Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Programmaraad Utrecht Zuidoost

Geldend van 31-03-2000 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening Programmaraad Utrecht Zuidoost

De raad van de gemeente Scherpenzeel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 februari 2000, nr. 00-II-5;

gelet op de Gemeentewet, met name de artikelen 82 en 149, de Mediawet, met name artikel 82k, alsmede de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

besluit vast te stellen de volgende "Verordening Programmaraad Utrecht Zuidoost", regelende de instelling, taak, samenstelling en werkwijze, voor de gemeenten Amerongen, Doorn, Maarn, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Woudenberg, voor zover het zijn grondgebied betreft.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

abonnee: de natuurlijke of rechtspersoon wiens verzoek om aansluiting op de Centrale Antenne Inrichting (CAI) door de exploitant is ingewilligd;

ambtenaar: de namens burgemeester en wethouders aangewezen persoon die ambtelijke ondersteuning verleent aan de programmaraad;

basispakket: het pakket radio- en televisiesignalen dat de CAI op grond van artikel 22 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen juncto artikel 82i van de Mediawet gelijktijdig distribueert naar alle aangeslotenen op de CAI (zonder segmentatie);

burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel;

CAI: het geheel van de ontvangstinrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de exploitant, waarmee de signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonnees;

exploitant: degene die een kabelnet binnen het gebied van de gemeente Scherpenzeel exploiteert;

gemeenteraad: de raad van de gemeente Scherpenzeel;

kabelpakket: het pakket radio- en televisiesignalen dat de CAI gelijktijdig distribueert naar alle aangeslotenen op de CAI (zonder segmentatie);

programmaraad: programmaraad voor de kabeltelevisie en -radio als bedoeld in artikel 82k van de Mediawet, bestaande uit leden benoemd door de raden van de gemeenten Amerongen, Doorn, Maarn, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Woudenberg;

verzorgingsgebied: het totale gebied van de gemeenten Amerongen, Doorn, Maarn, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Woudenberg.

Artikel 2 Instelling programmaraad

Er is een commissie ex artikel 82 van de Gemeentewet, genaamd "Programmaraad Utrecht Zuidoost".

Artikel 3 Taak programmaraad

De programmaraad heeft tot taak:

  • a.

    invulling te geven aan de taak, zoals genoemd in artikel 82k, eerste lid, van de Mediawet;

  • b.

    de exploitant van advies te dienen over de overige programma's die deze kan uitzenden, rekening houdend met de door de exploitant vastgestelde randvoorwaarden.

  • c.

    al hetgeen in de meest ruime zin van het woord met het bovenstaande verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn;

  • d.

    alvorens advies uit te brengen, overleg te plegen met de exploitant;

  • e.

    zich op de hoogte te houden van de wensen van de abonnees en de ontwikkelingen in de markt.

Artikel 4 Bevoegdheden programmaraad

  • 4.1 De programmaraad brengt gevraagd dan wel ongevraagd advies uit aan de exploitant over:

    • a.

      de samenstelling van het basispakket;

    • b.

      de samenstelling van het totale kabelpakket;

    • c.

      alle overige onderwerpen die verband houden met de doorgifte van programma's via de CAI.

  • 4.2 De programmaraad is bevoegd ter uitoefening van haar taak zich na instemming van burgemeester en wethouders door deskundigen te laten bijstaan en desgewenst een marktonderzoek te doen instellen.

Artikel 5 Samenstelling programmaraad

  • 5.1 De programmaraad bestaat uit negen leden, waarvan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten op voordracht van de betreffende colleges van burgemeester en wethouders, elk één lid benoemen.

  • 5.2 Uit de volgende in het verzorgingsgebied voorkomende stromingen wordt door de in artikel 5.1 genoemde gemeenteraden bij toerbeurt, over de volgorde waarvan advies wordt uitgebracht door de programmaraad, één lid benoemd:

    • -

      communicatie- en mediabeleid ;

    • -

      cultuur en kunst;

    • -

      jongeren;

    • -

      ouderen;

    • -

      kerk en levensbeschouwing;

    • -

      sport;

    • -

      etnische minderheden;

    • -

      recreatie;

    • -

      standsorganisaties;

    Voor de eerste zittingsperiode geschiedt de benoeming op alfabetische volgorde van de deelnemende gemeenten.

  • 5.3 Tot leden van de programmaraad kunnen uitsluitend worden benoemd zij die abonnee zijn en inwoner van het verzorgingsgebied, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet. Niet-Nederlanders moet het op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet dan wel op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, tevens toegestaan zijn in Nederland te verblijven. Leden van een gemeenteraad kunnen niet worden benoemd tot lid van de programmaraad.

  • 5.4 De leden van de programmaraad worden op grond van hun algemene belangstelling en kennis op enig gebied geacht representatief te zijn voor de in artikel 5.2 genoemde stromingen.

  • 5.5 De leden van de programmaraad mogen middellijk nog onmiddellijk deelnemen aan leveringen, het verrichten van diensten, betalingen -met uitzonderingen van het betalen van abonnementsgelden- of aannemingen ten behoeve van de exploitant.

Artikel 6 Zittingsduur en lidmaatschap

  • 6.1 De zittingsperiode van de leden van de programmaraad is gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. Herbenoeming is eenmaal mogelijk. De benoeming voor de eerste zittingsperiode wordt als een tussentijdse benoeming beschouwd.

  • 6.2 Het lidmaatschap eindigt bij verlies van de hoedanigheid waarin de benoeming heeft plaatsgehad of indien niet meer wordt voldaan aan het gestelde onder artikel 5.3 of aan het bepaalde in artikel 82k van de Mediawet.

  • 6.3 De leden van de programmaraad kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij berichten dit schriftelijk en tenminste vier weken van tevoren aan de voorzitter van de programmaraad.

  • 6.4 Wanneer het lidmaatschap van een van de leden van de programmaraad is of wordt beëindigd, verzoekt de voorzitter van de programmaraad de gemeente, die het betreffende lid heeft benoemd, om binnen acht weken na het ontstaan van de vacature, een andere kandidaat aan te stellen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.3.

  • 6.5 In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien door de gemeenteraad die het aftredende lid heeft benoemd.

  • 6.6 Tussentijds benoemde leden treden af op het voor hun voorgangers bepaalde tijdstip.

Artikel 7 De voorzitter

  • 7.1 De programmaraad kiest uit zijn midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • 7.2 Alle stukken die van de programmaraad uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. In nader overleg door de voorzitter en de secretaris te bepalen gevallen kan hiervan worden afgeweken. Volstaan kan dan worden met ondertekening door de secretaris.

Artikel 8 De secretaris

  • 8.1 Ter ondersteuning wordt aan de programmaraad jaarlijks bij toerbeurt een door burgemeester en wethouders van één van de deelnemende gemeenten aan te wijzen ambtenaar toegevoegd.

  • 8.2 De secretaris regelt zijn vervanging bij afwezigheid.

  • 8.3 De secretaris is onder toezicht van de voorzitter belast met de dagelijkse werkzaamheden, die uit de taak van de programmaraad voortvloeien. De secretaris maakt in ieder geval een verslag van het verhandelde tijdens de vergaderingen van de programmaraad.

  • 8.4 De secretaris heeft in vergaderingen van de programmaraad een adviserende stem.

Artikel 9 Vergaderingen, quorum, stemmingen

  • 9.1 De programmaraad vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste drie leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen, het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.

  • 9.2 De voorzitter belegt in overleg met de secretaris de vergaderingen en zorgt ervoor dat de leden tenminste twee weken van tevoren een schriftelijke oproep en agenda ontvangen. In spoedeisende gevallen kan van dit laatste worden afgeweken.

  • 9.3 Ieder lid kan mondeling of schriftelijk aan de voorzitter verzoeken een agendapunt op te voeren.

  • 9.4 De vergaderingen worden gehouden in het gemeentehuis van de gemeente die de secretaris heeft aangewezen.

  • 9.5 De programmaraad mag niet beraadslagen en besluiten omtrent een uit te brengen advies, indien niet tenminste vijf leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn. Indien dit aantal niet aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven.

  • 9.6 De programmaraad beslist bij meerderheid van stemmen. Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt, indien de minderheid dat verlangt. Leden die betrokken zijn bij een zaak onthouden zich van stemming.

  • 9.7 De vergaderingen van de programmaraad worden in het openbaar gehouden.

  • 9.8 De deuren worden gesloten wanneer één van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. De programmaraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 9.9 Van een vergadering met gesloten deuren of een deel daarvan wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de programmaraad anders beslist.

Artikel 10 Verslag

  • 10.1 De secretaris maakt van elke vergadering van de programmaraad een beknopt verslag.

  • 10.2 Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen.

  • 10.3 Het verslag wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering toegezonden aan de leden van de programmaraad en ter kennisgeving aan de deelnemende gemeenten.

Artikel 11 Geheimhouding

De programmaraad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de programmaraad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de programmaraad haar opheft. Voor geheimhouding van het behandelde achter gesloten deuren en omtrent de stukken die aan de programmaraad worden overgelegd geldt het bepaalde in artikel 93 van de Gemeentewet.

Artikel 12 Werkwijze, advisering

  • 12.1 Verzoeken tot advisering van de exploitant worden ingediend bij de secretaris van de programmaraad. De secretaris draagt in overleg met de voorzitter zorg voor het eventueel inwinnen van nadere informatie ter behandeling van het verzoek in de vergadering van de programmaraad.

  • 12.2 De voorzitter is bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van een of meer leden van de programmaraad bij deskundigen advies of inlichtingen in te winnen en deze personen zo nodig uit te nodigen om in de vergadering van de programmaraad te verschijnen.

  • 12.3 De adviezen van de programmaraad aan de exploitant worden gemotiveerd en schriftelijk gegeven en bevatten alleen het standpunt van de meerderheid, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar standpunt wordt vermeld. Een afschrift van het advies wordt ter kennisneming toegezonden naar de gemeenten behorende bij het verzorgingsgebied en degene die het verzoek tot advisering heeft ingediend indien dit niet de exploitant is.

  • 12.4 Indien de exploitant voornemens is om van een advies van de programmaraad af te wijken, stelt de programmaraad hem in de gelegenheid dit mondeling toe te lichten.

  • 12.5 De programmaraad bepaalt voorts zelf zijn werkwijze voor zover daarin door deze verordening niet is voorzien.

Artikel 13 Onkostenvergoeding

Een lid van de programmaraad ontvangt van de gemeente door wie hij is benoemd een vergoeding per vergadering op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, als bijdrage in de kosten voor het bijwonen van de vergaderingen, reis- en verblijfskosten daarin begrepen.

Artikel 14 Algemene bepalingen

  • 14.1

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Programmaraad Utrecht Zuidoost".

  • 14.2

    Deze verordening treedt in werking met ingang 31 maart 2000.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van
de gemeente Scherpenzeel van 24 februari 2000,
de secretaris, de voorzitter,
J.P. van Velden. J.J.H. Colijn-de Raat.