Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Westland 2018

Geldend van 29-06-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Westland 2018

Het college van gemeente Westland;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Westland 2018;

besluit

de Beleidsregels leerlingenvervoer 2013 in te trekken en gelijktijdig de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Westland 2018 met terugwerkende kracht per 1 januari 2018, vast te stellen.

Artikel 1. Begrippen

Wettelijke grondslag artikel 1 van de verordening

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Westland 2018.

Artikel 2. Opstapplaatsen en afstandscriteria

Wettelijke grondslag artikel 1 en 3 van de verordening

  • 1.

    In verband met de efficiënte uitvoering van het vervoer, wordt voor leerlingen die openbaar vervoer met begeleiding aangeboden krijgen gebruik gemaakt van centrale opstapplaatsen.

  • 2.

    De leerlingen die op basis van artikel 12, lid 1, onder d of op basis van artikel 19, lid 1, onder d van de verordening, vanwege een handicap aangepast vervoer aangeboden krijgen, worden vanaf het huisadres vervoerd.

  • 3.

    Het college deelt de ouders/verzorgers in de beschikking mee of voor het vervoer van de leerling gebruik zal worden gemaakt van een centrale opstapplaats. Als dit het geval is, wordt de locatie van de toegewezen opstapplaats in de beschikking genoemd.

  • 4.

    Het college meet de afstand tussen de woning en de school met behulp van de ANWB-routeplanner voor de auto, op basis van de kortste route. Indien deze routeplanner niet langer beschikbaar is, kan het college een andere routeplanner aanwijzen.

  • 5.

    Het college stelt, aan de hand van het overzicht van de te vervoeren leerlingen, het aantal en de locaties van de centrale opstapplaatsen vast.

  • 6.

    Indien voor het vervoer van de leerling gebruik wordt gemaakt van een centrale opstapplaats, wordt per leerling één centrale opstapplaats toegewezen die het dichtst bij het huisadres is gelegen. Met het aanvraagformulier kunnen de ouders/verzorgers het college gemotiveerd verzoeken om een andere opstapplaats toe te wijzen. Om redenen van efficiency behoudt het college zich echter het recht voor om een dergelijk verzoek niet toe te kennen.

  • 7.

    Voor het vaststellen van de kwaliteitseisen voor de opstapplaatsen worden de volgende criteria in ogenschouw genomen:

    • -

      bij de centrale opstapplaats moet voldoende ruimte zijn voor de kinderen om, eventueel onder begeleiding van hun ouders/verzorgers, veilig te wachten.

    • -

      bij de centrale opstapplaats moet voldoende parkeergelegenheid zijn.

Artikel 3. Uitbetaling van vergoedingen

Wettelijke grondslag artikel 4 van de verordening

  • 1.

    Het college verstrekt de ouders die recht hebben op een vervoersvoorziening:

    • -

      een voorziening in de vorm van taxivervoer, of

    • -

      een vergoeding voor de vervoerskosten op basis van de kosten voor het openbaar vervoer, of op basis van de kosten voor het openbaar vervoer met begeleiding, of op basis van de kosten van eigen vervoer, of op basis van vervoer per fiets.

  • 2.

    Uitbetaling van de vervoerskosten vindt plaats in de maanden februari, mei en juli, voor zover door de ouders een volledig en geldig declaratie is ingevuld die is opgesteld overeenkomstig het door het college vastgestelde declaratieformulier.

  • 3.

    Bij declaraties van de vervoerskosten van openbaar vervoer dient een kopie van de ov-chipkaart en betaalbewijzen bijgevoegd te worden. De hoogte van de vergoeding voor de kosten van openbaar vervoer worden vastgesteld op basis van de Reisinformatiegroep BV, www.9292ov.nl gegeven informatie. Hierbij wordt gekeken naar de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer.

  • 4.

    Uitbetaling van kosten vindt plaats door storting op een door de ouders of verzorgers op te geven IBAN rekeningnummer.

Artikel 4. Meerjarenbeschikking

  • 1. Aan de ouders wiens kind het primair onderwijs en voortgezet onderwijs bezoekt, kan een meerjarenbeschikking worden afgegeven indien duidelijk is dat zich in de periode van de af te geven meerjarenbeschikking, geen wijzigingen zullen voordoen in de mogelijkheden van de leerling die het recht op bekostiging zal doen veranderen.

  • 2. Ouders die een meerjarenbeschikking ontvangen en die in aanmerking menen te komen voor vrijstelling van de eigen bijdrage dienen zulks jaarlijks, door overlegging van de inkomensverklaring (IB60) van het inkomen van de ouders, aan te tonen.

Artikel 5. Advisering van het college voor het vervoer van leerlingen

Wettelijke grondslag artikel 9 en 16 van de verordening

  • 1.

    Wanneer ouders/verzorgers vanwege problemen in de verstandelijke, psychische en/of lichamelijke gesteldheid van de leerling een ruimere vervoersvoorziening aanvragen dan die waar de leerling op basis van de verordening recht op heeft, verzoekt het college de Commissie voor de begeleiding, het zorgteam of zover dat niet mogelijk is, de deskundigen (bijvoorbeeld de ambulant begeleider) van de school om een advies uit te brengen voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 2.

    Het advies van de deskundigen dient een onderbouwde en gemotiveerde verklaring te zijn waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen:

    • -

      de aard van de ontwikkelingsproblemen van de leerling;

    • -

      de gevolgen hiervan voor het functioneren van de leerling;

    • -

      de gevolgen hiervan voor de reismogelijkheden van de leerling.

  • 4.

    Indien het advies naar de mening van het college onvoldoende is gemotiveerd, kan in afwijking van het advies worden besloten. Het college zal niet eerder een besluit nemen dan nadat zij de deskundige in de gelegenheid heeft gesteld de motivering van het advies aan te passen.

  • 5.

    In aanvulling op de bij de aanvraag te verstrekken informatie kan de gemeente een onafhankelijke medische keuring laten uitvoeren.

Artikel 6. Vaststellen van de reistijd openbaar vervoer

Wettelijke grondslag artikel 1, 12 en 19 van de verordening

De reistijd met het openbaar vervoer wordt vastgesteld op basis van de door de Reisinformatiegroep BV, www.9292ov.nl gegeven informatie.

Artikel 7. Begeleiding van leerlingen

Wettelijke grondslag artikel 11 en 18 van de verordening

Hoofduitgangspunt is dat ouders of verzorgers zelf verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van de leerlingen van huis naar school en terug of van en naar de opstapplaats. Dit houdt tevens in dat het in de eerste plaats op de weg van de ouders ligt een om een oplossing te bedenken voor problemen die ontstaan bij de begeleiding van de kinderen naar school en terug naar huis, dan wel naar de opstapplaats en terug naar huis.

Artikel 8. Redelijkerwijs te vergen inzet van ouders

Wettelijke grondslag artikel 12 en 19 van de verordening

In geval van bijzondere omstandigheden kan het college echter besluiten om af te wijken van het uitgangspunt genoemd in artikel 6. Het college kan in dat geval een deel van de zorgtaak van de ouders of verzorgers overnemen. Een eenoudergezin met werk, beide ouders die werken of meerdere kinderen in een gezin wordt niet gezien als zo’n bijzondere omstandigheid.

Artikel 9. Nadere criteria voor de toekenning van bekostiging op basis van eigen vervoer

Wettelijke grondslag artikel 13 en 20 van de verordening

Op aanvraag krijgen ouders die recht hebben op bekostiging van openbaar of aangepast vervoer, bekostiging van eigen vervoer toegekend indien de kosten van eigen vervoer gelijk of minder zijn dan de vergoeding van de kosten waartoe de gemeente minimaal verplicht is.

Artikel 10. Criteria voor het aanbieden van taxi vervoer

Wettelijke grondslag artikel 2, 11, en 18 van de verordening

Het college kan taxivervoer als begunstigend beleid toekennen aan leerlingen van scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs waarvoor vervoer per taxi mogelijk is en die op basis van artikel 11, lid 1 en 18, lid 1 recht hebben op bekostiging van openbaar vervoer met begeleiding.

Artikel 11. Drempelbedrag

Wettelijke grondslag artikel 2 en 14 van de verordening

Aan ouders/verzorgers van wie de kinderen het (speciaal) basisonderwijs bezoeken en van wie het inkomen hoger is dan de inkomensgrens zoals genoemd in artikel 14 van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Westland 2018, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht gelijk aan de hoogte van een 1 ster regio-abonnement met reductie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 juni 2018.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland,

de secretaris,

A.C. Spindler

de burgemeester,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven