Regeling vervallen per 22-12-2011

Afvalstoffenverordening

Geldend van 10-06-2000 t/m 21-12-2011

Intitulé

Afvalstoffenverordening

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening van 9 maart 1998, vastgesteld door de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel, genoemd

Afvalstoffenverordening,

zoals deze sindsdien is gewijzigd bij verordeningen van:

datum 3 en 4 juli 2000 ten aanzien van de artikelen 1, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 20, 22, 25 en 26

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wet:

Wet milieubeheer (stb. 1992, 551, zoals sindsdien gewijzigd);

b. Straatafval:

huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen papier, plastic bekertjes en blikjes, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel.

c. Inzamelen:

de activiteiten gericht op de verwijdering van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden.

d. Ter inzameling aanbieden:

de wijzen van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of –voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats.

e. Inzamelmiddel:

een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box;

f. Inzamelvoorziening:

een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer, brengdepot.

g. Gebruiker van een perceel:

degene die in de gemeente Capelle aan den IJssel feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2.Het college van burgemeester en wethouders kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 7.

Artikel 2 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Deze mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 3 Persoonlijke karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens de verordening anders is bepaald.

Artikel 4 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na verlening van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, innen een redelijke termijn;

  • f.

    indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Termijnen

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde termijnen is het bepaalde in de Algemene Termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK II INZAMELING VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 6 Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1. Als inzameldienst belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening inzamelen van afvalstoffen wordt aangewezen:

    de NV Milieuservices AVR – Capelle aan den IJssel.

  • 2. Naast de in het eerste lid genoemde inzameldienst kan het college van burgemeester en wethouders personen of instanties aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 7 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of de krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties worden de volgende categorieën van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      oud-papier en karton;

    • c.

      verpakkingsglas;

    • d.

      textiel;

    • e.

      klein chemisch afval;

    • f.

      wit- en bruingoed;

    • g.

      asbest;

    • h.

      grof tuinafval;

    • i.

      metaal;

    • j.

      puin en steenachtig materiaal;

    • k.

      huishoudelijk restafval;

    • l.

      grof huishoudelijk restafval.

Artikel 8 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of - voorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 9 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per week ingezameld.

  • 2. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde wordt huishoudelijk restafval een maal per twee weken ingezameld bij de percelen waar krachtens artikel 8, tweede lid huishoudelijk restafval wordt ingezameld via een minicontainer.

  • 3. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per week afzonderlijk ingezameld.

  • 4. In afwijking van het in het derde lid bepaalde wordt groente-, fruit- en tuinafval een maal per wee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld bij de percelen waar krachtens artikel 8, tweede lid groente-, fruit- en tuinafval wordt ingezameld via een minicontainer.

  • 5. In afwijking van het in het derde en vierde lid bepaalde kan het college van burgemeester en wethouders gebieden aanwijzen waar uit oogpunt van een doelmatige inzameling groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk wordt ingezameld.

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders kan de frequentie van inzameling vaststellen ten aanzien van de overige categorieën van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 10 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. De vergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      de inzameldienst;

    • b.

      de krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties;

    • c.

      personen of instanties die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen.

HOOFDSTUK III TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE

AFVALSTOFFEN

Artikel 11 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan:

  • a.

    de inzameldienst;

  • b.

    de krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties;

  • c.

    de personen of instanties aan welke krachtens artikel 10 een vergunning is verleend;

  • d.

    de personen of instanties die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen.

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1.

    Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 10.

Artikel 13 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de volgende categorieën van huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:

    • a.

      klein chemisch afval;

    • b.

      glas;

    • c.

      oud papier en karton;

    • d.

      textiel;

    • e.

      wit- en bruingoed;

    • f.

      asbest;

    • g.

      grof tuinafval;

    • h.

      metaal;

    • i.

      puin en steenachtig materiaal.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan aanwijzen aan welke personen of instanties de in het eerste lid aangewezen categorieën van huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede lid aangewezen personen of instanties.

  • 4. Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van afvalstoffen aan personen of instanties die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen;

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan aan personen of groepen personen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1.

    Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke fvalstoffen krachtens artikel 8 een inzamelmiddel is aangewezen, is het voor die gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen inzamelmiddel.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 8 is bestemd.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijzen ter inzameling aan te bieden dan hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer mag worden aangeboden.

  • 6.

    Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college van burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 7.

    Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college van burgemeester en wethouders eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 8.

    Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel aan wie krachtens artikel 8 een inzamelmiddel is toegewezen, verboden hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelvoorziening ten behoeve van een aantal percelen

  • 1.

    Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 8 ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor die gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 8 is bestemd.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen ten aanzien van de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een aantal percelen moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een aantal percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het is voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 8 een inzamelvoorziening is aangewezen, verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelvoorziening op wijkniveau

  • 1.

    Het verbod in artikel 14, vierde lid en artikel 15, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 8 is bestemd.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald,

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

brengdepot op lokaal of regionaal niveau

  • 1.

    Het verbod in artikel 14, vierde lid en artikel 15, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorie waarvoor het brengdepot krachtens artikel 8 is bestemd.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde id is bepaald.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder

inzamelmiddel of -voorziening

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan categorieën van huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel of -voorziening als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent de wijzen waarop de krachtens het eerste lid aangewezen categorieën van huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen ter inzameling aan te bieden dan hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 19 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt de dagen en tijden vast waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 20 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van

huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kan het college van burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties.

HOOFDSTUK IV INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEEN VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 21 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Het college van burgemeester en wethouders kan andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 22 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan

de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het in het eerste lid gesteld verbod geldt niet voor die categorieën afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 21, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening reinigingsrechten.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de in artikel 21 bedoelde afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 21 ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Destructiewet, of de Provinciale Milieuverordening van toepassing is.

HOOFDSTUK V BEPALINGEN TER BESCHERMING VAN HET MILIEU

Artikel 23 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereed staande

afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

Artikel 24 Straatafval

Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken.

Artikel 25 Voorkomen diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden (afval-) stoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, personen of instanties of houders als bedoeld in artikel 11.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval.

  • 5. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer, de Wet Bodembescherming, de Meststoffenwet, de Destructiewet of de Provinciale Milieuverordening voorziet in de met dit artikel beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 26 Opslagverbod

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een zodanige plaats op te slaan of opgeslagen te hebben dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzamelmiddelen die door de inzameldienst of krachtens artikel 6, tweede lid aangewezen personen of instanties ter beschikking zijn gesteld en het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen, voor zover in overeenstemming met het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan van het in het eerste lid omschreven verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer of de provinciale milieuverordening van toepassing is.

Artikel 27 Vervoer van afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de Wet gevaarlijke stoffen, zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

Artikel 28 Verontreiniging bij werkzaamheden op de weg

  • 1. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden de weg wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht, alsmede, indien deze in opdracht handelt, zijn opdrachtgever verplicht de weg terstond na het ontstaan van de verontreiniging te (doen) reinigen;

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover artikel 9, tweede lid van het

    Rijkswegenreglement of de Wegenverordening Zuid-Holland van toepassing is.

HOOFDSTUK VI STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 29 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechten is van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan bovendien gestraft worden met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet ten aanzien van het bepaalde in de in hoofdstuk 2 (inzameling van afvalstoffen) en hoofdstuk 3 (ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen) opgenomen artikelen voorzover de Wet milieubeheer hierin voorziet. Overtreding van deze artikelen worden gestraft overeenkomstig het bepaalde in de Wet op de economische delicten.

Artikel 30 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 1998.

  • 2. Op dat tijdstip wordt hoofdstuk IV alsmede hoofdstuk VI artikel VI.1 van de Algemene Politieverordening Capelle aan den IJssel van 3 mei 1982, als nadien gewijzigd, ingetrokken.

Artikel 31 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens hoofdstuk IV van de Algemene Politieverordening Capelle aan den IJssel blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens hoofdstuk IV van de Algemene Politieverordening Capelle aan den IJssel blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3. De intrekking van hoofdstuk IV van de Algemene Politieverordening Capelle aan den IJssel heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel Afvalstoffenverordening.

Bijlage 4 bij het voorstel voor de Algemene Plaatselijke Verordening 1998

LEESWIJZER BIJ DE AFVALSTOFFENVERORDENING

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel geeft de omschrijving van de relevante begrippen, voorzover deze niet in de Wet milieubeheer omschreven zijn.

In dit hoofdstuk wordt verder verschil gemaakt tussen huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën afvalstoffen, zoals bedrijfsafval.

Blijkens de memorie van toelichting bij de Wet milieubeheer valt ook het grof huishoudelijk afval onder het begrip huishoudelijke afvalstoffen. Grof huishoudelijk afval mag ook zeer beperkte hoeveelheden bouw- en sloopafval bevatten, afkomstig van activiteiten die iedere particulier wel eens in en om zijn woning doet. Bouw- en sloopafval afkomstig van activiteiten die doorgaans door een aannemer worden uitgevoerd vallen, ongeacht of die nu feitelijk door een aannemer of in eigen beheer door een zelfklussende particulier worden uitgevoerd, onder de categorie bedrijfsafval.

Een omschrijving van een categorie huishoudelijke afvalstoffen biedt de mogelijkheid op te treden in geval het aangeboden afval te veel verontreinigd is met oneigenlijke stoffen, waardoor bijvoorbeeld hergebruik onmogelijk wordt.

HOOFDSTUK II INZAMELING VAN AFVALSTOFFEN

In dit hoofdstuk worden de inzameltaken van de inzameldienst met betrekking tot huishoudelijk afval afgebakend. Tevens wordt aangegeven op welke wijze en met welke voorzieningen deze taken worden ingevuld.

Artikel 6 Aanwijzing inzamelende instanties

De gemeente heeft de wettelijke taak zorg te dragen voor de inzameling van huishoudelijk afval. Met dit artikel kan deze zorgplicht (voor bepaalde categorieën afvalstoffen) worden gedelegeerd aan derden.

Artikel 7 Afzonderlijke inzameling

Hier wordt de feitelijke situatie van gescheiden inzameling weergegeven. De meeste genoemde categorieën afvalstoffen moeten hier op grond van wettelijke verplichting apart worden ingezameld. Verder is een aantal categorieën afvalstoffen toegevoegd die uit oogpunt van gescheiden verwerking beter apart ingezameld kunnen worden (metaal, puin, grof tuinafval).

Artikel 8 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

Hier worden de inzamelmiddelen en -voorzieningen genoemd, waarmee men zich (in bepaalde delen van de gemeente of voor bepaalde categorie afvalstoffen) van het huishoudelijk afval kan ontdoen. De splitsing in de genoemde inzamel-middelen en -voorzieningen is nodig om de feitelijke situatie van gescheiden afvalinzameling goed in regels en bepalingen te kunnen verwoorden. Dit artikel is dan ook de basis voor een groot aantal van de volgende artikelen.

Artikel 9 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

De gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en huishoudelijk restafval, alsmede de afwijkingen van de wekelijkse inzameling, moeten volgens de Wet milieubeheer per verordening worden geregeld.

In principe wordt het hele Capelse grondgebied aangewezen om gescheiden GFT in te zamelen.

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt de mogelijkheid geboden hierop uitzonderingen te maken. Deze constructie biedt de mogelijkheid om in de gebieden waar thans nog geen geschikte wijze van GFT-inzameling voorhanden is, in later stadium alsnog over te gaan tot GFT-scheiding zonder hiervoor de APV aan te hoeven passen.

Een artikel waarin geregeld wordt dat met het inzamelmiddel voor een aantal percelen (verzamelcontainer voor huisvuil of GFT) wordt voldaan aan de inzamelplicht is overbodig, aangezien dit binnenkort in de Wet milieubeheer geregeld zal worden. Een voorstel tot wetswijziging is al aan de Tweede Kamer aangeboden.

Artikel 10 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

De inzameling van huishoudelijk afval is voorbehouden aan de gemeente. Wel kunnen aan derden vergunningen verleend worden op grond waarvan bepaalde categorie(en) huishoudelijk afval mogen worden ingezameld.

Dit artikel vormt een aanvulling op artikel 6, lid 2 waar derden aangewezen kunnen worden die een bepaalde categorie afvalstoffen moeten inzamelen (delegatie van de zorgplicht).

HOOFDSTUK III TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE

AFVALSTOFFEN

Dit hoofdstuk regelt hoe de burger de verschillende categorieën huishoudelijk afval moet aanbieden. Tevens worden regels gesteld met betrekking tot het gebruik van de daartoe aangewezen inzamelmiddelen en - voorzieningen, die krachtens artikel 8 zijn aangewezen.

Artikel 11 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen aan anderen

Huishoudelijke afvalstoffen mogen alleen worden aangeboden aan de inzameldienst, aan vergunninghouders of aan aangewezen personen en instanties.

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Met dit artikel kan opgetreden worden tegen inwoners van andere gemeenten en tegen bedrijven die zonder hiervoor te betalen gebruik maken van de gemeentelijke inzamelstructuur voor huishoudelijk afval.

Artikel 13 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Met dit artikel kan worden opgetreden als een bepaalde categorie afvalstoffen, genoemd in artikel 7, niet gescheiden wordt aangeboden.

In de handhaving zal prioriteit gelegd worden bij die categorieën waar de verwerkbaarheid van het afval in het geding is.

Met dit artikel zou ook het scheiden van GFT verplicht kunnen worden gesteld. Uit oogpunt van

handhaafbaarheid is daar niet voor gekozen.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

Het gebruik van een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel (huisvuilzakken, mini-containers, afvalemmers, big-bags), dat voor een bepaalde categorie huishoudelijk afval is aangewezen, wordt hier verplicht gesteld. Tevens kunnen regels worden gesteld omtrent het gebruik ervan.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen

Het gebruik van een verzamelcontainer voor een aantal percelen (verzamelcontainers voor GFT, papier en restafval), dat voor een bepaalde categorie huishoudelijk afval is aangewezen, wordt hier verplicht gesteld. Tevens kunnen regels worden gesteld omtrent het gebruik ervan.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

inzamelvoorziening op wijkniveau

Met dit artikel wordt oneigenlijk gebruik van een verzamelcontainer op wijkniveau (glascontainer,

textielcontainer) verboden. Tevens kunnen regels gesteld worden omtrent het gebruik van de containers.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

brengdepot op lokaal of regionaal niveau

Met dit artikel wordt oneigenlijk gebruik van een brengdepot op lokaal of regionaal niveau (Gemeentewerf, wijksteunpunt) verboden. Tevens kunnen regels gesteld worden omtrent het aanbieden van afval op het brengdepot.

Artikel 18 Aanbieden zonder inzamelmiddel

of voorziening

Op grond van dit artikel kunnen categorieën afval worden aangewezen die zonder inzamelmiddel mogen worden aangeboden (grof vuil, groot tuinafval. Tevens kunnen regels gesteld worden omtrent de wijze van aanbieden.

Artikel 19 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van dit artikel stelt het college van burgemeester en wethouders de dagen en tijden vast waarop afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden.

Artikel 20 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van

huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel biedt voor het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om in geval van calamiteiten (bijvoorbeeld staking) een (tijdelijke) regeling te treffen.

HOOFDSTUK IV INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEËN AFVALSTOFFEN

In dit hoofdstuk worden de inzameltaken van de inzameldienst met betrekking tot bedrijfsafval afgebakend. Tevens wordt aangegeven op welke wijze en met welke voorzieningen deze taken worden ingevuld.

Artikel 21 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van dit artikel kunnen categorieën bedrijfsafvalstoffen worden aangewezen die door de

inzameldienst (gescheiden) mogen worden ingezameld.

Artikel 22 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan

de inzameldienst

Op grond van dit artikel kunnen regels gesteld worden aan het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst. De betreffende categorie(en) bedrijfsafvalstoffen moeten wel op grond van het vorige artikel zijn aangewezen.

HOOFDSTUK V BEPALINGEN TER BESCHERMING VAN HET MILIEU

In dit hoofdstuk worden regels gesteld met betrekking tot verspreiding van afval en vervuiling van het milieu.

Artikel 23 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereed staande

afvalstoffen

Dit artikel is opgenomen met het oog op het voorkomen van zwerfvuil.

Artikel 24 Straatafval

Dit artikel biedt de mogelijkheid op te treden tegen het achterlaten van huisvuil in de gemeentelijke prullenbakken.

Artikel 25 Voorkomen diffuse milieuverontreiniging

Dit artikel vormt een aanvulling op het algemene stortverbod buiten inrichtingen (Wet milieubeheer) en is mede gericht op het kunnen aanpakken van de zwerfvuilproblematiek.

Artikel 26 Opslagverbod

Met dit artikel kan opgetreden worden in geval van in het zicht opslaan van afvalstoffen (uit oogpunt van visuele vervuiling).

Artikel 27 Vervoer van afvalstoffen

Met dit artikel kan opgetreden worden in geval van een zodanig afvaltransport dat de weg kan worden verontreinigd dan wel het milieu nadelig kan worden beïnvloed.