Gemeenschappelijke regeling Regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden 2019

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten

- Gorinchem

- Molenwaard (vanaf 1 januari 2019 deel uitmakend van de fusiegemeente Molenlanden)

- Giessenlanden (vanaf 1 januari 2019 deel uitmakend van de fusiegemeente Molenlanden)

- Leerdam (vanaf 1 januari 2019 deel uitmakend van de fusiegemeente Vijfheerenlanden)

- Zederik (vanaf 1 januari 2019 deel uitmakend van de fusiegemeente Vijfheerenlanden)

- Vianen (vanaf 1 januari 2019 deel uitmakend van de fusiegemeente Vijfheerenlanden)

elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft, overwegende:

 Dat de ontwikkelingen binnen de Regio AV consequenties hebben voor de samenwerkingsstructuren in de Regio;

 Dat samenwerking zal plaatsvinden op basis van de Regionale Maatschappelijke Agenda waarbij per maatschappelijke opgave wordt bepaald wie de samenwerkingspartners zijn;

 Dat sturing op de opgaven verschuift naar de gemeenten en de deelnemende partijen en niet meer door de GR wordt vormgegeven;

 Dat hierdoor een aantal van de huidige taken van de GR komt te vervallen zodat wijziging van de GR noodzakelijk is;

 Dat het daarnaast wenselijk is dat de GR zo eenvoudig mogelijk wordt vormgegeven zodat ook in dit opzicht wijziging van de GR noodzakelijk is;

 Dat daarnaast wijziging van de GR noodzakelijk is doordat de gemeente Hardinxveld-Giessendam met ingang van 1 januari 2017 is uitgetreden uit de GR;

 Dat daarnaast wijziging van de GR noodzakelijk is doordat de gemeenten Zederik en Leerdam, samen met de gemeente Vianen per 1 januari 2019 de nieuwe fusiegemeente Vijfheerenlanden vormen die als rechtsopvolger optreedt van de huidige gemeenten;

 Dat daarnaast wijziging van de GR noodzakelijk is doordat de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard per 1 januari 2019 de nieuwe fusiegemeente Molenlanden vormen die als rechtsopvolger optreedt van de huidige gemeenten;

 Dat de colleges van burgemeester en wethouders niet tot het treffen en wijzigen van een regeling besluiten dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang;

 Dat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten aan de colleges van burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend tot wijzigen van de Gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden;

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;

B E S L U I T E N

De gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden te wijzigen, zodat deze komt te luiden als volgt:

“Gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard – Vijfheerenlanden 2019”

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • b.

      de regeling: de gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard – Vijfheerenlanden 2019;

    • c.

      de gemeente(n): een/de aan de regeling deelnemende gemeente(n);

    • d.

      de gemeentera(a)d(en): de gemeentera(a)d(en) van de aan de regeling deelnemende gemeente(n);

    • e.

      het (de) college(s): het (de) college(s) van burgemeester en wethouders van de aan de regeling deelnemende gemeente(n);

    • f.

      de regio: het openbaar lichaam Regio-AV van de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden met rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

    • g.

      het gebied: het grondgebied van de aan de regeling deelnemende gemeenten;

    • h.

      het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de regio;

    • i.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de regio;

    • j.

      de voorzitter: de voorzitter van de regio;

    • k.

      de netwerkmanager: heeft de leiding over team RMA en acteert als secretaris van de GR;

    • l.

      boekjaar: het boekjaar valt samen met het kalenderjaar;

    • m.

      gedeputeerde staten (GS): het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland, met inachtneming van het bepaalde in artikel 29 van de wet;

    • n.

      de Regionale Maatschappelijke Agenda: document waarin de verschillende maatschappelijke opgaven zijn benoemd op basis waarvan samenwerking plaatsvindt in en om het grondgebied van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

Hoofdstuk 2 Het Openbaar Lichaam

Artikel 2 Openbaar Lichaam

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd: “Regio-AV”.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is een rechtspersoon op grond van artikel 8 lid 1 van de wet, en is gevestigd te Gorinchem.

Artikel 3 Samenstelling

Het bestuur van de regio AV bestaat uit:

  • a.

    het algemeen bestuur

  • b.

    het dagelijks bestuur

de voorzitter

Hoofdstuk 3 Doelstelling, taken en bevoegdheden

Artikel 4 Doelstelling

  • 1.

    De regeling heeft ten doel om de samenwerking binnen de regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden te bevorderen door middel van het coördineren, stimuleren en faciliteren van de opgaven die worden benoemd in de Regionaal Maatschappelijke Agenda (RMA).

Artikel 5 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Ten behoeve van de in artikel 4 genoemde doelstelling heeft de regio de volgende taken en bevoegdheden:

    • a.

      logistieke ondersteuning en coördinatie van de netwerksamenwerking;

    • b.

      het verzorgen van de externe en interne communicatie over de voortgang, de resultaten en de onderlinge samenhang van de diverse opgaven en projecten binnen de RMA;

    • c.

      het onderzoeken en zo nodig realiseren van subsidiemogelijkheden die passen binnen de doelstelling van de regio AV.

  • 2.

    Voor het aanvragen van subsidie zoals bedoeld in lid 1, onder c verlenen de deelnemers mandaat aan het algemeen bestuur, met de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat aan de netwerkmanager.

Hoofdstuk 4 Het Algemeen Bestuur

Artikel 6 Samenstelling en plaatsvervanging

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente; uit iedere deelnemende gemeente de burgemeester en een wethouder;

  • 2.

    Ieder college regelt plaatsvervanging; de bepalingen van deze regeling met betrekking tot de leden van het algemeen bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers.

Artikel 7 Werkwijze en vergaderingen

  • 1.

    De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken, op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en verder zo dikwijls als het algemeen bestuur dit nodig acht.

  • 3.

    Voorts vergadert het algemeen bestuur indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit het algemeen bestuur bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.

  • 4.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 5.

    Bij de besluitvorming beschikt elke deelnemende gemeente over één stem per gemeente.

  • 6.

    Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergadering vast.

Artikel 8 Bevoegdheden

  • 1.

    Alle bevoegdheden berusten bij het algemeen bestuur tenzij bij wet of de regeling anders is bepaald.

  • 2.

    Tot de bevoegdheden van het algemeen bestuur behoren in ieder geval het vaststellen van de begroting en het vaststellen van de jaarstukken.

Artikel 9 Informatie en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het lid van het algemeen bestuur is aan het college dat dit lid heeft aangewezen en aan de raad van zijn gemeente verantwoording schuldig over het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Voor de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd wordt aansluiting gezocht bij de gangbare procedure van de betreffende gemeente.

  • 2.

    Het lid van het algemeen bestuur geeft aan het college dat dit lid heeft aangewezen alle inlichtingen die door het college of leden van het college worden gevraagd. Deze inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen vier weken schriftelijk verstrekt.

  • 3.

    Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan de raad van zijn gemeente de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van die raad of schriftelijk verstrekt.

  • 4.

    Het college kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur, indien dit lid het vertrouwen van het college niet meer bezit, als zodanig ontslag verlenen.

Hoofdstuk 5 Het Dagelijks Bestuur

Artikel 10 Samenstelling

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden, te weten de voorzitter van het algemeen bestuur en twee andere leden, allen door en uit het algemeen bestuur gekozen.

Artikel 11 Werkwijze en vergaderingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als een van de leden dit nodig acht, maar in iedere geval ter voorbereiding van een vergadering van het algemeen bestuur.

  • 2.

    De artikelen 53, 54 en 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen vast.

Artikel 12 Bevoegdheden

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

    • a.

      het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen voor de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

    • d.

      ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

    • e.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten, met uitzondering van privaatrechtelijke handelingen als bedoeld in artikel 31a van de wet;

    • f.

      te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwarenprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Artikel 13 Informatie en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 2.

    Een lid van het dagelijks bestuur verstrekt aan de raad van zijn gemeente de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van die raad of schriftelijk verstrekt.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan een lid van het dagelijks bestuur, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit, ontslag verlenen.

Hoofdstuk 6 De Voorzitter

Artikel 14 Algemeen

  • 1.

    De voorzitter, een van de burgemeesters, wordt gekozen door het algemeen bestuur.

  • 2.

    Het algemeen bestuur wijst tevens een plaatsvervanger aan.

Artikel 15 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter vertegenwoordigt de regio in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan en door hem aan te wijzen gemachtigde.

  • 3.

    Indien de gemeente, tot wiens bestuur hij behoort, partij is in een geding waarbij het openbaar lichaam is betrokken, oefent de plaatsvervangend voorzitter de in lid 2 genoemde bevoegdheid uit.

Hoofdstuk 7 Bedrijfsvoering

Artikel 16 Organisatie

  • 1.

    De regio wordt ondersteund door een ambtelijk team dat onder leiding staat van de netwerkmanager.

  • 2.

    De leden van het ambtelijk team, de netwerkmanager inbegrepen, worden benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De netwerkmanager is aanwezig bij de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur en heeft in de beraadslagingen een adviserende stem.

  • 4.

    Alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan worden mede door de netwerkmanager ondertekend.

Hoofdstuk 8 Financiële Bepalingen

Artikel 17 Algemeen

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten vast voor het financieel beleid alsmede het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. De artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Deze verordening als bedoeld in het eerste lid bevat in elk geval regels over:

    • a.

      waardering en afschrijving van activa;

    • b.

      algemene doelstellingen en te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

  • 4.

    Het algemeen bestuur wijst de accountant aan die belast wordt met de controle op de in artikel 19 genoemde jaarrekening.

  • 5.

    De accountant zendt de controleverklaring en een verslag van bevindingen met betrekking tot de jaarrekening aan het algemeen bestuur.

Artikel 18 Begroting en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt elk jaar een ontwerpbegroting van het openbaar lichaam op in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient, overeenkomstig het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting vóór 15 april en uiterlijk acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    De raden kunnen binnen acht weken na toezending van de ontwerpbegroting hun zienswijzen daarover naar voren brengen. Het dagelijks bestuur stelt aan de hand van de ontwerpbegroting en de ontvangen zienswijzen de definitieve begroting op en verzendt deze, inclusief de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat, ter vaststelling aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt de begroting vast vóór 15 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze dient. Terstond na de vaststelling zendt het dagelijks bestuur de begroting naar de deelnemers en in ieder geval vóór 1 augustus aan gedeputeerde staten.

  • 5.

    Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur, zo nodig, de begroting aan de raden van de deelnemers die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 6.

    Besluiten tot het wijzigen van de begroting kunnen tot uiterlijk het einde van het betreffende begrotingsjaar worden genomen. Het bepaalde in lid 3, lid 4 en lid 5 is daarbij van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    Het algemeen bestuur kan in afwijking van lid 6 begrotingswijzigingen direct vaststellen indien de begrotingswijziging niet rechtstreeks leidt tot verhoging van de bijdragen van de deelnemers.

  • 8.

    De bijdrage wordt voor alle gemeenten bepaald naar het aantal inwoners, tenzij het algemeen bestuur anders besluit. Voor de vaststelling van het inwoneraantal wordt uitgegaan van het inwoneraantal (CBS-gegevens) op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

De gemeenten betalen de volledige bijdrage van de in het 8e lid bedoelde bijdrage jaarlijks vóór 1 april van het betreffende jaar.

Artikel 19 Jaarrekening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur zendt uiterlijk 15 april de jaarstukken over het afgelopen kalenderjaar, met het voorstel tot bestemming van het jaarresultaat, voordat zij ter vaststelling aan het algemeen bestuur worden aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De raden kunnen binnen acht weken na toezending van de jaarstukken en het voorstel tot resultaatbestemming, hun zienswijzen daarover naar voren brengen. Het dagelijks bestuur legt op basis van ontvangen zienswijzen het definitieve voorstel ter vaststelling van de jaarstukken en resultaatbestemming voor aan het algemeen bestuur en neemt voor het vaststellen een termijn van 14 dagen in acht.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor de jaarstukken gelden, toe aan gedeputeerde staten en de raden.

Hoofdstuk 9 Het Archief

Artikel 20 Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de regio, overeenkomstig een door het algemeen bestuur met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995, vast te stellen verordening.

  • 2.

    De netwerkmanager is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden overeenkomstig de door het dagelijks bestuur vast te stellen nadere regels.

Hoofdstuk 10 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 21 Toetreding

  • 1.

    Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van het college van de toetredende gemeente en het algemeen bestuur, doch slechts als alle gemeenteraden daarmee instemmen.

  • 2.

    Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding en kan aan die toetreding voorwaarden verbinden

  • 3.

    De toetreding gaat in op de in het toetredingsbesluit genoemde datum.

Artikel 22 Uittreding

  • 1.

    Een college kan uittreden door het algemeen bestuur een daartoe strekkend besluit toe te zenden. Het algemeen bestuur besluit over de voorwaarden waaronder de uittreding geëffectueerd kan worden en regelt de financiële en overige voorwaarden.

  • 2.

    Tenzij het algemeen bestuur anders bepaalt, kan uittreding niet eerder plaatsvinden dan tegen 31 december van het kalenderjaar volgend op de datum van het in het eerste lid bedoelde uittredingsbesluit.

  • 3.

    Onder de financiële voorwaarden als bedoeld in lid 1 wordt verstaan: desintegratiekosten met een berekeningsbasis van 3 jaren volgend op de daadwerkelijke datum van uittreding als bedoeld in lid 2. Het uittredende college heeft het recht de berekening extern te laten toetsen.

  • 4.

    Een geschil kan op grond van artikel 28 van de wet worden voorgelegd aan gedeputeerde staten.

Artikel 23 Wijziging

  • 1.

    Het algemeen bestuur brengt een voorstel tot wijziging van deze gemeenschappelijke regeling in procedure bij de deelnemers.

  • 2.

    De gemeenschappelijke regeling wordt gewijzigd indien de colleges daartoe, met toestemming van de raden, eensluidend besluiten.

Artikel 24 Opheffing

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan een voorstel tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling voorleggen aan de deelnemers. Het voorstel tot opheffing is voorzien van een concept-liquidatieplan.

  • 2.

    Opheffing van de gemeenschappelijke regeling vindt plaats door een daartoe strekkend besluit van alle deelnemende bestuursorganen, voorzien van toestemming van de raden.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt het liquidatieplan vast. Alvorens tot vaststelling over te gaan stelt het algemeen bestuur de raden in de gelegenheid hun zienswijze over het concept naar voren te brengen.

  • 4.

    Het liquidatieplan regelt in ieder geval:

    • a.

      de wijze waarop de deelnemers verplicht zijn bij te dragen in de financiële gevolgen van opheffing;

    • b.

      de wijze waarop de rechten en plichten van het openbaar lichaam worden verdeeld over de deelnemers;

    • c.

      de gevolgen van de opheffing voor het personeel.

  • 5.

    Bij de ontbinding van het openbaar lichaam in verband met de opheffing van de regeling of anderszins, blijft het lichaam voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van het vermogen noodzakelijk is.

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 25 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd en treedt in werking per 1 januari 2019, nadat de regeling op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

  • 2.

    De wettelijk voorgeschreven bekendmaking van deze regeling zoals bedoeld in artikel 26, lid 2 van de wet, geschiedt door de gemeente Gorinchem.

  • 3.

    Tenminste tweejaarlijks vindt een evaluatie van de gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden plaats op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze.

Artikel 26 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeenschappelijke Regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2019’

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Giessenlanden in de vergadering van 2 oktober 2018

De loco-secretaris, De burgemeester,

F. Jonker R.E.C. Reynvaan-Jansen

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Gorinchem in zijn vergadering van 11 december 2018

De secretaris, De burgemeester,

C.E. Bos R.W.J. Melissant-Briene

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Leerdam in zijn vergadering van

De secretaris, De burgemeester,

N. van Ameijde-Poortman T.P.J. Bruinsma

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Molenwaard in zijn vergadering van 2 oktober 2018

De loco-secretaris, De burgemeester,

F. Jonker D.R. van der Borg

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Zederik in zijn vergadering van 18 september 2018

De secretaris, De burgemeester,

N. van Ameijde-Poortman A.F. Bonthuis

Mede ondertekend door de gemeente Vianen,

De secretaris, De burgemeester,

N. van Ameijde-Poortman W.G. Groeneweg