Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR619046
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR619046/2
WEGSLEEPVERORDENING GEMEENTE BRUMMEN 2019
Geldend van 01-01-2019 t/m heden
Intitulé
WEGSLEEPVERORDENING GEMEENTE BRUMMEN 2019Kenmerk Z028170/D289300
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 met kenmerk Z027957 – D289304;
Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
Gehoord het behandeladvies van Samenleving/Bestuur/Financiën van 06 december 2018;
Overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
HEEFT BESLOTEN:
1. De wegsleepverordening gemeente Brummen vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- b.
wet: de Wegenverkeerswet 1994;
- c.
besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;
- d.
voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder a 1 RVV 1990;
- e.
motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;
- f.
het college: het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden
- 1.
Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: het terrein van Wolves Autoberging BV, IJsseldijk 4C (navigatie Ecofactorij 3b) te Apeldoorn.
- 2.
De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats worden in de door het college in de beleidsregels vastgesteld.
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
- 1.
De kosten van het overbrengen en bewaren van een voertuig en loze ritten zijn vermeld in de tarieventabel behorende bij de legesverordening.
- 2.
Aanpassing van de tarieven vind jaarlijks plaats. Hierbij wordt rekening houden met de kostendekkendheid en de inflatiecorrectie.
Artikel 5 Beleidsregels
Het college stelt Beleidsregels vast waarin de uit te voeren taken en de daarbij behorende verantwoordelijkheden nader worden geregeld.
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treed in werking op 1 januari 2019 of op de achtste dag na bekendmaking van het vaststellingsbesluit.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening gemeente Brummen 2019.
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 20 december 2018.
De raad van de gemeente Brummen,
De griffier, A.R.M. Nengerman
De voorzitter A.J. van Hedel
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven die diverse malen in deze verordening terugkomen. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
Ad d Voertuig
Het begrip “Voertuig, zoals in artikel 1, onder a1 RVV 1990 is omschreven, is ruim.
Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook (brom(fietsen, invalidenvoertuigen en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve over de werking van deze wegsleepregeling.
Ook in de APV is een bepaling opgenomen over het verwijderen van fietsen, e.d. van de openbare weg.
Die bepaling ziet meer op de openbare orde en veiligheid en uiterlijk aanzien. De bepaling in deze verordening ziet strikt op de wegenverkeerswetgeving, terwijl de bepalingen in de APV deze regeling als het ware aanvullen.
Ad e Motorvoertuig
Het begrip motorvoertuig is apart omschreven omdat artikel 5 van deze verordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.
De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welk soort van wegen en weggedeelten het kan gaan. Zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.
Het is aan de Raad om in deze Wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken.
In de tekst van deze verordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen. Een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten en behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen en voertuigen, en zijn aangewezen in de wegsleepverordening.
Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat een parkeerovertreding niet zonder meer kan leiden tot wegslepen. Per geval zal moeten worden beoordeeld of het gaat om een wegsleepwaardige situatie. Als een voertuig midden in de nacht op een laad- of loshaven geparkeerd staat, terwijl alle winkels gesloten zijn, dan kan normaal gesproken geen sprake zijn van wegslepen. Een dergelijk optreden is gezien de overreding in het algemeen buiten proportie. Wegslepen zou eerst dan in de rede liggen, wanneer de winkels weer opgaan of enige tijd daarvoor en het betrokken voertuig nog altijd fout geparkeerd staat.
Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden
Gelet op artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet de bewaarplaats van de voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.
Daarnaast moet de bewaarplaats goed bereikbaar zijn. In dit verband kan gedacht worden aan bereikbaar per openbaar vervoer.
De gemeente wenst het overbrengen en in bewaring stelling van voertuigen niet zelf uit te voeren maar aan een bedrijf uit te besteden. Daartoe zal met dit bedrijf een wegsleep- en bewaarovereenkomst worden aangegaan.
De openingstijden worden door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat de openingstijden ruim dienen te zijn, waaronder een avond- en weekendopstelling. Openstelling van de bewaarplaats alleen tijdens werkdagen is in onze ogen onvoldoende klantgericht.
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten kosten, die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening gebracht kunnen worden. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiele kosten, die direct verband houden met het wegslepen enz., maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet, vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, alsmede renteverlies, WA-verzekeringen e.d.
In deze verordening hoeven de kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard moeten de opgenomen koste wel in overeenstemming zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan.
Artikel 5 Beleidsregels
Bij beleidsregels moet bijvoorbeeld gedacht worden aan procedure- en instructieregels.
Ondertekening
Bijlage behorend bij de toelichting op de Wegsleepverordening 2019
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en in bewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
Plaats op de weg
- a.
een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidevoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990).
Laten stilstaan
- b.
een voertuig is tot stilstand gebracht:
- 1.
op een kruispunt, rotonde of een overweg;
- 2.
op een fietsstrook of rijbaan langs een fietsstrook;
- 3.
op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;
- 4.
in een tunnel;
- 5.
bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;
- 6.
op de rijbaan langs een busstrook;
- 7.
op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;
- 8.
langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;
- -
op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of- behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
- c.
een voertuig is geparkeerd:
- 1.
bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;
- 2.
voor een inrit of uitrit;
- 3.
buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;
- 4.
langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;
- 5.
op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;
- 6.
binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;
- 7.
op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;
- 8.
zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld;
- -
(Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
- d.
een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon;
(Zie artikel 82 RVV 1990.)
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
- e.
een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.
(Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel.)
Toelichting
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.
In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.
In onderdeel b gaat het om overtreding van he bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.
In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en in bewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
- a.
op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse ene parkeerverbod geldt;
- b.
op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;
- c.
op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:
- -
het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen; - het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;
- -
het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;
- d.
op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;
- e.
op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:
- -
tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;
- -
tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;
- -
die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;
- f.
op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;
- g.
op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;
- h.
op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;
- i.
in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren.
Toelichting
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegeverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot met i nader aangeduid.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl