Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2018

Geldend van 09-11-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2018

De raad van de gemeente Wijdemeren;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 september 2018;

gelet op artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2018.

Artikel 1. Definities

  • 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • -

      adres:

    • -

      ligplaats;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      pand;

    • -

      standplaats;

    • -

      verblijfsobject;

    • -

      woonplaats;

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

  • 2. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

    - afgebakend terrein

    een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat te betreden en afsluitbaar is.

    - Nummeraanduiding

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of cijfercombinatie, en ook betrekking kan hebben op een afgebakend terrein.

    - Rechthebbende

    een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kunnen deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

  • 2. Burgemeester en wethouderskennen per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen als bedoeld in het eerste lid en tweede lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

  • 4. Voor de in het tweede lid genoemde taak stellen burgemeester en wethouderseen adviescommissie in, die hen adviseert over deze taak.

Artikel 3. Nummering objecten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de lig- en standplaatsen vast.

  • 2. Burgemeester en wethouders kennen nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3. Zij bepalen de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4. De toekenning of afbakening, bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, niet zijnde verblijfsobjecten, dan wel op afgebakende terreinen, worden toegepast.

  • 5. Onder vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding

  • 1. Door burgemeester en wethouders aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. De door burgemeester en wethouders aan een object toegekende nummers, bedoeld in artikel 3, tweede en vierde lid, worden daaraan op doeltreffende wijze aangebracht.

  • 3. Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject, lig- of standplaats of afgebakend terrein toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

  • 1. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat de door hen toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een naamaanduiding, waarop de vervallen naam is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de naamaanduiding met de nieuwe naam te handhaven laat de rechthebbende dit toe.

  • 3. De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde aanduidingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6. Aanbrengplicht nummeraanduiding

  • 1. Tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig het in artikel 7 bepaalde.

  • 2. De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders zijn aangebracht.

  • 3. Als een verblijfsobject, lig- of standplaats of afgebakend terrein nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen vier weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4. Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Artikel 7. Nadere regels

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen en afgebakende terreinen.

    • d.

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.

  • 2. De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

Artikel 8. Handhaving

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, eerste tot en met vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de gemeentelijke afdeling Toezicht en Handhaving.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 10. Overgangsbepaling

  • 1. Namen en nummers die op grond van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2010 aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 oktober 2018.

De raad voornoemd,

de griffier,

C.M. de Heus

de voorzitter,

F. Ossel

Toelichting

Algemeen

Op 1 juli 2018 treedt de gewijzigde wet- en regelgeving voor de basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: BAG) in werking. Als gevolg daarvan zullen gemeenten een aantal aanpassingen moeten doorvoeren in hun mandaatregeling en de in het kader van de uitvoering van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG) gebruikte gemeentelijke standaarddocumenten. Tegen deze achtergrond is van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook de Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Wijdemeren 2010 op wetstechnisch vlak te verbeteren en in lijn te brengen met de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever. Daarnaast zijn er tekstuele en redactionele verbeteringen doorgevoerd die ertoe strekken de bepalingen duidelijker, korter of beter leesbaar te maken of uniformering aan te brengen in de formulering. Voor zover de wijzigingen niet voor zich spreken, worden deze hieronder artikelsgewijs nader toegelicht.

Artikel I, onderdeel A

Met dit onderdeel komt de hoofdstukindeling te vervallen.

Artikel I, onderdelen B t/m E

In deze onderdelen worden aan de artikelen 1 tot en met 4 opschriften toegevoegd die de lading van deze artikelen dekken.

Artikel I, onderdelen B t/m J

Met deze onderdelen wordt in de artikelen 1 tot en met 7 ‘het college’ telkens vervangen door ‘burgemeester en wethouders’, en worden in het verlengde daarvan de werkwoordsvormen van enkelvoud naar meervoud aangepast.

Artikel I, onderdeel B

Omdat de wijziging van de Wet BAG per 1 juli 2018 ertoe leidt dat de wet voortaan niet meer van ‘basisregistraties’ maar van ‘basisregistratie’ spreekt en de definitie van ‘ligplaats’ in de wet wijzigt, moest ook artikel 1 van de huidige Verordening naamgeving en nummering (adressen) daarop aangepast worden. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 1 helemaal in lijn te brengen met de aanbevelingen uit de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever: voor begrippen die in de Wet BAG zijn gedefinieerd (zoals ‘ligplaats’) wordt naar die wet verwezen. Met het oog op het voorkomen van herhaling worden de definities van die begrippen in deze verordening niet herhaald. Begrippen die niet in de Wet BAG voorkomen of daarvan afwijken, worden in deze verordening nog wel afzonderlijk gedefinieerd.

Artikel I, onderdeel C

Met dit onderdeel wordt in artikel 2, eerste lid, de tekst aangepast. In dat artikel was bepaald dat burgemeester en wethouders desgewenst woonplaatsen – al dan niet op basis van bouwblokken – in wijken en buurten kunnen verdelen. In artikel 1 was bovendien bepaald dat die indeling geschiedt overeenkomstig de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) aan die indeling verbindt. Nu die bepaling strikt genomen niet strekte tot verduidelijking van het begrip ‘wijk- en buurtindeling’, maar daaraan de voorwaarde verbond dat deze in overeenstemming moet zijn met de eisen van het CBS (waarin ook besloten ligt dat de wijken en buurten aangeduid kunnen worden met namen, zo nodig met letters en nummers), is deze voorwaarde overgeheveld van artikel 1 naar artikel 2, eerste lid. Tot slot is het woord ‘desgewenst’ komen te vervallen, omdat de discretie reeds besloten ligt in het woord ‘kunnen’.

Artikel I, onderdeel E

Dit onderdeel wijzigt artikel 4. Dat artikel heeft betrekking op het aanbrengen van naamaanduidingen als bedoeld in artikel 2 en nummeraanduidingen als bedoeld in artikel 3, tweede en vierde lid. Dit is verduidelijkt door in het eerste lid (voor naamaanduidingen), onderscheidenlijk het tweede lid (voor nummeraanduidingen) van artikel 4 een verwijzing naar voorgenoemde artikelen op te nemen. Daarnaast zijn het derde en vierde lid samengevoegd tot één lid waarin is bepaald dat het verboden is voor eenieder die daartoe niet bevoegd is om namen aan (delen van) de openbare ruimte, onderscheidenlijk nummers aan objecten, toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Voordien was dit verbod voor namen opgenomen in het derde lid, en voor nummers in het vierde lid.

Artikel I, onderdeel G

Met dit onderdeel wordt in artikel 6, derde lid, ‘voltooid’ vervangen door ‘gereed gekomen’. Deze terminologie sluit beter aan bij artikel 7 van de Wet BAG zoals dat luidde tot 1 juli 2018, en waarin dit in de memorie van toelichting werd toegelicht als “[...] na het gereedkomen van het pand of verblijfsobject – bijvoorbeeld de oplevering van een huis of kantoorpand – of na de realisatie van een wijziging – bijvoorbeeld de aanbouw van een serre – [...]”. Door bij deze terminologie aan te sluiten wordt duidelijker dat hetzelfde bedoeld wordt als wat voor 1 juli 2018 onder de Wet BAG gold.