Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2018

Geldend van 01-01-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2018

De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam

overwegende dat het gewenst is om een tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke, sociale, sportieve en culturele activiteiten van kinderen van ouders met een laag inkomen bij verordening te regelen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de volgende:

Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      kind: het minderjarige schoolgaande kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, voor wie de aanvrager aanspraak kan maken op kinderbijslag;

    • b.

      activiteiten: activiteiten die de mogelijkheden van kinderen om mee te doen in de maatschappij bevorderen, en die kinderen, waar nodig, uit hun sociaal isolement halen;

    • c.

      tegemoetkoming: het bedrag dat ouders kunnen aanvragen om de kosten voor maatschappelijke participatie voor hun kinderen te bekostigen;

    • d.

      inkomen: het inkomen, bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de Participatiewet;

    • e.

      vermogen: het in aanmerking te nemen vermogen, bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet;

    • f.

      bijstandsnorm: de norm, bedoeld in artikel 5, onder c, van de Participatiewet;

    • g.

      minnelijke schuldregeling: een overeengekomen schuldenaflossingstraject tussen schuldenaar en schuldeiser(s);

    • h.

      WSNP-traject: een schuldsaneringstraject conform de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • i.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Maassluis, Vlaardingen of Schiedam;

    • j.

      wet: Participatiewet;

    • k.

      externe partij: een partij die op grond van een overeenkomst met Stroomopwaarts belast is met het uitvoeren van de regelingen voor de maatschappelijke participatie van Kinderen, zoals Stichting Leergeld en het Jeugdfonds Sport en Cultuur.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel en reikwijdte

Deze verordening heeft ten doel het bevorderen van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. De bevordering van maatschappelijke participatie van kinderen wordt vormgegeven door de deelname aan activiteiten op het gebied van onderwijs, sport en cultuur te stimuleren.

  • 2. Het college kan in nadere regels bepalen voor welke activiteiten op het gebied van onderwijs, sport en cultuur een tegemoetkoming kan worden verstrekt, hoe hoog deze tegemoetkoming is en de wijze waarop deze betaald wordt.

  • 3. Het college kan de activiteiten en de hoogte van de tegemoetkoming jaarlijks aanpassen.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. Het college verstrekt een tegemoetkoming in de kosten als de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      zijn inkomen bedraagt ten hoogste 120% procent van de toepasselijke bijstandsnorm, en

    • b.

      hij heeft geen vermogen boven de vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid wordt de tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie ook verstrekt aan ouders die deelnemen aan een minnelijke schuldregeling of WSNP-traject en die daardoor een feitelijk beschikbaar inkomen hebben dat niet hoger is dan de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college geen tegemoetkoming in de kosten

    • a.

      voor zover de aanvrager voor de activiteiten reeds een vergoeding op grond van een andere regeling of voorziening ontvangt,

    • b.

      indien de kosten van de activiteiten zijn afgestemd op de hoogte van het inkomen.

Artikel 5 Peuterspeelzaal

Het college verstrekt een tegemoetkoming in de kosten van de ouderbijdrage die verschuldigd is voor het gebruik van een erkende peuterspeelzaal voor inwoners van de gemeente Vlaardingen of Schiedam.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend op aanvraag, gericht aan de externe partij.

  • 2. Voor een tegemoetkoming in de kosten voor de peuterspeelzaal geldt dat de aanvraag gericht moet zijn aan het college van de woonplaats van de aanvrager.

  • 3. De externe partij bepaalt de locatie en manier van aanvragen.

  • 4. De aanvraag moet worden gedaan voordat de kosten zijn gemaakt.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepaling in artikel 4 van deze verordening, voor zover de toepassing hiervan leidt tot een onbillijkheid.

Artikel 8 Inwerkingtreding nieuwe verordening en intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019 en werkt terug tot 1 januari 2018 met uitzondering van artikel 5.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding volgens het tweede lid wordt de Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2016 ingetrokken.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

De griffier, de voorzitter,

Maassluis in de vergadering d.d. [datum].

de griffier de voorzitter,

dr. T.J. Haan

Aldus vastgesteld door

van Vlaardingen in de vergadering d.d. [datum].

de griffier, de voorzitter,

E.R.M. Hesen mr. A.M.M Jetten MSc

Aldus vastgesteld door

van Schiedam in de vergadering d.d. 11 december 2018

de griffier, de voorzitter,

J.W. Scherpenzeel C.H.J. Lamers

Toelichting bij de Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2018

Algemene toelichting

De colleges van burgemeester en wethouders van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam vinden maatschappelijke deelname van kinderen essentieel om armoede in gezinnen tegen te gaan. Zij moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Kinderen stimuleren actief te worden en te blijven en zich sociaal te blijven ontwikkelen, helpt hen deel te nemen aan de maatschappij en vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om later een betaalde baan te vinden. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Begripsomschrijvingen

Begrippen die niet reeds in de Participatiewet of Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn gedefinieerd zijn hier omschreven.

Artikel 2Doel en reikwijdte

In dit artikel is de doelomschrijving vastgelegd. De gemeenteraad geeft in de verordening invulling aan het begrip maatschappelijke participatie.

Artikel 3Activiteiten

Het college heeft de bevoegdheid om in nadere regels te bepalen voor welke activiteiten een tegemoetkoming wordt verstrekt.

Artikel 4Voorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden vastgelegd waaraan de aanvrager moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de activiteiten die in de nadere regels worden vastgesteld.

Het derde lid onder a geeft aan dat het college geen tegemoetkoming verstrekt als de aanvrager al via een andere regeling of voorziening een tegemoetkoming ontvangen heeft voor dezelfde activiteiten.

Het derde lid onder b wordt een weigeringsgrond genoemd, die te maken heeft met het feit dat deze verordening een vangnetkarakter heeft. Als er al een andere voorziening is, dan is er in beginsel geen plaats voor verstrekking van een tegemoetkoming (uitgezonderd de ouderbijdrage voor peuterspeelzalen).

Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan de Rotterdampas. Daarmee kan tegen gereduceerd tarief worden deelgenomen aan diverse sociaal-¬culturele activiteiten e.d. Voor de aanschaf van de pas betaalt men een bedrag dat afhankelijk is van het inkomen. De aanschaf van de pas wordt niet vergoed via het de regeling maatschappelijke participatie kinderen MVS.

Artikel 5 Peuterspeelzaal

Dit artikel regelt de mogelijkheid voor inwoners van de gemeente Vlaardingen en Schiedam tot vergoeding van de kosten van de ouderbijdrage van de peuterspeelzaal.

Het tweede lid geeft aan dat de vergoedingen voor de peuterspeelzaal voor de inwoners van de gemeente Schiedam niet terug werken tot 1 januari 2018. Vergoedingen voor de peuterspeelzaal voor burgers in gemeente Schiedam zijn pas mogelijk vanaf 1 januari 2019.

De gemeente Maassluis heeft geen regeling voor de peuterspeelzaal.

Artikel 6Activiteiten en hoogte van de tegemoetkoming

Het is mogelijk om voor meerdere activiteiten een tegemoetkoming te ontvangen. Daarbij gelden de regels die in de nadere regels worden vastgesteld. De ondersteuning heeft het karakter van het verstrekken van een voorziening in plaats van het geven van een financiële verstrekking .

De vorm van de tegemoetkoming wordt door het college vastgesteld. Dit kan zijn het verstrekken van een budget of een voorziening in natura.

Doordat het college heeft besloten om voorzieningen voor kinderen te laten uitvoeren door externe partijen kan de wijze van aanvragen verschillen. Een aanvraag voor een vergoeding eigen bijdrage peuterspeelzaal wordt wel bij het college ingediend.

Vooraf aan de aanvraag gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 7Hardheidsclausule

Omdat het denkbaar is dat in individuele gevallen de toepassing van deze verordening, vanuit het perspectief van het doel ervan, leidt tot een onredelijke uitkomst, is een hardheidsclausule opgenomen, die de afwijkingsmogelijkheid beperkt tot ‘een onbillijkheid van overwegende aard’. Daarvan is bij uitzondering sprake. De aanvrager die op deze afwijkingsmogelijkheid beroep doet, dient feiten en omstandigheden aan te dragen, waaruit kan worden afgeleid dat er sprake is van een dergelijke hardheid. De bewijsplicht rust op de aanvrager.

Artikel 8Intrekken nieuwe verordening en oude verordening

De Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2016 vervalt met de ingangsdatum van de Verordening Maatschappelijke participatie kinderen 2018.

Artikel 9Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.