Aanwijzing toezichthouders Den Haag 2016

Geldend van 08-11-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Aanwijzing toezichthouders Den Haag 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

Overwegende dat:

  • -

    De eenheid en het overzicht kunnen worden verbeterd in het aanwijzen van toezichthouders om bij te dragen aan een effectieve handhaving van Haagse regelgeving;

  • -

    De wijzigingen in de organisatie en in wet- en regelgeving dienen te worden verwerkt in de aanwijzingsbesluiten.

Gelet op de artikelen:

  • -

    5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    41 Alcoholwet;

  • -

    17, tweede lid, Havenbeveiligingswet;

  • -

    33, eerste lid, Huisvestingswet 2014;

  • -

    53 IOAW;

  • -

    53 IOAZ;

  • -

    18.6, eerste lid, Omgevingswet;

  • -

    4.2 Wet basisregistratie personen;

  • -

    6.1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • -

    34, tweede lid, Wet op de kansspelen;

  • -

    61, derde lid, Wet Veiligheidsregio’s;

  • -

    87 lid 1 sub c Wet personenvervoer 2000;

  • -

    92 Woningwet;

  • -

    76a Participatiewet;

  • -

    6:2 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

  • -

    27 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014;

  • -

    16 Marktverordening Den Haag 2016;

  • -

    13 Verordening straathandel Den Haag 2017;

  • -

    19 Taxiverordening Den Haag 2014;

  • -

    39 Verordening op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag;

  • -

    4:1 Verordening winkeltijden Den Haag 2018;

  • -

    7 Wet op de jeugdverblijven;

  • -

    13 tweede lid, Verordening op de kansspelen;

  • -

    5.1, vijfde lid, van de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2024;

  • -

    9.1a., eerste lid, sub b. Wet Studiefinanciering 2000;

  • -

    1.61, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • -

    27 van de Algemene subsidieverordening De Haag 2020;

  • -

    6.2 van de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;

  • -

    18 van de Wet goed verhuurderschap.

Besluit:

  • I.

    De volgende medewerkers aan te wijzen als toezichthouder:

  • a.

    De handhavers (buitengewoon opsporingsambtenaren en toezichthouders) in dienst van de Handhavingsorganisatie van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Alcoholwet, de Omgevingswet, de Wet milieubeheer, titel Va, paragraaf 2 van de Wet op de kansspelen, de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, de Afvalstoffenverordening 2010, Marktverordening Den Haag 2016, de Verordening straathandel 2017, de Taxiverordening Den Haag 2014, de Verordening op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag, de Verordening op de kansspelenen, de Verordening winkeltijden gemeente Den Haag 2018, de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;

  • b.

    De inspecteur, seniorinspecteur, projectleider, stedelijk regisseur woonoverlast en casemanager Meld- en Steunpunt Woonoverlast bij de Haagse Pandbrigade: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, de Omgevingswet, de Wet basisregistratie personen en artikel 1.5 van de Wet studiefinanciering 2000, artikel 2:40 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag en de Wet goed verhuurderschap;

  • c.

    De stadsdeelinspecteur, seniorstadsdeelinspecteur, medewerker en seniormedewerker, projectingenieur en seniorprojectingenieur team Bouwfysica, alsmede de teammanager en de adjunct-teammanager bij de Afdeling Vergunningen en Toezicht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, de Omgevingswet, de Huisvestingswet 2014;

  • d.

    de Sociaal Rechercheurs , toezichthouders, consulenten handhaving & fraude (HEIT), verrekenaars en 1e medewerkers Invordering: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2024, met dien verstande dat de verrekenaars en 1e medewerkers invordering niet beschikken over de bevoegdheden vermeld in de artikelen 5:15, 5:16a, 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    De groen-, milieu-, speel-, strand- en wegbeheerders die als stadsdeelmedewerker junior of medior werkzaam zijn bij de Dienst Publiekszaken: belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 2:10, 2:10A, 2:11, 2:12, 2:15, 2:17, 2:19, 2:20, 2:42, 2:87, 2:94, 2:97, 4:9, 4:13, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:10, 5:24, 5:28, 5:36 en 5:37 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

  • f.

    De onderhavenmeester van de gemeente Den Haag: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Havenbeveiligingswet;

  • g.

    De medewerkers van het Klant Contact Centrum, Unit Beheer en Verstrekking van de Dienst publiekszaken: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet basisregistratie personen en van artikel 1.5 van de Wet studiefinanciering 2000;

  • h.

    de inspecteur subsidies, alsmede de door hem in mandaat namens burgemeester of wethouders aangewezen personen: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, alsmede van het bepaalde bij of krachtens artikel 6.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.9 onder d. van de Jeugdwet, alsmede artikel 5.1, vijfde lid, van de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2024;

  • i.

    De directeur Publieke Gezondheid van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden en de door hem in mandaat namens burgemeester of wethouders aangewezen medewerkers van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 1.61,eerste lid, en 2.19 van de Wet kinderopvang, jeugdverblijven, 8, tweede lid, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet op de jeugdverblijven;

  • j.

    De politieambtenaren van de Regionale Eenheid Den Haag: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, de Havenbeveiligingswet, de Wet op de kansspelen, de Marktverordening Den Haag 2016, de Verordening op de kansspelen, Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;

  • k.

    De buitengewoon opsporingsambtenaren van het Zuid-Hollands landschap, voor zover het het Landgoed Ockenburg en het Hyacintenbos betreft, de duinwachters van Dunea Duin & Water, voor zover het in Scheveningen het Zwarte Pad, Oostduinen (Ruygenhoek), Harstenhoek (Nettenboetveld), Duttendel (tussen Pompstationswet en Militairterrein Uilenbos), nabij TNO de Vlakte van Waalsdorp (deels Den Haag, deels Wassenaar) en in Kijkduin Ockenburg (Hyacintenbos, Van Leijdenhof) en de Zeereep richting Kijkduin betreft, de boswachters van Staatsbosbeheer, voor zover het het Haagse bos (inclusief het Malieveld) en de buitenrand van het gebied Klein Zwitserland) betreft, alsmede de buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente Westland, voor zover het de handhaving op de Zandmotor (een schiereiland voor de kust tussen Ter Heijde en Kijkduin) in de gemeente Den Haag betreft: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 2:38B, 2:45, 2:57, 2:58, 5:24, 5:28, 5:29, 5:30, 5:31, 5:32, 5:33, 5:36, 5:37, 5:38, 5:40, 5:41 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

  • l.

    het hoofd van de afdeling Markten en de marktmeesters: belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening Den Haag 2016;

  • m.

    de medewerkers openbare ruimte van de Haagse Straat Organisatie belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Afvalstoffenverordening 2010.

  • n.

    de (tijdelijk) beleidsmedewerkers van het Haags Economisch Interventie Team (HEIT) van de Directie Veiligheid van de gemeente Den Haag, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, de Omgevingswet, de Wet basisregistratie personen en hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, voor zover als medewerker verbonden aan het HEIT voor het uitvoeren van controles in relatie tot de prostitutiebranche;

  • o.

    de (tijdelijk) beleidsmedewerkers van het Haags Economisch Interventieteam (HEIT) van de Directie Veiligheid van de gemeente Den Haag belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 2, afdeling 8 en 8A van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag voor zover als medewerker verbonden aan het HEIT voor het uitvoeren van (bedrijfs-)controles op openbare inrichtingen.

  • p.

    de (sociaal) verpleegkundigen van GGD Haaglanden, afdeling Leefomgeving – Technische hygiëne zorg, belast met toezicht op de naleving van de hygiëne-eisen in seksbedrijven, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag;

  • q.

    de veiligheidscoördinatoren in dienst van de afdeling Havenbedrijf en Bediencentrale van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;

  • II.

    De volgende besluiten in te trekken:

    a. De Aanwijzing politieambtenaren regionale eenheid Den Haag (RIS268864);

    b. De Aanwijzing politieambtenaren regionale eenheid Den Haag (RIS268865);

    c. De Aanwijzing toezichthouders havenbeveiligingswet (RIS 280824);

    d. De Aanwijzing toezichthouders algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (RIS 273754);

    e. De Aanwijzing toezichthouders Bestuursdienst (RIS 170846);

    f. De Aanwijzing medewerkers openbare ruimte als toezichthouders op de Afvalstoffenverordening (RIS269488);

    g. De Aanwijzing als toezichthouder basisregistratie personen (RIS289986);

    h. De Aanwijzing toezichthouder WMO (RIS281341);

    i. De Aanwijzing toezichthouders Wet op de kansspelen (RIS290640);

    j. Het Aanwijzingsbesluit toezichthouders handhavingsorganisatie (RIS285580);

    k. alle overige besluiten tot het aanwijzen van toezichthouders die door of namens het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn genomen, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders op basis van het aan de Veiligheidsregio Haaglanden, de Omgevingsdienst Haaglanden en de GGD Haaglanden verleende mandaat daartoe.

  • III.

    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Den Haag, 28 juni 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

mw. A.W.H. Bertram

de burgemeester,

J.J. van Aartsen