Verordening van de raad van Goeree-Overflakkee houdende regeling van winkeltijden (Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee)

Geldend van 28-11-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van Goeree-Overflakkee houdende regeling van winkeltijden (Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee)

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • bedrijf: uitstalling, anders dan een winkel, waaruit in de uitoefening van een bedrijf goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren;

  • bestaand stedelijk gebied: bestaand stedelijk gebied als omschreven in het Besluit ruimtelijke ordening;

  • feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • recreatieterrein: aaneengesloten terrein dat met toepassing van de Wet ruimtelijke ordening in hoofdzaak is aangewezen voor dag- of verblijfsrecreatie;

  • toeristische kustzone: het Noordzeestrand met achterliggende duinenrij, alsmede de Brouwersdam en de Kabbelaarsbank;

  • volumineuze detailhandelsvestigingen: grootschalige winkels als meubeltoonzalen, autobedrijven, handel in boten en caravans, bouwmarkten, keukencentra en tuincentra die in verband met hun ruimtebeslag en de aard van het gevoerde assortiment niet goed in te passen zijn in traditionele winkelcentra en dorpscentra;

  • wet: Winkeltijdenwet;

  • winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de wet.

Artikel 2 Bepaalde gebieden ( w inkels in recreatiegebied)

Winkels die geheel of nagenoeg geheel gericht zijn op het verkopen van goederen in het kader van dag- of verblijfsrecreatie en gevestigd zijn op een recreatieterrein dan wel gelegen zijn in toeristische kustzone zijn vrijgesteld van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op:

  • a.

    zondag, Nieuwjaarsdag en eerste Kerstdag van 8 uur tot 20 uur;

  • b.

    tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag, niet zijnde zondag, van 8 uur tot 22 uur.

Artikel 3 Bepaalde winkels

  • 1. Van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen van 13 uur tot 24 uur en op werkdagen van 22 uur tot 24 uur, zijn vrijgesteld winkels die behoren tot de volgende branches of categorieën:

    • a.

      musea;

    • b.

      winkels, waar uitsluitend maaltijden en voor directe consumptie geschikte eetwaren plegen te worden verkocht.

  • 2. Van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, zijn vrijgesteld winkels in of op het terrein van zorginstellingen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

Artikel 4 Openstelling op feestdagen

  • 1. Van het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet vervatte verbod, zijn voor zover dat betreft tweede Paasdag, tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag en tweede Kerstdag vrijgesteld:

    • a.

      volumineuze detailhandelsvestigingen van 6 uur tot 22 uur;

    • b.

      overige winkels van 12 uur tot 22 uur.

  • 2. Voor wat betreft tweede Kerstdag geldt dat het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing is indien deze dag op zondag valt.

Artikel 5 Straatverkoop

  • 1. Van het in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verbod, voor zover dat betrekking heeft op zon- en feestdagen van 6 uur tot 24 uur zijn vrijgesteld bedrijven voor zover het betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren buiten bestaand stedelijk gebied.

  • 2. Van het in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verbod, voor zover dat betrekking heeft op oudejaarsdag van 6 uur en 22 uur, zijn vrijgesteld bedrijven voor wat betreft het in hoofdzaak het te koop aanbieden en verkopen van oliebollen en aanverwante producten.

Artikel 6 Individuele ontheffingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van:

    • a.

      het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet vervatte verbod; (nachtopening)

    • b.

      het in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verbod, voor zover dat betrekking heeft op braderieën op feestdagen, niet zijnde een zondag.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, kan enkel worden verleend in geval van verkoopacties, feestelijkheden, evenementen, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

  • 3. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden die strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed op basis van de ontheffing.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 9 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Winkeltijdenverordening Goeree-Overflakkee wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Winkelverordening Goeree-Overflakkee verleende ontheffing geldt als ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening Goeree-Overflakkee maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 22 november 2018

griffier, voorzitter,

drs. J. Mimpen mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Toelichting Verordening winkeltijden Goeree-Overflakkee

ALGEMEEN

Op 2 januari 2013 heeft de raad de Winkeltijdenverordening Goeree-Overflakkee vastgesteld. Deze verordening, die op 9 januari 2013 in werking is getreden, kan worden beschouwd als het product van de harmonisatie van beleid- en regelgeving zoals die direct voorafgaande aan de gemeentelijke herindeling is voorafgegaan. Met name zijn daarbij specifieke bepalingen uit de desbetreffende verordeningen van de voormalige gemeenten Goedereede en Middelharnis opgenomen. In het desbetreffende raadsvoorstel werd aangegeven dat het aanbeveling verdient om op onderdelen van de verordening beleid op te stellen waarin duidelijk wordt aangegeven hoe de nieuwe gemeente omgaat met de bevoegdheden en ontheffingsmogelijkheden.

Ondertussen heeft – op 28 januari 2016 – de gemeenteraad de Beleidsnota zondagsrust vastgesteld. De inhoud van deze nota vormt aanleiding de bestaande winkeltijdenverordening aan te passen en tevens grondig te herzien. Het aantal wijzigingen is van dien aard, dat het grond vormt om te komen tot een geheel nieuwe verordening, zo veel mogelijk gebaseerd op de modelverordening van de VNG. De in de nota verwoorde uitgangspunten zijn voor wat betreft de winkeltijden daarbij zo goed mogelijk vertaald in regelgeving.

De gelegenheid is tevens benut om invulling te geven aan de leemte die ontstaan is doordat de Winkeltijdenwet per 1 juli 2013 is aangepast, waardoor een aantal onderdelen van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege is komen te vervallen. Bij brief van 18 april 2013 heeft de VNG haar leden gewezen op het feit dat hierdoor met betrekking tot de openstelling op zon- en feestdagen een aantal specifieke branches tussen wal en schip dreigt te vallen. Daarbij zijn gemeenten geattendeerd op de mogelijkheid een en ander desgewenst in een eigen verordening te reguleren. Ook aan dit punt is in de Beleidsnota zondagsrust aandacht besteed. Expliciet is daarbij gesteld dat het wenselijk is voor de bewuste doelgroep orde op zaken te stellen en de op dat punt bestaande praktijk door middel van (aanpassing van) de winkeltijdenverordening te regelen.

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Spreekt de VNG er in dit verband van dat hierbij een duizendtal detailhandelsbedrijven zijn betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan, de Eerste Heilige Communie en bedevaarten, voor wat betreft de gemeente Goeree-Overflakkee is gemeend die vrijstellingen te moeten beperken tot met de in de branches zoals die daadwerkelijk in de gemeente voorkomen. Overbodige regelgeving dient immers voorkomen te worden.

Omwille van dit laatste punt is ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid de openstelling op zon- en feestdagen van combinaties van ‘winkel plus horeca’ en ‘winkel plus verhuur’ te reguleren. Weliswaar kennen we in de gemeente een aantal winkels annex lunchroom/koffie-corner, maar die zijn alle op deze dagen voor het publiek gesloten. Beseft wordt bovendien dat gedeeltelijke openstelling van een winkelruimte onder omstandigheden heel nauw kan raken aan verkoop van goederen en daarom zelfs tot een probleem op handhavingsgebied zou kunnen leiden.

Wat het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet verder betreft wordt er hier ten overvloede nog op gewezen dat dit voor een aantal branches nog steeds vrijstellingen bevat die (mede) om die reden in het verband van deze verordening geen (nadere) regulering behoeven. Genoemd kunnen hier worden apotheken, ziekenhuizen en verpleeghuizen, stations, luchthavens, benzinestations, wegrestaurants, benzinestations annex wegrestaurants, beroepsscheepvaart en winkels in tijdschriften.

Opgemerkt wordt ten slotte dat ervoor gekozen is zoveel mogelijk vrijstellingen rechtstreeks in de verordening op te nemen in plaats van te opteren voor het op aanvraag verlenen van een vrijstelling of ontheffing. Dit is niet slechts gedaan omdat de Beleidsnota zondagsrust op de desbetreffende onderdelen zo duidelijk is dat een nader afwegingskader overbodig c.q. onmogelijk is, maar ook om daarmee onnodige administratieve lasten voor ondernemers en dito belasting van de gemeente te voorkomen.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 1 Begripsomschrijving

b edrijf

Deze omschrijving is nagenoeg geheel overgenomen uit de modelverordening van de VNG. Zij is nodig omdat in artikel 5 – “Straatverkoop” – van ‘bedrijven’ wordt gesproken. Ook in artikel 8 komt dit begrip terug.

bestaand stedelijk gebied

Gekozen is hier voor de grens voor binnen en buiten het dorp/de stad die ook in de ruimtelijke ordening gebruikt wordt en in artikel 1.1.1, aanhef en onder h, van het Besluit ruimtelijke ordening omschreven wordt als bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.

recreatieterrein

Deze omschrijving is opgenomen vanwege het bepaalde in artikel 2 op grond waarvan het de winkels op dit soort terreinen mogelijk is ’s zondags geopend te zijn.

toeristische kustzone

Deze omschrijving is nodig vanwege het feit dat een aantal ’s zondags geopende winkels buiten een recreatieterrein is gelegen.

volumineuze detailhandelsvestigingen

Deze omschrijving is nodig om te kunnen bepalen of het de winkel in kwestie mogelijk is gebruik te maken van de vrijstelling, opgenomen in artikel 4, eerste lid.

feestdagen, wet, winkel

Deze omschrijvingen zijn overgenomen uit de modelverordening van de VNG en behoeven hier geen toelichting.

Artikel 2 Bepaalde gebieden

Overeenkomstig de Beleidsnota zondagsrust wordt in dit artikel aan bepaalde winkels binnen de toeristisch-recreatieve sector de mogelijkheid geboden op zon- en feestdagen geopend te zijn.

Nu een aantal van de hier bedoelde winkels – en dan gaat het met name om de woonkern Ouddorp – is gesitueerd in de bebouwde kom, blijkt het niet mogelijk de begrenzing van het gebied waarbinnen de vrijstelling van toepassing is, te koppelen aan het begrip bebouwde kom in de zin van de Wegenverkeerswet 1994. Gekozen is daarom voor aanwijzing van bepaalde gebieden door middel van een omschrijving, waarbij enerzijds aansluiting is gezocht bij de planologische bestemming van de gronden waarop de winkel is gesitueerd en anderzijds ook rekening wordt gehouden met een aantal specifieke verkooppunten, gelegen buiten de eigenlijke recreatieterreinen. Bij dit laatste kan gedacht worden aan surf- en watersportshops.

De openingstijden voor de zondagen zijn overgenomen uit de Beleidsnota zondagsrust. Aangezien de winkels open kunnen op zondag zullen ze ook op feestdagen open kunnen. Hiervoor zijn dezelfde tijden als de zondag gehanteerd, met uitzondering van Hemelvaartsdag en tweede feestdagen. Omdat de reguliere winkels in de kern op basis van artikel 4 de mogelijkheid hebben geopend te zijn tot 22 uur, wordt dit ook voor winkels in recreatiegebied mogelijk gemaakt.

Artikel 3 Bepaalde winkels

lid 1 – Musea- en afhaalwinkels

Behoudens het daarin genoemde tijdvak is dit artikel goeddeels overgenomen van de modelverordening van de VNG en houdt het rechtstreeks verband met de aanpassing van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet op 1 juli 2013. Hiermee wordt voldaan aan hetgeen daaromtrent is aangegeven in de Beleidsnota zondagsrust. Teneinde te voorkomen dat de hier bedoelde winkels op werkdagen eerder gesloten dienen te zijn, is gemeend op die dagen tevens vrijstelling te verlenen voor het tijdvak van 22.00 tot 24.00 uur. Waar de nota spreekt van het maken van uitzondering voor snackbars, ijssalons en dergelijke zodat deze op zondag tussen 13.00 uur en 24.00 uur geopend kunnen zijn, is de langere avondopenstelling(smogelijkheid) aldus tot werkdagen uitgebreid.

De tot 1 juli 2013 bestaande vrijstelling voor winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers is niet overgenomen in de verordening. Dergelijke winkels komen momenteel op Goeree-Overflakkee niet voor.

lid 2 – Zorginstellingen

Dit artikel is – gedeeltelijk – overgenomen van de modelverordening van de VNG en houdt rechtstreeks verband met de aanpassing van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet op 1 juli 2013. Gekozen is daarbij slechts winkelopenstelling op zon- en feestdagen mogelijk te maken; verkoop anders dan in een winkel doet zich in de lokale praktijk niet voor.

Voor wat betreft die lokale praktijk moet concreet gedacht worden aan de locatie Ebbe en Vloed te Oude-Tonge, onderdeel van CuraMare. In deze locatie bevindt zich een winkeltje dat op zondag geopend is, met name bedoeld voor de verkoop van brood e.d. De andere zorglocaties van CuraMare beschikken niet over een winkeltje dan wel hebben een winkel die op zon- en feestdagen gesloten is. Regulering van genoemde praktijk maakt overigens wel dat ook deze laatste vestigingen op deze dagen voor het publiek geopend mogen zijn.

In het verband van deze specifieke bepaling wordt ook nog stilgestaan bij de openstelling van winkels in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Op grond van artikel 2 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet geldt het in (artikel 2 van) de Winkeltijdenwet neergelegde sluitingsverbod namelijk niet ten aanzien van winkels (of anderszins) in of op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht. Deze vorm van consumentenverkoop is derhalve van rechtswege reeds vrijgesteld en behoeft in dit kader geen (nadere) regulering. Ook anderszins bestaat die behoeft niet, nu het winkeltje in de ontvangsthal van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis te Dirksland op zon- en feestdagen gesloten is en ook de verpleeghuizen in de gemeente geen winkels kennen die op deze dagen geopend zijn.

Artikel 4 Openstelling op feestdagen

Met dit artikel wordt aangesloten bij de wens van de gemeenteraad, neergelegd in de Beleidsnota zondagsrust. Achtergrond wordt gevormd door het feit dat in de gemeente op met name op zogeheten “tweede feestdagen”, met uitzondering van tweede Kerstdag als die op zondag valt, regelmatig consumentshows worden georganiseerd. Het betreft detailhandel in artikelen van volumineuze aard. De Beleidsnota zondagsrust noemt hierbij branches zoals woninginrichting, boten, auto’s, caravans, tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen en sanitair, meubelzaken en keukencentra.

Gemeend is om, in aanvulling op de Beleidsnota zondagsrust, ook Hemelvaartsdag hierbij te moeten betrekken. Hiermee wordt aangesloten bij de bestaande praktijk, terwijl tevens gehandeld wordt in de geest van de nota. Uit navraag is gebleken dat in ieder geval de Gamma-vestiging te Middelharnis reeds een aantal jaren achtereen op Hemelvaartsdag voor het publiek is geopend.

Omdat bij andere branches ook de behoefte voor openstelling op tweede feestdagen en hemelvaartsdag blijkt te bestaan, is voorts gemeend om toch ook reguliere winkels op deze dagen de mogelijkheid te bieden voor het publiek geopend te zijn. Zo is er in 2015 een aanvraag ingediend voor middagopenstelling van een supermarkt op de zaterdag van tweede Kerstdag. Ook heeft de Ondernemersvereniging Ouddorp (OVO) aangegeven graag de mogelijkheid te hebben tot openstelling op feestdagen, aangezien de nabijgelegen recreatieterreinen en toeristische kustzone die mogelijkheid ook hebben. Daarbij te kiezen voor het tijdvak van 12.00 uur tot 22.00 uur lijkt ruimschoots voldoende om mensen in staat te stellen hun aankopen te doen. Belemmeringen voor de kerkgang hoeft een dergelijke openstellingsmogelijkheid bovendien niet of nauwelijks op leveren.

Artikel 5 Straatverkoop

De redactie van het eerste artikellid houdt direct verband met de aanpassing van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet op 1 juli 2013. Getracht is aldus de op zon- en feestdagen reeds bestaande straatverkoop niet onmogelijk te maken, maar juist te reguleren. Concreet gaat het daarbij om een drietal verkooppunten aan de zeezijde van de Brouwersdam en een op de carpoolplaats aan de Capelleweg te Oude-Tonge. Deze laatste standplaats is gelegen binnen de bebouwde kom als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, maar buiten ‘bestaand stedelijk gebied’ als omschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Vandaar dat deze grens, net als voor omgevingsvergunningen, als maatgevend is gekozen. Via deze weg kunnen de bestaande standplaatsen hun huidige bedrijfsvoering ongewijzigd voortzetten.

Met het tweede lid is beoogd oliebollenkramen de mogelijkheid te bieden ook op zondag 31 december te komen tot de verkoop van deze traditionele eindejaarsprodukten.

Artikel 6 Individuele ontheffingen

Dit artikel is gebaseerd op de modelverordening van de VNG en geeft tevens vorm aan de speelruimte die in de Beleidsnota zondagsrust en vanuit de ervaring wordt gezocht.

lid 1 – Ontheffingen

Door middel van een ontheffingenstelsel wordt in bepaalde gevallen de mogelijkheid geboden tot openstelling na ontheffing, zodat er kan worden aangesloten bij de bestaande praktijk zonder dat het een algemene vrijstelling voor nodig is.

lid 1 sub a Avond-/nachtopenstelling winkel bij feestelijkheden

Bij bijzondere gelegenheden kan een winkel de mogelijkheid krijgen om hieraan bijzondere aandacht te besteden door middel van avond-/nachtopenstelling na 22.00 uur. Uiteraard betreft dit geen regel, maar uitzondering. Deze regeling was ook al te vinden in de Winkeltijdenverordening uit 2013.

lid 1 sub b – Straatverkoop op feestdagen niet zijnde zondag

Deze bepaling strekt ertoe de straatverkoop zoals die bijvoorbeeld in het kader van ‘Juundag’ jaarlijks op tweede Pinksterdag in Achthuizen plaatsvindt, te voorzien van een wettelijk kader, althans voor wat betreft de toepassing van de Winkeltijdenwet. Vanzelfsprekend staat dit los van de vraag of de voor dit evenement op basis van de APV benodigde vergunning kan worden verleend en, zo ja, welke voorwaarden daaraan eventueel moeten worden verbonden.

lid 2 – Beperking avond-/nachtopenstelling

Deze beperking zorgt ervoor openstelling op deze bijzondere momenten alleen mogelijk is bij bijzondere gelegenheden en niet zondermeer kan worden toegepast.

lid 3 – Mogelijkheid voorschriften

In de literatuur en de jurisprudentie is men het erover eens dat de bevoegdheid tot het verbinden van voorschriften in beginsel aanwezig is in die gevallen waarin het al dan niet verlenen van die ontheffing ter vrije beslissing staat van het beschikkende orgaan. Toch verdient het uit een oogpunt van duidelijkheid aanbeveling deze bevoegdheid uitdrukkelijk vast te leggen.

lid 4 – Weigering ontheffing

Evenals de mogelijkheid bestaat voorschriften te verbinden aan een ontheffing, bestaat ook de mogelijkheid om deze te weigeren als de in het lid beschreven en op de VNG-modelverordening gebaseerde nadelige gevolgen te groot zijn.

Artikel 7 Beslistermijn

Dit artikel is overgenomen van de modelverordening van de VNG. Voor wat betreft de daarbij te hanteren lengte van de beslistermijn is aansluiting gezocht bij hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht. De verdagingstermijn is bepaald op ten hoogste vier weken. Verdagen kan nodig blijken, met name indien het bestuursorgaan voor het bepalen van zijn standpunt afhankelijk is van adviezen van derden, bijvoorbeeld de politie.

Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing

Dit artikel is overgenomen van de modelverordening van de VNG – het behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 Toezicht

Dit artikel is overgenomen van de modelverordening van de VNG. Gedacht moet hierbij worden aan aanwijzing van de buitengewone opsporingsambtenaren van de gemeente.

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffingen en vrijstellingen ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstellingen krachtens de nieuwe verordening. Het vervangen van een oude ontheffing of vrijstelling door een nieuwe (lid 2) kan van belang zijn als het gewenst wordt geacht wijziging te brengen in de voorschriften of beperkingen of nieuwe op te nemen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie waarin er niet langer gewerkt zal worden met ontheffingen voor een bepaalde duur, terwijl bestaande ontheffingen wel voor een bepaalde tijdsduur waren verleend. De oude ontheffingen kunnen dan worden omgezet in ontheffingen voor onbepaalde tijd. Bij de ambtshalve vervanging van een ontheffing zal het voornamelijk gaan om gevallen waarin de oude ontheffing in grote lijnen dezelfde rechten gaf als de nieuwe doet. Overeenkomstig artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht dient de houder van de ontheffing wel eerst gehoord te worden.