van 4 jaar. Het is mogelijk om één keer herbenoemd te worden. De herbenoeming is eveneens voor een periode van 4 jaar.

  • 2. De colleges kunnen besluiten, ter waarborging van de continuïteit van de werkzaamheden van de commissie, de voorzitter of een lid voor de tweede keer te herbenoemen. De colleges kunnen daarbij een kortere termijn van herbenoemen vaststellen.

  • 3. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan een van beide colleges.

  • 4. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk aan de commissie verstrekt.

  • 2. Bij de ontvangstbevestiging vermeldt het bestuursorgaan dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De voorzitter oefent voor de toepassing van deze verordening de volgende bevoegdheden uit de wet uit:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid (schriftelijke machtiging);

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn (verzuim herstel);

    • c.

      artikel 6:17, wat betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid (stukken ter inzage leggen);

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid (geheimhouding horen).

  • 2. De voorzitter kan de bevoegdheden van dit artikel, met uitzondering van de bevoegdheid op grond van artikel 7:6, vierde lid, van de wet, opdragen aan de secretaris.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

  • 3. De voorzitter kan de bevoegdheden van dit artikel opdragen aan de secretaris.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt de plaats en tijdstip van de zitting waarin de medewerker en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de medewerker en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de medewerker en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. De medeweker of het verwerend orgaan kunnen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk voor het tijdstip van de zitting aan de medewerker en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat tenminste de voorzitter en één lid aanwezig zijn.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 12 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 13 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag, bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag is een korte zakelijke weergave van hetgeen op de zitting aan de orde is geweest.

  • 3. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde stukken, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4. De voorzitter of bij diens afwezigheid een van de tijdens de hoorzitting aanwezige leden en de secretaris ondertekenen het verslag.

Artikel 14 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de leden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden, het verwerend orgaan en de medewerker toegezonden.

  • 3. De leden, het verwerend orgaan en de medewerker kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter verzoeken een nieuwe zitting te beleggen. De voorzitter beslist op dit verzoek.

  • 4. Op een nieuwe zitting bedoeld in het derde lid, zijn de artikelen in deze verordening die betrekking hebben op de zitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. De voorzitter of bij diens afwezigheid een van de tijdens de hoorzitting aanwezige leden en de secretaris ondertekenen het advies.

Artikel 16 Uitbrengen advies

Het advies wordt samen met het verslag en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat de beslissing op het bezwaarschrift neemt.

 

Artikel 17 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen de colleges respectievelijk de raden een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Regeling bezwarenadviescommissie personeelsaangelegenheden Bloemendaal 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, voor zover nodig met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2019.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie voor bezwaarschriften personele aangelegenheden 2019.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van Heemstede op 18 december 2018 en gewijzigd op 22 januari 2019

Vastgesteld door de raad van Heemstede op 31 januari 2019

NB

Het college respectievelijk de raad van Bloemendaal beslissen separaat over de vaststelling van deze verordening en maken deze ook separaat bekend.