Regeling vervallen per 23-09-2023

Beleidsregels van burgemeester en wethouders van Woerden houdende regels voor de jeugdhulp 2018 (Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2018)

Geldend van 15-08-2018 t/m 22-09-2023

Intitulé

Beleidsregels van burgemeester en wethouders van Woerden houdende regels voor de jeugdhulp 2018 (Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2018)

Burgemeester en wethouders van Woerden:

Gelet op de Jeugdwet;

Gelet op de Verordening jeugdhulp Woerden 2015;

Gelet op het Beleidsplan ‘Mensen Eerst 2016’;

Het wenselijk is nieuwe beleidsregels vast te stellen omdat er wijzigingen, aanpassingen en aanvullingen zijn geweest op de “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018;

De “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018” treden in werking op de dag na die van de bekendmaking;

De Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018 worden met ingang van de dag na die van de bekendmaking van de “Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018” ingetrokken;

B E S L U I T:

  • I.

    Vast te stellen "de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018" (juni)

  • II.

    n te trekken de Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018’’ (januari)

1. Uitgangspunten Jeugdhulp

In de visie van de gemeente Woerden hebben inwoners/huishoudens (volledig) de regie bij het vormgeven van hun leven. Kinderen/ jeugdigen zitten niet in diezelfde positie. Voor de kinderen/jeugdigen gelden een aantal aanvullende principes:

• Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en ondersteuning van hun kinderen;

• Alle inwoners van Woerden krijgen gelijke toegang tot de Jeugdhulp. Sociale en etnische afkomst, opleidingsniveau en mondigheid maken hierin geen verschil;

• De gemeente maakt bij het traceren van kinderen/jeugdigen met problemen gebruik van de volgende instanties: scholen, huisartsen, Regionaal Bureau Leerplicht (RBL), sport- en andere verenigingen, JGZ, politie, jongerenwerk, signalen uit de omgeving van het gezin, wijkverpleegkundige, maatschappelijk werk en Ferm Werk;

• Onafhankelijk van het feit of een kind/jeugdige is aangemeld door de ouders of op een andere manier, blijft de aanpak dat eerst in gesprek met ouders en kind de eigen kracht en de bijdrage die het eigen netwerk kan leveren wordt verkend voordat (duurdere) professionele hulp wordt ingezet. Echter, elke jeugdige krijgt zoveel mogelijk in één keer de juiste hulp, ook als dat dure hulp is;

• Het ondersteuningsplan: één gezin, één plan, en één vaste regiehouder. Ook voor kinderen/jeugdigen geldt zoveel mogelijk dat de ouders/kind het ondersteuningsplan zelf vormgeven. Het ondersteuningsplan heeft daarbij betrekking op het hele gezin. Problemen in een gezin hangen met elkaar samen en worden integraal benaderd;

• Als kinderen/jeugdigen een chronische beperking c.q. aandoening hebben, leidt dit tot een eenmalige indicatie, waarbij alleen herindicatie plaatsvindt op vooraf afgesproken momenten (bijvoorbeeld bij wijziging van de levensfase van een kind), dan wel op aangeven van de ouder/het kind zelf. Dit is vastgelegd in het ondersteuningsplan;

• In situaties waarin de veiligheid van de jeugdige (door geweld ouders) of de ouders (geweld jeugdige) in het geding is, wordt op grond van de situatie beoordeeld met welke gezinsleden informatie wordt gedeeld en waar geheimhouding vereist is. Dit alles binnen de grenzen van de wet;

• Wij zorgen bij het bereiken van de meerderjarigheid (18 jaar), als dat noodzakelijk is, voor een overgang van Jeugdhulp naar andersoortige ondersteuning, waardoor er sprake is van zorgcontinuïteit, ook als de wet daarin geen rol voor de gemeente voorziet. Dit in het belang van de betrokkene jeugdige, de samenleving en de gedane investeringen.

• In principe stopt de jeugdhulp zodra de jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt. Sommige jeugdigen hebben ook na hun 18e verjaardag behoefte aan ondersteuning en begeleiding. Zij kunnen tot hun 23e jaar een beroep doen op voortgezette jeugdhulp. Deze is altijd vrijwillig. Het college beslist op basis van maatwerk over de toekenning van voortgezette jeugdhulp. De jeugdhulp eindigt wanneer er geen hulpvraag meer is, wanneer het pleegkind geen hulp meer wil of als de jongere 23 jaar wordt.

Binnen dit complexe veld streeft Woerden er naar dat elke jeugdige de kans krijgt om naar vermogen een zelfstandig leven te kunnen leiden door Hulp (bieden van perspectief), Onderwijs (verwerven startkwalificatie) en uiteindelijke een Baan (voorwaarde voor financiële zelfstandigheid).

2. Definities en begripsomschrijvingen

Alle definities en begrippen die we in deze beleidsregels gebruiken, hebben dezelfde betekenis als in de Wet en de Verordening:

- Met de Wet wordt bedoeld: de Jeugdwet

- De Verordening jeugdhulp gemeente Woerden 2015 noemen we hierna: de Verordening

3. Ondersteuningsplan / familiegroepsplan

Ad Verordening artikel 6

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 6 van de Verordening stellen de inwoner en de jeugdconsulent een integraal ondersteuningsplan op. Het is in aanvulling daarop ook mogelijk om daarbij een familiegroepsplan in te dienen. Hierbij stellen de ouders en/of de jeugdige, samen met het sociaal netwerk van het gezin een plan van aanpak op.

4. Vormen van jeugdhulp

4.1 Individuele voorziening: Algemeen

Ad Verordening artikel 2 lid 3

Een individuele voorziening is het aanbod van diensten of activiteiten dat, alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp.

Maatwerk is hierbij belangrijk. De hulpverlener past de voorziening aan de persoonlijke omstandigheden aan. Na het toekennen van de individuele voorziening ontvangt de gebruiker een beschikking van de gemeente.

Soms is er sprake van een “maatwerkarrangement”. De consulent van WoerdenWijzer zorgt dan dat het geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen afgestemd wordt op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een inwoner. Een onderdeel van dit geheel kan een individuele voorziening zijn. Hiervoor zijn voldoende zorgaanbieders gecontracteerd. Deze zijn te vinden op:

https://inkooputrechtwest.nl/inkoop/gecontracteerde-zorgaanbieders-2018-2019/

De landelijk ingekochte zorgaanbieders zijn te vinden op: https://vng.nl/functies-zorgaanbieders

Een jeugdige kan toegang krijgen tot individuele voorzieningen via WoerdenWijzer. Daarnaast is het rechtstreeks doorverwijzen naar een individuele voorziening bij de wet geregeld voor de volgende professionals:

- Huisartsen;

- Medici zoals kinderartsen;

- Gecertificeerde instelling, wanneer er sprake is van dwang.

4.1.1 Ondersteuning en Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (J-GGZ)

Hieronder vallen de volgende voorzieningen:

- Specialistische ondersteuning;

- Basis j-GGZ

- Specialistische j-GGZ

Deze voorzieningen zijn gericht op:

- Behandeling en hulp (geen preventie en begeleiding) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale en problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie-gerelateerde problemen;

- Behandeling/hulp voor de bevordering van de deelname aan het maatschappelijk verkeer (geen preventie en begeleiding) van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

- Het herstellen van de veiligheid van de jeugdige en/of de samenleving.

Wat valt onder behandeling en hulp?

- Het stellen van een diagnose al dan niet inclusief een advies voor begeleiding en/of behandeling voor jeugdige met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking

- Het bieden van behandeling/hulp bij een jeugdige met psychische en psychiatrische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie-gerelateerde problemen, zodat een jeugdige zo maximaal mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer in een zo veilig mogelijke omgeving

- Het bieden van zorg ambulant, via dagbehandeling of intramuraal bij een jeugdige met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige.

4.1.2 Dyslexie

De zorg voor kinderen met ernstig enkelvoudige dyslexie (EED) valt onder de Jeugdwet. Hierbij hebben we het over de vergoeding voor onderzoek en behandeling. De zorg voor kinderen met EED bestaat uit een intake, diagnose (maximaal 12 uur) en behandeling (maximaal 60 behandelingen). Dit aanbod is te vinden op:

https://inkooputrechtwest.nl/wp-content/uploads/2019/10/20191015-Outline-dyslexiezorg-Utrecht-West.pdf

4.1.3 Vervoer

Ten behoeve van het bezoek aan een locatie voor jeugdhulp kan het college aan de jeugdige aan wie een individuele voorziening is verstrekt, een vervoersvoorziening toekennen.

De vervoersvoorziening wordt toegekend indien en voor zover dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid van de jeugdige en diens omgeving zoals bepaald in onderstaande voorwaarden.

Toekenning vervoersvoorziening

Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.

De toekenning van de vervoersvoorziening geschiedt in de regel gelijktijdig met de toekenning van de individuele voorziening jeugdhulp. Alleen indien zich na verloop van tijd een medische noodzaak of beperking in de zelfredzaamheid voordoet, kan vervoer ook later alsnog worden toegekend.

Het college kan aan de toekenning van de vervoersvoorziening voorwaarden verbinden die verband houden met het doel en strekking daarvan.

Voorwaarden vervoersvoorziening

Een jeugdige komt in aanmerking voor een vervoersvoorziening naar de locatie waar jeugdhulp wordt geboden als:

a) De jeugdige niet op eigen gelegenheid naar de locatie kan reizen in verband met de medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid, en

b) het vervoer niet onder gebruikelijke hulp valt, en

c) er geen sprake is van mogelijkheden in de sociale omgeving van de jeugdige om het vervoer te kunnen verzorgen, en

d) er geen sprake is van een algemene of een voorliggende voorziening die passend en toereikend is.

Indien de jeugdige in aanmerking komt voor vervoer naar de locatie waar jeugdhulp wordt geboden, hoeft dit meestal niet apart te worden toegekend. Het is onderdeel van de volgende individuele voorzieningen:

- Begeleiding Jeugd Ambulant

- Behandeling Jeugd Ambulant

- Dagbesteding

De volgende vormen van vervoer zijn geen onderdeel van de individuele voorzieningen en moeten apart worden beschikt en gefinancierd:

- rolstoelvervoer

- medisch vervoer

- vervoer tijdens vakantieperioden

Indien vervoer niet is inbegrepen bij de ingekochte zorg die wordt ingezet, wordt per individuele situatie bekeken of een aanvullende afspraak voor vervoer nodig is.

Hierbij hanteert het college eerdergenoemde voorwaarden a t/m d. Indien de jeugdige in aanmerking komt voor een aanvullende afspraak, zijn de volgende vormen van vervoersvergoeding mogelijk:

- Een vergoeding voor openbaar vervoer indien de jeugdige zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kan maken;

- Een vergoeding voor openbaar vervoer met begeleiding indien door de ouders ten genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is om zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken;

- Kilometervergoeding indien de ouders of iemand uit het sociaal netwerk de jeugdige zelf vervoeren of laten vervoeren, op basis van een vastgesteld tarief

- Aangepast vervoer (taxi vervoer) indien voorgaande opties niet tot de mogelijkheid behoren.

Voor vergoedingen per kilometer en gebruik van openbaar vervoer worden dezelfde tarieven gehanteerd. De tarieven zijn opgenomen in het Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Woerden 2018.

4.1.4 Begeleiding

Hieronder vallen de voorzieningen:

Individuele begeleiding

Individuele begeleiding is gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en/of participatie van de jeugdige en het gezin. Een jeugdige of zijn ouders komen in aanmerking voor begeleiding, indien:

a) er bij de jeugdige (vermoedelijk) sprake van een somatische óf psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, óf;

b) er (vermoedelijk) sprake is van matige of zware beperkingen op het terrein van:

- de sociale redzaamheid of;

- het bewegen en verplaatsen of;

- het psychisch functioneren of;

- het geheugen en de oriëntatie

Het omvat onder andere hulp bij het aanleren van:

- sociale vaardigheden;

- het aanbrengen van structuur in de dag;

- het plannen en ondernemen van activiteiten, inclusief reizen;

- het opbouwen en behoud van een sociaal netwerk van de jeugdige;

- de invulling van het ouderschap en/of het versterken van specifieke opvoedingsvaardigheden.

Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging is gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Een jeugdige of zijn ouders komen in aanmerking voor ondersteuning bij de persoonlijke verzorging van de jeugdige, indien:

a) er bij de jeugdige sprake is van een somatische of psychiatrische aandoening of beperking - of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap én;

b) deze zorg de gebruikelijke hulp van ouders voor hun kinderen overstijgt én;

c) de jeugdige de vaardigheden of kennis mist om de persoonlijke zorg zelfstandig uit te voeren en deze ook niet kan aanleren.

Het omvat onder andere hulp bij:

- het zich wassen en aankleden;

- het zich verplaatsen in zit- of lighouding;

- eten en drinken;

- het toedienen van medicatie;

- naar het toilet gaan, ook als daarbij gebruik gemaakt wordt van een sonde, katheter, incontinentiemateriaal of stoma.

Ook omvat het hulp die in directe relatie staat tot de persoonlijke verzorging, zoals het opmaken van het bed tijdens het wassen van een bedlegerig kind en het stimuleren van diens zelfredzaamheid.

Dagbesteding

Dagbesteding is gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en/of de participatie van de jeugdige en het gezin. Een jeugdige komt in aanmerking voor dagbesteding indien:

a) er bij de jeugdige (vermoedelijk) sprake is van een somatische óf psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, óf;

b) er (vermoedelijk) sprake is van matige of zware beperkingen op het terrein van:

- de sociale redzaamheid of;

- het bewegen en verplaatsen of;

- het psychisch functioneren of;

- het geheugen en de oriëntatie

Het omvat onder andere hulp bij:

- structuur aanbrengen in de dag;

- persoonlijke ontwikkeling zoals het aanleren van sociale vaardigheden of vaardigheden rondom arbeidsontwikkeling, op basis van talenten.

Daarnaast is dagbesteding een vorm van respijtzorg: het gezin/huishouden van de jeugdige kan de zorg langer volhouden doordat de jeugdige op bepaalde momenten buiten het gezin/huishouden verblijft.

Kortdurend verblijf

Kortdurend verblijf is gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en/of de participatie van de jeugdige en het gezin. Een jeugdige komt in aanmerking voor kortdurend verblijf indien:

a) de jeugdige een somatische, of psychiatrische aandoening of beperking dan wel een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap heeft én;

b) de jeugdige, is aangewezen op zorg gepaard gaand met permanent toezicht, én

c) ontlasting van de persoon die de gebruikelijke hulp of mantelzorg aan de jeugdige levert noodzakelijk is om dit vol te houden.

Kortdurend verblijf omvat logeren in een instelling, gepaard gaande met daarbij noodzakelijke persoonlijke verzorging en begeleiding.

4.1.5 Door/met tussenkomst van samen werken aan veiligheid (SAVE)

Hieronder vallen de voorzieningen:

- Jeugdbescherming

- Jeugdreclassering

- Crisis (en crisis j-GGZ)

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Als er specifieke vragen of zorgen zijn over de opvoeding of de situatie van hun kind, dan is het lokale team van de gemeente of de huisarts het eerste aanspreekpunt. Bij een onveilige opvoedingssituatie - of dreiging van afglijden naar criminaliteit- sluit een gebiedsgebonden SAVE-team aan bij het lokale team. Voor Woerden gaat het om het SAVE-team Woerden, Montfoort, Oudewater. Deze medewerkers zijn aangesloten bij Stichting Samen Veilig Midden Nederland. In het dwangkader kunnen medewerkers van SAVE middels een “bepaling jeugdhulp” jeugdhulp toewijzen. Dit is van toepassing als verblijf plaatsvindt op basis van een rechterlijke machtiging via de kinderrechter.

4.1.6 JeugdzorgPlus

JeugdzorgPlus betekent hulp met dwang en drang voor jeugdigen voor wie een 'machtiging gesloten jeugdzorg' is afgegeven door de kinderrechter. Zij kunnen in instellingen voor jeugdzorgplus worden geplaatst (gesloten jeugdzorg). Daar krijgen zij hulp in een gesloten omgeving.

Deze jeugdigen hebben bescherming nodig tegen zichzelf of tegen anderen. Het is in het belang van de jeugdigen zelf dat zij een behandeling krijgen in geslotenheid. Dit voorkomt dat zij zich onttrekken aan de zorg die ze nodig hebben, of dat anderen hen onttrekken aan de zorg.

Bij het vervoer van jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdhulp wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van vervoer door ouders, gezinsvoogd of groepsleider. Als dat niet kan of niet verantwoord is, dan maakt de instelling gebruik van de diensten van DV&O. DV&O is door het Ministerie van VWS middels een aanwijzingsbesluit aangewezen als enige vervoerder die de volgende beperkende maatregelen mag toepassen bij jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdhulp: vastpakken en vasthouden; onderzoek aan kleding; en tijdelijke plaatsing in een afzonderlijke en af te sluiten ruimte in het vervoermiddel.

JeugdzorgPlus wordt als volgt gekarakteriseerd:

- Doelgroep betreft Jeugdigen met ernstige gedrag- en opvoedproblemen, die een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving;

- Het doel van het traject is succesvolle terugkeer naar de maatschappij. Doel is ook enerzijds veiligheid en bescherming bieden en anderzijds Jeugdigen stabiliseren en zodanig hulp te bieden dat het uiteindelijk bestendig op het perspectief van het traject (thuis, residentiële voorziening, pleeggezin) kan verblijven, waarbij hij/zij een dagbesteding (onderwijs) heeft;

JeugdzorgPlus heeft de volgende kenmerken:

a. Verblijf op basis van een rechterlijke machtiging via kinderrechter (Opgelegd vanwege risico op onttrekking aan zorg - door zichzelf of omgeving);

b. Plaatsing is meestal in combinatie met een kinderbeschermingsmaatregel die het gezag over de inwoner bepaalt (zoals OTS: onder toezichtstelling);

c. JeugdzorgPlus betreft een regime: zorg en inrichting van locatie dient aan eisen te voldoen. Het betreft een “drie-milieus voorziening” (verblijf, onderwijs/werk en vrije tijd);

Het kenmerk van de Individuele voorziening JeugdzorgPlus is de mogelijkheid om beperkende maatregelen toe te passen. De behandeling is erop gericht om de impact van de beperkende maatregelen zo passend mogelijk te laten zijn, en de jeugdige voor te bereiden op een tijd waarin er geen noodzaak maar ook geen mogelijkheid meer is voor beperkende maatregelen.

Binnen de JeugdzorgPlus voorziening leert men de jeugdige om met een aantal chronisch aanwezige condities om te gaan. Deze condities kunnen gelegen zijn in de jeugdige (stoornissen, gedrag etc.), in het systeem van de jeugdige (disfunctionele gezinssystemen) of in de bredere omgeving (vatbaarheid voor vriendengroepen, loverboys). Doel is om de jeugdige vaardigheden bij te brengen die ervoor zorgen dat de jeugdige voldoende normaal kan meedoen in de samenleving.

4.1.7 Gezinsvervanging

Gezinsvervanging (waaronder pleegzorg) is plaatsing in gezinsverband als hulp thuis niet meer mogelijk is en een jeugdige voor korte of langere tijd uit huis moet worden geplaatst. Het gaat om een combinatie van ‘zo gewoon mogelijk opgroeien’ en professionele hulp. Het uitgangspunt van pleegzorg is dat een jeugdige zoveel mogelijk opgroeit in een gewone gezinsomgeving.

De jeugdhulpaanbieder die pleegzorg aanbiedt, draagt zorg voor de samenwerking tussen alle partijen rond de jeugdige en biedt, waar nodig professionele hulp aan de jeugdige, de pleegouders en eventueel de ouders.

Als de reguliere pleegzorg niet voldoende is voor het kind vanwege een vermoeden van een psychische stoornis, waarvoor bijvoorbeeld diagnostiek en behandeling nodig is of constante toezicht, kan de pleegzorgorganisatie door de consulent van WoerdenWijzer een beschikking laten opstellen waarin deze extra zorg wordt afgegeven.

Wat valt onder pleegzorg?

1. Het kan gaan om een voltijd- of deeltijd verblijf in een pleeggezin;

2. De zorg richt zich op terugkeer naar huis of stabilisering van de plaatsing in het pleeggezin;

3. Behandeling en begeleiding bepaalt de jeugdhulpaanbieder op maat;

4. Ook voor de ouders en/of pleegouders kan de jeugdhulpaanbieder hulp op maat inzetten.

4.1.8 Zeer specialistische functies

Wat valt onder zeer specialistische functies?

1. Huidige landelijke specialismen JeugdzorgPlus;

2. GGZ met een landelijke functie;

3. Expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties onder 18 jaar;

4. Jeugd sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt (j-sglvg);

5. Gespecialiseerde diagnostiek, observatie en exploratieve behandeling aan (L)VB jeugd GGZ met bijkomende complexe problematiek;

6. Forensische jeugdzorg: inzet van erkende gedragsinterventies gericht op het verminderen van de recidive bij schorsing voorlopige hechtenis, voorwaardelijke veroordeling of gedragsmaatregel.

4.2 Overige voorzieningen

Ad Verordening artikel 2 lid 4

Met overige voorzieningen worden o.a. de werkzaamheden van het maatschappelijk werk/ het CJG/ de GGD (JGZ) bedoeld. Het zijn voor de inwoner kosteloze vormen van hulp en ondersteuning, in de eerste lijn. Hierbij valt ook te denken aan nazorg of, indien passend, overbruggingszorg.

5. Toegang via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist

Ad Verordening artikel 3

Er is een convenant opgesteld op 8 september 2015 waarin regionaal afspraken zijn gemaakt tussen de gemeenten uit de regio Utrecht West, huisartsen en jeugdartsen. Lokaal kunnen de afspraken tussen de gemeenten en artsen uiteraard verschillen.

De gemeenten, de huisartsencoöperatie ROH Noord West Utrecht en GGD Regio Utrecht hebben de gezamenlijke ambitie om:

1. gezamenlijk passende zorg op maat en op de juiste plek te realiseren voor de bevolking van de regio, rekening houdend met verschillende belangen, perspectieven en ontwikkelingen;

2. de komende jaren te werken aan een stevige en effectieve verbinding tussen het sociale en het zorgdomein, met huisartsen als belangrijke spil;

3. samenwerkingsafspraken te maken en implementeren om deze verbinding duurzaam tot stand te brengen en kosten te beheersen.

De samenwerking heeft als doel:

A. Als gemeenten en eerste lijn zich gezamenlijk voor te bereiden op de komende ontwikkelingen.

B. Het sociale en zorgdomein meer aan elkaar te verbinden om dubbelingen te voorkomen en

mogelijkheden van inwoners en professionals beter te benutten.

C. Door middel van samenwerking tussen huisartsen en partners in het gemeentelijk sociale domein zorg en ondersteuning op de juiste plek te organiseren.

6. Inzet nadere expertise

Ad Verordening artikel 4

Bij het bepalen van de juiste zorg kunnen de consulenten en sociaal makelaars van WoerdenWijzer, met goedkeuring van de jeugdige en/ of zijn ouders nadere expertise inzetten. Hiertoe is een aantal extern adviseurs gecontracteerd.

7. Huiswerkbegeleiding

Wat betreft de verantwoordelijkheid voor huiswerkbegeleiding aan kinderen, hanteren we de volgende lijn:

- Het is de verantwoordelijkheid van de school om kinderen te leren leren huiswerk maken;

- Huiswerkbegeleiding valt onder gebruikelijke zorg van ouders, valt niet onder de extra ondersteuning van het Samenwerkingsverband PO of VO of onder de jeugdhulpverantwoordelijkheid van de gemeente;

- Als een kind een specifieke ondersteuningsbehoefte heeft (veelal voortkomend uit diagnostiek) en ook buitenschools moeilijk kan plannen en structureren, is het mogelijk om extra begeleiding te bieden op het leren structureren, organiseren en plannen (executieve functies);

- Hierbij is de inzet van het samenwerkingsverband passend onderwijs voorliggend aan eventuele inzet van gemeentelijke ambulante jeugdhulp. Het gaat bij passend onderwijs veelal om trajecten, met als doel om leerlingen binnen het regulier onderwijs te houden;

8. Zelfstandige aanvraag door jongere

Ad Verordening artikel 8

Jeugdigen kunnen vanaf 16 jaar zelfstandig, en zonder medeweten van de ouder, een ondersteuningsplan als aanvraag indienen. Jongeren tussen de 12 en 16 jaar moeten toestemming geven voor inzet hulpverlening, tenzij door een professional kan worden aangetoond dat het kind niet in staat is hier akkoord voor toegeven.

9. Ondersteuningsplan/ familiegroepsplan

Ad Verordening artikel 9

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 6 van de Verordening stelt de inwoner, al dan niet met begeleiding, een integraal ondersteuningsplan op. Het is ook mogelijk om daarbij een familiegroepsplan in te dienen. Hierbij stellen de ouders en/of jeugdige, samen met het sociaal netwerk van het gezin een plan van aanpak op.

10. Inzet pgb

Ad Verordening artikel 11

10.1 Doel en voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb

Een pgb is een geschikt instrument voor de inwoner om zijn leven naar eigen wensen en behoeften, en met eigen regie in te vullen. Het is een vorm van verstrekking die bij uitstek geschikt is voor mensen die zelf de regie over hun leven kunnen voeren. De gemeenteraad heeft besloten in te zetten op een verhoogd gebruik van het pgb ten opzichte van Zorg in Natura (ZiN). Belanghebbenden moeten vooraf goed weten wat het pgb inhoudt en welke verantwoordelijkheden ze daarbij hebben. Ook is van belang dat tijdens het gesprek risico’s (als bijvoorbeeld schuldenproblematiek) en implicaties naar aanleiding hiervan worden afgewogen. De inwoner zal tijdens het gesprek, maar ook later tijdens de aanvraagprocedure, goed worden geïnformeerd. De sociale verzekeringsbank (SVB) verzorgt naast de administratie ook de voorlichting voor en ondersteuning aan budgethouders.

Uit de Jeugdwet volgt niet direct een minimumleeftijd waarop iemand zelfstandig het budgetbeheer van een pgb kan uitoefenen. Er zal daarom vooral beoordeeld moeten worden of de jeugdige in kwestie hiervoor bekwaam genoeg is. Wanneer de jeugdige in staat is om alle taken die horen bij het pgb zelfstandig uit te voeren, zal hij zelfstandig het budgetbeheer mogen uitoefenen.

10.2 Integraal pgb

Een integraal pgb (ipgb) is een samengesteld ondersteuningsbudget dat een inwoner de mogelijkheid biedt op integrale wijze, over de verschillende schotten heen, de benodigde ondersteuning in te kopen. Deze ondersteuning is flexibel inzetbaar voor diverse terreinen: thuis, school, werk, zorg, mobiliteit, hulpmiddelen etc. Het ipgb voegt zoveel mogelijk financieringsbronnen samen tot één budget, zonder schotten voor de besteding en zonder ‘dubbelingen’ in het aanvragen en verantwoorden.

De gemeente geeft een integrale beschikking af, op basis van het ondersteuningsplan. Het college kent een integraal budget toe, zodat de deelnemer diensten kan betrekken die onderdeel uitmaken van zijn ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan is als het ware een bundel van beschikkingen met alle toegekende rechten en aanspraken op zorg, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs en werk. De budgethouder verantwoordt bij de gemeente en de gemeente houdt een boekhouding bij van de gedeclareerde diensten en zorgt dat de gedeclareerde kosten kunnen worden verantwoord aan de budgetverstrekkers. Voor deelname is het van belang dat de betrokken verstrekker van de deelnemer zich schriftelijk bereid heeft verklaard voor hem een deelbudget ter beschikking te stellen. Vervolgens storten de betrokken verstrekkers op basis van met de gemeente gemaakte afspraken de gelden bij de gemeente om één budget te hebben voor het bekostigen van de verschillende diensten.

De beschikbare budgetten worden in een integraal pgb ondergebracht bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De inwoner kan zelf over de diverse schotten heen ondersteuning inkopen/ De SVB speelt, evenals bij het reguliere pgb, een rol in het uitbetalen van de hulpverleners waarmee een contract is afgesloten.

10.3 Vaststellen hoogte pgb

De hoogte van een pgb voor jeugdhulp wordt bepaald per uur, per resultaat of per dag(deel) op basis van het basistarief dat door de gemeente bij de inkoop van jeugdhulp is vastgesteld voor de betreffende soort begeleiding per uur, per resultaat of per dag(deel) in natura.

Afhankelijk van de uitvoerder van de begeleiding worden de volgende percentages van dit basistarief gehanteerd:

a) voor niet-professionele zorgverleners geldt dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverlening krijgt betaald (maximaal € 20,- per uur)

b) voor jeugdhulp door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) geldt 100% van het basistarief van Zorg In Natura, tot maximaal het huidige tarief aan pgb voor de betreffende zorgvorm;

c) voor nieuwe cliënten geldt: voor jeugdhulp door een organisatie geldt het huidige tarief aan pgb voor de huidige woonvorm tot een maximum van 100% van het basistarief van ZiN’

Gezamenlijk inkopen

Het is toegestaan om samen zorg in te kopen via het pgb. De mogelijkheid bestaat om een voorziening te verstrekken die door meerdere personen te gebruiken is. Gaat het om een individuele voorziening dan blijft het te behalen zorgdoel en het proces van aanvraag, afhandeling, declaratie, facturering en verantwoording wel individueel.

10.4 Bekwaamheid van de aanvrager

Als er sprake is van een ernstig vermoeden dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een pgb, kan het college een pgb weigeren. Om een pgb af te wijzen moet er enige feitelijke onderbouwing zijn op grond waarvan de aanvraag afgewezen kan worden. De onderbouwing van de afwijzing wordt in de beschikking vermeld.

Situaties waarbij het risico groot is dat het pgb niet besteedt wordt aan het daarvoor bestemde doel kunnen zijn:

- de inwoner is handelingsonbekwaam en kan geen ondersteuning inroepen vanuit zijn eigen netwerk;

- de inwoner is onvoldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van zijn belangen ten aanzien van de ondersteuningsvraag: een persoon moet duidelijk kunnen maken welke problemen hij heeft, hoe deze zijn ontstaan en bij welke ondersteuning hij gebaat zou zijn;

- de inwoner is niet goed op de hoogte van de rechten en plichten die horen bij het beheer;

- de inwoner is niet in staat om de opdrachtgeverstaak op zich te nemen: bijvoorbeeld het kiezen van de juiste zorgverlener, het aangaan van een zorgovereenkomst, het in de praktijk aansturen van de zorgverlener en het bijhouden van een correcte administratie;

- er is sprake, als gevolg van een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen, van onvoldoende inzicht in eigen situatie;

- er sprake is van verslavingsproblematiek;

- er sprake is van schuldenproblematiek;

- er sprake is van het inzetten van professionele tussenpersonen bij het beheer en gebruik van een pgb.

Bovenstaande opsomming is niet uitputtend. Er kunnen andere situaties denkbaar zijn waarin het verstrekken van een pgb niet gewenst is.

10.5 Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:

- Het inkopen van de individuele voorziening, hulpmiddel of dienst;

- Het kunnen beoordelen van de kwaliteit van deze maatwerkvoorzieningen.

Degene die ingeschakeld wordt voor het uitvoeren van Wmo “diensten” zoals hulp bij het huishouden of de begeleiding, is, indien aan de orde, zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van loongegevens aan de belastingdienst.

10.6 Beschikking pgb

Ad Verordening artikel 10

De hoogt van een pgb voor jeugdhulp wordt bepaald per uur, per resultaat of per dag(deel) op basis van het basistarief dat door de gemeente bij de inkoop van jeugdhulp is vastgesteld voor de betreffende soort begeleiding per uur, per resultaat of per (dag)deel bij ZiN.

Als de inwoner kiest voor een pgb, wordt in de beschikking opgenomen:

- het budget waarmee de voorziening of dienst kan worden ingekocht;

- de periode waarvoor deze maatwerkvoorziening geldt of de termijn waarbinnen de voorziening aangeschaft dient te zijn;

- voor welk resultaat het budget moet worden ingezet;

- de wijze van verantwoording van de besteding van het budget.

De toekenning kan eindigen wanneer:

- de budgethouder verhuist naar een andere gemeente;

- de budgethouder overlijdt;

- de geldigheidsduur van de maatwerkvoorziening is verstreken;

- als de budgethouder aangeeft dat zijn situatie is veranderd en (de gemeente) vaststelt dat de voorziening of dienst niet meer voldoet;

- de budgethouder geen verantwoording aflegt;

- de budgethouder zijn pgb laat omzetten in ZiN.

10.7 Inzet pgb bij een persoon die behoort bij het sociaal netwerk/ niet-professionele zorgverleners

Met een pgb kan hulp vanuit het sociaal netwerk bekostigd worden als er sprake is van boven gebruikelijke zorg, in tegenstelling tot ‘de gebruikelijke zorg’. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden (zie bijlage 1 voor richtlijnen).

In kortdurende situaties (maximaal drie maanden) wordt van ouders verwacht dat zij hun kind alle persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleegkundige handelingen geven. Bij langdurige situaties valt alleen de gebruikelijke persoonlijke verzorging en begeleiding onder gebruikelijke zorg. De zorg voor kinderen met een beperking kan groter zijn dan de zorg voor een gezond kind van de zelfde leeftijd. Dit is de boven gebruikelijke zorg. Het vaststellen dat er sprake is van boven gebruikelijke zorg geeft op zichzelf geen recht op een vorm van jeugdhulp. Bij de afweging of een individuele voorziening jeugdhulp aan de orde is, worden ook de andere aspecten, zoals genoemd in artikel 6, lid 1, van de verordening meegewogen.

Om te onderzoeken of er sprake is van boven gebruikelijke zorg, bespreekt de consulent met de inwoner die het pgb aanvraagt en zijn mantelzorgers:

- of er tot dan toe al sprake is geweest van (onbetaalde) jeugdhulp;

- waarom de zorgverlener uit het sociale netwerk er eventueel mee stopt;

- waarom een eventuele nieuwe mantelzorger de zorg niet kosteloos wil verlenen.

Als iemand uit het sociale netwerk wordt ingeschakeld maakt de aanvrager gebruik van de “familieovereenkomst” zoals SVB deze op zijn website aanbiedt.

10.8 Weigering van een pgb

Sommige voorzieningen zijn uitgesloten van pgb:

- Ondersteuning in de vorm van een pgb is niet mogelijk voor algemene, voorliggende voorzieningen die in de gemeente of nabije omgeving aanwezig zijn;

- Een pgb wordt geweigerd als er sprake is van een crisissituatie;

- Tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald;

- Een pgb wordt geweigerd voor zover het pgb is bedoeld voor begeleiding- of administratiekosten in verband met het persoonsgebonden budget.

10.9 Kwaliteitseisen pgb

De zorgaanbieder voldoet aan alle van toepassing zijn de en meest recente en vigerende (kwaliteit)eisen die voortvloeien uit wet- en regelgeving. De volgende kwaliteitseisen gelden voor alle professionele hulpaanbieders:

1. Verleent hulp die gericht is op het bereiken van het resultaat zoals omschreven is in de beschikking of het ondersteuningsplan;

2. Verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaand hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de behoefte van de inwoner;

3. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de inwoners en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin;

4. De norm van verantwoorde hulp, inclusief de verplichting wanneer geregistreerde professionals ingezet dienen te worden;

5. gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp;

6. systematische kwaliteitsbewaking door de hulpaanbieder;

7. verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor alle medewerkers van een hulpaanbieder;

8. de verplichte meldcode huiselijk geweld;

9. de meldplicht calamiteiten en geweld;

10. verplichting om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.

Indien het pgb wordt ingezet om een persoon uit het sociale netwerk mee te betalen, dan zijn alleen de criteria 1,2,3 en 9 van toepassing. Gemeente Woerden heeft, naast de wettelijke kwaliteitseisen, de ruimte om in de voorwaarden bij contractuele overeenkomsten met zorgaanbieders, aanvullende eisen te stellen aan de kwaliteit van de professionele hulp.

10.10 Controle en verantwoording

Het college heeft de vrijheid al dan niet controles uit te voeren. Wanneer wordt besloten tot controle zal dit in eerste instantie een indicatieve steekproef zijn. Afhankelijk van de resultaten kan, eventueel op advies van of in overleg met de accountant, een representatieve steekproef worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld:

1. bij vermoeden van onjuist of onbedoeld gebruik. Naast de steekproef kan worden besloten om bij (een redelijk vermoeden van) onjuist, onbedoeld, onvolledig of geen gebruik de administratie van de desbetreffende budgethouder op te vragen en te controleren.

2. om na te gaan of het verstrekte pgb besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De controle richt zich op de vraag of het pgb is besteed aan het doel waarvoor het bestemd is. Of het gehele pgb is besteed is daarbij van ondergeschikt belang. Het gaat er immers om dat het doel van het pgb is bereikt.

11. Vergoeding door andere financiers

Hulp/ondersteuning die bekostigd kan worden door andere financiers, bijvoorbeeld hulp die zorgverzekeraars beschikbaar stellen via (aanvullende) pakketten, komt niet in aanmerking voor vergoeding (noch in natura noch middels pgb). Indien de hulp/ondersteuning niet door een andere financier wordt vergoed, onderzoekt de gemeente per geval of de hulp wordt vergoed. Daarbij wordt uitgegaan van maatwerk: het resultaat van de hulp / ondersteuning op de ondersteuningsvraag.

12. Onafhankelijke regieondersteuning

Elke inwoner kan gratis onafhankelijke regieondersteuning krijgen. Onder andere bij het vinden van WoerdenWijzer, formuleren van een ondersteuningsvraag, of bij het voorbereiden en voeren van het gesprek met WoerdenWijzer en invullen van het ondersteuningsplan. Het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning (in Woerden regieondersteuning) is vastgelegd in de Wmo. De Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als: 'Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, bijvoorbeeld voor hulp bij budgetteren of het opstellen van het ondersteuningsplan’. In Woerden kunnen inwoners zelf een onafhankelijke regieondersteuner kiezen. Deze kunnen zij bereiken via WelzijnWoerden en Kwadraad. Ook kunnen inwoners terecht bij WoerdenWijzer (telefonisch via de integrale toegang) en via de website. WoerdenWijzer wijst de inwoner bij elke contact op het recht op onafhankelijke regieondersteuning.

13. Vertrouwenspersoon

Ad Verordening artikel 14

Elk kind, elke jongere en elke volwassene die te maken krijgt met jeugdhulp, kan de hulp van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) vragen. Het AKJ voert het vertrouwenswerk uit namens alle gemeenten in het land samen met onderaannemers. De vertrouwenspersonen zijn er om te begeleiden en ondersteunen. Er kunnen allerlei vragen zijn waar de inwoner graag een duidelijk antwoord op wil hebben. Als je als jongere in een instelling zit, komt de vertrouwenspersoon desgewenst op bezoek.

14. Overige bepalingen

14.1 Klachtenregeling

Ad Verordening artikel 15

Bij de afhandeling van klachten in het kader van jeugdhulp wordt onderscheid gemaakt tussen:

- Klachten over de gevoerde procedure;

- Klachten over de bejegening;

- Klachten over een voorziening of een aanbieder daarvan.

Klachten over de gevoerde procedure en/of over de bejegening door een medewerker van WoerdenWijzer kunnen worden ingediend via:

- WoerdenWijzer

- De algemene website: https://www.woerden.nl/inwoners/melding-klacht-tip-aan-de-gemeente/uw-melding-klacht-tip

- onafhankelijke regieondersteuner

- het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ)

- College van Toezicht SKJ (tuchtprocedure)*

Klachten over bejegening door een medewerker van een zorgaanbieder, of over de dienstverlening van een zorgaanbieder kunnen ingediend worden bij:

- de betreffende zorgaanbieder

- WoerdenWijzer

- het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ)

- College van Toezicht SKJ (tuchtprocedure)*

*Dit kan alleen indien de jeugdprofessional in kwestie geregistreerd is in het register van SKJ. Hieronder valt in ieder geval een jeugdconsulent, jeugdzorgwerker, jeugd- en gezinsprofessional, (ortho)pedagoog, kinder- en jeugdpsycholoog, raadsonderzoeker.

14.2 Inspraak en medezeggenschap

Ad Verordening artikel 16

Het college stelt de Participatieraad Woerden vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Er geldt een zelfde inspraakprocedure voor het Wmo-beleid, als voor de andere terreinen in het sociale domein.

Het college nodigt, in samenspraak met de Participatieraad Woerden, minimaal eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg vroegtijdig openbaar bekend. Daarbij worden genodigden opgeroepen punten voor de agenda aan te dragen.

15. Slotbepaling

15.1 Inwerkingtreding

1. De ‘Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2018’ (juni) treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

2. De ‘Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2018’ (januari) worden ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de ‘Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2018’.

15.2 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: ”Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2018”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Woerden gehouden op 10 juli 2018

de secretaris, de burgemeester

drs. M.H.J. van Kruijsbergen MBA, V.J.H. Molkenboer

Bijlage 1. Gebruikelijke hulp

Algemeen aanvaarde maatstaven:

In kortdurende situaties (maximaal 3 maanden) wordt alle persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging aan kinderen als gebruikelijke hulp geboden.

In langdurige situaties is de hulp, waarvan kan worden gezegd dat deze op basis van algemeen aanvaarde maatstaven door de sociale omgeving (ouders, partners, volwassen inwonende kinderen en andere volwassen huisgenoten) aan de jeugdige moet worden geboden, gebruikelijke hulp.

Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouders aan jeugdigen is tot een leeftijd van 17 jaar gebruikelijke hulp, zowel in kortdurende als langdurige situaties.

Voor zover een partner, ouder, volwassen kind en/of andere volwassen huisgenoot overbelast is of dreigt te raken, wordt van hem geen gebruikelijke persoonlijke verzorging, verpleging en/of begeleiding verwacht, totdat deze dreigende overbelasting is opgeheven.

Een jeugdige is aangewezen op Jeugdhulp als het gaat om een chronische situatie, waarbij de gebruikelijke begeleiding in vergelijking tot gezonde kinderen van dezelfde leeftijdscategorie substantieel wordt overschreden.

Richtlijn ten aanzien van gebruikelijke hulp van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind: (Bron: CIZ)

Kinderen van 0 tot 3 jaar:

- Hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig;

- Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;

- Zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;

- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 3 tot 5 jaar:

- Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand;

- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

- Kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;

- Ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers;

- Hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;

- Hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;

- Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;

- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 5 tot 12 jaar:

- Hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur per week;

- Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand;

- Hebben toezicht nodig en nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging;

- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

- Zijn overdag zindelijk, en ‘s nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;

- Hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrijetijdsbesteding gaan;

- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 12 tot 18 jaar:

- Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;

- Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;

- Kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden;

- Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;

- Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;

- Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;

- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bijvoorbeeld huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);

- Hebben tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.