Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR613440
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR613440/1
Besluit van de invorderingsambtenaar van de gemeente Waadhoeke houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit invorderingsambtenaar 2018
Geldend van 20-10-2018 t/m heden
Intitulé
Besluit van de invorderingsambtenaar van de gemeente Waadhoeke houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit invorderingsambtenaar 2018De invorderingsambtenaar;
Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2018 heeft besloten om de medewerker verzekeringen & belastingen A aan te wijzen als invorderingsambtenaar, bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel c, van de Gemeentewet.
Gelet op het bepaalde in de artikelen 10:1 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
De uitoefening van de bevoegdheden, zoals vermeld in het bij dit besluit behorend overzicht, op te dragen aan de daarbij aangegeven functionarissen;
De volgende algemene bepalingen vast te stellen en van toepassing te verklaren op de bevoegdheden, zoals bedoeld onder I. van dit besluit:
Artikel 1. Definities
Onder mandaat wordt in dit besluit verstaan de machtiging tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van de invorderingsambtenaar uitoefenen van een besluitbevoegdheid, zulks met inbegrip van de ondertekeningsbevoegdheid.
Artikel 2. Kaderstelling
-
1. De uitoefening van de bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de kaders en specifieke voorwaarden, zoals aangegeven in het onder I. bedoelde overzicht.
-
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid geschiedt de uitoefening van de bevoegdheden binnen de grenzen van het recht, waarop deze bevoegdheden steunen en de terzake geldende uitvoeringsregels.
-
3. Voor zover de uitoefening van de bevoegdheden financiële consequenties voor de gemeente met zich brengt, geschiedt zulks met inachtneming van de terzake gestelde budgettaire kaders.
Artikel 3. Terugkoppeling
-
1. Indien in enig geval wordt getwijfeld of de voorgenomen uitoefening van de bevoegdheid in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 2, oefent de gemandateerde zijn bevoegdheid niet uit dan nadat hij daarover overleg heeft gepleegd met de invorderingsambtenaar.
-
2. Het bepaalde in het eerste lid vindt in elk geval plaats indien:
- a.
de invorderingsambtenaar de wens daartoe heeft kenbaar gemaakt;
- b.
de uitoefening van de bevoegdheid (vermoedelijk) bestuurlijke/politieke consequenties zal hebben;
- c.
precedentwerking is te verwachten.
- a.
Artikel 4. Ondertekening
De ondertekening van uitgaande stukken, waarop de besluitbevoegdheid betrekking heeft, geschiedt als volgt:
“De invorderingsambtenaar,
namens hem,”
gevolgd door de functie-aanduiding van de gemandateerde, diens handtekening en naam.
Artikel 5. Ondermandaat
Buiten de in bijbehorend overzicht aangegeven gevallen is de gemandateerde niet bevoegd om ondermandaat te verstrekken ten aanzien van enige bij dit besluit aan hem verleende bevoegdheid, tenzij en voor zover de invorderingsambtenaar daarvoor toestemming heeft verleend.
Artikel 6. Toezicht en rapportage
-
1. De mandaatgever draagt zorg voor het toezicht op de rechtmatige uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.
-
2. De gemandateerde draagt desgevraagd zorg voor periodieke rapportages aan de mandaatgever over de uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden.
Artikel 7. Register/bekendmaking
-
1. De bij dit besluit verleende mandaten en de eventuele toekomstige wijziging of intrekking ervan, worden geregistreerd in een openbaar register.
-
2. Dit besluit wordt bekendgemaakt op de wijze, zoals voorgeschreven in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
-
2. Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit invorderingsambtenaar 2018”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld bij besluit van XXXX
De invorderingsambtenaar,
Bijlage 1
Intern/ extern |
Bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegde |
Gemandateerde |
1. Extern |
Het beslissen op verzoeken tot het verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding ex art. 26 Invorderingswet 1990 van aanslagen in gemeentelijke belastingen en heffingen |
Art. 255 Gemeentewet |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Noordelijk belastingkantoor |
2. Extern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van havengelden |
Art. 222 en 224 Gemeentewet
Verordening inzake marktgelden |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Havenmeester en vervangende havenmeester |
3. Intern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van:
|
Art. 222 en 224 Gemeentewet
Verordeningen inzake lijkbezorgingsrechten, reclamebelastingverordening |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
|
4. Intern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van leges ingevolge de hoofdstukken 1 en 10 van Titel Algemene dienstverlening van de legesverordening |
Legesverordening |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Specialist burgerzaken Medewerker burgerzaken |
5. Intern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van leges ingevolge de hoofdstukken 2,3,4 en 9 van Titel Algemene dienstverlening van de legesverordening |
Legesverordening |
Invorderingsambt.Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Specialist burgerzaken Medewerker burgerzaken Medewerker servicebalie en burgerzaken |
6. Intern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van leges ingevolge hoofdstuk 18 nr. 1.18.3 van Titel Algemene dienstverlening van de legesverordening |
Legesverordening |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Specialist burgerzaken Medewerker burgerzaken Medewerker servicebalie en burgerzaken |
7. Intern |
Het invorderen van aanslagen m.b.t. de heffing van leges ingevolge hoofdstuk 18 nr. 1.18.6 van Titel Algemene dienstverlening van de legesverordening |
Legesverordening |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Medewerker servicebalie en burgerzaken |
8. Intern |
Het invorderen van leges die op grond van de verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018 worden geheven. |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018 |
Invorderingsambt. Art. 231, lid 2, onderdeel c, Gemeentewet |
Medewerker servicebalie en burgerzaken |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl