Regeling vervallen per 04-09-2019

Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten

Geldend van 22-12-2018 t/m 03-09-2019

Intitulé

Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende beleidsregels 'Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten' onder intrekking van de op 4 december vastgestelde beleidsregel 'Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten'

Indien bij een woninginrichting tot bijstandsverlening dient te worden overgegaan zal dit uitsluitend gelden voor de noodzakelijk aan te schaffen duurzame gebruiksgoederen. Uitgangspunt bij duurzame gebruiksgoederen is het genoemde in bijlage 1 bij deze beleidsregel Dus hierbij behoort bijvoorbeeld geen kleding. Voor de noodzakelijke huishoudelijke apparatuur is een vergoeding van 70% van de daarin genoemde prijzen verantwoord. Voor de koelkast kan de prijs genomen worden van de koelkast met vriesvak en de groene variant. In het rapport dient een lijst met de prijzen van de benodigde goederen te worden opgenomen zoals we die gaan vergoeden. Als het gaat om andere duurzame gebruiksgoederen dan de elektrische apparatuur, kunnen ook tweedehands goederen de voorkeur genieten. Hierbij wordt maximaal 40% van de nieuwwaarde vergoed die in de Nibud-Prijzengids genoemd wordt.

Uitzondering hierop wordt in ieder geval gemaakt voor verf, vloerbedekking, behang, gordijnen en een matras. Deze worden gezien de aard van het product voor 100% van de Nibudprijzen vergoed.

Er wordt niet (meer) gewerkt met pro-forma nota's bij deze aanvragen.

De noodzaak van de aanschaf van het duurzame gebruiksgoed moet altijd per geval worden beoordeeld. Bijvoorbeeld een computer wordt nu niet gezien als noodzakelijk, maar kan in sommige bijzondere gevallen wel noodzakelijk zijn.

Bij toekenning van bijzondere bijstand in de vorm van leenbijstand, die binnen 36 maanden kan worden terugbetaald, hoeft de klant achteraf geen nota's in te leveren. Wanneer een klant bijvoorbeeld door ongenoegzaam betoond besef van verantwoordelijkheid langer dan 36 maanden moet aflossen en daarmee het totale bedrag aflost, hoeft de klant ook geen nota's in te leveren.

Indien er gerede twijfel bestaat of de klant de bijzondere bijstand wel voor het doel zal aanwenden, kan altijd de voorwaarde van inlevering nota opgelegd worden.

Bij bijzondere bijstand "om niet" en bij leenbijstand met een aflossingsverplichting van meer dan 36 maanden moet men de nota's minimaal 2 jaar bewaren, deze kunnen worden opgevraagd. In de beschikking moet de voorwaarde worden opgenomen dat de klant de nota's minimaal 2 jaar bewaart en dat we om de bonnen kunnen vragen.

Bij complete woninginrichting wordt uitgegaan van de bedragen die zijn opgenomen in Bijlage 2. Op deze voor bijstand in aanmerking komende kosten wordt de eventueel aanwezige draagkracht, in mindering gebracht. In dit geval wordt het aanwezige vermogen gezien als draagkracht (minus de geldende bijstandsnorm).

Bij een gedeeltelijke woninginrichting kan het voorkomen dat het totaalbedrag aan kosten boven het maximale bedrag voor een complete woninginrichting uit komt. Dat gebeurt als er een groot aantal verschillende gebruiksgoederen nodig zijn. In dat geval mag de bijzondere bijstand niet hoger zijn dan het maximale bedrag voor complete woninginrichting.

Bij een bijna complete woninginrichting dient de helft van de waarde (na de door de gemeente Almere gehanteerde vermindering van 60% of 30%) van de aanwezige gebruiksgoederen in mindering gebracht te worden op het maximale bedrag voor complete woninginrichting.

Voorbeeld: een alleenstaande man vraagt bijzondere bijstand aan voor inrichtingskosten. Hij heeft al een bankstel en een wasmachine. Stel dat volgens de NIBUD-Prijzengids de waarde van een bankstel 800 euro en een wasmachine 200 euro is. Na verlaging komt dit neer op een waarde van 320 euro voor de bank en 140 euro voor de wasmachine. In dat geval moet er de helft van 460 euro, dus 230 euro van het maximale bedrag voor complete woninginrichting worden afgetrokken. Het restantbedrag wordt dan als bijzondere bijstand toegekend.

Bezorgingskosten

Wanneer blijkt dat een duurzaam gebruiksgoed niet zelf te vervoeren is, kunnen ook de bezorgingskosten meegenomen worden in de aanvraag bijzondere bijstand.

Tussen verhuiskosten en wooninrichting wordt vaak onvoldoende onderscheid gemaakt, omdat deze twee kostensoorten zich vaak tegelijk voordoen.

  • Verhuiskosten betreft de kosten die men moet maken voor de verhuizing, zoals de kosten verhuisauto, opslagkosten inboedel maar ook bijvoorbeeld dubbele huur;

  • De kosten van woninginrichting betreffen het opknappen en inrichten van de woning, zoals meubels, gordijnen etc.

Onderscheid is van belang, omdat de Kredietbank Nederland wel een lening kan verstrekken voor kosten van woninginrichting, maar niet voor verhuiskosten. Om die zelfde reden zal bijzondere bijstand voor verhuiskosten in de regel om niet worden verleend en voor woninginrichting in de vorm van een lening.

De inrichtingskosten moeten, hetzij door middel van reservering vooraf, hetzij door gespreide betaling achteraf, worden voldaan uit de bijstandsuitkering of het daarmee in hoogte vergelijkbaar inkomen. Dit geldt niet als de kostendelersnorm verstrekt is, dan is deze ruimte er niet. Van gespreide betaling achteraf kan onder meer worden gesproken, wanneer men een geldlening bij een krediet verlenende instelling (b.v. Kredietbank Nederland) afsluit. Behoudens in geval zich individueel bepaalde, bijzondere omstandigheden voordoen, behoort afzonderlijke bijstandsverlening in deze kosten dan ook niet tot de mogelijkheden.

Onder individueel bepaalde bijzondere omstandigheden zou je kunnen verstaan:

  • belanghebbende is een schuldsanerings- of Wsnp-traject gestart. (Aan de bijstand de verplichting verbinden, dat belanghebbende aan het traject meewerkt.);

  • belanghebbende lost daadwerkelijk een schuldsaneringskrediet af;

  • belanghebbende lost een afbetaling af die is aangegaan voor noodzakelijke kosten en betaalt daadwerkelijk af;

  • er ligt beslag op inkomen of uitkering

  • de klant lost al een vordering bij Sociale Zaken af gedurende 36 maanden of meer(bij fraudevorderingen terughoudend zijn met om niet verstrekking, maar het is niet uitgesloten, mits goed gemotiveerd).

  • het schuldenpakket is van een zodanige omvang, dat er binnen afzienbare tijd geen enkele reserveringscapaciteit te verwachten is.

In het geval er nog geen schuldhulpverlening is aangevraagd, moet op grond van artikel 55 Participatiewet, de verplichting worden opgelegd een schuldhulpverleningtraject via Plangroep aan te gaan. De klant moet zijn volledige medewerking aan dit traject verlenen.

Wanneer op een later tijdstip mocht blijken dat de klant niet aan de opgelegde verplichting heeft voldaan is er sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan.

Hiermee moet voorkomen worden dat de klant gaat "shoppen" bij Sociale Zaken, daar zijn schuldensituatie én het ontbreken van aflossingscapaciteit onveranderd blijft.

Als bij een nieuwe aanvraag bijzondere bijstand voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen of een dreigende schuld mocht blijken dat de klant niet aan de opgelegde verplichting heeft voldaan, is er sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan.

Op grond van artikel 48 lid 2 Participatiewet zal deze (nieuwe) bijzondere bijstand dan in de vorm van een geldlening toegekend worden, ongeacht de hoogte van andere vorderingen. De aflossing van deze geldlening zal "achtergesteld" worden aan al bestaande vorderingen.

Let op!!!

De afspraak met de kredietbank is, wanneer belanghebbende reeds schulden heeft, dat het niet zinvol is om belanghebbende door te sturen voor een lening. Deze zal dan altijd worden afgewezen. Dit bespaart belanghebbende en de kredietbank extra werk.

Bij niet doorsturen naar de Kredietbank i.v.m. schulden moet je denken aan een schuld die hoger is dan 36 keer de maandelijkse aflossingscapaciteit. Zie hiervoor de normentabel. Als de schuld lager is dan dat bedrag kan er altijd nog een kleine lening worden afgesloten voor duurzame gebruisgoederen.

Als de schulden te hoog zijn kan geadviseerd worden om een "verzoek om regeling van schulden" in te dienen.

In zeer bijzondere gevallen waar het wenselijk kan zijn dat begeleiding bij de inrichting noodzakelijk is zal bij de toekenning van bijstand bij voorkeur tot rechtstreekse betaling aan de leverancier moeten worden overgegaan (machtiging van klant is daartoe nodig). Ook hierbij geldt dat het aanwezige vermogen wordt gerekend tot de draagkracht.

Eerste woninginrichting jongeren

De jongerennormen (onder 21 jaar) en de kostendelersnorm vanaf 21 jaar leiden tot een verlaging van de inkomens van thuiswonende jongeren. Daarom is het, ook bij deze doelgroep, belanghebbende niet aan te rekenen, dat hij niet heeft gereserveerd.

Zo lang het echter de vrije keuze van de jongere is om het ouderlijk huis te verlaten is er geen sprake van een noodzakelijke verhuizing. De thuiswonende belanghebbende wordt in die zin nog tot en met het 26e levensjaar als jongere beschouwd en tot en met die leeftijd is het aanvaardbaar, dat belanghebbende nog niet zelfstandig woont. Hierbij wordt aangesloten bij de systematiek van de Wet Studiefinanciering, waarbij tot het 27e levensjaar nog een ouderlijke bijdrage kan worden verlangd voor het studerende kind. Echter ook bij een jongere kan een zodanige problematiek aan de orde zijn, dat toch geïndividualiseerd bijstand moet worden verleend.

Jongeren vanaf 21 jaar die alleen op kamers wonen met een commercieel huurcontract ontvangen een bijstandsuitkering van 70% van het minimumloon. Bij toewijzing van een zelfstandige huurwoning mag in deze gevallen wel verwacht worden dat er gereserveerd kan worden (als er geen andere aflossingen lopen).

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na hun bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld,

Almere, 17 december 2018

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

de afdelingsmanager Werk en Inkomen

P. Benschop

Bijlage 1. Kosten duurzame gebruiksgoederen Nibud

Onderstaande tabellen zijn met toestemming overgenomen uit de Nibud prijzengids 2018-2019.

Meubilair woonkamer (tabel 2)

Artikel

Prijs

Aantal

1 volw

2 volw

kind

Eetkamertafel

€ 239

1

1

0

Eetkamerstoel

€ 69

4

6

0

Bankstel 2 zits

€ 499

1

1

0

Bankstel 3 zits

€ 619

1

1

0

Wandkast met tv-meubel

€ 120

1

1

0

Salontafel

€ 100

1

1

0

Bijzettafel

€ 33

1

1

0

Lamp (plafonnière)

€ 15

4

4

0

Fauteuil

€ 170

0

1

0

Meubilair slaapkamer (tabel 3)

Artikel

Prijs

Aantal

1 volw

2 volw

kind

Ledikant 1 pers.

€ 90

1

0

1

Ledikant 2 pers.

€ 109

0

1

0

Lattenbodem 1 pers.

€ 27

1

0

1

Lattenbodem 2 pers.

€ 54

0

1

0

Matras 1 pers.

€ 109

1

0

1

Matras 2 pers.

€ 170

0

1

0

Garderobekast 2 deurs

€ 119

1

0

1

Garderobekast 3 deurs

€ 225

0

1

0

Nachtkastje

€ 40

1

2

1

Bedlampje

€ 10

1

2

1

Bureau

€ 70

0

0

1

(Bureau)stoel

€ 40

0

0

1

Bureaulamp

€ 15

0

0

1

Boekenkast

€ 70

0

0

1

Prullenbak

€ 3

1

1

1

Lamp (plafonniere)

€ 15

1

1

1

Huishoudelijke apparatuur e.d. (tabel 11)

Artikel

Prijs standaard

Aantal per huishouden

Kookplaat gas 4-pits

€ 179

1

Koelkast met vriesvak

€ 419

1

Wasmachine

€ 399

1

Koffiezetapparaat

€ 39

1

Waterkoker

€ 33

1

Strijkijzer

€ 34

1

Stofzuiger

€ 109

1

Kookplaat elektrisch

€ 247

1

Bijlage 2. Bedragen totale woninginrichting

Gemeente Almere Maximumbedragen voor volledige woninginrichtingskosten PER 1-7-2018

Netto

Bruto

Alleenstaande op kamers

€ 1017,00

€ 1145,88

Alleenstaande zelfstandig gehuisvest

€ 2542,00

€ 2863,80

Gezin 2 personen

€ 3268,00

€ 3681,72

Gezin 3 personen

€ 3684,00

€ 4150,44

Gezin 4 personen

€ 4466,00

€ 4934,88

Gezin 5 personen

€ 4883,00

€ 5395,68

Gezin 6 personen

€ 5301,00

€ 5857,56

Gezin 7 personen

€ 5718,00

€ 6318,36

Gezin 8 personen

€ 6135,00

€ 6779,16

Bovenstaande tabel is op basis van het rentetarief met individuele borgstelling vanuit de gemeente Almere. Dit is in combinatie met het digitaal aanleveren van de kredietaanvraag via de internetsite van Kredietbank Nederland. De rentekorting bedraagt 35% v/h reguliere tarief.

Voor elke persoon meer dan 8 personen stijgt het netto krediet met € 418,00