Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen (onderdeel emissie naar grondwater) Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 Provincie Limburg (POP3)

Geldend van 14-05-2018 t/m heden

Intitulé

Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen (onderdeel emissie naar grondwater) Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 Provincie Limburg (POP3)

Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelings-programma 2014-2020 Provincie Limburg (POP3), op 3 april 2018 het volgende besluit vast:

Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen (onderdeel emissie naar grondwater) Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 Provincie Limburg (POP3)

Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 Provincie Limburg (POP3) , hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerde Staten Paragraaf 2 “Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische bedrijven (onderdeel emissie naar grondwater)” van Hoofdstuk 2 (hierna te noemen “Paragraaf 2 - onderdeel emissie naar grondwater”) van deze Verordening onder volgende nadere regels open te stellen.

Artikel 1 Openstellingsperiode

Paragraaf 2 - onderdeel emissie naar grondwater 2018 - wordt opengesteld voor het indienen van subsidieaanvragen voor de periode vanaf 14 mei 2018 (9:00 uur) tot en met 22 juni 2018 (17:00 uur). Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 22 juni 2018 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

Artikel 2 Subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt voor 2018 voor Paragraaf 2, onderdeel water vastgesteld op € 3.100.000,00 bestaande uit 50% ELFPO en 50% Provinciale middelen.

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan landbouwers en groepen van landbouwers.

Artikel 4 Hoogte subsidie

In aanvulling op artikel 2.2.4 van de Verordening bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag maximaal € 100.000,00 en minimaal € 10.000,00. De subsidieaanvraag wordt afgewezen wanneer het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 10.000,00 bedraagt. Het subsidiepercentage bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 5.1

    Conform artikel 2.2.1, eerste lid, van de Verordening kan subsidie worden verstrekt voor fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovatie binnen de agrarische sector.

  • 5.2

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dient het project, respectievelijk de hierbij horende investeringen, een bijdrage te leveren aan de in artikel 2.2.1, tweede lid, van de Verordening genoemde thema c:

    • c.

      maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik of een meer gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en/of minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid).

  • Meer specifiek gaat het in dit openstellingsbesluit om de investeringen, die zijn gericht op het reduceren van de emissie naar grondwater. Hieronder wordt verstaan:

    • Systemen voor precisielandbouw betreffende plaats specifieke bemesting, plaats specifieke gewasbescherming, plaats specifieke opbrengstmeting of plaats specifieke bewatering inclusief GPS/GIS apparatuur; en/of

    • Spuitmachine met restvloeistofreductie in de akkerbouw. Spuitmachine bestemd voor: het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen aan gewassen in de akkerbouw, waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of gereduceerd; en/of

    • Gebruik spuittechnieken die drift vergaand reduceren, zoals wingsprayer en luchtondersteu-ning in de akkerbouw. Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermings-middelen, waarbij de drift wordt gereduceerd (zie tabel Technische Commissie Techniekbeoordeling, versie 1 november 2016) en/of

    • Machines voor niet kerende grondbewerking. Systemen / werktuigen die gericht zijn op ondiepe bodembewerking en gewasresten oppervlakkig vermengen al dan niet in combinatie met direct zaaien, poten of planten en kunstmest toedienen en/of

    • Machines voor mechanische onkruidbestrijding en ondiep ploegen en/of

    • Waterbeheer voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een landbouwbedrijf of door afvalwater uit de akkerbouw.

  • Voor een nadere beschrijving wordt verwezen naar bijlage 1.

  • 5.5

    Subsidieaanvragen die geen betrekking hebben op emissie naar grondwater, zoals benoemd onder artikel 5.2 komen onder deze openstelling niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6 Aanvraag

  • 6.1

    Conform artikel 1.3, vierde lid, onderdeel h, van de Verordening zal voor het projectplan zoals vermeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel f, van de Verordening het op de website www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele subsidies/subsidieregelingen/natuur/subsidieverordening plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (pop3) Limburg beschikbaar gestelde format gehanteerd dienen te worden.

  • 6.2

    In aanvulling op artikel 6.1 dienen bij de aanvraag additioneel diverse van toepassing zijnde bijlagen bijgevoegd te worden (nadere uitleg in de toelichting).

  • 6.3

    Per landbouwer kan onder dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd. Per aanvraag kunnen meerdere investeringen gedaan worden.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten uit artikel 2.2.3, eerste lid, van de Verordening. Dit zijn:

    • a.

      Kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      Kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      Kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • d.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de Verordening;

    • e.

      Kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • Kosten voor de aankoop van grond zijn, gezien de investeringslijst niet relevant.

  • 2.

    In aanvulling hierop wordt conform artikel 2.2.3, tweede lid, en artikel 1.12 van de Verordening ook subsidie verstrekt voor:

    • a.

      Kosten voor de verwerving van computersoftware (de ontwikkeling van computersoftware is niet subsidiabel);

    • b.

      Voorbereidingskosten. Gelet op het gestelde in artikel 1.12, derde en vierde lid, van de Verordening komen voorbereidingskosten slechts voor subsidie in aanmerking indien zij gemaakt zijn binnen één jaar voordat de aanvraag om subsidie is ingediend. Voorbereidingskosten kunnen uitsluitend bestaan uit:

      • 1.

        kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs";

      • 2.

        kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

      • 3.

        kosten van haalbaarheidsstudies.

  • De overige in artikel 2.2.3, tweede lid, van de Verordening opgenomen kosten komen niet voor

    subsidiëring in aanmerking.

Artikel 8 Voorschotten

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening worden er geen voorschotten verleend.

Artikel 9 Rangschikking en selectie

  • 1. Voor de rangschikking, bedoeld in artikel 1.15, artikel 1.15b en artikel 2.2.5 van de Verordening, hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst zoals opgenomen in de bijlage 1 van dit openstellingsbesluit. Per aanvraag kunnen meerdere investeringen gedaan worden. De score van de aanvraag is de som van het aantal punten dat per investering is aangegeven in bijlage 1 van deze openstelling. De aanvragen worden gerangschikt op basis van de totale score. Aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van de rangschikkingslijst, beginnend met de aanvraag die bovenaan die rangschikkingslijst geplaatst is. De aanvraag die de meeste punten toegekend heeft gekregen, wordt bovenaan de rangschikkingslijst geplaatst.

  • 2. Indien het subsidieplafond wordt overschreden en de onderlinge rangschikking tussen aanvragen gelijk is, dan zal overgegaan worden tot loting. De loting zal worden uitgevoerd door een beëdigd notaris.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1. In afwijking van artikel 1.17, eerste lid, onder e, van de Verordening is de subsidieontvanger niet verplicht om binnen twee maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit.

  • 2. In afwijking van artikel 1.17, eerste lid, onder h, van de Verordening is de subsidieontvanger niet verplicht om eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen.

  • 3. In afwijking van artikel 1.27, eerste lid, van de Verordening dient het verzoek tot vaststelling van de subsidie uiterlijk op 31 december 2021 te zijn ingediend.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 14 mei 2018 en heeft een looptijd tot einde POP 3 periode.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

de heer drs. Th.J.F.M. Bovens

de secretaris,

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

TOELICHTING

Algemeen

Met deze openstelling van paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen, onderdeel emissie naar grondwater willen we landbouwers (en met name akkerbouwers) stimuleren om te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. De openstelling is vooral bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid kunnen versterken.

De modernisering moet bijdragen aan verbetering van de grondwaterkwaliteit. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.

Gedeputeerde Staten van Limburg stellen een lijst vast met innovatieve en duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat het niet nodig is een minimumscore op te nemen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie en modernisering (gericht op milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit) en de beleidsmatige voorkeur van de provincie:

  • c.

    De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid).

Meer specifiek gaat het om de investeringen, die zijn gericht op het reduceren van de emissie naar grondwater.

De openstelling is gericht op een brede uitrol (hoog totaal subsidiebedrag) van gewenste investering(en)voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen. Het aantal subsidiabele maatregelen is daarom gering.

Het gaat om investeringen die weliswaar door voorlopers al gedaan zijn, maar waarbij een bredere uitrol onvoldoende op gang komt en waarvan stimuleren van het gebruik beleidsmatig van belang geacht wordt. (Verordening: art.2.2.1, lid1 sub b.). Voor het stimuleren van dit soort vernieuwingen wordt gekozen voor het werken met een investeringslijst, waarop investeringen worden vermeld die, gelet op de doelstelling van de openstelling, bewezen kosten efficiënt en effectief zijn.

De investeringslijst is mede gebaseerd op de investeringslijst van openstellingen voor fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen voor jonge landbouwers.

De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen zoals opgenomen in bijlage 1.

Indien de aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de score bepaald op basis van de investering met de hoogste score.

Samenvatting belangrijkste kenmerken van deze openstelling:

  • minimaal subsidiebedrag per aanvraag € 10.000,00, maximaal € 100.000,00;

  • subsidiepercentage 40%;

  • investeringsaanvragen dienen daarmee minimaal € 25.000,- aan subsidiabele kosten te bedragen;

  • 6 categorieën subsidiabele maatregelen;

  • per landbouwer agrariër kan uitsluitend 1 aanvraag worden ingediend (waarbinnen meerdere investeringen kunnen zijn opgenomen);

  • totaal beschikbare subsidie voor deze openstelling: € 3,1 mln.

Artikel 6 Aanvraag

De volgende bijlagen dienen additioneel toegevoegd te worden bij de aanvraag. Voor uitleg wordt verwezen naar het Handboek subsidies POP3: zie de website www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele subsidies/subsidieregelingen/natuur/subsidieverordening plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (pop3) Limburg:

  • projectplan, zie format op website (verplicht);

  • onderbouwing/specificatie van de begroting (verplicht);

  • bewijsstukken begroting/offertes. Indien niet aanwezig aangeven waar de bedragen op gebaseerd zijn (verplicht);

  • toezegging overige financiers of aangeven dat financiering is aangevraagd en daar de stand van zaken van (indien van toepassing);

  • ten aanzien van de ‘verklaring géén financiële moeilijkheden’ (door ondertekening van het aanvraagformulier) moet de jaarrekening worden bijgevoegd (verplicht);

  • samenwerkingsovereenkomst (indien van toepassing). Zie hiervoor artikel 1.6 van de Subsidieverordening Provincie Limburg (POP3);

  • bewijsstukken machtiging (indien van toepassing);

  • vergunningen (indien van toepassing);

  • verklaring van de belastingdienst inzake niet-verrekenbare dan wel niet compensabele btw (indien van toepassing);

  • overzicht van de inkomsten en/of besparingen als gevolg van de uitvoering van uw project (indien van toepassing);

  • verkenning naar mogelijk omgevingseffecten of de aanvraag van de vergunning (indien van toepassing);

  • documenten aanbesteding (indien van toepassing).

Bijlage 1 Investeringslijst van fysieke investeringen gericht op innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen (onderdeel emissie naar grondwater)

Investering

Toelichting

Score

1.

Systemen voor precisielandbouw betreffende plaats specifieke bemesting, plaats specifieke gewasbescherming, plaats specifieke opbrengstmeting of plaats specifieke bewatering inclusief GPS/GIS apparatuur

De bedoelde systemen zijn onder andere:

  • 1.

    systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping inde bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende meststoffen bij het planten, zaaien, aanaarden of het moment dat het gewas er aantoonbaar om vraagt;

  • 2.

    systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas;

  • 3.

    systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt door vertaald in het doseren;

  • 4.

    systemen voor het meten van opbrengsten op oogst- en rooimachines.

Onder de investering vallen:

  • alle soorten precisiebemesters;

  • alle soorten gewasbeschermingssystemen voor precisielandbouw;

  • alle soorten bewateringssytemen voor precisielandbouw;

  • alle soorten opbrengstmeetsystemen voor precisielandbouw;

  • spuitdoppen voor gewasbeschermingssystemen voor precisielandbouw;

  • GPS en GIS apparatuur voor deze systemen;

  • bijhorende software (bijvoorbeeld software om de rijpaden uit te stippelen).

  • samenstelkosten van de digitale bodemkaart ten behoeve van de GPS en GIS apparatuur voor deze systemen;

  • bijbehorende installatiekosten.

Onder de investering vallen niet:

  • de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders. enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel

9

2.

Spuitmachine met restvloeistofreductie in plantaardige teelten

Spuitmachine bestemd voor: het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen aan gewassen in de akkerbouw, waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd.

Onder de investering vallen:

  • een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon wateren spuitvloeistof (gescheiden schoonwater- en spuitvloeistofcircuit);

  • en spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid;

  • GPS/GIS apparatuur voor het systeem. GPS en GIS apparatuur voor dit systeem is alleen in combinatie met het systeem subsidiabel;

  • bijbehorende installatiekosten.

Let op: het percentage restvloeistofreductie moet worden vermeld in het projectplan en op de offerte bij het betaalverzoek.

Onder de investering valt niet:

  • de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders zijn niet subsidiabel. Enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel.

7

3.

Gebruik spuittechnieken die drift vergaand reduceren, zoals wingsprayer en luchtondersteuning in plantaardige teelten

Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij de drift met ten minste 90% wordt gereduceerd (zie tabel Technische Commissie Techniekbeoordeling, versie 1 november 2016).

Onder de investering vallen:

  • investeringen in een spuitmachine met drift reducerende technieken, zoals: driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning of wingsprayer in de akkerbouw.

  • investeringen in drift reducerende technieken, zoals: driftarme doppen, elektrische kant doppen, luchtondersteuning of wingsprayer in de akkerbouw;

  • bijbehorende installatiekosten.

Let op: het percentage driftreductie moet worden vermeld in het projectplan en op de offerte bij het betaalverzoek.

Onder de investering vallen niet:

  • de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders zijn niet subsidiabel. Enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel;

  • kosten voor gebruik van drift reducerende additieven.

7

4.

Machines voor niet kerende grondbewerking en ondiep ploegen

Systemen / werktuigen die gericht zijn op ondiepe bodembewerking en gewasresten oppervlakkig vermengen al dan niet in combinatie met direct zaaien, poten of planten en kunstmest toedienen.

Te denken valt aan spitten (met krukas), rotoreggen, schoffels, grondwoelers, woelers, schijveneggen, cultivatoren. Zaai-, plantenpootmachines welke in dezelfde werkgang gebruikt worden.

Onder de investering vallen:

  • Machines t.b.v. niet kerende grondbewerking;

  • GPS/GIS apparatuur voor het systeem. GPS en GIS apparatuur voor dit systemen is alleen in combinatie met het systeem subsidiabel;

  • Bijbehorende installatiekosten.

Onder de investering vallen niet:

  • Ploegen met een ploegdiepte van meer dan 15 cm en maaiapparaten;

  • Spit-zaai machine met roterende as.

8

5.

Machines voor mechanische onkruidbestrijding

Systemen / werktuigen die gericht zijn op het mechanisch verwijderen van onkruid.

Onder de investering vallen:

  • Machines t.b.v. mechanische onkruidbestrijding;

  • GPS/GIS of andere apparatuur om de plaats van het gewas te bepalen voor het systeem. GPS en GIS en andere apparatuur is alleen in combinatie met het systeem subsidiabel;

  • Bijbehorende installatiekosten.

Onder de investering valt niet:

  • de tractor waaraan wordt gekoppeld of zelfrijders zijn niet subsidiabel. Enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel.

8

6.

Waterbeheer voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een landbouwbedrijf of door afvalwater uit de akkerbouw,

Onder de investering vallen:

  • vloeistofdichte vul- en wasplaats inclusief buizen en opvang;

  • wasplaats met afbraak gewasbeschermingsmiddelen

  • door compost;

  • biologische zuiveringssystemen als phytobac of biofilter;

  • een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer;

  • waterveegmachine met opvangbak erfafspoeling of bedrijfsafvalwater;

  • veegmachine voor het schoonhouden van het erf ter voorkoming van erfafspoeling bij regen;

  • opvangsysteem van perssappen (onder sleufsilo’s);

  • zuiveringssystemen voor schoonspuitplaatsen die het water dusdanig zuiveren, dat dit geloosd kan worden op oppervlaktewater, waaronder een olievetscheider;

  • bijbehorende installatiekosten.

Let op: enkel de opgesomde voorzieningen zijn subsidiabel gesteld.

Onder de investering vallen niet:

  • overkapping voor een mestopslag;

  • kosten voor herinrichting van het erf;

  • erfverharding;

  • hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering;

  • kuilplaten of sleufsilo’s;

  • installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater;

  • waterzuiveringsinstallatie anders dan de bovengenoemde

9