Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 4 december 2018, nr. 1111529/1111532, houdende regels omtrent vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2019

Geldend van 13-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 4 december 2018, nr. 1111529/1111532, houdende regels omtrent vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het gewenst is om een nieuwe regeling vast te stellen voor de subsidiering van kleine infrastructuur;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2019

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    fietsinfrastructuur: de fundering en de verhardingen van fietspaden met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels en verkeersvoorzieningen;

  • b.

    fietsparkeervoorzieningen: openbaar toegankelijke fietsenstallingen, fietskluizen, fietsenrekken, fietsstandaards en de daarbij behorende ICT- voorzieningen;

  • c.

    businfrastructuur: de fundering en de verhardingen van busbanen met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels, en verkeersvoorzieningen;

  • d.

    bushaltevoorzieningen: reizigersvoorzieningen zoals abri’s, afvalbakken, (elektronische) reisinformatiesystemen, zitgelegenheden en andere toebehoren bij bushaltes met meer dan 20 instappers per dag;

  • e.

    bushalte-infrastructuur: het perron, het toegangspad, de haltehaven en de hierbij behorende verhardingen en funderingen behorende bij een bushalte met meer dan 20 instappers per dag;

  • f.

    verkeersregelinstallaties: verkeerslichten met de daarbij behorende techniek;

  • g.

    voetpadinfrastructuur: de fundering en verharding van voetpaden met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels en verkeersvoorzieningen;

  • h.

    parkeervoorzieningen: parkeergelegenheden voor personenauto’s op publiek terrein;

  • i.

    weginfrastructuur: de fundering en verharding van de rijbanen voor het autoverkeer en bijbehorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten, verkeersvoorzieningen en bus sluizen;

  • j.

    openbare voorzieningen: voor iedereen toegankelijke voorzieningen;

  • k.

    project: geheel van activiteiten die samenhangen met een infrastructureel project;

  • l.

    regio: de regio’s Gooi en Vechtstreek, Haarlem-IJmond, Kop van Noord-Holland, regio Alkmaar en West-Friesland;

  • m.

    aanbesteden: het gehele aanbestedingsproces inclusief de gunning of de voorlopige gunning;

  • n.

    verkeersvoorziening: fysieke voorziening, bestemd voor de geleiding van het verkeer, zoals betonning, geleiderail en verkeersborden conform het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en borden waaruit positief verkeersveiligheidseffect vanuit wetenschappelijke onderbouwing verwacht mag worden;

Artikel 2

Op deze regeling is titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van activiteiten die samenhangen met een klein infrastructureel project in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Vervoerregio Amsterdam, waarvan de subsidiabele kosten maximaal € 3.000.000,- per project bedragen.

  • 2. De te subsidiëren activiteiten, als bedoeld in het eerste lid omvatten de aanleg, plaatsing of uitbreiding van:

    • a.

      fietsinfrastructuur;

    • b.

      bus infrastructuur;

    • c.

      voetpadinfrastructuur;

    • d.

      weginfrastructuur;

    • e.

      verkeersvoorzieningen.

  • 3. Voorts komen de volgende activiteiten voor subsidie in aanmerking, voor zover deze worden gerealiseerd als onderdeel van of in samenhang met de in het tweede lid genoemde activiteiten:

    • a.

      fietsparkeervoorzieningen;

    • b.

      bushaltevoorzieningen;

    • c.

      bushalte-infrastructuur;

    • d.

      verkeersregelinstallaties;

    • e.

      parkeervoorzieningen;

    • f.

      bewegwijzering en openbare verlichting.

  • 4. De projecten dienen de bevordering van de verkeersveiligheid overwegend als doelstelling te hebben.

Artikel 4

Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten en waterschappen.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 6

  • 1. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

  • 2. Bij de in lid 1 genoemde subsidies zijn de artikelen 14, onderdeel b en c en 15 onderdeel a en b niet van toepassing.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie bevat in elk geval:

  • a.

    een begroting van de kosten van het project, conform het begrotingsformat vermeld in bijlage 1 van deze uitvoeringsregeling;

  • b.

    een specificatie van de onder a. genoemde kosten;

  • c.

    een financieringsplan van de kosten van het project;

  • d.

    een inhoudelijke beschrijving van het project, waarin de doelstelling van het project, de huidige situatie, de maatregelen benodigd voor het realiseren van de nieuwe situatie, en de nieuwe situatie is omschreven, alsmede de effecten van het project op de verkeersveiligheid;

  • e.

    een voor uitvoering gereed ontwerp;

  • f.

    de uitvoeringsplanning.

Artikel 8

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor het jaar 2019 vast op € 18.713.000

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      Haarlem-IJmond € 5.932.000,-;

    • b.

      Gooi en Vechtstreek € 3.481.000,-;

    • c.

      Noord-Holland Noord € 9.300.000,-.

  • 2.

    Noord-Holland Noord wordt uitgesplitst in drie subregio’s:

    • a.

      Kop van Noord-Holland € 2.269.000,-;

West-Friesland € 2.697.000,-;

Regio Alkmaar € 4.334.000,-.

Artikel 9

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 1 januari 2019 tot en met 1 oktober 2019 is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorig lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 13 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

Artikel 10

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    een project al is aanbesteed;

  • b.

    een project financieel niet haalbaar is;

  • c.

    de activiteit al gesubsidieerd is door Gedeputeerde Staten;

  • d.

    een project uitsluitend dient ter ontsluiting van een woonwijk, bedrijventerrein of openbare voorziening;

  • e.

    een project uitsluitend dient voor comfort of verfraaiing;

  • f.

    een project uitsluitend de aanpassing of aanleg van een recreatieve fiets- of wandelpad behelst;

  • g.

    een project uitsluitend dient voor de aanleg van een noodvoorziening;

  • h.

    een project wordt uitgevoerd door de provincie Noord-Holland, waaraan de subsidieaanvrager een financiële bijdrage dient te leveren;

  • i.

    een project naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een maatregel omvat die negatieve gevolgen heeft voor de doorstroming van het openbaar vervoer of het provinciaal wegennet.

Artikel 11

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de kosten die noodzakelijk zijn voor de aanleg, plaatsing of uitbreiding van de voorzieningen of infrastructuur.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

    • a.

      vervanging, beheer of onderhoud;

    • b.

      grondverwerving;

    • c.

      voorbereiding, administratie en toezicht;

    • d.

      saneringskosten;

    • e.

      aanleg, verbetering of aanpassing van een gelijkvloerse of ongelijkvloerse kruising met een spoorweg.

Artikel 12

De subsidie bedraagt:

  • a.

    50 % van de subsidiabele kosten voor de aanleg, plaatsing of uitbreiding van de activiteiten genoemd in artikel 3, eerste lid, met uitzondering van de activiteit genoemd onder artikel 3, tweede lid, onder b;

  • b.

    indien de kosten onder a gedeeltelijk anderszins worden gesubsidieerd, wordt een zodanig subsidiebedrag vastgesteld, dat het totaal van alle subsidies niet meer bedraagt dan 50 % van de subsidiabele projectkosten;

  • c.

    100 % van de subsidiabele kosten voor de aanleg, plaatsing of uitbreiding van bus infrastructuur als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b.

Artikel 13

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 14

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

  • b.

    het project aan te besteden binnen een jaar na het besluit genoemd in artikel 9, lid 3;

  • c.

    het project gedurende 10 jaar na vaststelling van de subsidie in stand te houden.

Artikel 15

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    binnen 3 weken na aanbesteding van het project hiervan schriftelijk melding te maken bij Gedeputeerde Staten;

  • b.

    bij verkoop of teniet doen binnen 10 jaar van het gesubsidieerde project, hiervan per ommegaande melding te maken bij Gedeputeerde Staten.

Artikel 16

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen na ontvangst van de melding, bedoeld in artikel 15, onder a, een voorschot verlenen van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen het in het eerste lid bedoelde voorschot gespreid betalen door betalingen te koppelen aan de uitvoeringsplanning.

Artikel 17

  • 1. Bij verkoop of teniet doen van het project binnen de in artikel 14, onder c. omschreven instandhoudingstermijn van 10 jaar, kunnen Gedeputeerde Staten in een zo nodig gewijzigde subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4:49, eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht, de subsidie verlaagd vaststellen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde verlaging bedraagt 10 procent van de verstrekte subsidie, vermenigvuldigd met het aantal resterende jaren van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 18

  • 1. Indien de subsidieontvanger een gemeente is wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 2. In de overige gevallen wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 13 weken na het tijdstip, waarop het project overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moet zijn voltooid.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste en tweede lid tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 19

  • 1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als de Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2019.

Ondertekening

Haarlem, 6 november 2018,

Gedputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes,

voorzitter.

R.M. Bergkamp,

provinciesecretaris.

Bijlage 1: begrotingsformat

Begrotingsformat subsidieaanvragen behorende bij Uitvoeringsregeling subsidie kleine infrastructuur Noord-Holland 2019.

Het te gebruiken excel-format vindt u in het Digitaal Loket op onze internetpagina www.noord-holland.nl. Bovendien vindt u daar een toelichting op de gebruikte termen in onderstaand format.

Vergeet niet een SSK-raming als bijlage bij uw aanvraag toe te voegen.

Overzicht totale subsidiabele projectkosten

Kostengroep

Kostencategorie

 

bouwkosten

overige bijkomende kosten (kabels en leidingen)

totale kosten

percentage subsidiabel

subsidiabel bedrag

DIRECTE KOSTEN BENOEMD

 

 

 

 

 

Kernactiviteit (aanleg, plaatsing of

 uitbreiding) van:

 

 

 

 

 

fietsinfrastructuur

 

50%

 

bus infrastructuur

 

100%

 

voetinfrastructuur

 

50%

 

weginfrastructuur

 

50%

 

verkeersvoorzieningen

 

50%

 

 

 

 

 

 

 

DIRECTIE KOSTEN NADER TE DETAILLEREN

 

 

 

 

 

Activiteit voor zover deze onderdeel is of samenhangt met een hierboven genoemde

kernactiviteit

 

 

 

 

 

fietsparkeervoorzieningen

 

50%

 

bushaltevoorzieningen

 

50%

 

bushalte-infrastructuur

 

50%

 

verkeersregelinstallaties

 

50%

 

parkeervoorzieningen

 

50%

 

bewegwijzering en openbare verlichting

 

50%

 

Totale directe kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INDIRECTIE KOSTEN (max. 10% van de totale directe kosten)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TOTALE KOSTEN (bouwkosten+ overig bijkomende kosten)