Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR615981
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR615981/1
Regeling vervallen per 01-01-2020
Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting Zaanstad 2019
Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting Zaanstad 2019De gemeenteraad van Zaanstad,
gelet op Gemeentewet, artikel 224
besluit vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting Zaanstad 2019".
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze Verordening wordt verstaan onder:
Vakantie-onderkomens: |
woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; |
Mobiele kampeeronderkomens: |
tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; |
Niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: |
woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden; |
Vaste standplaats: |
een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan; |
Bed & Breakfast: |
een deel van een zelfstandige woonruimte of de gehele ruimte, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, aangeboden al dan niet met ontbijt. |
Artikel 2 Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, bed&breakfasts, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en met alle voorgaande onderkomens en ruimten gelijk te stellen onderkomens en ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
-
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
-
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf
-
1. door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
-
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingen-wet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.
Artikel 6 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per overnachting per persoon € 7,00.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.
Artikel 10 Aangifte
-
1. Voor de heffing van de toeristenbelasting wordt per kwartaal aan ieder die vermoedelijk belastingplichtig is een aangiftebiljet uitgereikt. Degene die geen aangiftebiljet heeft ontvangen, is gehouden binnen vier weken bij de gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet, een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
-
2. De gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet kan op schriftelijk verzoek uitstel van het doen van aangifte verlenen.
Artikel 11 Termijnen van betaling
-
1. De toeristenbelasting moet in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet, betaald worden in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 12 Nachtverblijfregister
-
1. De belastingplichtige is gehouden per belastingtijdvak een nachtverblijfregister, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.
-
2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:
- a.
naam en woonplaats;
- b.
datum van aankomst en datum van vertrek;
- c.
het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
- a.
-
3. Het college is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 13 Aanmeldingsplicht
-
1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b en d, van de Gemeentewet.
-
2. Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, voor een kwartaal voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 14 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Verordening toeristenbelasting 2018, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking;
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019;
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2019’.
Artikel 16 Bekendmaking
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad zoals dat is opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2018,
voorzitter,
raadsgriffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl