Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent buurtrecht Verordening Buurtrecht Breda 2018

Geldend van 28-09-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent buurtrecht Verordening Buurtrecht Breda 2018

De raad van de gemeente Breda;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018 (BBV- 2018- 1436);

Overwegende dat:

  • De gemeenteraad een positieve grondhouding van de gemeente ten aanzien van maatschappelijke initiatieven wil vastleggen;

  • Het college van burgermeester en wethouders eraan hecht om maatschappelijke initiatieven de ruimte te geven en dat daarvoor gemeenteparticipatie op maat de basis vormt in een transparant proces.

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening Buurtrecht Breda 2018

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Initiatiefnemer: eigenaar van een plan of idee, die voornemens is het plan zelf tot uitvoering te brengen en die woonachtig dan wel gevestigd is in de gemeente;

  • b.

    Gemeente: gemeente Breda;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda

  • d.

    Inwoner: ingezetene van de gemeente;

  • e.

    Maatschappelijk initiatief: een plan of idee dat onverplicht opgestart en uitgevoerd wordt door één of meerdere inwoners met meerwaarde voor anderen of de samenleving algemeen en tot stand komt in co-creatie met eindgebruikers;

  • f.

    Eindgebruikers: de personen die na oplevering van het maatschappelijk initiatief gebruik maken van het resultaat;

  • g.

    Buurtrecht Breda: het recht van initiatiefnemer op gemeentelijke participatie op maat en een transparant proces bij een maatschappelijke initiatief, waarbij ook sprake kan zijn aankoop van gemeentelijk vastgoed, uitvoering gemeentelijke taken en tijdelijk gebruik van gemeentelijk vastgoed of grond.

Hoofdstuk 2. Buurtrecht Breda

Artikel 2. Voorwaarden

Elke inwoner met een maatschappelijk initiatief heeft recht op gemeenteparticipatie op maat en transparant proces, als aan de volgende voorwaarden is voldaan.

  • 1.

    De initiatiefnemer dient zelf het plan / idee verder ontwikkelen en tot uitvoering brengen in co-creatie met de eindgebruiker;

  • 2.

    De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de voortgang van het proces tot realisatie;

  • 3.

    De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor draagvlak binnen wijk, buurt of dorp voor het initiatief;

  • 4.

    Het beoogde resultaat heeft meerwaarde voor derden binnen de gemeente of voor de samenleving algemeen in de gemeente;

  • 5.

    Het initiatief draagt bij aan één of meerdere doelen van de gemeente, zoals vastgesteld door gemeenteraad en/of het college;

Artikel 3. Omvang gemeenteparticipatie

  • 1. De gemeente wijst een contactpersoon van de gemeente toe aan de initiatiefnemer die de gemeenteparticipatie in het initiatief organiseert.

  • 2. De gemeente en de initiatiefnemer stellen samen een overzicht van afspraken tussen hen over verantwoordelijkheden van partijen, stappen in het proces, mogelijke randvoorwaarden en inhoud van gemeenteparticipatie.

  • 3. Gemeenteparticipatie kan bestaan uit:

    • a.

      Toegankelijke, integrale en begrijpelijke informatie;

    • b.

      Verbinding met netwerken qua ondersteuning, kennis en ervaring;

    • c.

      Ondersteuning bij het proces van co-creatie of draagvlak;

    • d.

      Financiële inzet, passend binnen de bestaande financiële kaders;

    • e.

      Bereidheid om frictie met beleid te onderzoeken met positieve insteek;

    • f.

      Begeleiding bij besluitvorming.

  • 4. De mate en intensiteit van inzet van gemeente staat in verhouding tot de maatschappelijke meerwaarde en de inzet vanuit de initiatiefnemer;

  • 5. Er is transparantie over:

    • a.

      beoordeling van de maatschappelijke meerwaarde;

    • b.

      reden indien een initiatief niet doorgaat;

    • c.

      besluitvormingsproces.

  • 6. Er is geen recht op resultaat: de initiatiefnemer blijft verantwoordelijk voor uitvoering en draagvlak.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 4. Beleidsregels

Het college kan beleidsregels vaststellen voor uitvoering van de verordening.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Wanneer een bepaling onbillijk uitpakt voor de initiatiefnemer, kan het college hiervan afwijken.

Artikel 6. Gevallen waarin de verordening niet voorziet

College heeft de bevoegdheid om te besluiten in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2018. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Buurtrecht Breda 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 maart 2018

, voorzitter

, griffier