Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR619052
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR619052/1
Regeling vervallen per 01-01-2020
Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2019
Geldend van 28-12-2018 t/m 31-12-2019
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2019De raad van de gemeente Wijchen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019
(“Verordening Reinigingsheffingen 2019”)
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
- b.
‘Zelfstandige wooneenheid in een woon-zorgcomplex’: een zelfstandige woning waarbij voor alle zorg omtrent wonen alsmede zorg een overeenkomst is afgesloten met een woon-zorgverlener en die als zodanig is aangewezen door het college.
- c.
‘Bedrijfsafval’: afval vergelijkbaar met huishoudelijk afval, niet zijnde grof bedrijfsafval.
- d.
‘Grof bedrijfsafval’: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam `afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
-
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en de artikelen 1.2.1.1 t/m 1.2.1.3 uit hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. De belasting bedoeld in de artikelen 1.2.2.1 en 1.2.2.2 uit hoofdstuk 1.2 en de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel verschuldigd voor elke volle maand in dat jaar c.q. de periode genoemd in de tarieventabel, die nog resteert na de aanvang van de belastingplicht.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel voor elke volle maand in dat jaar c.q. de periode genoemd in de tarieventabel. die nog resteert na de einde van de belastingplicht.
-
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
-
5. De belasting bedoeld in de artikelen 1.2.1.1 t/m 1.2.1.3 van hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening en wordt geheven na afloop van het belastingjaar.
-
6. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belasting.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9 eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 7 eerste lid, worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt – ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag biljet verenigde aanslagen meer is dan € 45,-- met een maximum van € 3.000,-- en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag –, dat:
- a.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;
- b.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- a.
-
3. In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,-- of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
4. Voor aanslagen, waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, is geen automatische incasso mogelijk en is de betalingstermijn als onder lid 1 van toepassing.
-
5. De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7 tweede lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving
- a.
-
6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend op grond van uitvoeringsregeling invorderingswet 1990. De kwijtschelding is alleen van toepassing op de belasting bedoeld in artikel 1.1.1. van de tarieventabel.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 11 Belastbaar feit
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 12 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 14 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar in tijdvakken worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar
Artikel 15 Wijze van heffing
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 en hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
-
2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 2.1. van de tarieventabel verschuldigd voor elke volle maand in dat jaar c.q. de periode genoemd in de tarieventabel. die nog resteert na de aanvang van de belastingplicht.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 2.1. van de tarieventabel voor elke volle maand in dat jaar c.q. de periode genoemd in de tarieventabel. die nog resteert na het einde van de belastingplicht.
-
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
-
5. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening en worden geheven na afloop van het belastingjaar.
-
6. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reinigingsrecht of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 17 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingsweg 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 15 eerste lid, worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 45,-- maar minder is dan € 3.000,-- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:
- a.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;
- b.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- a.
-
3. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder bedraagt dan € 45,--, en een incassomachtiging is afgegeven, het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
4. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, er geen mogelijkheid is tot automatische incasso van het verschuldigde bedrag en de betalingstermijn als bedoeld in lid 1 van toepassing is.
-
5. De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 15 tweede lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving
- a.
-
6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 18 Kwijtschelding
Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 19 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 20 Overgangsrecht
De ‘Verordening reinigingsheffingen 2018', vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2017 en gewijzigd bij raadsbesluit van 26 april 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 21, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 21 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
Artikel 22 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als `Verordening reinigingsheffingen 2019’.
Ondertekening
Aldus besloten door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 20 december 2018,
De voorzitter,
De griffier,
Tarieventabel 2019
behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2019”.
Algemeen De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. |
||
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing |
||
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse c.q. periodieke tarieven afvalstoffenheffing |
||
1.1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar |
€ 160,00 |
1.1.2 |
De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra (=boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt): |
|
1.1.2.1 |
1 extra restafval container per belastingjaar met |
€ 50,00 |
1.1.2.2 |
1 extra gft container, per belastingjaar met |
€ 50,00 |
1.1.3 |
de belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt, voor een zelfstandige wooneenheid in een woon-zorgcomplex met collectieve inzamelvoorziening vermeerderd met een vast bedrag. Dit bedrag komt in plaats van de belasting als bedoeld in artikel 1.2.1.3 |
€ 54,24 |
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing |
||
1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per: |
|
1.2.1.1 |
lediging van een container voor restafval, inhoud 140 liter |
€ 3,85 |
1.2.1.2 |
lediging van een container voor restafval, inhoud 240 liter |
€ 6,61 |
1.2.1.3 |
inworp in een ondergrondse verzamelcontainer voor restafval |
€ 1,13 |
1.2.2 |
De heffing voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op de milieustraat bedraagt: |
|
1.2.2.1 |
voor afval uit de categorie “gratis” |
€ 0,00 |
1.2.2.2 |
voor afval uit de categorie “betaald”: |
|
1.2.2.2.1 |
de eerste 250 kg betaald afval die wordt aangeboden met de afvalpas |
€ 0,00 |
1.2.2.2.2 |
per kg boven het aanbod als bedoeld in artikel 1.2.2.2.1 |
€ 0,14 |
De gratis en betaalde afvalstromen bij de milieustraat zijn aangegeven in de bijlage bij deze tarieventabel |
||
Hoofdstuk 1.3 Overige bepalingen |
||
1.3.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen: |
|
1.3.1.1 |
per aanvraag |
€ 25,00 |
1.3.1.2 |
de belasting bedoeld in artikel 1.3.1.1 wordt vermeerderd met een bedrag per kg van |
€ 0,16 |
1.3.2 |
Het omwisselen van een container, per container: |
€ 25,00 |
1.3.3.1 |
Voor het vervangen van de combinatiepas voor de milieustraat en ondergrondse restafvalsystemen, bij verlies of diefstal |
€ 10,00 |
1.3.3.2 |
Voor het vervangen van de afvalpas voor de milieustraat bij verlies of diefstal |
€ 10,00 |
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten |
||
Hoofdstuk2.1 Maatstaven en jaarlijkse c.q. periodieke tarieven reinigingsrechten |
||
2.1.1 |
Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval, zijnde vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt per belastingjaar |
€ 160,00 |
2.1.2 |
Het recht als bedoeld in onderdeel 2.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar, of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van |
|
2.1.2.1 |
maximaal een éxtra restafval container |
€ 50,00 |
2.1.2.2. |
gft container, per extra gft container per belastingjaar met |
€ 50,00 |
Hoofdstuk 2.2 Maatstaven en overige tarieven reinigingsrechten |
||
2.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1. bedraagt het recht per: |
|
2.2.1.1 |
lediging van een container voor restafval, inhoud 140 liter |
€ 3,85 |
2.2.1.2 |
lediging van een container voor restafval, inhoud 240 liter |
€ 6,61 |
2.2.1.3 |
inworp in een ondergrondse verzamelcontainer voor restafval |
€ 1,13 |
Paragraaf 2.3 Overige bepalingen |
||
2.3.1 |
Het omwisselen van een container, per container: |
€ 25,00 |
2.3.2 |
Voor het vervangen van een pas voor de ondergrondse container bij verlies of diefstal |
€ 10,00 |
Bijlage gratis en betaalde afvalsoorten milieustraat Bijsterhuizen
Gratis afvalsoorten |
|
Asbest |
Afval waarin zich asbest bevindt. Hiervoor gelden aanlevervoorwaarden. |
Autobanden |
Banden met of zonder velg met een doorsnede van maximaal 1.20m en afkomstig van personenwagens, caravans en aanhangers. |
Frituurvet |
Frituurvet of -olie aanbieden in een handzame verpakking. Bijvoorbeeld in de originele verpakking of in een andere afgesloten verpakking. |
Gasflessen, brandblussers en overige drukhouders |
|
Glas (verpakkingsglas) |
Lege glasverplakkingen zoals flessen en potten. Géén keramiek, spaarlampen, TL-lampen of spiegels |
Glas (vlakglas) |
Alléén het glas, ontdaan van kozijnen en kitresten. |
Herbruikbare goederen |
Goederen die geschikt zijn voor de kringloopwinkel. |
Hout |
Hout dat niet geïmpregneerd is. |
Harde kunststoffen |
Zoals kunststof tuinmeubelen en emmers. |
Klein Chemisch Afval (KCA) |
Huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die gevaarlijk zijn voor het milieu en uw gezondheid. Zoals o.a. batterijen, bestrijdingsmiddelen, spaarlampen, TL-lampen, medicijnen, verf enz. |
Matrassen |
Alleen droge en schone matrassen |
Metalen |
Metaal of metalen onderdelen, maar geen elektrische en elektronische apparatuur. |
Huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon is. |
|
Plastic verpakkingsafval (plastic+) |
Plastic verpakkingsafval inclusief drankenkartons en blik |
Snoeiafval |
Tuinafval dat vrijkomt bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etc. |
Textiel |
Schone kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen, maar geen tapijt |
Wit- en bruingoed |
Alle elektr(on)ische apparaten zoals koelkasten, computers, magnetrons, vaatwassers etc. |
Piepschuim (EPS) |
Witte, schuimachtige, lichte en brosse kunststof die gebruikt wordt als verpakkingsmateriaal (niet vervuild). |
Betaalde afvalsoorten |
|
Bouw- en sloopafval |
Overig bouw- en sloopafval zoals gasbetonblokken, gips, parketschuursel en isolatiematerialen. |
Dakbedekking |
Dakbedekkingsmateriaal als bitumen, dakleer, dakisolatie, asfaltpapier en dakgrind. |
Gips |
Alléén schone gipsplaten (zonder behang of andere toegevoegde materialen) |
Grof huishoudelijk restafval |
Volumineus of zwaar huishoudelijk afval, zoals matrassen, laminaat, meubilair, vloerbedekking. |
Grond |
Niet verontreinigde grond. U kunt maximaal 1,5 m3 per keer wegbrengen. |
Hout (verduurzaamd) |
Hout dat is geïmpregneerd. U kunt dit herkennen aan de groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout. |
Puin |
Harde steenachtige materialen zoals steenpuin, bakstenen, beton en dakpannen, kalkzandsteen, porisostenen, porselein, keramiek en tegels. |
Restafval |
Klein huishoudelijk restafval. |
De Griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl