Deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel

Geldend van 17-07-2013 t/m heden

Intitulé

Deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2004;

gelezen de gemeentebegroting 2004 welke op 30 oktober 2003 is vastgesteld door de gemeenteraad en daarmee ingestemd heeft met het verlagen van het subsidieplafond van het budget voor individueel subsidie muziekonderwijs;

gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2004, dat over de verordening een referendum kan worden gehouden;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en titel 4.2 Awb alsmede de Algemene subsidie-verordening gemeente Scherpenzeel 2002,

besluit:

vast te stellen de deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidie:

    de aanspraak op financiële middelen door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan betaling voor aan het college geleverde goederen of diensten;

  • b.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel;

  • c.

    muziekonderwijs: onderwijs gegeven:

    • -

      aan een erkende muziekschool ingevolge de Rijksregeling erkenning Centra voor Kunstzinnige Vorming, óf

    • -

      door een docent, die naar het oordeel van de "commissie benoembaarheid" van de Branchevereniging "de Kunstconnectie", daartoe bevoegd is;

  • d.

    muziekleerling:

    leerlingen tot 18 jaar en leerlingen tussen 18 en 25 welke voldoen aan de eisen gesteld in artikel 3, die muziekonderwijs volgen en ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeente Scherpenzeel;

  • e.

    inkomen:

    het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 000,215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het cursusjaar waarvoor subsidie muziekonderwijs wordt gevraagd;

  • f.

    cursusjaar:

    de periode van 1 augustus tot en met 31 juli dat muziekonderwijs gevolgd wordt.

Artikel 2 Toepassingsgebied

De Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2002 is overeenkomstig van toepassing op deze deelverordening.

Artikel 3 Subsidievoorwaarden

  • 1. Muziekleerlingen komen alleen in aanmerking voor subsidie indien:

    • a.

      zij jonger zijn dan 18 jaar;

    • b.

      meerderjarig maar jonger dan 25 jaar en dagonderwijs volgen, werkloos en/of arbeidsongeschikt zijn en een uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) of een andere sociale verzekeringsuitkering c.q. sociale voorziening waarvan de hoogte de voor hem/haar van toepassing zijnde norm van de Wwb niet overtreft.

  • 2. Per leerling wordt voor slechts één instrument (waaronder ook zang), waarvoor muziekonderwijs wordt gevolgd, subsidie toegekend.

Artikel 4 Subsidiehoogte

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de kosten van het lesgeld in het betreffende cursusjaar in het geval de aanvrager voldoet aan het gestelde in artikel 6, lid 4.

  • 2. Voor de overige muziekleerlingen gelden per cursusjaar, met inachtneming van het in voorgaande lid genoemde percentage, de volgende maximale subsidiebedragen:

    • a.

      lessen AMV (Algemene Muzikale Vorming) maximaal één jaar € 57,00;

    • b.

      lessen instrumentaal onderwijs voor maximaal vier jaar € 200,00.

  • 3. Het in het voorgaande lid genoemde subsidiebedrag voor lessen instrumentaal onderwijs is gebaseerd op een tijdsduur van 30 minuten voor een individuele les en 60 minuten voor een groepsles. Afwijkingen in de lesduur zullen naar evenredigheid in mindering gebracht worden op het maximale bedrag.

  • 4. Het college kan de in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde percentages en subsidie-bedragen jaarlijks aanpassen.

HOOFDSTUK 2.1 DE SUBSIDIEAANVRAAG

Artikel 5 Indientermijn aanvraag subsidie muziekonderwijs

  • 1. De aanvraag voor individueel subsidie muziekonderwijs moet vóór 1 juli van het betreffende cursusjaar, volledig ingevuld en ondertekend worden ingediend.

  • 2. Als de aanvraag niet vóór de in voorgaand lid genoemde datum is ingediend, laat het college de aanvraag buiten behandeling.

Artikel 6 In te dienen stukken

  • 1. De aanvraag voor individueel subsidie muziekonderwijs bestaat uit een door het college vastgesteld formulier welke door de muziekleerling zelf, dan wel bij minderjarigheid door de ouders of verzorgers van de leerling, is ingevuld.

  • 2. Volgt een leerling van 18-25 jaar dagonderwijs, dan dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een verklaring van een onderwijsinstelling, waaruit blijkt dat de muziekleerling dagonderwijs volgt.

  • 3. Een muziekleerling van 18-25 jaar die werkloos en/of arbeidsongeschikt is, dient bij de aanvraag een bewijs te voegen dat hij/zij een uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de Wwb of een andere sociale verzekeringsuitkering c.q. sociale voorziening ontvangt, waarvan de hoogte de voor hem/haar van toepassing zijnde norm van de Wwb niet overtreft.

  • 4. Indien het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders/verzorgers van minderjarige leerlingen zoals bedoeld in artikel 1, onder e, lager is dan € 20.450,00 (peiljaar 2001) dient de aanvraag vergezeld te gaan van bewijsstukken waaruit dat blijkt.

  • 5. Het in het voorgaande lid genoemde bedrag wordt jaarlijks aangepast conform de wijze zoals genoemd in de “Verordening leerlingenvervoer gemeente Scherpenzeel".

HOOFDSTUK 2.2 DE SUBSIDIEVERLENING

Artikel 7 Beschikking op de subsidieaanvraag

De beschikking op een subsidieaanvraag wordt vóór 1 september van het betreffende cursusjaar genomen door het college.

Artikel 8 Toetsing subsidieaanvraag

Het college toetst de aanvraag voor individueel subsidie muziekonderwijs aan:

  • a.

    deze verordening;

  • b.

    het in artikel 9 van deze verordening bedoelde subsidieplafond.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. Het totaal van de toegewezen subsidies bedraagt niet meer dan het door de raad voor het betreffende cursusjaar vastgestelde subsidieplafond.

  • 2. Wanneer de toekenning van de subsidies in enig cursusjaar er toe zal leiden dat het budget wordt overschreden, zal het college de onder artikel 4, tweede lid, genoemde maximale bedragen in evenredigheid verlagen tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 10 Gronden voor afwijzen subsidieaanvraag

Het college wijst de subsidieaanvraag af indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

  • b.

    de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden en verplichting die aan de subsidieverlening verbonden zijn conform genoemd in deze verordening.

Artikel 11 Inhoud van de beschikking tot verlening van subsidie

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt:

    • a.

      het maximale subsidiebedrag dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald met een begrotingsvoorbehoud;

    • b.

      de naam van de leerling;

    • c.

      het instrument waarvoor onderwijs gevolgd wordt;

    • d.

      de naam van de muziekschool dan wel de docent bij wie de lessen gevolgd worden;

    • e.

      het aantal jaren dat de leerling subsidie ontvangt voor het volgen van muziekonderwijs.

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening kan tevens vermelden:

    • a.

      dat een voorschot van 50% van het geraamde subsidiebedrag wordt verleend indien de aanvrager conform artikel 4, lid 1, in aanmerking komt voor een subsidie van maximaal 50% van de kosten van het lesgeld;

    • b.

      dat aan de subsidieverlening nadere voorwaarden worden verbonden.

HOOFDSTUK 2.3 DE SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 12 Voorwaarden voor vaststelling subsidie

  • 1. De subsidie wordt vastgesteld na overleg van kwitanties of nota's voorzien van een goedkeuring van de muziekschool dan wel verklaring van de muziekonderwijzer, waaruit de voldane lesgelden blijken over de gehele cursusperiode.

  • 2. Deze kwitanties of nota's worden of via de muziekschool gebundeld bij de gemeente, of zelf door de muziekleerling die privé-les gevolgd heeft, ingediend.

  • 3. De in voorgaand lid genoemde stukken dienen vóór het einde van het cursusjaar in het bezit te zijn van de gemeente.

  • 4. Indien voor óf tijdens het cursusjaar zich omstandigheden voordoen die van invloed zijn op de subsidiegrondslag dan is men verplicht dit onverwijld aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. Verzuimt men dit te doen dan zijn de bepalingen in artikel 13 derde lid van deze verordening van toepassing.

  • 5. Indien uit de bewijzen, als bedoeld in artikel 12 eerste lid, blijkt dat de werkelijke leskosten hoger zijn dan bij de aanvraag opgegeven, stelt het college de subsidie toch vast conform de afgegeven beschikking tot subsidieverlening.

  • 6. Indien uit de bewijzen, als bedoeld in artikel 12 eerste lid, blijkt dat de werkelijke leskosten lager zijn dan bij de aanvraag opgegeven, stelt het college de subsidie evenredig naar beneden vast.

Artikel 13 Intrekking en wijziging van de vastgestelde en nog niet vastgestelde beschikking tot subsidievaststelling

  • 1. Voor de intrekking en wijziging van de vastgestelde subsidie is artikel 4:49 Awb van toepassing.

  • 2. Voor de intrekking en wijziging van nog niet vastgestelde subsidie zijn artikel 4:48 en 4:50 Awb van toepassing.

  • 3. Indien artikel 12 vierde lid niet of niet behoorlijk nagekomen, telt het cursusjaar waarvoor een subsidieverlening is afgegeven toch mee in het totaal aantal jaren dat men recht heeft op subsidie.

  • 4. Het college kan de subsidieaanvraag intrekken en/of wijzigen indien de aanvrager, in het kader van de aanvraag, onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag hebben geleid.

Artikel 14 Beslistermijn

  • 1. Het college stelt de definitieve hoogte van de subsidie en de wijze van uitbetaling vast, nadat voldaan is aan het gestelde in voornoemd artikel.

  • 2. De subsidievaststelling vindt plaats bij beschikking voor 1 juli van het lopende cursusjaar, waarna uitsluitend de subsidiebetaling zal geschieden.

HOOFDSTUK 2.4 BETALING EN VERREKENING

Artikel 15 Verrekeningstermijn

Het subsidiebedrag wordt binnen acht weken na de beschikking tot subsidievaststelling betaald, eventueel met verrekening van de reeds betaalde voorschotten.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan deze verordening buiten toepassing laten of ervan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van muziekonderwijs leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De deelverordening Muziekonderwijs Scherpenzeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 maart 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking zes weken na publicatie, tenzij er een referendum wordt gehouden. Dan zal de datum van inwerkingtreding worden opgeschort.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel".

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van
de gemeente Scherpenzeel van 25 maart 2004
 
 
 
A.J.E. van der Werf-Bramer                         J.J.H. Colijn-de Raat
griffier                                                             voorzitter   

Bijlage 1

De raad van de gemeente Scherpenzeel,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013,

Gelet op het door de gemeenteraad aangenomen amendementen A1;

besluit

  • 1.

    kennis te nemen van de uitkomsten van gesprekken met SMS en Caecilia zoals verwoord in bijlage 1;

  • 2.

    De subsidieregeling muziekonderwijs voort te zetten met uitzondering van de subsidie voor AMV;

  • 3.

    Een bedrag van € 3.000 toe te voegen aan het JOS-budget voor muzikale educatie van kinderen op de basisscholen, en dit bedrag te dekken uit het budget voor cultuur uit het programma 4;

  • 4.

    Een bedrag van € 10.000 te besteden aan de subsidieregeling muziekonderwijs en dit bedrag te dekken uit het budget voor cultuur uit het programma 4 en het overschot van de begroting;

  • 5.

    De deelverordening Muziekonderwijs Scherpenzeel aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 27 juni 2013

H.F.B. van Steden J.J.H. Colijn-de Raat

Griffier (wnd.) voorzitter

Toelichting

Toelichting op de wijzigingen in de deelverordening subsidie Muziekonderwijs

Specifieke wijzigingen:

Artikel 1

Sub c

De branchevereniging "de Kunstconnectie" is bevoegd te bepalen of een muziekleraar lesbevoegdheid heeft. Voorheen deed de Inspecteur van de Kunstzinnige vorming dat, maar deze taak is overgedragen naar de branchevereniging "de Kunstconnectie".

sub e

Ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) is de tekst aangepast en gaat men uit van een gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders van de leerlingen. Deze wijziging en berekening is analoog aan de Verordening leerlingenvervoer gemeente Scherpenzeel van 26 uni 2003.

Artikel 3

Eerste lid is onderverdeeld in bepaling voor minderjarige – en meerderjarige leerlingen.

Artikel 4

Lid 2, het maximale subsidiebedrag voor instrumentaal muziekonderwijs is aangepast aan het feit dat het subsidieplafond is gereduceerd.

Artikel 6

Oude artikel 6 derde lid vervalt en wordt vervangen door de leden drie en vier; ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) wordt nu het vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders als nieuwe definitie voor het inkomen genoemd.

De bepaling voor de meerderjarige muziekleerling en de ouders van minderjarige muziekleerlingen zijn uitgesplitst in het derde en vierde lid.

Het in het vierde lid genoemde bedrag is het drempelbedrag van € 17.700,00 (peildatum 1998) welke met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks wordt aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van

€ 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het voornoemde bedrag van

€ 17.700,00. Voor peiljaar 2001 geldt daarom een bedrag van € 20.450,00.

Artikel 10

Dit artikel is hernoemd en heeft betrekking op de procedure bij aanvraag nog voordat een beschikking is afgegeven. De voorwaarden genoemd in Lid 1 sub c vervalt en lid 2 is ondergebracht bij artikel 13, vierde lid, omdat deze betrekking heeft op wijzigingen nadat een beschikking is afgegeven.

Artikel 11

Lid 1, e is toegevoegd als aanvulling.

Artikel 12

Dit artikel is in zijn geheel vervangen en hernoemd om de wijze van subsidievaststelling te verduidelijken.

Artikel 13

Voorheen artikel 15 is onder hoofdstuk 2.3 gebracht omdat het betrekking heeft op de subsidievaststelling.

Lid 3 is toegevoegd omdat enkele aanvragers structureel subsidie aanvragen, terwijl achteraf blijkt dat de leerling geen lessen heeft gevolgd door diverse omstandigheden. Indien tijdig aan het begin van het seizoen blijkt dat sommige aanvragen afvallen, komt er meer budget beschikbaar, zeker als door meerdere aanvragen het maximale subsidiebedrag naar beneden is bijgesteld.

Artikel 14

Hernummerd.

Artikel 15

Hernummerd.