Regeling vervallen per 22-01-2025

Procedure aanvraag en toekenning re-integratievoorzieningen

Geldend van 15-12-2018 t/m 21-01-2025

Intitulé

Procedure aanvraag en toekenning re-integratievoorzieningen

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende beleidsregels “Procedure aanvraag en toekenning re-integratievoorzieningen” onder intrekking van de richtlijn “Procedure aanvraag en toekenning re-integratievoorzieningen”

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na hun bekendmaking.

Draagkracht bij voorzieningen

Niet-uitkeringsgerechtigden die een traject hebben en bijkomende kosten moeten maken zoals reiskosten en dergelijke, krijgen deze bijkomende kosten helemaal vergoed als ze een inkomen hebben dat minder is dan 120% van hun bijstandsnorm.

Alle inkomsten boven 120% van de voor de klant geldende bijstandsnorm tellen mee als draagkracht. Onder inkomsten verstaan we de inkomsten zoals we die meetellen in de bijstand. Dus geen kinderbijslag, huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag, bepaalde heffingskortingen, inkomsten uit arbeid van kinderen, vrijwilligersvergoeding etc.

Het moet ook om inkomen gaan waarover men feitelijk kan beschikken. Dus als er beslag ligt op het inkomen of betrokkene zit in de WSNP, dan is er geen draagkracht.

Je hoeft dus niet de hoogte van de huur, huurtoeslag, ziektekostenverzekering e.d. te weten.

Aanvraag bijkomende kosten van een re-integratievoorziening

Als een traject door een klantmanager van Werk & Inkomen geïnitieerd is, dan moet de klant voorgelicht worden over de mogelijkheden van vergoeding van bijkomende kosten. Vaak gaat het om reiskosten, maar het kunnen ook andere noodzakelijke kosten zijn om het traject goed te kunnen doorlopen. De klant heeft, vanaf de start van het traject, twee maanden de tijd om de aanvraag in te dienen. De kosten worden met max. twee maanden terugwerkende kracht vergoed. Bij bijzondere omstandigheden of wanneer duidelijk wordt dat de klant niet goed is voorgelicht kan de periode langer zijn.

Reiskosten in relatie tot uitstroom.

Inburgeringstraject buiten Almere:

Een inburgeringstraject is een eerste aanzet tot uitstroom.

Altijd moet eerst worden onderzocht of een opleiding binnen Almere gevolgd kan worden. Wanneer dat niet kan, omdat het niet aansluit op het niveau van de inburgeraar, kunnen de reiskosten naar de dichtstbijzijnde plaats worden vergoed. Dus wanneer iemand wordt toegelaten op de VU, of een Traject van de HvA dat in Almere niet gevolgd kan worden, dan kunnen de reiskosten worden vergoed. Altijd op basis van kosten OV (zie 9292.nl). Uitgangspunt is de goedkoopste en meest praktische manier. Als iemand kan kiezen tussen Utrecht of Amsterdam, worden de kosten naar Amsterdam vergoed,(Amsterdam is dichter bij) ook als iemand gekozen heeft voor Utrecht.

Wanneer iemand een opleiding via het UAF volgt moet gekeken worden of het UAF die persoon ondersteunt met een vergoeding voor de reiskosten.

Binnen Almere:

Voor reizen binnen Almere is het uitgangspunt een afstand van 3 kilometer als door de klant zelf te overbruggen.

Wanneer de afstand binnen Almere meer is dan 3 kilometer kunnen de buskosten worden vergoed op basis van het goedkoopste tarief.

Als het traject langer duurt dan 10 volle weken, m.a.w. meer dan 100 enkele reizen per traject, kan ook gekozen worden voor een vergoeding van een (tweedehands) fiets, 40% van de prijs van een nieuwe fiets die door het Nibud wordt aangegeven. Mits de klant natuurlijk zelf geen fiets heeft. Een nieuwe fiets heeft een gemiddelde levensduur van 5 jaar.

Wanneer iemand er voor kiest om de afstand met de auto af te leggen worden de brandstofkosten vergoed, zoals aangegeven op de site van de ANWB routeplanner.

Voor mensen die parttime werken moet eerst, via de accountmanager, worden nagegaan of de werkgever de reiskosten vergoedt.

Aldus vastgesteld,

Almere, 4 december 2018

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

de afdelingsmanager Werk en Inkomen

P. Benschop