VERORDENING OPPLUSSEN WOONGEBOUWEN PURMEREND

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

VERORDENING OPPLUSSEN WOONGEBOUWEN PURMEREND

De raad van de gemeente Purmerend,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2018,

B E S L U I T:

Vast te stellen de VERORDENING OPPLUSSEN WOONGEBOUWEN PURMEREND

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    opplussen: het realiseren van maatregelen gericht op het beter toegankelijk maken van woongebouwen voor ouderen en voor mensen met een lichte functiebeperking;

  • b)

    project: uitvoering van een concreet en voor realisering gereed plan in het kader van opplussen;

  • c)

    oppluspakket: maatregelen die betrekking hebben op de toegankelijkheid van het woongebouw;

  • d)

    maatregelen: op basis van het project door te voeren aanpassingen ten behoeve van de toegankelijkheid van de entreeruimte, lift(en) en overige algemene verkeersruimten;

  • e)

    woningcorporatie: een in de huursector toegelaten instelling als bedoeld in artikel 18a van de Woningwet;

  • f)

    VVE: een vereniging van eigenaren van koopappartementen in een woongebouw;

  • g)

    woongebouw: complex van appartementen, waarin beschikt kan worden over één of meer liften.

Artikel 2 Doelgroep en reikwijdte verordening

Burgmeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van het opplussen met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie te verlenen aan:

a) woningcorporaties;

b) VVE’s.

Artikel 3 Subsidieplafond en prioritering

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor het desbetreffende jaar voor op grond van deze verordening te verstrekken subsidies.

  • 2. Burgemeester en wethouders behandelen de ingediende aanvragen op volgorde van dag van ontvangst.

Artikel 4 De subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door een woningcorporatie of VVE en bestaat uit het indienen van een volledig ingevuld aanvraagformulier, vast te stellen door burgemeester en wethouders, met de daarop gevraagde bijlagen.

  • 2. Burgemeester en wethouders besluiten binnen 13 weken na de dag waarop de complete aanvraag inclusief bijlagen is ontvangen. Burgemeester en wethouders kunnen hun besluit voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Door de subsidieontvanger wordt schriftelijk aan burgemeester en wethouders gemeld, dat het project feitelijk start op een aangegeven datum, waarna aan de subsidieontvanger een voorschot van 50 procent van de verleende subsidie wordt verstrekt.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders kunnen weigeren een subsidie te verlenen indien:

  • a)

    de subsidieaanvrager niet tot de in artikel 2 genoemde doelgroep behoort of

  • b)

    aanvrager niet voldoende concreet bevestigt, wanneer met het project wordt aangevangen en op welke datum dit gereed is.

Artikel 6 Subsidiecriteria en hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op maatregelen als omschreven in artikel 1 d.

  • 2. De subsidie kan slechts worden verleend, als de bij het project betrokken woningen deel uitmaken van een woongebouw, dat eigendom is van een woningcorporatie of van een VVE.

  • 3. De subsidie kan slechts worden verleend als het woongebouw, waar het zich op richt, ten tijde van de indiening van de subsidieaanvraag ouder is dan 10 jaar.

  • 4. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de door burgemeester en wethouders aanvaarde investeringskosten.

  • 5. Bij het bepalen van de hoogte van de aanvaarde investeringskosten wordt uitgegaan van minimaal twee door de aanvrager aan te leveren offertes.

Artikel 7 Verplichtingen van subsidieontvanger en vaststelling van de subsidie

  • 1. Binnen 13 weken na voltooiing van het project dient de subsidieontvanger een schriftelijke gereed melding in bij de gemeente. De gereed melding is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 2. Na controle van de stand van zaken van het project gaan burgemeester en wethouders over tot vaststelling van de subsidie.

  • 3. Binnen 13 weken na ontvangst de gereed melding beslissen burgemeester en wethouders of zij met de gereed melding instemmen en stellen zij de subsidie vast. Burgemeester en wethouders kunnen hun besluit voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van een rechtvaardige subsidieverlening zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019. Indien deze verordening wordt gepubliceerd na 1 januari 2019, treedt deze inwerking een dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 10 Aanhalingstitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening opplussen Purmerend 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 20 december 2018,

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting Verordening opplussen woongebouwen Purmerend

Artikel 4 De subsidieaanvraag

Bij een subsidieaanvraag worden in ieder geval de volgende bijlagen verstrekt:

  • documentatie van de voorgenomen maatregelen;

  • een begroting van het project bestaande uit een overzicht van geraamde inkomsten en uitgaven aangevuld met minimaal twee offertes;

  • een opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen voor subsidie of vergoeding ten behoeve van hetzelfde project, inclusief vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvragen;

  • een tijdsplanning;

  • indien voor de eerste maal op grond van deze verordening een subsidie wordt aangevraagd: een afschrift van de voor de aanvrager geldende statuten.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

 

Artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht bevat de bepaling, dat subsidie wordt geweigerd, als door verstrekking van subsidie het subsidieplafond (artikel 3 van deze verordening) wordt overschreden.

 

Artikel 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger en vaststelling van de subsidie

 

Vatstelling van de subsidie geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Eventuele terugvordering, als de subsidie lager wordt vastgesteld, geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

 

Op grond van deze hardheidsclausule kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken.