beleidsregel ontheffing voorschriften van stedenbouwkundige aard van de bouwverordening gemeente Bergen 2004

Het college van de gemeente Bergen;

gelezen het voorstel van afdeling VROM werkeenheid Vergunningen d.d 10 augustus 2004;

gelet op het bepaalde in Algemene wet bestuursrecht, titel 4.3;

b e s l u i t:

• 1.

  vast te stellen als beleidsregel het voormalige artikel 2.5.1 uit de bouwverordening en gaat als volgt luiden:

  “Verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen”

  Indien het college ontheffing verleent van de voorschriften in paragraaf 2.5 van de bouwverordening gemeente Bergen 2004 gelden de drie volgende richtlijnen:

  a een bouwwerk niet zodanige afmetingen of een zodanige ligging mocht krijgen dat tot een bestaand deel ervan of een ander bouwwerk niet meer voldoende licht en lucht zou kunnen toetreden, dan wel dat de goede werking van schoorstenen en ventilatiekanalen zou worden belemmerd.

  b bij de beoordeling van een aanvraag om bouwvergunning moest worden aangenomen dat alle om het bouwterrein liggende terreinen zijn bebouwd tot de hoogte en de oppervlakte die ten hoogste zonder vrijstelling of ontheffing mogelijk zijn krachtens bestemmingsplan, de bouwverordening of enige andere verordening.

  c Bij overschrijding van een of meer van de onder b bedoelde maxima door een bestaand bouwwerk in afwijking van het gestelde onder b moest worden uitgegaan van de werkelijke afmetingen van dat bouwwerk.

• 2.

  dat inwerkingtreding van dit besluit gelijktijdig plaats vindt met de inwerkingtreding van de ‘bouwverordening gemeente Bergen 2004’;