11 Regeling kleding

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

11 Regeling kleding

Inhoudsopgave

· Artikel 1 Definitie belanghebbende

· Artikel 2 Soorten kleding

· Artikel 3 Criteria verstrekking

· Artikel 4 Aard verstrekkingen

· Artikel 5 Bepalingen verstrekkingen

· Artikel 6 Inventarisgoederen

· Artikel 7 Draagtijd verstrekking

· Artikel 8 Verlenging draagtijd

· Artikel 9 Bepalingen draagtijd

· Artikel 10 Onderhoud/reiniging

· Artikel 11 Bepalingen draagplicht

Artikel 1 Definitie belanghebbende

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder belanghebbende:

· de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder a, van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 2 Soorten kleding

Deze verordening verstaat onder:

a. Dienstkleding:

de in hoofdstuk kledingverstrekking genoemde kledingstukken, deel uitmakende van uniform- en bedrijfskleding, alsmede de door de dienstdirecteur aangewezen verstrekkingen als inventarisgoed;

b. Uniformkleding:

de van dienstonderscheidingen, uitmonstering of rangonderscheidingen voorziene kleding;

c. Bedrijfskleding:

de in hoofdstuk kledingverstrekking genoemde kledingstukken niet zijnde uniformkleding, welke bestemd zijn te worden gedragen in de uitoefening van de dienst en die als zodanig, voor zover mogelijk zijn gemerkt;

d. Inventarisgoederen:

de ter bescherming van eigen burgerkleding, bedrijfskleding en / of vanwege de gezondheid als zodanig door de dienstdirecteur aangewezen kleding- en uitrustingstukken, waarvan een beperkt aantal aanwezig zijn in de werkplaats of op het terrein, waar de werkzaamheden worden verricht en welke worden gedragen door personen, die het werk verrichten;

e. Kostprijs:

de aanschaffingsprijs, welke al dan niet bij gelijktijdige aanschaffing van grote hoeveelheden per kledingstuk bij de leverancier moet worden betaald.

Artikel 2 Soorten kleding

Lid 1

Aan belanghebbenden, wier functie is vermeld in hoofdstuk kledingverstrekking, kan van gemeentewege ten behoeve van de uitoefening van hun dienst dienstkleding worden verstrekt tot maximaal de omvang en de aantallen als is aangegeven in het hoofdstuk kledingverstrekking, met vermelding van de minimum draagtijden;

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde verstrekkingen zijn beperkt tot hen:

a. Wier burgerkleding als gevolg van de te verrichten werkzaamheden aan meer dan normale slijtage onderhevig is;

b. Wier functie een zodanig representatief karakter draagt, dat aan hun kleding bijzondere eisen moeten worden gesteld;

c. Die de werkzaamheden, waarmede zij zijn belast, met het oog op hun gezondheid niet kunnen verrichten anders dan met extra beschermende kledingstukken, één en ander met dien verstande, dat geen bedrijfs- of uniformkleding wordt verstrekt aan hen, die belast zijn met werk van kennelijk tijdelijk karakter of van wie kan worden aangenomen, dat zij op korte termijn de dienst zullen verlaten.

Lid 3

De beslissing of een situatie aanwezig is, als bedoeld in het tweede lid, en op die grond tot gehele of gedeeltelijke verstrekking, als bedoeld in het eerste lid, kan worden overgegaan, berust bij burgemeester en wethouders.

Artikel 3 Criteria verstrekking

Lid 1

Aan belanghebbenden, wier functie is vermeld in hoofdstuk kledingverstrekking, kan van gemeentewege ten behoeve van de uitoefening van hun dienst dienstkleding worden verstrekt tot maximaal de omvang en de aantallen als is aangegeven in het hoofdstuk kledingverstrekking, met vermelding van de minimum draagtijden;

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde verstrekkingen zijn beperkt tot hen:

a. Wier burgerkleding als gevolg van de te verrichten werkzaamheden aan meer dan normale slijtage onderhevig is;

b. Wier functie een zodanig representatief karakter draagt, dat aan hun kleding bijzondere eisen moeten worden gesteld;

c. Die de werkzaamheden, waarmede zij zijn belast, met het oog op hun gezondheid niet kunnen verrichten anders dan met extra beschermende kledingstukken, één en ander met dien verstande, dat geen bedrijfs- of uniformkleding wordt verstrekt aan hen, die belast zijn met werk van kennelijk tijdelijk karakter of van wie kan worden aangenomen, dat zij op korte termijn de dienst zullen verlaten.

Lid 3

De beslissing of een situatie aanwezig is, als bedoeld in het tweede lid, en op die grond tot gehele of gedeeltelijke verstrekking, als bedoeld in het eerste lid, kan worden overgegaan, berust bij burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Aard verstrekkingen

Lid 1

De verstrekkingen, als bedoeld in artikel 3, zijn vermeld in het door burgemeester en wethouders vast te stellen regeling, dat geen bepalingen mag bevatten in strijd met deze verordening;

Lid 2

De verstrekkingen vinden plaats in de vorm van persoonlijke dienstkleding;

Lid 3

In bijzondere gevallen kan, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, bedrijfskleding worden verstrekt in de vorm van inventarisgoederen.

Artikel 5 Bepalingen verstrekkingen

Lid 1

Wegens de hun verstrekte bedrijfskleding zijn belanghebbenden een bijdrage verschuldigd, welke 25% van de kostprijs bedraagt.

Het aldus berekende bedrag wordt, met inachtneming van de voor het (de) betreffende kledingstuk(ken) vastgestelde minimum draagtijd, als vermeld in het hoofdstuk kledingverstrekking of zoveel eerder als met belanghebbende is overeengekomen, door middel van zoveel mogelijk gelijke maandelijkse kortingen op het maandsalaris of maandloon ingehouden.

Lid 2

De omstandigheid, dat de belanghebbende in een bepaalde periode geen bedrijfskleding draagt, omdat hij dan uniformkleding of inventarisgoederen in gebruik heeft, dan wel, dat hij verkeert in het geval, als bedoeld in artikel 8 heeft geen invloed op de eenmaal aangevangen inhouding;

Lid 3

Indien overeenkomstig het bepaalde in het hoofdstuk kledingverstrekking van één verstrekking twee of meer stuks zijn toegestaan, worden deze gelijktijdig verstrekt tegen gelijktijdige inhouding;

Lid 4

Uniformkleding, uniformpetten en uniformbaretten worden gratis verstrekt;

Lid 5

In afwijking van het eerste, tweede en vierde lid wordt de uniformkleding door de belanghebbenden, werkzaam bij de beroepsbrandweer, voor een deel gratis verstrekt en worden deze voor het overige deel voor eigen rekening aangeschaft, een en ander overeenkomstig de in het hoofdstuk kledingverstrekking nader bepaalde regeling; Genoemde belanghebbenden ontvangen een bij afzonderlijke verordening te regelen tegemoetkoming, welke zoveel mogelijk in overeenstemming moet zijn met de door hen te maken kosten.

Artikel 6 Inventarisgoederen

Lid 1

Inventarisgoederen kunnen worden verstrekt tot de omvang en de aantallen, als door de dienstdirecteur nodig worden geacht;

Lid 2

De verstrekte inventarisgoederen blijven het eigendom van de gemeente. Zij moeten, buiten het geval als bedoeld in artikel 4, lid 3, telkens na het beëindigen van het werk, waarvoor zij zijn verstrekt, worden ingeleverd naar door de dienstdirecteur vast te stellen regelen;

Lid 3

Voor de verstrekking van inventarisgoederen zijn belanghebbenden geen bijdragen verschuldigd.

Artikel 7 Draagtijd verstrekking

Lid 1

Het minimum draagtijden, als vermeld in het hoofdstuk kledingverstrekking, gaan in op de datum, waarop de dienstkleding door de belanghebbende is aanvaard;

Lid 2

Dienstkleding wordt door de belanghebbende geacht te zijn aanvaard, zodra deze een daartoe bestemd bewijs van ontvangst heeft getekend;

Lid 3

Veranderingen in een eenmaal aanvaarde dienstkleding geschieden voor rekening van de belanghebbende, behalve in de gevallen, waarin gewijzigde lichaamsafmetingen oorzaak zijn van het niet meer passen;

Artikel 8 Verlenging draagtijd

Lid 1

Indien de belanghebbende gedurende tenminste drie maanden om gezondheids- of andere redenen niet werkelijk dienst heeft gedaan, wordt de minimum draagtijd van de hem verstrekte dienstkleding verlengd met de niet in werkelijke dienst doorgebracht tijd;

Lid 2

Indien na het verstrijken van de minimum draagtijd de dienstdirecteur blijkens inspectie of na gedaan verzoek van de belanghebbende vervanging van dienstkleding nog niet noodzakelijk acht op grond van de omstandigheid, dat het betreffende kledingstuk nog in behoorlijke staat van bruikbaarheid en netheid verkeert, zal de draagtijd van dat kledingstuk met twaalf maanden worden verlengd;

Lid 3

Bij de toepassing van dit artikel is de belanghebbende voor de duur van de in voorgaande leden genoemde termijn van verlenging geen bijdrage verschuldigd.

Artikel 9 Bepalingen draagtijd

Lid 1

De aan de belanghebbende verstrekte dienstkleding blijft, behoudens het bepaalde in het derde lid van dit artikel en de gevallen waarin geen draagtijden zijn vermeld, het eigendom van de gemeente zolang de daarvoor vastgestelde draagtijd niet is verstreken;

Lid 2

Wanneer de draagtijd, als bedoeld in het eerste lid, is verstreken, gaat de bedrijfs- en uniformkleding zonder betaling in eigendom aan de belanghebbende over;

Lid 3

Zolang de draagtijd, als bedoeld in het eerste lid, nog niet is verstreken, wordt ingeval van overlijden of ontslag met gelijktijdige toekenning van pensioen, wachtgeld of uitkering aan de belanghebbende, de bedrijfskleding aan hem of zijn weduwe zonder betaling overgedragen, nadat de merktekenen, welke hierop door of vanwege de gemeente zijn aangebracht, zijn verwijderd;

Lid 4

Wanneer bepaalde kledingstukken, waarvan de draagtijd als bedoeld in het eerste lid nog niet is verstreken, door verandering van functie of door verandering in de wijze van uitvoering van een functie niet meer tot de dienstkleding van belanghebbende behoren, dienen deze door hem te worden te worden ingeleverd;

Lid 5

Ingeval van schorsing of ontslag, niet zijnde een ontslag met gelijktijdige toekenning van pensioen, wachtgeld of uitkering, dient belanghebbende de dienstkleding, waarvan de draagtijd niet is verstreken, op de laatste werkdag in te leveren;

Lid 6

Het voorgaande is eveneens van toepassing in het geval, als bedoeld in het zesde lid, binnen de minimum draagtijd, de belanghebbende geldelijk aansprakelijk worden gesteld, tenzij deze kan aantonen, dat deze de reden van vervroegde verstrekking niet heeft kunnen voorkomen.

Artikel 10 Onderhoud/reiniging

Lid 1

Het gewone onderhoud, de kleine reparaties en de normale reiniging van dienstkleding geschieden door de zorg en voor rekening van belanghebbende, tenzij de dienstdirecteur op hygiënische gronden anders bepaalt.

Lid 2

Het chemisch reinigen – het impregneren daaronder begrepen – van dienstkleding geschiedt van gemeentewege.

Lid 3

Indien de voorzieningen, als bedoeld in het tweede lid, het gevolg zijn van onvoldoende onderhoud of onachtzaamheid van de belanghebbende, kan deze daarvoor geldelijk aansprakelijk worden gesteld.

Artikel 11 Bepalingen draagplicht

Lid 1

De belanghebbende, aan wie overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk dienstkleding is verstrekt, of die zich deze heeft aangeschaft, is verplicht deze tijdens de voor hen vastgestelde werktijden te dragen, tenzij zulks door de dienstdirecteur niet noodzakelijk of met het oog op het seizoen en de weersgesteldheid ondoenlijk wordt geacht, dan wel het dragen daarvan op medisch advies is verboden;

Lid 2

Het is verboden zonder strikte noodzaak dienstkleding, niet zijnde uniformkleding, buiten de vastgestelde werktijden, de zogenaamde begeeftijd daaronder begrepen, te dragen;

Lid 3

Elke eigenmachtige verandering door belanghebbende in de dienstkleding is verboden;

Lid 4

De dienstkleding moet correct worden gedragen;

Lid 5

De belanghebbende is verantwoordelijk voor de hem verstrekte dienstkleding;

Lid 6

Het is aan de belanghebbende, aan wie overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk uniformpetten of uniformbaretten zijn of kunnen worden verstrekt, verboden tijdens de voor hem vastgestelde werktijden eigen hoofddeksels te dragen;

Lid 7

Met betrekking tot het dragen van uniformkleding kunnen door de dienstdirecteur nadere regels worden gesteld, welke de goedkeuring behoeven van burgemeester en wethouders;

Lid 8

Door of vanwege de dienstdirecteur wordt periodiek de dienstkleding aan inspectie onderworpen.

Ondertekening