Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam houdende vaststelling van nadere regels voor de stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher (Nadere regels stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher gemeente Edam-Volendam)

Geldend van 21-04-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam houdende vaststelling van nadere regels voor de stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher (Nadere regels stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher gemeente Edam-Volendam)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

gelet op artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;

gelet op artikelen 7, tweede lid, 15, tweede lid en 16, derde lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Edam-Volendam 2017;

gelet op Titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat nadere regels nodig zijn met betrekking tot de voorwaarden voor een stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher;

B E S L U I T:

vast te stellen de Nadere regels stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher gemeente Edam-Volendam.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Subsidie-instrumenten

Het college kan een stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher of jongerenvoucher verstrekken voor op vacature gerichte scholing, begeleiding en plaatsing van een belanghebbende bij een werkgever, met inachtneming van de volgende bepalingen.

Artikel 2. Subsidieplafond en wijze van verdeling

Het college verdeelt het beschikbare subsidiebudget in de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen tot het maximum van het van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 2. Stimuleringssubsidie

Artikel 3. Toepassingsbereik

  • 1. Een werkgever komt in aanmerking voor een stimuleringssubsidie indien hij een werkzoekende uit de doelgroep een arbeidsovereenkomst aanbiedt en aan alle subsidiecriteria wordt voldaan.

  • 2. Onder werkgever wordt mede verstaan een door de Stichting Normering Arbeid gecertificeerd uitzendbureau die met de werkzoekende uit de doelgroep een uitzendovereenkomst afsluit.

  • 3. De arbeidsovereenkomst bedoeld in het eerste lid heeft een duur van ten minste zes maanden en voor minimaal zestien uur per week.

  • 4. De uitzendovereenkomst bedoeld in het tweede lid heeft een duur van ten minste zes maanden voor gemiddeld ten minste zestien uur per week. Het gemiddeld aantal uren wordt achteraf vastgesteld op basis van het werkelijk aantal gewerkte uren.

Artikel 4. Doelgroep inzet stimuleringssubsidie

De werkzoekende is inwoner van de gemeente Edam-Volendam en:

  • a. ontvangt tot de ingangsdatum van de arbeids- of uitzendovereenkomst een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ;

  • b. heeft enige afstand tot de arbeidsmarkt waardoor deze zonder het inzetten van een voorziening niet zelfstandig of moeilijk aan het werk komt; en

  • c. is een persoon voor wie het college voorafgaand aan de ingangsdatum arbeids- of uitzendovereenkomst heeft vastgesteld dat deze voorziening het meest doelmatig is. Bij deze afweging geldt onder andere dat de subsidie niet hoger is dan de uitkering van de werkzoekende.

Artikel 5. Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. De subsidie wordt verstrekt voor een periode van maximaal twaalf maanden.

  • 2. Als grondslag voor de berekening van de hoogte van de subsidie geldt een fulltime dienstverband (36 uur per week) voor een periode van een jaar.

  • 3. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de leeftijd van de werkzoekende bij aanvang dienstverband. De subsidie bedraagt op jaarbasis:

    • a.

      18 jaar maximaal € 2.500,-

    • b.

      19 jaar maximaal € 3.000,-

    • c.

      20 jaar maximaal €3.500,-

    • d.

      21 jaar maximaal € 4.000,-

    • e.

      22 jaar maximaal € 4.500,-

    • f.

      23 jaar en ouder maximaal € 5.000,-

  • 4. De hoogte van de subsidie wordt naar rato verlaagd bij een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week en bij een dienstverband korter dan een jaar.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. Uiterlijk binnen een maand na ingangsdatum van de arbeids- of uitzendovereenkomst wordt de subsidieaanvraag ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag is volledig als het aanvraagformulier volledig is ingevuld en is ondertekend door een daartoe bevoegd persoon en alle gevraagde stukken zijn bijgevoegd.

  • 3. Bij de aanvraag om subsidie verklaart de werkgever dat de vacature niet is ontstaan door reorganisatie, afvloeiing of ontslag – anders dan op eigen verzoek – tot een half jaar voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan.

  • 4. Het college kan, zowel bij de aanvraag als naderhand, als aanvulling op het aanvraagformulier om nadere gegevens of toelichting vragen.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college een aanvraag weigeren als:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor de subsidie in aanmerking te komen;

    • b.

      de werkgever voor dezelfde persoon al eerder een stimuleringssubsidie of jongerenvoucher heeft gehad;

    • c.

      de kosten waarvoor de subsidie is bedoeld geheel of gedeeltelijk uit andere publieke middelen kan worden gefinancierd;

    • d.

      sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt;

    • e.

      gebleken is dat de subsidieaanvrager binnen de periode van drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van subsidies; of

    • f.

      de subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

  • 2. Bedrijven die op basis van “social return” een percentage van de loon/aanneemsom moeten inzetten voor het in dienst nemen van personen uit de doelgroep komen, gedurende de periode dat nog niet aan de social return verplichting is voldaan, niet in aanmerking voor de subsidie.

Artikel 8. Verplichtingen werkgever

  • 1. De werkgever staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, betaalt het rechtens geldende loon en biedt voldoende begeleiding.

  • 2. De werkgever meldt uit eigen beweging alle wijzigingen die relevant kunnen zijn voor de subsidie onverwijld aan de gemeente, waaronder het tussentijds beëindigen van de arbeidsovereenkomst en het niet dan wel onvoldoende functioneren op de werkplek.

  • 3. Uiterlijk binnen één maand na afloop van de subsidieperiode overlegt de werkgever aan de gemeente een kopie van alle salarisstroken of andere documenten op basis waarvan kan worden aangetoond dat de dienstbetrekking voor de bij verleningsbeschikking vastgelegde omvang en duur heeft voortgeduurd zodat de subsidie kan worden vastgesteld.

Artikel 9. Betaling

  • 1. De betaling vindt plaats bij de vaststelling van de subsidie.

  • 2. Wanneer voor een langere periode dan zes maanden subsidie is verleend kan, in afwijking van het eerste lid, zes maanden na aanvang van de subsidieperiode een voorschot op het subsidiebedrag worden verstrekt.

  • 3. Een voorschot als bedoeld in het tweede lid wordt slechts verstrekt op verzoek van de werkgever onder overlegging van de salarisspecificaties over de voorafgaande maanden.

Artikel 10. Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode vastgesteld.

  • 2. De subsidie kan lager of op nihil worden vastgesteld als is gebleken dat niet aan alle subsidiecriteria is voldaan en/of er sprake is van gewijzigde omstandigheden in aanvang, duur of omvang van de arbeids- of uitzendovereenkomst.

  • 3. Gedurende de periode dat de werkgever gecompenseerd wordt voor de loonkosten vanuit een voorliggende voorziening zoals de Ziektewet of WIA, vervalt het recht op subsidie.

  • 4. De subsidie wordt op nihil vastgesteld als sprake is van ontslag binnen een in de arbeidsovereenkomst opgenomen proeftijd.

Hoofdstuk 3. Scholings-begeleidingsvoucher

Artikel 11. Toepassingsbereik

  • 1. Een werkgever komt in aanmerking voor een scholings-begeleidingsvoucher indien hij:

    • a.

      een werkzoekende uit de doelgroep:

      • i.

        een dienstverband, zonder uitzendbeding, aanbiedt van minimaal zes maanden voor minimaal twaalf uur per week; of

      • ii.

        een werkervaringsplaats aanbiedt van maximaal zes maanden; en

    • a.

      deze persoon een, voorafgaand aan het dienstverband of de werkervaringsplaats met de adviseur van de gemeente afgesproken en in het re-integratietrajectplan vastgelegde cursus, scholing of training on the job/begeleiding biedt; en

    • b.

      aan alle subsidiecriteria wordt voldaan.

  • 2. Scholing en begeleiding waarvan de prijzen uitstijgen boven hetgeen als marktconform geldt, zijn niet subsidiabel.

Artikel 12. Doelgroep inzet scholings-begeleidingsvoucher

De werkzoekende is inwoner van de gemeente Edam-Volendam en:

  • a. ontvangt tot de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst of werkervaringsplaats-overeenkomst een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ; en

  • b. heeft enige afstand tot de arbeidsmarkt waardoor deze zonder het inzetten van een voorziening niet zelfstandig of moeilijk aan het werk komt; en

  • c. is een persoon voor wie het college het aanbieden van deze voorziening gericht op arbeidsinschakeling noodzakelijk acht. Bij deze afweging betrekt het college onder andere de criteria leerbaarheid en arbeidsmarktrelevantie.

Artikel 13. Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. De voucher bedraagt:

    • a.

      maximaal € 5.000,- bij het aangaan van een fulltime arbeidsovereenkomst (36 uur per week) voor een jaar;

    • b.

      maximaal € 2.500,- bij het aangaan van een fulltime werkervaringsplaatsovereenkomst (36 uur per week) voor zes maanden.

  • 2. Bij een:

    • a.

      parttime dienstverband en/of een dienstverband korter dan een jaar wordt naar rato een lagere subsidie verleend;

    • b.

      parttime werkervaringsplaats en/of een werkervaringsplaats korter dan zes maanden wordt naar rato een lagere subsidie verleend.

Artikel 14. Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt voorafgaand aan de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst of werkervaringsplaatsovereenkomst ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag bevat een duidelijke omschrijving van de in te zetten scholing en/of begeleiding met een opgave/indicatie van de kosten.

  • 3. Bij de aanvraag om subsidie verklaart de werkgever dat de vacature niet is ontstaan door reorganisatie, afvloeiing of ontslag –anders dan op eigen verzoek– tot een half jaar voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan.

  • 4. Het college kan als aanvulling op het aanvraagformulier om nadere gegevens of toelichting vragen.

Artikel 15. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college een aanvraag weigeren als:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor de subsidie in aanmerking te komen;

    • b.

      aan de werkgever voor dezelfde persoon al eerder een scholings-begeleidingsvoucher is verstrekt;

    • c.

      de scholing/begeleiding waarvoor de subsidie is bedoeld geheel of gedeeltelijk uit andere publieke middelen kan worden gefinancierd;

    • d.

      gebleken is dat de subsidieaanvrager binnen de periode van drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van subsidies; of

    • e.

      de subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

  • 2. Bedrijven die op basis van “social return” een percentage van de loon/aanneemsom moeten inzetten voor het in dienst nemen van personen uit de doelgroep komen, gedurende de periode dat nog niet aan de social return verplichting is voldaan, niet in aanmerking voor de subsidie.

Artikel 16. Verplichtingen werkgever

  • 1. De werkgever:

    • a.

      staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      betaalt het rechtens geldende loon (indien het een arbeidsovereenkomst betreft); en

    • c.

      biedt voldoende begeleiding.

  • 2. De werkgever meldt uit eigen beweging alle wijzigingen die relevant kunnen zijn voor de subsidie onverwijld aan de gemeente, waaronder het tussentijds beëindigen van de arbeidsovereenkomst of werkervaringsplaatsovereenkomst en het niet dan wel onvoldoende functioneren op de werkplek.

  • 3. Uiterlijk binnen één maand na afloop van de subsidieperiode overlegt de werkgever de rapportage voor de scholings- en/of begeleidingskosten en overige relevante gegevens aan de gemeente.

Artikel 17. Betaling

De betaling vindt plaats bij vaststelling van de subsidie, tenzij bij verleningsbeschikking hiervan nadrukkelijk is afgeweken.

Artikel 18. Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt uiterlijk binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode vastgesteld.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijke kosten van de bij subsidieverlening als subsidiabel aangemerkte scholing en begeleidingsactiviteiten tot maximaal bij de bij verleningsbeschikking aangegeven tarieven en totalen.

  • 3. Indien de resultaten van de scholing en begeleiding achterblijven bij de doelstellingen die in het re-integratietrajectplan zijn vastgelegd, en dit de werkgever valt aan te rekenen, kan de subsidie lager of op nihil worden vastgesteld.

  • 4. De subsidie wordt op nihil vastgesteld als sprake is van ontslag binnen een in de arbeidsovereenkomst opgenomen proeftijd.

  • 5. De subsidie wordt lager vastgesteld als de werkgever voor dezelfde scholings- en/of begeleidingskosten andere subsidies of uitkeringen heeft ontvangen. Dergelijke inkomsten worden op het verleende subsidiebedrag in mindering gebracht.

Hoofdstuk 4. Jongerenvoucher

Artikel 19. Toepassingsbereik

  • 1. Een werkgever komt in aanmerking voor een jongerenvoucher indien hij een persoon uit de doelgroep een (leer)werkplek aanbiedt onder het aangaan van een arbeidsovereenkomst en aan alle subsidiecriteria wordt voldaan.

  • 2. De arbeidsovereenkomst bedoeld in het eerste lid heeft een duur van ten minste zes maanden en voor minimaal 24 uur per week en mag geen uitzendbeding bevatten.

Artikel 20. Doelgroep inzet jongerenvoucher

De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met een jongere die:

  • a. inwoner is van de gemeente Edam-Volendam en:

    • 1.

      tussen de 16 en 27 jaar oud is en voor wie deze arbeidsovereenkomst noodzakelijk is om een opleiding te volgen of af te maken; of

    • 2.

      tussen de 18 en 28 jaar oud is en nog geen baan heeft waarmee ten minste een bedrag gelijk aan de toepasselijke bijstandsnorm wordt verdiend; en

  • b. enige afstand tot de arbeidsmarkt heeft waardoor deze zonder ondersteuning niet zelfstandig aan het werk komt of geen leerwerkplek kan vinden; en

  • c. voor wie het college de noodzaak van het aanbieden van deze voorziening heeft vastgesteld.

Artikel 21. Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal € 2.500,- bij een dienstverband van 32 uur of meer per week.

  • 2. De subsidie wordt naar rato verlaagd bij een dienstverband van minder dan 32 uur per week.

Artikel 22. Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen een maand na ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag is volledig als het aanvraagformulier volledig is ingevuld en is ondertekend door een daartoe bevoegd persoon en alle gevraagde stukken zijn bijgevoegd.

  • 3. Bij de aanvraag om subsidie verklaart de werkgever dat de vacature niet is ontstaan door reorganisatie, afvloeiing of ontslag –anders dan op eigen verzoek- tot een half jaar voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan.

  • 4. Het college kan als aanvulling op het aanvraagformulier om nadere gegevens of toelichting vragen.

Artikel 23. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college een aanvraag weigeren als:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • b.

      de werkgever voor dezelfde persoon al eerder een jongerenvoucher of stimuleringssubsidie heeft gehad;

    • c.

      de kosten waarvoor de subsidie is bedoeld geheel of gedeeltelijk uit andere publieke middelen kan worden gefinancierd;

    • d.

      gebleken is dat de subsidieaanvrager binnen de periode van drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van subsidies; of

    • e.

      de subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

  • 2. Bedrijven die op basis van “social return” een percentage van de loon/aanneemsom moeten inzetten voor het in dienst nemen van personen uit de doelgroep komen, gedurende de periode dat nog niet aan de social return verplichting is voldaan, niet in aanmerking voor de subsidie.

Artikel 24. Verplichtingen werkgever

  • 1. De werkgever staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, betaalt het rechtens geldende loon en biedt voldoende begeleiding.

  • 2. De werkgever meldt uit eigen beweging alle wijzigingen die relevant kunnen zijn voor de subsidie onverwijld aan de gemeente, waaronder het tussentijds beëindigen van de arbeidsovereenkomst en het niet dan wel onvoldoende functioneren op de werkplek.

  • 3. Uiterlijk binnen één maand na afloop van de subsidieperiode overlegt de werkgever aan de gemeente een kopie van alle salarisstroken en/of andere documenten op basis waarvan kan worden aangetoond dat de dienstbetrekking voor de bij verleningsbeschikking vastgelegde omvang en duur heeft voortgeduurd zodat de subsidie kan worden vastgesteld.

Artikel 25. Betaling

De betaling vindt plaats bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 26. Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt binnen negen maanden na ingangsdatum arbeidsovereenkomst vastgesteld.

  • 2. De subsidie kan lager of op nihil worden vastgesteld als is gebleken dat niet aan alle subsidiecriteria is voldaan of er sprake is van gewijzigde omstandigheden in aanvang, duur of omvang van de arbeidsovereenkomst.

  • 3. De subsidie wordt op nihil vastgesteld als sprake is van ontslag binnen een in de arbeidsovereenkomst opgenomen proeftijd.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 27. Medewerkingsplicht

De werkgever aan wie subsidie is toegekend verleent desgevraagd alle medewerking aan een onderzoek naar de rechtmatigheid en/of doelmatigheid van de verstrekte subsidie.

Artikel 28. Terugvordering

Subsidies of voorschotten waarop de werkgever ten tijde van de verlening of naderhand geen recht had worden teruggevorderd of verrekend voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 29. Hardheidsclausule

Het college kan een bij of krachtens deze nadere regels gestelde bepaling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van subsidieverstrekking, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 30. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2017.

Artikel 31. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels stimuleringssubsidie, scholings-begeleidingsvoucher en jongerenvoucher gemeente Edam-Volendam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 3 april 2018,

het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,

M. Bekkenkamp Msc,

loco-secretaris.

L.J. Sievers,

burgemeester.

Toelichting

Om op uniforme wijze werkgevers te faciliteren zijn binnen de arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland afspraken gemaakt over de instrumenten die aan werkgevers aangeboden kunnen worden. In de Re-integratieverordening zijn een drietal subsidie instrumenten opgenomen: de stimuleringssubsidie, de scholings-begeleidingsvoucher en de jongerenvoucher, die in nadere regels uitgewerkt moeten worden. Deze nadere regels zijn een nadere uitwerking van, en vinden hun grondslag in, de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Edam-Volendam 2017.

De subsidie instrumenten zijn bedoeld om belemmeringen bij werkgevers weg te nemen om personen uit de doelgroep in dienst te nemen. De stimuleringssubsidie kan worden verstrekt ter compensatie van lagere arbeidsproductiviteit en benodigde begeleiding. De scholings-begeleidingsvoucher is een bijdrage voor opleidingskosten en/of training on the job/begeleidingskosten. De jongerenvoucher is een tegemoetkoming in de salariskosten of opleidingskosten bedoeld voor kwetsbare/niet zelfredzame jongeren.

Het inzetten van een instrument is maatwerk. Het is uitdrukkelijk aan het college om te beoordelen of er ten aanzien van een werkzoekende überhaupt ondersteuning noodzakelijk is en welke vorm die moet krijgen, gelet op het te bereiken doel: arbeidsinschakeling dan wel bevordering arbeidsmarktpositie van de kandidaat. Bij deze afweging zijn de volgende aspecten van belang: de mogelijkheden, werkervaring, opleiding, gezinssituatie en werkloosheidsduur van de werkzoekende. Deze opsomming is niet limitatief. De aspecten leiden in onderling verband tot een oordeel over de noodzaak / doelmatigheid van de voorziening.

De jongerenvoucher kan, in tegenstelling tot de andere twee subsidie instrumenten, ook worden ingezet als de jongere geen uitkering van de gemeente ontvangt. Middels een intakegesprek vindt een toetsing plaats of de jongere behoort tot de doelgroep. Als een jongere zelf een werkgever heeft gevonden, komt deze werkgever niet in aanmerking voor een voucher. In dat geval is een intakegesprek niet aan de orde.