Instellingsbesluit van de gemeenteraden van de gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal houdende regels omtrent de gemeenschappelijke regeling sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht

Geldend van 27-09-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Instellingsbesluit van de gemeenteraden van de gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal houdende regels omtrent de gemeenschappelijke regeling sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht

De raden van de gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal, onderscheidenlijk de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

overwegende, dat door het besluit tot uittrede van de gemeente Utrechtse Heuvelrug per 1 januari 2018 het noodzakelijk is de bestaande regeling te herzien;

gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Besluiten:

de regeling als volgt te wijzigen:

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

a. Arbeid

arbeid op grond van de voormalige Wet Sociale Werkvoorziening, sinds 1 januari 2015 onderdeel van de Participatiewet

b. WSW

wet Sociale Werkvoorziening sinds 1 januari 2015 onderdeel van de Partîcipatiewet.

c. GR

Regeling sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht

d. Gemeenten

de gemeenten die deze regeling hebben getroffen en daartoe zijn toegetreden.

e. GS

Gedeputeerde Staten van Utrecht.

f. Dienstbetrekking

een dienstbetrekking met het Instituut.

g. Werknemer

degene die een dienstbetrekking heeft met het Instituut

h. Instituut

Instituut voor Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht

i. IW4

vennootschap IW4 Beheer NV gevestigd te Veenendaal.

j. personeel

zij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij IW4 werkzaam zijn.

Artikel 2 Instituut

  • 1.

    Ingesteld wordt een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Het in lid 1 bedoelde lichaam draagt de naam "Instituut voor Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht" en is gevestigd te Veenendaal.

  • 3.

    Hel rechtsgebied van het Instituut omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

Artikel 3 Doel

  • 1.

    Het Instituut heeft tot doel het handhaven en vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staan zijn, maar voor wie, in belangrijke mate, ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig zijn.

  • 2.

    Het Instituut heeft tevens tot doel het handhaven van en zorgdragen voor voorzieningen die sociale activering en een zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen van in het rechtsgebied als bedoeld in artikel 2 woonachtige langdurig werklozen, uitkeringsgerechtigden en jongeren.

  • 3.

    Het Instituut kan de in de leden 1 en 2 genoemde doelen uitbesteden op contractbasis.

Artikel 4 Overdracht bevoegdheden en verplichtingen

  • 1.

    Ter uitvoering van het in artikel 3 genoemde dragen de deelnemende gemeenten hun bevoegdheden en verplichtingen uit de WSW over aan het Instituut.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat het Instituut te allen tijde verantwoordelijk zal blijven voor en belast zal blijven met de uitvoering van de wettelijk opgedragen taken.

  • 3.

    Het Instituut gaat, ter verwezenlijking van de in artilkel 3 genoemde doelen met IW4 Beheer NV een samenwerkingsovereenkomst aan, waar een sociaal/ economisch contract deel van uitmaakt, waarin de wederzijdse verantwoordelijkheden, bevoegdheden en verplichtingen zijn vastgelegd. Het Instituut wijst daartoe als feitelijk met de uitvoering belast orgaan aan: IW4 Beheer NV.

Organen

Artikel 5 Samenstelling bestuur

De bestuursorganen van het Instituut zijn:

  • a.

    het algemeen bestuur;

  • b.

    het dagelijks bestuur,

  • c.

    de voorzitter.

Artikel 6 Bevoegdheden bestuur

Ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur van het Instituut zijn van overeenkomstige toepassing de regels, in de ruimste zin, welke bij of krachtens wetsbepaling zijn gesteld voor de verdeling van bevoegdheden van de gemeentebesturen over de gemeentelijke bestuursorganen, voor de uitoefening van die bevoegdheden, alsmede voor het toezicht hierop.

Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur

Artikel 7 Aanwijzing leden

  • 1.

    Aan het hoofd van het Instituut staat een algemeen bestuur. Overeenkomstig het bepaalde in lid 4 en 5 wijst het algemeen bestuur uit zijn midden een dagelijks bestuur aan. Onverminderd het bepaalde in artikel 30 lid 1 sub a van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden bij deze regeling aan het algemeen bestuur alle bevoegdheden toegekend die niet bij of krachtens deze regeling aan de voorzitter of het dagelijks bestuur worden toegekend.

  • 2.

    De onderscheiden gemeenteraden met inbegrip van de voorzitter wijzen de navolgende personen aan: drie leden van de gemeente Veenendaal, twee leden van de gemeente Rhenen en twee leden van de gemeente Renswoude.

  • 3.

    Voor elke aanwijzing, alsmede van iedere wijziging in de vertegenwoordiging, doen de onderscheiden gemeenteraden onverwijld mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een dagelijks bestuur aan dat in ieder geval bestaat uit 1 lid van iedere deelnemende gemeente. Het algemeen bestuur benoemt met in achtneming van het bepaalde in artikel 11 leden 1 en 2 uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris, die tezamen het dagelijks bestuur van het Instituut vormen. In het dagelijks bestuur kunnen slechts benoemd worden de Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    De zittingsduur van het algemeen en dagelijks bestuur is gelijk aan de zittingsduur van de gemeenteraad, met dien verstande dat de zittende leden van het algemeen en dagelijks bestuur in functie blijven totdat in hun vervanging is voorzien, doch voor ten hoogste twee maanden gerekend vanaf de datum waarop de nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraden begint.

  • 6.

    Tot lid van het algemeen bestuur kan niet worden benoemd, degene die in een arbeidsrechtelijke relatie staat tot IW4 Beheer NV.

Artikel 8 Vergadering en besluitvorming

  • 1.

    Het algemeen en dagelijks bestuur vergaderen zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste twee leden van het bestuur schrifielijk met opgave van redenen zulks wensen, doch tenminste vier maal per jaar.

  • 2.

    In de vergadering van het dagelijks en algemeen bestuur heeft ieder lid een stem.

  • 3.

    Een vergadering van het algemeen of dagelijks bestuur vindt geen voortgang, indien niet meer dan de helft van de zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4.

    Is het vereiste aantal leden niet opgekomen, dan wordt binnen veertien dagen opnieuw vergaderd. In deze vergadering worden, indien het quorum wederom niet aanwezig is, uitsluitend onderwerpen, vermeld op de agenda van de eerste vergadering, aan de orde gesteld. Hierover kunnen in deze tweede vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, rechtsgeldige besluiten worden genomen.

  • 5.

    In de vergadering van het algemeen en dagelijks bestuur worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 6.

    Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk gestemd.

  • 7.

    Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de leden stemming wordt gevraagd, wordt het voortel geacht te zijn aangenomen.

  • 8.

    Voor de bepaling van de uitslag van een stemming worden blanco stemmen geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 9.

    Bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. In deze vergadering wordt bij het staken van de stemmen het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 10.

    Bij staken van stemmen over personen wordt een herstemming gehouden. Indien de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het lot.

  • 11.

    Het bepaalde in de artikelen 16, 17, 20, 22, 26 en 28 tot en met 32 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing

  • 12.

    De algemeen directeur van IW4 Beheer NV is bevoegd deel te nemen aan de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur. Hij heeft daarin een adviserende stem.

Artikel 9 Open en besloten vergaderingen

  • 1.

    In artikel 22 Wgr is opgenomen welke artikelen van de Gemeentewet van toepassing zijn.

  • 2.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar, met dien verstande dat op verzoek van leden tot sluiting van de deuren wordt overgegaan, indien het door een vijfde der aanwezige leden wordt verzocht of indien de voorzitter het nodig vindt. Met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden kunnen in een besloten vergadering ook besluiten worden genomen.

  • 3.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een besluit worden genomen over:

    • a.

      het vaststellen of wijzigen van de begroting;

    • b.

      het voorlopig vaststellen van de rekening;

    • c.

      het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling.

  • 4.

    In een bestolen vergadering kan geen besluit worden genomen over het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courantovereenkomsten.

Artikel10 Verantwoording en inlichtingen

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur geven aan de raad, die deze leden heeft aangewezen, de door een of meer leden van de gemeenteraad dan wel hel college van Burgemeester en wethouders verlangde inlichtingen. Het verstrekken van deze inlichtingen gebeurt op een door het college van Burgemeester en Wethouders dan wel de gemeenteraad te bepalen wijze.

  • 2.

    De leden van het algemeen bestuur zijn verantwoording verschuldigd aan de raad, die deze leden heeft aangewezen. Het afleggen van verantwoording gebeurt mondeling op een door het gemeentebestuur te bepalen wijze en tevens schriftelijk, indien het betreffende gemeentebestuur daartoe besluit.

  • 3.

    Indien een lid of plaatsvervangend van het algemeen bestuur niet langer het vertrouwen geniet van het gemeentebestuur, dat hem als zodanig heeft aangewezen, kan deze raad hem ontslag verlenen als lid van het algemeen bestuur.

Voorzitter

Artikel 11 benoeming voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Instituut, worden door het algemeen bestuur uit zijn midden benoemd, met dien verstande, dat als voorzitter wordt benoemd het daartoe uitdrukkelijk door het gemeentebestuur van Veenendaal aangewezen lid en als plaatsvervangend voorzitter wordt benoemd het daartoe door de gemeente Rhenen aangewezen lid.

  • 2.

    Zij die in een vorige periode voorzitter en plaatsvervangend voorzitter waren, blijven als zodanig functioneren tot de nieuwe aanwijzing heeft plaatsgevonden en zijn als zodanig herbenoembaar.

  • 3.

    De voorzitter is op eerste verzoek van een lid van het algemeen bestuur verplicht informatie te verschaffen over door hem dan wel het dagelijks bestuur genomen besluiten dan wel gepleegde handelingen.

Artikel 12 Taken voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het bestuur.

  • 2.

    Hij is belast met de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur en ondertekent daartoe met de secretaris alle van de bestuursorganen uitgaande stukken.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het Instituut in en buiten rechte. Hij kan dit opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde. Indien de gemeente tot het bestuur waarvan hij behoort, partij is in een geding waarbij het Instituut is betrokken; oefent de plaatsvervangend voorzitter de bevoegdheid het Instituut in en buiten rechte te vertegenwoordigen uit.

Benoeming en taak ambtelijke secretaris

Artikel 13

  • 1.

    Het algemeen bestuur en dagelijks bestuur worden ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris wordt door het dagelijks bestuur aangesteld, na overleg met de algemeen directeur van IW4 Beheer NV.

  • 3.

    De taken en bevoegdheden van de ambtelijk secretaris m.b.t. de GR en de afstemming hiervan met de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur van IW4 Beheer NV zijn vastgelegd in 'Taakverdeling ambtelijk secretaris GR - directeur IW4 Beheer NV'. Deze taakverdeling is afgestemd met het directiestatuut voor IW4 Beheer NV.

Verboden handelingen

Artikel 14 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van het bestuur verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan leveringen of aannemingen ten behoeve van het Instituut. Het bepaalde in artikel 20 lid 1 sub c Wgr is daarbij van toepassing.

  • 2.

    Het lid van het bestuur dat in strijd handelt met het bepaalde In het eerste lid, kan worden geschorst.

Uitbrengen van advies

Artikel 15 Bevoegdheid GS

  • 1.

    Het algemeen bestuur is verplicht desgevraagd GS en de gemeentebesturen te dienen van bericht en raad omtrent alle zaken betreffende de GR.

  • 2.

    Zij zijn bevoegd ongewaagd aan de gemeentebesturen advies te geven of voorstellen te doen welke zij in verband met deze regeling nodig achten.

Deskundigen

Artikel 16 Deskundigen

Het algemeen en dagelijks bestuur is bevoegd zich in de vergadering te doen bijstaan door deskundigen.

Commissies

Artikel 17 Bestuurscommissies

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.

  • 2.

    Het ontwerp van een besluit tot instell ing van een commissie, bedoeld in het eerste lid, wordt met een toelichting aan de gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten gezonden. In dit ontwerpbesluit is tenminste voorzien In regeling van:

    • de samenstelling;

    • de bevoegdheden en de werkwijze;

    • de openbaarheid van vergaderingen, de voorbereiding, de uitvoering en openbaarmaking van besluiten, het toezicht van het bestuur op de uitoefening van bevoegdheden, de verhouding van de toegekende bevoegdheden tot die van het bestuur en de verantwoording aan het bestuur.

  • 3.

    Indien binnen drie maanden na verzending van het in het tweede lid van dit artikel bedoelde ontwerpbesluit geen wensen of bedenkingen van het betrokken gemeentebestuur zijn ontvangen, wordt de in artikel 25, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde toestemming geacht te zijn ontvangen.

Artikel 18 Adviescommissie

Het algemeen bestuur kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 16 en 17 commissies van advies instellen en de bevoegdheden en de samenstelling regelen.

Financiële voorzieningen

Artikel 19 Vergoeding leden bestuur, commissies en deskundigen

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en van de commissies als bedoeld in artikel 17 en 18 kunnen voor het bijwonen van vergaderingen een vergoeding genieten volgens een door het algemeen bestuur te treffen regeling.

  • 2.

    De leden van het bestuur en de commissies l<unnen voor reis- en verblijfkosten in verband met het bijwonen van vergaderingen e.cl. een tegemoetkoming ontvangen volgens een door het algemeen bestuur te treffen regeling.

Benoeming personeel

Artikel 20 benoeming werknemers

  • 1.

    Voor zover van toepassing, worden de werknemers van het Instituut door het dagelijks bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheid mandateren aan personen in dienst van het Instituut.

Lonen en salarissen

Artikel 21 bezoldiging werknemers

Hel dagelijks stuur regelt de bezoldiging van de werknemers van het Instituut op voorstel van de algemeen directeur. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheid mandateren.

Informatie en advies

Artikel 22 informatie en advies

  • 1.

    Het algemeen bestuur verstrekt aan de gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen, die door een of meer leden van die gemeentebesturen worden verlangd. Deze informatieverstrekking geschiedt schriftelijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek daartoe.

  • 2.

    Het algemeen bestuur is bevoegd aan de gemeentebesturen adviezen uit te brengen.

Financiën en beheer

Artikel 23 Financiële verordeningen

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet genoemde verordeningen vast.

  • 2.

    De verordeningen worden ter kennisneming toegezonden aan GS en worden medegedeeld aan de raden.

Artikel 24 Voorschriften GS

  • 1.

    GS kunnen omtrent de inrichting van de begroting, de rekening en de boekhouding voorschriften geven.

  • 2.

    Zij kunnen te allen tijde de boeken en de kas van hunnentwege doen opnemen.

Artikel 25 Geldmiddelen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur regelt de geldleningen, het aangaan van rekeningcourantovereenkomsten en hetgeen verder de geldmiddelen van het Instituut aangaat.

  • 2.

    2. De gemeenten staan gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente en aflossing van de op grond van het bepaalde in het vorige lid opgenomen gelden; iedere gemeente naar rato van de in artikel 30 lid 2 genoemde verdeelsleutel.

Kaders

Artikel 26 Visie en kaderbrief

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt minimaal eens in de vier jaar een notitie vast met betrekking tot de strategische visie van de Gemeenschappelijke regeling en het Instituut op basis van landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt jaarlijks een kaderbrief op, waarin vervat de algemene en financiële beleidsmatige kaders.

  • 3.

    De strategische visie en de kaderbrief worden voor zienswijzen aan de raden van de gemeenten voorgelegd.

Artikel 27 Kaderbrief en voorlopige jaarrekening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt de begroting voorlopig vast en zendt haar met de kaderbrief vóór 15 april aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De gemeentebesturen kunnen vervolgens binnen acht weken hun zienswijze indienen met betrekking tot de kaderbrief en deze voorlopige vastgestelde begroting aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur legt de ontwerpkaderbrief en begroting met eventuele commentaren voor aan het algemeen bestuur.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt vervolgens de begroting definitief vast en zendt haar vóór 1 augustus naar GS. Wijkt de definitieve begroting af van de ontwerpbegroting dan wordt de definitieve begroting tevens toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten, die daarover hun gevoelen kunnen doen blijken aan GS.

Rekening en verantwoording

Artikel 28 Jaarrekening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks vóór 15 april een ontwerprekening over het afgelopen dienstjaar vast vergezeld van een verslag van een registeraccountant. Gelijktijdig wordt de ontwerprekening toegezonden aan de gemeentebesturen. De gemeentebesturen kunnen binnen 8 weken hun zienswijze omtrent de ontwerprekening aan het bestuur kenbaar maken.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn van 8 weken de rekening definitief vast en het dagelijks bestuur zendt deze, vergezeld van het verslag van de registeraccountant alsmede van eventuele mededelingen als bedoeld in het eerste lid, binnen 2 weken na vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli daaropvolgend toe aan GS. Wijkt de definitieve rekening af van de ontwerprekening dan wordt definitieve rekening tevens ter kennisneming aan de gemeentebesturen gezonden.

Duur van de regeling en verdeling van baten en lasten

Artikel 29 Duur regeling en verdeling van baten en lasten

  • 1.

    De regeling blijft aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    De baten en lasten worden vanaf 1.1.2002 ten gunste dan wel ten laste van de deelnemende gemeenten gebracht op basis van het aantal fulltime personeelsplaatsen (FTE) dat door de deelnemende gemeenten in het desbetreffende kalenderjaar daadwerkelijk is benut op basis van de situatie op de peildatum van 31 december naar rato van hun arbeidstijd omgerekend naar fte.

  • 3.

    Alle renten en aflossingen van vóór 1 januari 2002 aangegane geldleningen zijn afgerekend op basis van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten op basis van de situatie op de peildatum 31 december 2001.

  • 4.

    Voor sommige baten en lasten kan door het algemeen bestuur een van het bepaalde in lid 2 afwijkende regeling worden getroffen.

Toetreding en uittreding

Artikel 30 Voorwaarden toe- en uittreding

  • 1.

    Voor toetreding van een gemeente tot deze regeling kan worden volstaan met besluiten van de raad en burgemeester en wethouders van de toegetreden gemeente, mits het bestuur in de toetreding heeft bewilligd.

  • 2.

    De toetredende gemeente betaalt aan het Instituut een inlegsom, waarvan het bedrag en de bestemming door het bestuur worden vastgesteld. Het besluit wordt ter kennisneming gebracht van GS.

  • 3.

    Uittreding uit deze regeling is eerst mogelijk met ingang van het derde jaar volgend op het jaar waarin de raad en burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente hun besluit tot uittreding kenbaar hebben gemaakt aan het bestuur.

  • 4.

    Van de in artikel 30 lid 3 genoemde wachttijd kan worden afgeweken als alle deelnemende gemeenten instemmen met een eerdere uittreeddatum.

  • 5.

    Het bestuur kan een uittredingsbedrag bepalen.

  • 6.

    Het uittredende lid kan nimmer aanspraken maken op de activa van het Instituut en/of de aandelen in IW4 Beheer NV dan wel de aandelen in aan IW4 Beheer NV of het Instituut verbonden rechtspersonen, hoe ook genaamd.

  • 7.

    Van ieder bericht van toetreding en uittreding door een gemeente wordt onmiddellijk kennis gegeven aan de deelnemende gemeenten en GS.

Wijziging en aanvulling van de regeling

Artikel 31

  • 1.

    Wijziging van deze regeling kan geschieden, indien de meerderheid van de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten daartoe besluit. Een voorstel hiertoe kan uitgaan van het algemeen bestuur, of van de raad of het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente.

  • 2.

    Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur, zendt het bestuur dit voorstel aan de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, die binnen twee maanden na ontvangst daarvan hun besluiten aan het algemeen bestuur meedelen.

  • 3.

    Indien het voorstel uitgaat van de raad of het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente, zenden deze het voorstel aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het algemeen bestuur zendt het voorstel met zijn beschouwingen daaromtrent binnen twee maanden na ontvangst daarvan aan de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, die binnen twee maanden na ontvangst hun besluiten mm het algemeen bestuur meedelen.

  • 5.

    Het algemeen bestuur geeft de raden en de colleges kennis van de genomen besluiten tot aanvaarden of verwerpen van de in dit artikel bedoelde voorstellen.

  • 6.

    Een besluit tot wijzigen van deze regeling wordt ter kennisname gestuurd aan GS

Opheffing en liquidatie

Artikel 32

Opheffing van deze regeling heeft plaats indien ten minste tweederde van de raden van de gemeenten daartoe besluit.

Artikel 33

  • 1.

    Indien deze regeling wordt opgeheven, gaat het algemeen bestuur, dat gedurende de duur van de liquidatie in functie en bevoegdheid blijft, terstond tot liquidatie van het Instituut over.

  • 2.

    Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord.

  • 3.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing conform de in artikel 29 lid 2 opgenomen verdeelsleutel.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor IW4 Beheer NV.

  • 5.

    In geval van liquidatie van de krachtens artikel 4 van deze regeling aangewezen naamloze vennootschap IW4 Beheer NV, neemt het lnstlluut onverwijld de feitelijke uitvoering van de wettelijke taken en bevoegdheden als bedoeld in artlkel 3, op zich.

Geschillen

Artikel 34

  • 1.

    Geschillen als bedoeld In artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden, onverminderd het in dat artikel bepaalde, ter bijlegging voorgelegd aan GS.

  • 2.

    In alle andere dan in het vorige lid bedoelde geschillen, beslist het algemeen bestuur.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 35

  • 1.

    Deze regeling wordt aan GS gezonden door of namens het algemeen bestuur.

  • 2.

    Bekendmaking en registratie vinden plaats binnen een maand nadat goedkeuring aan de regeling is verleend .

Deze gewijzigde regeling komt in de plaats van de vanaf 31 december 2017 geldende Regeling Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht.

De regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld door:

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening