Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR609291
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR609291/1
Regeling vervallen per 16-03-2022
Besluit van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West houdende regels omtrent mandaat stadsdeel Nieuw-West Algemeen Mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-West
Geldend van 07-04-2018 t/m 06-09-2018 met terugwerkende kracht vanaf 21-03-2018
Intitulé
Besluit van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West houdende regels omtrent mandaat stadsdeel Nieuw-West Algemeen Mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-WestHet dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
- 1.
het Mandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur stadsdeel Nieuw-West, d.d. 27 maart 2014, laatst gewijzigd bij besluit van 6 december 2017 en het daarbij behorende het Mandaatregister van AB naar DB in te trekken;
- 2.
Het Algemeen ondermandaatbesluit dagelijks bestuur-organisatie stadsdeel Nieuw-West 2015, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 2017 en het daarbij behorende Ondermandatenregister in te trekken;
- 3.
Het Algemeen Mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-West en het daarbij behorende Mandatenregister van stadsdeel Nieuw-West zoals opgenomen in de bijlage vast te stellen;.
- 4.
Dat de onder 1, 2 en 3 genoemde besluiten inwerkingtreden op de dag na bekendmaking en terugwerken tot en met 21 maart 2018.
Algemeen Mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-West
Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
Overwegende dat,
de Gemeenteraad op 30 november 2017 de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam (de Verordening) heeft vastgesteld met de daarbij behorende bijlage 2 (Takenlijst) en bijlage 3 (Bevoegdhedenregister), welke in werking is getreden op 21 maart 2018;
de Gemeenteraad op 30 november 2017 de Verordening op de bestuurscommissies met de daarbij behorende bijlage 2 (Takenlijst) en bijlage 3 (Bevoegdhedenregister) heeft ingetrokken met ingang van 21 maart 2018;
ingevolge artikel 9 van de Verordening alle bevoegdheden zoals gegeven in bijlage 3, het Bevoegdhedenregister, zijn opgedragen aan het dagelijks bestuur of de voorzitter van de bestuurscommissies;
ingevolge artikel 42 lid 1 van de Verordening de leden van het dagelijks bestuur die waren benoemd op grond van de Verordening op de bestuurscommissies, worden benoemd tot waarnemers, totdat het college de leden van het dagelijks bestuur benoemt op grond van de Verordening;
ingevolge artikel 42 lid 2 van de Verordening de taken en bevoegdheden worden opgedragen aan de waarnemers en hun eventuele vervangers;
ingevolge artikel 42 lid 3 van de Verordening de waarnemers en hun eventuele vervangers ondermandaat kunnen verlenen;
het voor een continue en ongestoorde bedrijfsvoering van belang is om van deze bevoegdheid gebruik te maken;
Gelet op artikel 42 lid 3 van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam, de Algemene wet bestuursrecht Titel 10.1 en het Burgerlijk Wetboek Boek 3 Titel 3;
besluiten:
- I.
(Onder)mandaat, machtiging en volmacht te verlenen aan de functionarissen genoemd in de laatste kolom van het bij dit besluit bijbehorende Mandatenregister;
- II.
dat de Algemene bepalingen en beperkingen in het Mandatenregister gelden ten aanzien van de genoemde functionarissen;
- III.
dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na bekendmaking en terugwerkt tot en met 21 maart 2018.
Ondertekening
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
…………………………………
Mevrouw E.J.M. Plasmeijer,
stadsdeelsecretaris
……………………………………
de heer A. Baâdoud,
waarnemend voorzitter
De waarnemend voorzitter van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
………………………………….
de heer A. Baâdoud
Bijlage:
MANDATENREGISTER van stadsdeel Nieuw-West
Behorende bij het Algemeen Mandaatbesluit van 27 maart 2018
Inhoudsopgave
Algemene bepalingen en beperkingen
- 0.
Algemene bevoegdheden
- 1.
Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer
- 2.
Openbare ruimte, groen en parken
- 3.
Afval
- 4.
Monumenten en archeologie
- 5.
Wonen
- 6.
Economie
- 7.
Milieu en duurzaamheid
- 8.
Wegen
- 9.
Parkeren
- 10.
Gemeentelijk vastgoed
- 11.
Waterbeheer
- 12.
Basisvoorzieningen sociaal domein
- 13.
Schuldhulpverlening
- 14.
Maatschappelijke ondersteuning
- 15.
Jeugdgezondheidszorg
- 16.
Vrijwilligerswerk
- 17.
Diversiteit en discriminatie
- 18.
Kunst in de openbare ruimte en buurtgebonden cultuurinitiatieven
- 19.
Sport
- 20.
Wet op de lijkbezorging
- 21.
Inspraak, initiatief en burgerparticipatie
- 22.
Subsidieverlening
- 23.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
- 24.
Overige gemandateerde bevoegdheden
Algemene bepalingen en beperkingen
- 1.
Voor alle bevoegdheden in dit bevoegdhedenregister geldt de beperking dat het dagelijks bestuur hiervan slechts gebruik kan maken voor zover dit plaatsvindt binnen de door de (oorspronkelijk) bevoegde bestuursorganen vastgestelde stedelijke kaders, vastgelegd in verordeningen, reglementen, beleidsregels, beleidsnota’s, beleidsvisies, budgetten etc.
- a.
Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op een stedelijk kader zelf beleid vaststellen voor zover dat beleid betrekking heeft op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden. Als in het stedelijk kader uitputtend is vastgelegd hoe het dagelijks bestuur het beleid dient uit te voeren, dan bestaat deze beleidsvrijheid niet.
- b.
Ingeval van het opstellen van subsidieregelingen geldt dat het dagelijks bestuur daartoe uitsluitend bevoegd is als die bevoegdheid daartoe expliciet in een stedelijk kader aan het dagelijks bestuur is gegeven (zie hierna W.4).
- a.
- 2.
In aanvulling op de beperking die onder 1. opgenomen is, geldt voor de gemandateerde bevoegdheden het volgende. Bij mandaat blijft het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mandateert voor de bevoegdheid verantwoordelijk. Dit betekent dat het bestuursorgaan dat het mandaat verleent ook altijd de bevoegdheid houdt om deze zelf uit te oefenen. Verder kunnen bij mandaat instructies worden gegeven of voorwaarden worden gesteld. Dit kunnen instructies en voorwaarden zijn die in algemene zin bij het verlenen van het mandaat ten aanzien van de bevoegdheid worden meegegeven, maar ook instructies of voorwaarden in concrete situaties. Deze kunnen bovendien zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid in mandaat uitoefent dient zich ook aan de gestelde instructies en voorwaarden te houden.
- 3.
Het dagelijks bestuur betrekt het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij het gebruik maken van de bevoegdheden indien sprake is van politiek gevoelige onderwerpen. Onder politiek gevoelige onderwerpen wordt in ieder geval verstaan, onderwerpen waarbij:
- •
hoge afbreukrisico’s aanwezig zijn;
- •
stadsdeeloverstijgende belangen spelen;
- •
uniforme besluitvorming gewenst is;
- •
strategische belangen van het stadsbestuur in het geding zijn;
- •
expertise nodig is die op stadsdeelniveau niet goed is ontwikkeld.
- •
- 4.
De behandeling van en de beslissing op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen of op basis van een bevoegdheid die door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd, vindt door het dagelijks bestuur plaats overeenkomstig de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester).
- 5.
Het dagelijks bestuur betrekt het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien tegen een door het dagelijks bestuur genomen beslissing op een bezwaarschrift beroep of hoger beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter en het bestuursorgaan betrokken was op grond van de overwegingen onder 3. Verder betrekt het dagelijks bestuur het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien zij voornemens is tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen. Het beroep en het hoger beroep worden in overeenstemming met DJZ door het dagelijks bestuur behandeld.
- 6.
De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften ingediend tegen besluiten die zijn genomen op grond van een bevoegdheid die door de burgemeester aan de voorzitter van het dagelijks bestuur is gemandateerd, is in beginsel niet gemandateerd. In de Regeling bezwaar en beroep (college en burgemeester) wordt nader geregeld in welke situaties welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de beslissing op bezwaar zelf.
- 7.
Het dagelijks bestuur is bevoegd de gedelegeerde bevoegdheden te mandateren, waarbij ondermandaat aan anderen is toegestaan.
De mandaatnemer is bevoegd de aan hem gemandateerde bevoegdheden onder te mandateren aan anderen. Het voorgaande geldt ook als sprake is van volmacht en machtiging.
- 8.
Als de wet- en regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust wijzigt, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de bepalingen uit de gewijzigde wet- en regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het register verwerkt;
- 9.
Het mandaat voor het uitoefenen van een bevoegdheid omvat tevens alle direct met de gemandateerde bevoegdheid -al dan niet in de Awb opgenomen- samenhangende handelingen en besluiten zoals,maar niet beperkt tot
- •
het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en voeren van correspondentie;
- •
het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;
- •
het ondertekenen van de betreffende stukken;
- •
het voldoen aan publicatieverplichtingen;
- •
het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het mandaatregister;
- •
het beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht;
- •
het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen.
- •
- 10.
De mandaatverlening omvat in ieder geval de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in dit bevoegdhedenregister, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het bevoegdhedenregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt is.
0.Algemene bevoegdheden
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
A.1 |
besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente |
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.2 |
verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (waaronder het ondertekenen van overeenkomsten) |
art. 171 Gemeentewet |
burgemeester |
volmacht |
VZ |
zie de bijzonderheden bij A.1 betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen voortvloeiend uit de bevoegdheid bij A.1 |
|
A.3 |
beslissen op aansprakelijk-stellingen van derden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie |
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet |
college |
delegatie |
DB |
|
|
A.4 |
Beslissen op verzoeken in het kader van de algemene verordening nadeelcompensatie |
Art. 2 Algemene verordening nadeelcompensatie |
college/ burgemeester |
mandaat |
DB/ VZ |
mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door de het dagelijks bestuur is genomen en er niet wordt afgeweken van het advies van de schadecommissie |
|
A.5 |
Beslissen op verzoeken om schadevergoeding |
art. 8:90, tweede lid Awb |
college/ burgemeester |
mandaat |
DB/ VZ |
mandaat geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in mandaat door het dagelijks bestuur is genomen |
|
A.6 |
besluiten om een derde aansprakelijk te stellen, in gebreke te stellen in het kader van een door het dagelijks bestuur ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstelling, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet |
college |
delegatie |
DB |
|
|
A.7 |
behandelen en afdoen van klachten als bedoeld in titel 9.1 Awb, voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid opgenomen in de takenlijst en het bevoegdhedenregister |
titel 9.1 Awb |
college en burgemeester |
machtiging |
DB |
de machtiging omvat niet de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige klachtbehandeling. De kaders voor zorgvuldige klachtbehandeling worden vastgesteld in een stedelijke regeling |
|
A.7a |
Nemen van verdagingsbesluiten in het kader van klachtenbehandeling |
Artikel 9:11, lid 2 Awb |
college en burgemeester |
machti ging |
DB |
|
|
A.8 |
besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen |
art. 8: 104, lid 2 Awb; art. 8:110, lid 1 Awb |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.9 |
|
college/ burgemeester |
machtiging |
DB |
RVE-directeur JB kan ondermandaat/machtiging verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
|
A.10 |
|
art. 6 Wob |
college/ burgemeester |
mandaat |
DB |
|
|
|
Art 4:5 Awb jo art 3, lid 4 Wob en art 4 Wob |
|
|||||
|
Art 6, lid 2, 3 en 4 |
RVE-directeur kan ondermandaat/machtiging verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
||||
|
|
||||||
A.11 |
beslissen inzake het uit eigen beweging verstrekken van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden zoals bedoeld in art. 8 Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden |
art. 8 Wob |
college/ burgemeester |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
A.12 |
beslissen op bezwaarschriften tegen in ondermandaat van het DB genomen besluiten, alsmede het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die genomen zijn voor 19 maart 2014 door of namens het voormalige dagelijks bestuur van een stadsdeel |
art. 7:11 Awb |
college/ burgemeester |
mandaat/ ondermandaat |
DB |
* het ondermandaat aan de Stadsdeelsecretaris geldt uitsluitend voor:
|
|
A.12a |
Doorzenden van bezwaar- en beroepschriften |
Artikel 6:15 Awb |
RVE-directeur kan ondermandaat/machtiging verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
|||
A.12b |
Nemen van verdagingsbesluiten m.b.t. de behandeling van bezwaarschriften |
Artikel 7:10, lid 3 Awb |
RVE-directeur kan ondermandaat/machtiging verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
|||
A.12c |
Het bevestigen van verder uitstel |
Artikel 7:10, lid 4 Awb |
RVE-directeur kan ondermandaat/machtiging verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
|||
A.13 |
Vervangen door reproducties, en vervreemden van archiefbescheiden en opmaken van een verklaring van vervanging door reproducties, en vervreemding van archiefbescheiden |
art. 7, 8, eerste en tweede lid, Archiefwet art. 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en tweede lid, 8, Archiefbesluit |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.14 |
overbrengen en vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging |
art. 12, eerste lid, art. 13, eerste lid, Archiefwet en art. 8, 9, eerste, tweede en derde lid, Archiefbesluit |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.15 |
verzoeken om een machtiging van Gedeputeerde Staten om overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats op te schorten |
art. 13, derde en vierde lid, Archiefwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.16 |
opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden |
art. 8, Archiefbesluit |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.17 |
stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden |
art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid, Archiefwet en art. 10, Archiefbesluit |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.18 |
overdragen van archiefbescheiden van een organisatieonderdeel aan een ander organisatieonderdeel |
art. 4, onder d, van het Besluit informatiebeheer 2010 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur |
|
A.19 |
Het doen van een melding van het voornemen een verwerking te starten |
Artikel 27 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.20 |
Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt |
Artikel 35 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.21 |
Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan |
Artikel 36 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.22 |
Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover |
Artikel 38 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.23 |
Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens |
Artikel 40 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.24 |
Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie |
Artikel 41 Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.25 |
Het doen van een kennisgeving/melding van een inbreuk op de beveiliging |
Artikel 34a, eerste lid Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
|
A.26 |
Het in kennis stellen van de betrokkene, indien de inbreuk waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor diens persoonlijke levenssfeer |
Artikel 34a, tweede lid Wet bescherming Persoonsgegevens |
college |
mandaat |
DB |
|
1.Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer
Algemene beperkingen:
- 1.
Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij dit register behorende kaart bijlage B. Deze kaart wordt twee keer per jaar geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college.
- 2.
Mandaat is beperkt tot projecten tot maximaal € 5 miljoen (investering of opbrengst waarbij de hoogste maatgevend is) dan wel tot projecten waarvan de voorbereiding en uitvoering bij afzonderlijk besluit aan het dagelijks bestuur is toebedeeld (minder complexe projecten).
- 3.
Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving niet gemandateerd worden, dan zijn de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook niet gemandateerd.
- 4.
Mandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels.
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
|
B.1 |
doen van een kennisgeving van het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden |
art. 1.3.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.2 |
plegen van vooroverleg |
art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.3 |
plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een wijzigingsplan |
art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.4 |
plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een uitwerkingsplan |
art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.5 |
besluiten tot het stellen van nadere eisen |
art. 3.6, lid 1, aanhef en onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
n.vt. geen ondermandaat |
||
B.6 |
beslissen tot het toepassen van de coördinatieregeling |
art. 3.30, lid 2 en lid 3 en art. 3.31 Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
soort overdracht is afhankelijk van en volgt de bevoegdheid van de te coördineren bevoegdheden Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan betreft, heeft mandaat uitsluitend betrekking op:
|
|
|
B.7 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergoeding voor planschade (incl. sluiten van een overeenkomst) |
art. 6.1 (m.u.v. het bepaalde onder lid 2, aanhef en onder a) en 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.1 en 6.1.3.2 Besluit ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is, als het schadeveroorzakend besluit door een voormalige deelgemeente genomen is, is het college bevoegd |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
B. 7a |
Het buiten behandeling stellen van een verzoek om planschade, als het verzoek niet voldoet aan enig wettig voorschrift voor het in behandeling nemen of als de ingediende stukken onvoldoende zijn voor de beoordeling van het verzoek. |
Wet ruimtelijke ordening, artikel 6.1 jo artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht |
|
|||||
B.7b |
Aanwijzen van een adviseur en opdracht verstrekken om een advies uit te brengen over een planschadeverzoek |
Gemeentewet, artikel 160 lid 1 sub e en Procedureregeling planschadeverordening |
|
|||||
B.8 |
verbinden voorschriften exploitatiebijdrage aan omgevingsvergunning en stellen termijn exploitatiebijdrage |
art. 6.17 Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is |
|
|
B.9 |
stilleggen bouw bij niet voldoen betalen exploitatiebijdrage |
art. 6.21, lid 1, Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is |
|
|
B.10 |
invorderen exploitatiebijdrage bij dwangbevel |
art. 6.21, lid 2, Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is |
|
|
B.11 |
geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning bij niet betalen van exploitatiebijdrage |
art. 6.21, lid 3, Wet ruimtelijke ordening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in mandaat genomen is |
|
|
B.12 |
het opnemen van de in artikel 6.24 Wro genoemde bepalingen in (anterieure en posterieure) overeenkomsten; het publiceren van de kennisgeving van de overeenkomst; het ter inzage leggen van een zakelijke beschrijving van de inhoud van de overeenkomst |
art. 6.24 Wet ruimtelijke ordening en art. 6.2.12 Besluit ruimtelijke ordening |
college en burgemeester |
mandaat en machtiging |
DB |
|
||
B.13 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder a, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
- |
|
|
B.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2,23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.15 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens art. 4.1, lid 3 of art. 4.3, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, lid 4, tweede volzin, van die wet (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.12, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23. art. 2.24, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen (brandveilig gebruik) (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder d, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.17 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidings-besluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.18 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder h, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.19 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 21 Erfgoedverordening |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.20 |
afhandelen van een sloopmelding en stellen en wijzigen van voorschriften. |
art. 1.27 t/m 1.30 Bouwbesluit 2012 |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.21 |
intrekken van een omgevingsvergunning |
art. 2.33, art. 3.23, art. 5.19 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.22 |
beslissen tot het nemen van verhaal op de krachtens art. 4.1 Wabo gestelde financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel) |
art. 4.1, lid 3 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.23 |
beslissen op verzoeken tot toekennen van een naar billijkheid te bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo |
art. 4.2 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.24 |
afhandelen gebruiksmelding alsmede stellen en wijzigen nadere voorwaarden |
art. 1.20 t/m 1.22 Bouwbesluit 2012 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.25 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden |
Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.26 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing trillingshinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden |
Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.27 |
beslissen dat het uiterlijk van de bouwwerken genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onder a en b in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria opgenomen in de welstandsnota, bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet |
art. 12, lid 1, en 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.28 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van in het Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan |
art. 6, lid 2, art. 2, lid 2 en 3 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.29 |
verlenen van de verklaring (als bedoeld in art. 2.4 Wabo) waarin wordt verklaard dat de omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend |
art. 7, lid 2 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.30 |
het bij omgevingsvergunning expliciet toestaan een bouwwerk te bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard. |
art. 7b, lid 1 en 2 art 8, lid 2 en lid 5 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.31 |
vaststellen standplaatsen en ligplaatsen en afbakenen panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen |
art. 6, lid 2 en lid 3 Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en art. 4, lid 1, aanhef en onder c, Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat inzake panden en verblijfsobjecten geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in mandaat is verleend |
|
|
B.32 |
aanwijzingen geven voor het aanbrengen van naamborden |
art. 5 Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 |
college |
mandaat |
DB |
|
||
B.33 |
aanwijzingen geven voor het aanbrengen van (huis)nummerborden op objecten door rechthebbenden |
art. 6 Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 |
college |
mandaat |
DB |
|
2.Openbare ruimte, groen en parken
Algemene beperking: delegatie is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen.
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
C.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) |
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 3, eerste lid Bomenverordening 2014 |
college |
mandaat |
DB |
zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer |
|
C.4a |
alle overige besluiten ter uitvoering van de Bomenverordening, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders |
Bomenverordening 2014 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.5 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst |
art. 4.2, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.6 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten |
art. 4.3, lid 1, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.7 |
het stellen van nadere regels en het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV |
art. 4.5, lid 2 en lid 3, APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.8 |
|
art. 4.8, lid 1 en lid 4, APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.9 |
|
art. 4.10 APV |
college |
delegatie |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.10 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg |
art. 4.11, lid 3, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.11 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het verspreiden van voorwerpen voor reclamedoeleinden |
art. 4.12, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.12 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg |
art. 4.13, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.13 |
aangeven van de afmetingen waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht |
art. 4.14, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d. |
art. 4.20, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.15 |
|
art. 4.21, lid 2 en 3, APV |
college |
delegatie |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen |
art. 4.23, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.17 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen |
art. 4.24, lid 3, APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.18 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van caravans e.d. |
art. 4.25, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.19 |
uitoefenen bevoegdheden inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen |
art. 4.27, lid 1 t/m 4 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.20 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van explosieven |
art. 5.4, lid 1, APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
C.21 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten |
art. 5.5, lid 2, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.22 |
aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen lichthindervoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten en activiteiten binnen een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn |
art. 5.6, lid 3 onder b, APV |
burge-meester |
mandaat |
VZ |
mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo |
n.v.t., geen ondermandaat |
C.22a |
aanwijzen van ten hoogste twee dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn. |
art. 5.6, lid 2 onder c, APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
C.22b |
aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatie-inrichtingen niet van toepassing zijn. |
art. 5.6 lid 2 onder d, APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo |
n.v.t., geen ondermandaat |
C.23 |
|
art. 5.8, lid 2, APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.24 |
|
art. 5.9, lid lid 2 en lid 5, APV |
college |
delegatie |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.25 |
aanwijzen van plaatsen waarop de opruimplicht voor uitwerpselen van honden niet van kracht is |
art. 5.12, lid 2, onder a, APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.26 |
aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor honden niet van kracht is |
art. 5.13, lid 3, APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.27 |
aanwijzen van plaatsen waar het verboden is voor honden |
art. 5.14 APV |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
C.28 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor de verkoop van duivenvoer |
art. 5.16, lid 3, APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.29 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven) |
art. 8, lid 1, art. 9, art. 14. art. 19 en art. 21 Verordening werken in de openbare ruimte |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.30 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels |
art. 5.4, lid 1, aanhef en onder b, Telecommunicatiewet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
C.31 |
|
art. 2.50, lid 3 en lid 4 APV |
college |
delegatie |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
3.Afval
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
D.1 |
besluiten dat inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel plaatsvindt |
art. 4, lid 2 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
mandaat |
DB |
||
D.2 |
besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld |
art. 4, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
mandaat |
DB |
||
D.3 |
aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt |
art. 4, lid 4 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
D.4 |
stellen van regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel |
art. 8, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
D.5 |
stellen van regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden |
art. 8, lid 4 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
D.6 |
vaststellen van de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden |
art. 9, lid 1 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
D.7 |
stellen van regels omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars |
art. 10, lid 1 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
D.8 |
stellen van regels omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden |
art. 14, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
4.Monumenten en archeologie
Algemene beperking: als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college.
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
E.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht |
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
college |
mandaat |
DB |
zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer |
|
E.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk monument op een dusdanige wijze waardoor het wordt ontsierd of de monumentale waarden in gevaar worden gebracht |
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 10 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer |
|
E.3 |
intrekken van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of gemeentelijke monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht |
art. 2.33 Wabo en art.14 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer |
|
E.4 |
toepassen van de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb ten behoeve van een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument |
art. 14a Monumentenwet 1988 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
E.5 |
aanwijzen, intrekken en wijzigen van een aanwijzing van een gemeentelijk monument |
art. 3, lid 1, art. 8, lid 1 en art. 9, lid 1, Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
E.6 |
bepalen dat een beschrijving wordt opgesteld van het beoogde aan te wijzen gemeentelijk monument |
art. 3, lid 4, Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
|
|
E.7 |
bepalen dat een gemeentelijk monument gedocumenteerd moet worden |
art. 9, lid 5, Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
|
|
E.8 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van nadeelcompensatie |
art. 25 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
E.9 |
registreren van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten op de lijst van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten |
art. 17 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
|
|
E.10 |
reageren op een voornemen tot aanwijzing van stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht |
art. 16 en 18 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
|
|
E.11 |
het nemen van een selectiebesluit conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie |
art. 24, lid 1 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
de RVE Monumenten en Archeologie stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van de afdeling Archeologie van de RVE Monumenten en Archeologie. De RVE Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op |
n.v.t., geen ondermandaat |
E.12 |
het vaststellen van een programma van eisen conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie |
art. 24, lid 3 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
E.13 |
het vaststellen of een bouwhistorisch onderzoek of rapport voldoet aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek |
art. 1, lid 1 en artikel 3, lid 4 Erfgoedverordening Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
|
5.Wonen
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
F.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een onttrekkingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning |
art. 21, lid 1, onder a, Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd |
|
F.2 |
intrekken van een (tijdelijke) onttrekkingsvergunning |
art. 26 Huisvestingswet 2014 en art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
F.3 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een samenvoegingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning |
art. 21, lid 1, onder b, Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd |
|
F.4 |
intrekken van een samenvoegingsvergunning |
art. 26 Huisvestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
F.5 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omzettingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning |
art. 21, lid 1, onder c, Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd |
|
F.6 |
intrekken van een omzettingsvergunning |
art. 26 Huisvestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
F.7 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor woningvorming alsmede het overschrijven van een vergunning |
art. 21, lid 1, onder d, van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd |
|
F.8 |
intrekken van een vergunning voor woningvorming |
art. 26 Huisvestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
F.9 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning |
art. 22 Huisvestingswet 2014ergen Hoofdstuk 4, afdeling I, paragrafen 4 tot en met 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
Directeur cluster Ruimte & Economie en RVE-directeur Wonen kunnen ondermandaat verlenen aan door hen aan te wijzen functionarissen van de RVE Wonen |
|
F.10 |
intrekken van een splitsingsvergunning |
art. 26 Huisvestingswet 2014 en art. 3.6.5 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
college |
mandaat |
DB |
Directeur cluster Ruimte & Economie en RVE-directeur Wonen kunnen ondermandaat verlenen aan door hen aan te wijzen functionarissen van de RVE Wonen |
|
6.Economie
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
G.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing die betrekking heeft op de openingstijden van een winkel c.a. |
alle ontheffingsmogelijkheden genoemd in art. 6 Winkeltijdenwet, het Vrijstellingen besluit Winkeltijdenwet en de Verordening Winkeltijden Amsterdam 2017 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat heeft geen betrekking op het stellen van regels ten aanzien van de verdeling van avondwinkels (art. 5, lid 4 Verordening Winkeltijden Amsterdam 2010) wellicht nadere regels in kader scherper alcoholbeleid en 24-uurseconomie |
|
G.2 |
uitvoering geven aan de Marktverordening |
art. 3.1, art. 3.3 art.3.6 onder d, e, g, h, i,en j , art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.13, art. 3.14, art. 3.15, art. 3.16, art. 3.17, art. 3.18, art. 3.19, art 3.20, art. 3.22, art. 3.23, art. 3.24, art. 3.25, art. 3.26, art. 3.27, art. 3.28, art. 3.29, art. art, 5.1, art. 5.2, art. 6.1, art. 6.2 lid 1 en lid 2 onder f, h, i en j, art. 7.2 art. 7.4 (voor zover deze betrekking heeft op de art. 3.15 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
G.3 |
Uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
art. 3.1, art. 3.4, art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.11, art. 4.2, art. 4.5, art. 5.1, art. 6.1 lid 1, lid 2, lid 5 onder g (met uitzondering van venten) en onder h sub 1, 2, 3 en 5, art. 7.2, art. 7.4 |
college |
mandaat |
DB |
|
|
G.4 |
uitvoering geven aan de Marktverordening |
art. 5.1, art. 5.2 en art. 3.3, tweede lid |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
G.5 |
uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
art. 5.1 |
college |
delegatie |
DB |
n.v.t., geen mandaat |
|
G.6 |
instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen |
art. 160, lid 1, aanhef en onder h Gemeentewet |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
7.Milieu en duurzaamheid
Algemene beperking:
als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo,worden de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning niet gemandateerd.
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
|||
H.1 |
beslissen op aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving |
art. 2.1, lid 1, onder i, Wabo, art. 2.2a Bor |
college |
mandaat |
DB |
|
||||
H.2 |
alle voorbereidingsbesluiten en –handelingen ten behoeve van het vaststellen van hogere geluidwaarden |
art. 45 e.v, art. 55, lid 4, art. 110a t/m art. 110c Wet geluidhinder |
college |
mandaat |
DB |
mandaat voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waarop voor het besluit hogere waarde ziet |
|
|||
H.3 |
besluiten over milieu- en klimaatgerelateerde subsidies (energiemaatregelen) |
ASA |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt tot 1 januari 2015 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van Projectbureau ARC, als onderdeel van de RVE Ruimte en Duurzaamheid |
|
|||
H.4 |
voorbereiden en opstellen van milieueffectenbeoordelingen |
art. 7.2, lid 1 onder b en 7.16 Wet milieubeheer en Besluit milieueffectenrapportage |
college |
mandaat |
DB |
bevoegd gezag hangt af van besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt verricht. mandaat tot het voorbereiden van de beoordeling van de milieu-effectenrapportage volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt opgesteld. RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE mandaat heeft geen betrekking op de beslissing omtrent de vraag of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor de activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een milieu-effectrapport moet worden gemaakt. |
|
|||
H.5 |
voorbereiden en opstellen van het milieueffectenrapportage |
art. 7.2, 7.2a, 7.7, 7.16 t/m 7.19, 7.22, 7.24, 7.25, 7.27 Wet milieubeheer en Besluit milieueffectenrapportage |
college |
mandaat |
DB |
bevoegd gezag: hangt af van besluit waarvoor milieueffectenrapportage wordt opgesteld. mandaat van de voorbereiding van het milieueffectenrapportage: volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor het milieu-effectenrapportage wordt opgesteld. mandaat ziet niet op het advies omtrent reikwijdte en detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieu-effecten-rapportage als bedoeld in art. 7.24, lid 2 en 3, art .7.27, lid 2 Wet milieubeheer RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen van de RVE |
|
|||
H.6 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer |
Activiteitenbesluit milieubeheer en Activiteitenregeling milieubeheer |
college |
mandaat |
DB |
mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen
|
Stadsdeelsecretaris
|
|||
H.7 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels |
Wet milieubeheer |
college |
mandaat |
DB |
voor zover de taken en bevoegdheden betrekking hebben op inrichtingen, heeft het mandaat uitsluitend betrekking op inrichtingen
|
Stadsdeelsecretaris
|
|||
H.8 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen |
Besluit lozen buiten inrichtingen |
college |
mandaat |
DB |
met uitzondering van bevoegdheden en taken die betrekking hebben op
|
Stadsdeelsecretaris
|
8.Wegen
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
I.1 |
nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op het onderliggende wegennet en hoofdnet OV, hoofdnet fiets en overige wegen |
art. 15 en art. 18 Wegenverkeerswet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk project dan wel wanneer overige uitvoering, zijnde beheer, onderhoud, vervanging en uitbreiding van assets, een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
|
mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk project dan wel wanneer overige uitvoering, zijnde beheer, onderhoud, vervanging en uitbreiding van assets, een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
|||||
|
mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk project dan wel wanneer overige uitvoering, zijnde beheer, onderhoud, vervanging en uitbreiding van assets, een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
|||||
I.2 |
besluiten over ontheffingverlening |
art. 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
Stadsdeelsecretaris
|
I.3 |
dagelijks beheer, onderhoud en gladheidsbestrijding aan wegen |
art. 15 Wegenwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de wegen en werkzaamheden die tot de taken van het dagelijks bestuur behoren (zie de overzichtskaarten opgenomen als bijlage A) |
|
I.4 |
ter inzage leggen en mededeling daarvan doen van een afschrift van een uitspraak in beroep waarbij een weg aan het openbaar verkeer wordt onttrokken |
art. 12 Wegenwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015) |
|
I.5 |
het onderhoud van een binnen de gemeente liggende weg ten laste van de gemeente brengen; het opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud bevrijd worden. |
Art. 20 Wegenwet |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015) |
n.v.t. |
9.Parkeren
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
J.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart alsmede het beperken van de geldigheidsduur, het verstrekken van een duplicaat en het ongeldig verklaren van een dergelijke kaart |
art. 49, 51, 52 en 53 BABW en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
10.Gemeentelijk vastgoed
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
K.1 |
verhuren, ontruimen, kopen en verkopen en het vaststellen van huurprijzen van gemeentelijk vastgoed dat is opgenomen in een door het college goedgekeurd gebiedsplan |
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet |
college |
delegatie |
DB |
door goedkeuring van het gebiedsplan verkrijgt het dagelijks bestuur het “economisch eigendom” van het betreffende gemeentelijk vastgoed |
|
11.Waterbeheer
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
L.1 |
beschikkingen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010, met uitzondering van de beschikkingen op grond van de art. 2.1.1, 2.1.2, lid 3, 2.1.3, 2.3.5, lid 3 en lid 4, 2.4.1. lid 2 sub b, 2.4.5 (tenzij de ocialivee op een afgesloten water in het stadsdeel plaatsvindt), 2.5.1 lid 1 en 2, lid 3 (bij de aanpak van verwaarloosde vaartuigen), 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.3.1, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.8, 3.4.1 en 3.4.2 |
Verordening op het binnenwater 2010 |
college |
mandaat |
DB |
de bevoegdheid besluiten van algemene strekking te nemen (o.a. nadere regels) is niet gemandateerd. |
Stadsdeelsecretaris
|
L.2 |
intrekken of wijzigen van verleende ontheffingen of vergunningen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010 (binnen de beperkingen van onderdeel L.1) |
art. 1.2.8 Verordening op het binnenwater 2010 |
college |
mandaat |
DB |
|
12.Basisvoorzieningen sociaal domein
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
M.1 |
zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van wijkgericht welzijnswerk (opbouwwerk), activering en participatie, ondersteuning bewonersinitiatieven, bestrijden armoede en ocialive en signalering rond de aandachtsgebieden gezondheid, ocial isolement/eenzaamheid en armoede |
art. 9a Wet maatschappelijke ondersteuning |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. |
|
M.2 |
waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op de onder M.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht |
art. 9a en art. 10 Wet maatschappelijke ondersteuning |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. |
13.Schuldhulpverlening
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan . |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
N.1 |
mede uitvoering geven aan het door de gemeenteraad vast te stellen plan dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van de gemeente |
art. 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de stadsdeeldoelgroepen en geldt niet GKA (Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam) en crediteurenmanagement |
|
N.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van reguliere schuldhulpverlening |
art. 3 en art. 4 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening |
college |
mandaat |
DB |
mandaat is beperkt tot de stadsdeeldoelgroepen |
Zie bijlage 1, mandaat aan Stichting Sezo en Stuchting Puur Zuid |
N.3 |
Afhandelen van en beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten als bedoeld onder N.2 |
art. 3 en art. 4 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 7:11 Awb |
mandaat is beperkt tot de stadsdeeldoelgroepen |
Zie bijlage 1, mandaat aan de teammanager van het team Bezwaar en Beroep van de RVE Subsidies en Inkoop Sociaal, Cluster Sociaal |
14.Maatschappelijke ondersteuning
Geen bevoegdheden.
15.Jeugdgezondheidszorg
Geen bevoegdheden.
16.Vrijwilligerswerk
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
Q.1 |
zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van vrijwilligerswerk |
art. 9a Wet maatschappelijke ondersteuning |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. |
|
Q.2 |
waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op het onder Q.1 genoemde gebied, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht |
art. 9a en art. 10 Wet maatschappelijke ondersteuning |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. |
17.Diversiteit en discriminatie
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
R.1 |
informatie verstrekken aan inburgeraars |
art. 2 Verordening inburgering Amsterdam 2013 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de inburgeraar onder de verantwoordelijkheid van de RVE Werk en Inkomen valt |
n.v.t. |
R.2 |
aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening |
art. 3 Verordening inburgering Amsterdam 2013 |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt niet als de inburgeraar onder de verantwoordelijkheid van de RVE Werk en Inkomen valt |
n.v.t. |
R.3 |
uitreiken bevestiging verkrijging Nederlanderschap |
art. 11, 17, 23, 29, 60a en 60b Besluit verlies en verkrijging Nederlanderschap |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. |
18.Kunst in de openbare ruimte en buurtgebonden cultuurinitiatieven
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
S.1 |
uitvoeren van het Kunstenplan 2013 – 2016 (subsidiëring) |
ASA |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt tot 1 januari 2017 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen |
|
19.Sport
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
T.1 |
besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen |
college |
mandaat |
DB |
zie onderdeel 0. Algemeen. Vanaf 1 januari 2015 geldt het mandaat niet voor de inkoop die aan sport-accommodaties verbonden is alsmede het bepalen van de tarieven voor de verhuur. Vanaf 1 juli 2015 geldt het mandaat niet voor de verhuur van sport-accommodaties |
Zie A.1 |
20.Wet op de lijkbezorging
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
U.1 |
nemen maatregelen ten behoeve van de identificatie en opsporing, voordat een graf van een onbekende wordt geruimd |
art. 31, lid 5 Wet op de lijkbezorging |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik nemen van een bewaarplaats voor urnen buiten een crematorium of begraafplaats |
art. 64 Wet op de lijkbezorging |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.3 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het bestemmen van een terrein om permanent as te verstrooien |
art. 66b Wet op de lijkbezorging |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.4 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om verkorting of verlenging van de termijn voor lijkbezorging |
art. 17 Wet op de lijkbezorging |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.5 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om ontleding van een stoffelijk overschot |
art. 68 Wet op de lijkbezorging |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.6 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om opgraving van een lijk |
art. 29 Wet op de lijkbezorging |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.7 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om een laissez-passer |
art. 11 Besluit op de lijkbezorging |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. in Nieuw-West |
|
U.8 |
uitvoeren van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam |
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t. in Nieuw-West |
21.Inspraak, initiatief en burgerparticipatie
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
V.1 |
uitvoeren van de Algemene Inspraakverordening bij het verlenen van inspraak van beleidsvoornemens van de bestuurscommissies |
Algemene inspraakverordening |
college en burgemeester |
mandaat |
DB |
n.v.t. |
22.Subsidieverlening
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
W.1 |
uitvoeren ASA en titel 4.2 Awb binnen taken, bevoegdheden en budgetten bestuurscommissies |
ASA en titel 4.2 Awb |
college |
mandaat |
DB |
(Zie bijlage 2 bij dit register, ondermandaat subsidiëring schuldhulpverlening) |
|
W.2 |
uitvoeren bijzondere stedelijke subsidieverordeningen |
diverse bijzondere stedelijke subsidieverordeningen en stedelijke subsidieregelingen. |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als uit stedelijke kaders blijkt dat het dagelijks bestuur een uitvoerende rol heeft bij de betreffende subsidieverordening |
(Zie bijlage 2 bij dit register, ondermandaat subsidiëring schuldhulpverlening) |
W.3 |
vaststellen en uitvoeren van subsidieregelingen en beleidsregels |
diverse bijzondere subsidieverordeningen, nadere regels en beleidsregels |
college |
mandaat |
DB |
mandaat geldt alleen als uit stedelijke kaders blijkt dat het dagelijks bestuur een vastellende en/of uitvoerende rol heeft bij de betreffende subsidieverordening Ondermandaat geldt niet voor het vaststellen van subsidieregelingen en beleidsregels. |
(Onder) mandaat niet van toepassing op vaststellen van subsidieregelingen en beleidsregels. |
W.4 |
vaststellen nadere regels en beleidsregels |
Art. 3, 2e lid ASA |
college |
delegatie |
DB |
delegatie geldt alleen als uit stedelijke kaders blijkt dat het dagelijks bestuur de bevoegdheid heeft nadere regels vast te stellen |
n.v.t., geen mandaat |
23.Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Voor alle taken en bevoegdheden die op grond van de takenlijst en dit register zijn gemandateerd geldt dat de bevoegdheid om toezicht te houden of te handhaven onderdeel van het mandaat is tenzij anders is bepaald.
Mandaat en delegatie geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij dit register behorende kaart bijlage B. Deze kaart wordt twee keer per jaar geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het college.
Verder geldt in het algemeen de beperking voor de bevoegdheden in dit hoofdstuk dat vergunningverlening, toezicht en handhaving alleen geldt in relatie tot de overige (gedelegeerde en) gemandateerde bevoegdheden met de daarbij vastgelegde beperkingen en met dien verstande dat de handhavingscapaciteit van het dagelijks bestuur en de organisatieonderdelen flexibel ten behoeve van stedelijke handhavingsprioriteiten zal worden ingezet conform de bestuurlijk afspraken.
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
X.0 |
alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en besluiten die verband houden met vergunningverlening c.a. waarvoor delegatie en mandaat is verleend aan de bestuurscommissie (zie onder punt 9 van de Algemene bepalingen en beperkingen) |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
||||
X.1 |
geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de uitvoering van de toezichttaken die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd (andere doeleinden dan strafvordering) |
art. 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t. geen ondermandaat |
|
X.2 |
geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de toepassing van bestuursdwang ten aanzien van de taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd of gedelegeerd (andere doeleinden dan strafvordering) |
art. 5:27, lid 2 Algemene wet bestuursrecht en art 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnentreden |
college en burge-meester |
delegatie en mandaat |
DB en VZ |
de bevoegdheid wordt gedelegeerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gedelegeerd. De bevoegdheid wordt gemandateerd voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd |
VZ |
X.3 |
opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd |
art. 125, lid 1 en lid 2, Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
college |
delegatie en machtiging |
DB |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
(zie bijlage 3 bij dit register) |
X.4 |
opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
college |
mandaat en machtiging |
DB |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.5 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd |
art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
college |
delegatie |
DB |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.6 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
college |
mandaat en machtiging |
DB |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.7 |
opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
burgemeester |
mandaat en machtiging |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.8 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 3 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
burgemeester |
mandaat en machtiging |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.9 |
handhaven van redelijke eisen van welstand in het kader van de excessenregeling als bedoeld in 3.4 van de welstandsnota bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet |
art. 12, lid 1 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.10 |
opleggen van de verplichting tot het laten opstellen van een onderhoudsplan door een deskundig persoon of een deskundige instantie aan een vereniging van eigenaars ten behoeve van een bij haar in beheer zijnd gebouw |
art.12d Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.11 |
opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen van voorzieningen waardoor de staat van dat gebouw of dat bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de voorschriften, bedoeld in artikel 1b, tweede lid, |
art. 13, art.1b, lid,2 art. 12d, lid 1 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.12 |
opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen tot het treffen van voorzieningen vanwege redelijke eisen van welstand |
art. 13a, Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.13 |
beslissen tot het in gebruik geven c.q. beheer geven van een gebouw, open erf of terrein dat op grond van artikel 17 Woningwet , artikel 174a van de Gemeentewet, een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet of artikel 13b van de Opiumwet is gesloten |
art. 14 Woningwet 174,174a Gemeentewet, art. 13b van de Opiumwet |
college/ burgemeester |
mandaat |
DB |
|
|
X.14 |
besluit tot sluiten van gebouw, open erf of terrein, indien overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk I, II, of III Woningwet gegeven voorschriften met betrekking tot de staat of het gebruik van een gebouw, open erf of terrein gepaard gaat met een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid, en er een klaarblijkelijk gevaar is op herhaling van de overtreding |
art. 17 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.15 |
bestuursrechtelijk toezicht en handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III Woningwet, het Bouwbesluit en Bouwverordening |
art. 92 Woningwet, Bouwbesluit 2012 en Bouwverordening |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.16 |
beslissen tot verkoop in het openbaar van de overblijvende materialen indien toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften leidt tot het slopen van een bouwwerk, , tenzij, naar redelijkerwijs is te verwachten, bij onderhandse verkoop een hogere opbrengst kan worden verkregen |
art. 104 Woningwet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.17 |
toezicht en handhaving schade en hinder door voorwerpen |
art. 4.6 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.18 |
toezicht en handhaving illegaal aangebrachte aanplakbiljetten, afbeeldingen of teksten |
art. 4.7, lid 1 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.19 |
toezicht en handhaving veroorzaken hinder door motorvoertuigen en bromfietsen |
art. 5.7 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.20 |
toezicht en handhaving hinderlijk gebruik alcohol op de openbare weg |
art. 2.17 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.21 |
hinderlijk gedrag in of bij gebouwen |
art. 2.18 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.22 |
toezicht en handhaving verbod doen van natuurlijke behoefte buiten een urinoir c.a. |
art. 5.11 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.23 |
toezicht en handhaving bespiedingsverbod |
art. 2.25, lid 2 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.24 |
toezicht en handhaving bij het bestrijden van gladheid |
art. 4.19, lid 1 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.25 |
toezicht en handhaving Colportagewet |
Colportagewet |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.26 |
toezicht en handhaving gevaarlijke honden |
art. 5.15 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.27 |
toezicht en handhaving gebruik gedenktekens |
art. 4.16 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.28 |
toezicht en handhaving verontreiniging van de weg en het water |
art. 4.17 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X.29 |
toezicht en handhaving openlijk gebruik en handel in harddrugs en andere stimulerende middelen |
art. 2.7 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.30 |
toezicht en handhaving verbod spelen om geld op de weg |
art. 2.19 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.31 |
toezicht en handhaving speelcasinovergunning |
art. 27h Wet op de Kansspelen |
college |
mandaat |
DB |
Stadsdeelsecretaris
|
|
X.32 |
toezicht en handhaving plaatsing bewakingsapparatuur |
art. 2.25, lid 1 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.33 |
toezicht en handhaving over het bezigen van vuurwerk |
art. 5.3 APV |
college |
mandaat |
DB |
uitvoering decentraal, aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
X.34 |
toezicht en handhaving parkeeroverlast |
Wegenverkeerswet, Wet Mulder |
college |
mandaat |
DB |
wegsleep: beleid en uitvoering toenemend centraal, vraag decentraal |
|
X.35 |
toezicht en handhaving bestemmingsplannen, grondexploitatieplannen en omgevingsvergunningen |
Wet ruimtelijke ordening en Wabo |
college |
mandaat |
DB |
dit mandaat geldt alleen als de primaire bevoegdheid door het college aan het dagelijks bestuur is gemandateerd. |
|
X.36 |
toezicht en handhaving bij openbare manifestaties en betogingen |
art. 2.32 t/m art. 2.36 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
X.37 |
toezicht en handhaving inrichtingen die geen bouwwerk zijn |
Brandbeveiligingsverordening |
college |
mandaat |
DB |
|
|
X. 38 |
toezicht en handhaving wrakken en verwaarloosde voertuigen op of aan de weg. |
Art. 4.22 APV |
college |
mandaat |
DB |
het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer. |
|
X.39 |
toezicht en handhaving blokkeren parkeerruimte voor reservering |
Art. 4.26 APV |
college |
Mandaat |
DB |
|
|
X.40 |
het aanwijzen van gebieden waar het verboden is om te barbecueën |
Art. 5.8A APV |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
X.41 |
het aanwijzen van gebieden waar het verboden is dieren te voeren |
Art. 5.18 APV |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
24.Overige gemandateerde bevoegdheden
Nr. |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd bestuursorgaan |
Soort overdracht |
Verleend aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Mandaat/ondermandaat/ volmacht/machtiging verleend aan |
Y.1 |
aanwijzen van wegen of weggedeelten waar het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flesjes, blikjes e.d. alsmede het aanwijzen van plaatsen en tijden waarop het verbod niet geldt |
art. 2.17, lid 2 en lid 4 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor slapen op of aan de weg |
art. 2.20, lid 2 APV |
college |
mandaat |
DB |
|
|
Y.3 |
aanwijzen van wegen en tijden waarop het verbod om fietsen te verkopen op of aan de weg niet geld |
art. 2.22, lid 3 APV |
burgemeester |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.4 |
mededeling doen van het oprichten c.a. van een inrichting voor het aanbieden van nachtverblijf en het vaststellen van een model-nachtregister |
art. 2.26, lid 2 en lid 3 APV |
burgemeester |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.5 |
vaststellen model-verkoopregister; waarmerken opkoopregister; ontvangen mededeling van een handelaar dat hij van het opkopen zijn beroep of gewoonte maakt; verlengen van de termijn waarbij het verboden is een door opkoop verworven zaak over te dragen of daaraan wijzigingen aan te brengen |
art. 2.28 t/m 2.30 APV en art. 2 uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, Wetboek van Strafrecht |
burgemeester |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.6 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning of vrijstelling voor het houden van een openbare inzameling (collectevergunning) |
art. 2.52. lid 1 en lid 4 APV |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.7 |
aanwijzen van wegen of gedeelten daarvan, waarop het verboden is geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen te verspreiden, aan te bieden of bekend te maken alsmede het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van dit verbod |
art. 2.53, lid 1 en lid 2 APV |
college |
mandaat |
DB |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.8 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een loterijvergunning |
art. 3, lid 1 Wet op de kansspelen |
college |
mandaat |
DB |
RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.9 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een evenement en het stellen van een andere termijn voor het indienen van een aanvraag |
art. 2.40, lid 1 en lid 3 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven * Het ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt voor evenementen <2000 bezoekers RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.10 |
verbieden van een evenement als hiertegen bezwaren bestaan |
art. 2.41, lid 5 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven |
n.v.t., geen ondermandaat |
Y.11 |
aanwijzen van gebieden en periodes waarvoor beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen |
art. 2.41, lid 6 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven |
n.v.t., geen ondermandaat |
Y.12 |
aanwijzen van plaatsen waarvoor de vergunningplicht voor het houden van evenementen niet geldt |
art. 2.42, lid 1 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t., geen ondermandaat |
Y.13 |
verbinden van voorschriften en beperkingen aan een evenementenvergunning alsmede het bepalen dat een borgsom wordt betaald in het belang van deze voorschriften een en ander voor zover het evenement binnen één stadsdeel plaats vindt |
art. 2.44, lid 1 en lid 2 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie * Het ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt voor evenementen <2000 bezoekers RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een voor publiek toegankelijk evenement in een gebouw of vaartuig |
art. 2.47, lid 1 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie * Het ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt voor evenementen <2000 bezoekers RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.15 |
aanwijzen van wegen en tijden waar niet als straatartiest mag worden opgetreden of waar geen muziek ten gehore mag worden gebracht en het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als straatartiest of voor het ten gehore brengen van muziek |
art. 2.49, lid 1 en lid 2 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
Ondermandaat geldt voor het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als straatartiest of voor het ten gehore brengen van muziek RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf |
art. 3.8, lid 1 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria stedelijke regie (horecahandhaving en alcoholbeleid) |
|
Y.17 |
beperken van de openingstijden van horecabedrijven en het ingeval van bijzondere omstandigheden of van bijzondere horecabedrijven verruimen van de openingstijden |
art. 3.15, lid 1 en lid 3 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
Y.18 |
wijzigen of intrekken van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf |
art. 3.24 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.19 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras alsmede het aanwijzen van wegen waar geen terras mag worden geëxploiteerd alsmede het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras |
art. 3.17 en art. 3.18 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie Het ondermandaat geldt voor het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras. |
|
Y.20 |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een prostitutiebedrijf |
art. 3.3, art. 3.27, eerste lid en art. 3.32 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.21 |
beperken van de openingstijden van een prostitutiebedrijf |
art. 3.35 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.22 |
intrekken van een vergunning voor een prostitutiebedrijf |
art. 3.36 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.23 |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf |
art. 3.40 en 3.43 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.24 |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd |
art. 3.2, 3.40 en 3.43 APV |
college |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.25 |
intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf |
art. 3.44 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.26 |
intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd |
art. 3.2 en 3.44 APV |
college |
mandaat |
DB |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.27 |
beslissen op een aanvraag voor een seksinrichting |
art. 3.3, art. 3.47 en art. 3.49 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.28 |
intrekken van de vergunning voor een seksinrichting |
art. 3.52 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.29 |
meedelen dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van zaken, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken, afbeeldingen van erotisch-pornografische aard de openbare orde of het leefklimaat in gevaar brengt |
art. 3.53, eerste lid APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
aan de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum voor alle dagelijks besturen met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t. |
Y.30 |
verlenen van een gedoogverklaring inzake de verkoop van softdrugs aan horecabedrijven bedoeld in het besluit van de burgemeester van 4 april 1995, nr. 953306 |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in ieder geval maatwerk bij te verplaatsen en te sluiten coffeeshops; nauwe samenwerking transformatie en transitie en uitvoering nieuwe screening Bibob) |
n.v.t., niet ondergemandateerd |
|
Y.31 |
vaststellen van een formulier voor de aanvraag voor een gedoogverklaring als bedoeld in Y.28 |
art. 4:4 Awb |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t., niet ondergemandateerd |
Y.32 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het houden van openbare vermakelijkheden op zondag voor 13.00 uur |
art. 4, lid 3 Zondagswet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie * Het ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt voor evenementen <2000 bezoekers RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.33 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf (incl. het verbinden van voorschriften en het beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholische drank) |
art. 3, lid 1 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in kader van scherper alcoholbeleid) RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.34 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van de bij of krachtens artikel 4 Drank- en Horecawet gestelde regels met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen |
art. 4, lid 4 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.35 |
raadplegen van het register als bedoeld in artikel 8, lid 5 van de Drank- en Horecawet bij het verlenen van een vergunning op grond van , bij het verlenen van een ontheffing op grond van en bij een melding als bedoeld in van de Drank- en Horecawet |
art. 8, lid 5, aanhef en onder a Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.36 |
de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in , of , en die in een periode van 12 maanden drie maal , heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden |
art. 19a, lid 1 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.37 |
opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 19a Drank- en Horecawet opgelegde ontzegging |
art. 19a, lid 3 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.38 |
in ontvangst nemen van de melding van een wens van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 30a, lid 1 Drank- en Horecawet, bevestigen van de melding en het weigeren van de wijziging van het aanhangsel |
art. 30a Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.39 |
intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet |
art. 31 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.40 |
schorsen van een vergunning voor een periode van ten hoogste 12 weken in de gevallen bedoeld in artikel 31, lid 2 en lid 3 Drank- en Horecawet |
art. 32 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
|
|
Y.41 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen en de mogelijkheid om voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon |
art. 35 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie * Het ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt voor evenementen <2000 bezoekers RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.42 |
toegang ontzeggen aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt |
art. 36 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.43 |
opleggen van een bestuurlijke boete ter zake van overtreding binnen het stadsdeel van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, lid 3, lid 4 en lid 5, 12 tot en met 19, 20, lid 1 t/m 4, 22 lid 1, lid 2, 24 en 25, behoudens het gestelde in lid 3, 25a t/m 25d, 29, lid 3, 35, lid 2 en lid 4 of 38 van de Drank- en Horecawet |
art. 44a Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.44 |
afwijken van artikel 3 en 4 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet, indien er sprake is van een lokaliteit die gevestigd is in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet |
art. 4a Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.45 |
toepassen van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, lid 1, van de Awb gestelde verplichting |
art. 44 Drank- en Horecawet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.46 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van een speelautomaat met inachtneming van hetgeen in de artikelen 2 en 3, lid 1 en lid 2 van de Verordening kansspeelautomaten en speelautomatenhallen , incl. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan een vergunning, het weigeren en intrekken van een vergunning. |
art. 30b, art. 30c, art. 30d, art. 30e en art. 30f Wet op de kansspelen |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.47 |
afhandelen melding klein kansspel en verbieden klein kansspel |
art. 7c Wet op de kansspelen |
college |
mandaat |
DB |
|
|
Y.48 |
opleggen van een bestuurlijke boete |
art. 35c Wet op de kansspelen |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.49 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal (incl. wijzigen en intrekken) |
art. 4 en art. 9 Verordening speelautomaten(hallen) |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.50 |
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van de artikelen 9 tot en met 13 van de wet en van artikel 13 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: het nemen van besluiten op grond van de Wet op de kansspelen; ten behoeve van het nemen van besluiten op grond van de Drank- en Horecawet ten behoeve van het nemen van besluiten voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seksinrichting of een speelautomatenhal |
art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie als het mandaat betrekking heeft op prostitutie-bedrijven of seks-inrichtingen geldt het mandaat alleen voor de voorzitter van het dagelijks bestuur in stadsdeel Centrum RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.51 |
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en de APV (het nemen van besluit voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seksinrichting of een speelautomatenhal); artikel 27, derde lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob; artikel 31, tweede en derde lid Drank en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob; artikel 30c, eerste lid onder c, artikel 30e, derde lid, artikel 30f, derde lid en artikel 30k, vierde lid Wet op de Kansspelen juncto artikel 3 Wet Bibob. |
art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.52 |
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo; artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo |
art. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
college |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.53 |
vragen van politiegegevens in verband met de beoordeling van het levensgedrag als bedoeld in de artikelen: 3.10, eerste lid, onder b; 3.11, derde lid, onder e; 3.24, aanhef en onder b; 3.29, eerste lid, onder b van de APV 2008 en; 4, lid 1, onder b van het Speelautomatenbesluit 2000 |
Wet politiegegevens, Besluit politiegegevens |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie Ondermandaat aan de RVE Dienstverlening geldt t.b.v. de bevoegdheid als omschreven onder Y.46 RVE-directeur kan ondermandaat verlenen aan door hem aan te wijzen functionarissen |
|
Y.54 |
vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in: artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en artikel 4 Besluit Bibob; artikel 27, derde en vierde lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob; artikel 31, tweede lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob |
art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l, Besluit politiegegevens |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.55 |
vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in: artikel 2.20, lid 1 Wabo; artikel 2.20, lid 1 juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo |
art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l van het Besluit politiegegevens |
college |
mandaat |
VZ |
|
|
Y.56 |
aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen van het proces-verbaal met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 en artikel N 9 Kieswet |
art. N 11 Kieswet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t., geen ondermandaat |
Y.57 |
aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen en aftekenen van ondersteuningsverklaringen |
art. H 4 Kieswet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
betreft overige verkiezingen en referenda ;wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
n.v.t., geen ondermandaat |
Y.58 |
behandelen van aanvragen voor het verkrijgen van een vervangende stempas |
art. J 8 Kieswet |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
betreft overige verkiezingen en referenda;wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
|
Y.59 |
verkorten van de aanmeldingstermijn voor een optocht, het geven van voorschriften en het verbieden van een optocht |
art. 2.34, lid 3, 2.35, 2.36, lid 1 APV |
burgemeester |
mandaat |
VZ |
n.v.t., geen ondermandaat |
|
Y.60 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een geschiktheidsverklaring voor een pand als prostitutiebedrijf |
hoofdstuk 6A Bouwverordening 2003 |
college |
mandaat |
DB |
|
Bijlage 1. N.2 en N.3
N.2
Ondermandaat-, en machtigingbesluit Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
Gelet op:
- -
de Gemeentewet;
- -
de Verordening op de bestuurscommissies;
- -
de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- -
de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen;
- -
de Algemene wet bestuursrecht;
- -
Beleidsregels Schuldhulpverlening Amsterdam;
- -
Beleidsplan Schuldhulpverlening Amsterdam 2012-2015;
- -
Herontwerp schuldhulpverlening
Besluit het volgende
Het ondermandaat - en machtigingsbesluit voor het nemen van besluiten op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: Wgs) en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen vast te stellen.
Artikel 1.
Aan de directeur van:
- -
Stichting SEZO voor Maatschappelijke Dienstverlening (hierna: SEZO) dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger;
- -
Stichting PuurZuid (hierna: PuurZuid), dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger
wordt ondermandaat en/of machtiging verleend met betrekking tot de volgende aangelegenheden:
Nr |
Bevoegdheid |
Ondergemandateerde of Gemachtigde |
Soort |
1 |
Het in behandeling nemen en het toetsen van de ontvankelijkheid van een aanvraag zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening. |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
machtiging |
2 |
Het nemen van een besluit om de aanvraag zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening niet in behandeling te nemen conform artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
ondermandaat |
3 |
Het nemen van een besluit om de aanvraag zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening af te wijzen conform artikel 4:6 lid 2 Awb |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
ondermandaat |
4. |
Het nemen van een besluit om de aanvraag zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening af te wijzen. |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
ondermandaat |
5. |
Het nemen van een besluit om de aanvraag zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening toe te kennen. |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
ondermandaat |
6. |
Het nemen van een besluit tot beëindigen van schuldhulpverlening zoals bedoeld in de Wgs, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening. |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger.. |
ondermandaat |
7. |
Het nemen van een besluit tot het vaststellen van de verschuldigdheid van een dwangsom (in de zin van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen) en de hoogte van de dwangsom zoals bedoeld in artikel 4:18 Awb ten aanzien van de in dit mandaatbesluit genoemde gemandateerde bevoegdheden tot het nemen van besluiten op aanvragen. |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
ondermandaat |
8. |
Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van publiekrechtelijke handelingen voor zover deze betrekking hebben op de in dit mandaatbesluit verleende bevoegdheden |
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger. |
machtiging |
Artikel 2.
Het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de in artikel 1 vermelde aangelegenheden wordt opgedragen aan de directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel aan zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger.
Artikel 3.
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger dienen bij de uitoefening van het ondermandaat en machtiging het vastgestelde beleid op het gebied van de Wgs van het college in acht te nemen.
Artikel 4.
In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen en de feitelijke handeling wordt verricht namens het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West.
Artikel 5.
De directeur van Sezo respectievelijk de directeur van PuurZuid dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger kan ondermandaat en/of ondermachtiging verlenen met inachtneming van de door hem daarbij te stellen voorwaarden en/of beperkingen. Hiervan doet hij schriftelijk mededeling aan het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West.
Artikel 6.
Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.
Bij N.3
Ondermandaat-, en machtigingbesluit Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-Nieuw-West,
Gelet op:
- -
de Gemeentewet;
- -
de Verordening op de bestuurscommissies;
- -
de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- -
de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen;
- -
de Algemene wet bestuursrecht;
- -
Beleidsregels Schuldhulpverlening Amsterdam 2012-2015;
- -
Beleidsplan Schuldhulpverlening Amsterdam 2012-2015;
- -
Herontwerp schuldhulpverlening.
Besluit het volgende
Artikel 1.
Aan de teammanager van het team Bezwaar en Beroep van de RVE Subsidies en Inkoop Sociaal, Cluster Sociaal, waar het Bureau Bezwaar en Beroep Schuldhulpverlening per 1 januari 2015 onderdeel van is, ondermandaat te verlenen voor het nemen van beslissingen op bezwaar wanneer bezwaar is ingediend tegen besluiten, genomen op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en voor het nemen van besluiten op grond van de Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen en eventueel daaruit volgende beslissingen op bezwaar.
Artikel 2.
Aan de juridisch medewerkers van de teams Bezwaar en Beroep van de RVE Subsidies en Inkoop Sociaal, Cluster Sociaal, machtiging te verlenen voor de afhandeling van (hoger) beroepzaken en verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening tegen besluiten genomen op grond van de Wgs en de op grond van de Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen genomen besluiten, bij de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht, en de Raad van State, waaronder ook valt het zenden van een verweerschrift, een hoger beroepschrift, overige correspondentie en het ter zitting optreden bij die instanties namens het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West.
Artikel 3.
Aan de teammanager van het team Bezwaar en Beroep van de RVE Subsidies en Inkoop Sociaal, Cluster Sociaal, ondermandaat te verlenen om medewerkers van de teams Bezwaar en Beroep met naam aan te wijzen als gemachtigde in (hoger) beroepsprocedures die voortvloeien uit de Wgs en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen bij:
- a.
de Rechtbank Amsterdam;
- b.
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Artikel 4.
In de ondertekening van besluiten genomen in bezwaarzaken en in de ondertekening van de correspondentie in (hoger) beroepszaken dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen dan wel de feitelijke handeling wordt verricht namens het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West.
Bijlage 2 W.1 en W.2
Ondermandaat-, en machtigingbesluit subsidiëring uitvoering schuldhulpverlening
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
Gelet op:
- -
de Gemeentewet;
- -
de Verordening op de bestuurscommissies;
- -
het algemeen mandaatbesluit AB-DB
- -
de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit het volgende
Het mandaat zoals opgenomen onder W1, W2 en W3 in het Mandatenregister behorende bij het Algemeen mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-Westaan te vullen met een ondermandaat aan de directeur Inkomen voor het nemen van subsidiebeschikkingen voor de uitvoering schuldhulpverlening.
Het op te nemen mandaat luidt als volgt:
Artikel 1 (W1)
Aan de directeur Inkomen ondermandaat te verlenen voor het uitvoeren van de ASA 2013 binnen taken, bevoegdheden en budget van de bestuurscommissie. De Subsidieregeling Basisvoorzieningen in de stadsdelen en de ASA is van toepassing. Dit mandaat is beperkt tot die gevallen waarin de uitvoering aan de bestuurscommissie is opgedragen en tot het nemen van subsidiebeschikkingen voor de uitvoering van de reguliere Schuldhulpverlening, budgetlessen, intensieve jongerenschuldhulpverlening en maatjes schuldhulpverlening.
Artikel 2 (W2)
Aan de directeur Inkomen ondermandaat te verlenen voor het uitvoeren van bijzondere stedelijke subsidieverordeningen. Dit mandaat is beperkt tot die gevallen waarin de uitvoering aan de bestuurscommissie is opgedragen en tot het nemen van subsidiebeschikkingen ten behoeve van instellingen voor de uitvoering van de reguliere Schuldhulpverlening, budgetlessen, intensieve jongerenschuldhulpverlening en maatjes schuldhulpverlening.
Artikel 3 (W3)
Aan de directeur Inkomen ondermandaat te verlenen voor het uitvoeren van de Subsidieregeling Basisvoorzieningen in de stadsdelen voor het nemen van subsidiebeschikkingen ten behoeve van instellingen voor de uitvoering van de reguliere Schuldhulpverlening, budgetlessen, intensieve jongerenschuldhulpverlening en maatjes schuldhulpverlening.
Bijlage 3 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Ondermandaatbesluit dagelijks bestuur Nieuw-West t.b.v. de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG)
Het dagelijks bestuur van de Bestuurscommissie Nieuw-West
Overwegende,
dat per 21 maart 2018 de Verodening op de bestuurscommissies is ingetrokken en de Verordening op het lokaal bestuur in werking is getreden;;.
dat het wenselijk is voor een vlotte voortgang van werkzaamheden en taken, dat functionarissen, zowel binnen als buiten de organisatie van de Bestuurscommissie, beschikken over toereikende mandaten;
dat het uit een oogpunt van doelmatigheid gewenst is dat de Bestuurscommissies allen op dezelfde wijze aan de Directeur Omgevingsdienst NZKG ondermandaat en ondermachtiging verlenen voor het nemen van besluiten en verrichten van handelingen, waarvoor de bevoegdheid bij de Bestuurscommissies is gelegd;
dat dat in verband met een overzichtelijke uitvoering en goede voortgang van de werkzaamheden het gewenst is een algemeen ondermandaatbesluit met register vast te stellen, dat op uniforme wijze door de gehele stadsdeelorganisatie en externe functionarissen wordt toegepast;
dat dat in het register de ondermandaten en -machtigingen zijn opgenomen die zijn toegespitst op de taakvelden van de stadsdelen, afgeleid van de aan de stadsdelen in mandaat gegeven of bij delegatie overgedragen bevoegdheden, zoals bedoeld in de bijlage bij de Verordening op het lokaal bestuur;
dat dat het wenselijk is in verband met het opdragen van de bevoegdheden aan de Directeur Omgevingsdienst NZKG in onderhavig besluit algemene bepalingen voor ondermandaat en – machtiging op te nemen.
Gelet op,
afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Verordening op het lokaal bestuur, bijlage 3 van de Verordening op het lokaal bestuur en het Algemeen Mandaatbesluit stadsdeel Nieuw-West en het daarbij behorende Mandatenregister van 27 maart 2018;
Besluit,
Het Ondermandaatbesluit dagelijks bestuur Nieuw-West t.b.v. de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) als volgt vast te stellen:
en daarbij aan de directeur van de Omgevingsdienst NZKG de bevoegdheid te verlenen om in naam van het Dagelijks Bestuur besluiten te nemen en handelingen te verrichten, overeenkomstig het aan dit besluit als bijlage gevoegde ondermandaatregister- met opgenomen ondermandaten, en –machtigingen met dien verstande dat hierbij, door de ondergemandateerden de volgende bepalingen in acht worden genomen,
Artikel 1 Begrips- en overige bepalingen
- 1.
- a.
mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen;
- b.
machtiging: de bevoegdheid om handelingen te verrichten – zogenaamde feitelijke handelingen - die noch als een besluit, noch als privaatrechtelijke handeling kunnen worden aangemerkt;
- c.
mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde functionaris –de gemandateerde- de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;
- d.
gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;
- e.
ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat van een aan hem gemandateerde bevoegdheid;
- f.
mandaatregister: het bij dit besluit behorend register waarin ten aanzien van het uitoefenen van bevoegdheden vermeld wordt aan welke functionarissen mandaat of machtiging wordt verleend.
- g.
bevoegdhedenregister bestuurscommissies: bijlage 3: bevoeghedenregister bestuurscommissies behorende bij de Verordening op de bestuurscommissies 2013.
- a.
- 2.
De algemene bepalingen die zijn opgenomen voor mandaat in de Algemene wet bestuursrecht gelden tevens voor de bevoegdheden op grond van machtiging, gelet op artikel 10:12 hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
Ingeval van afwezigheid van de in eerste lid onder e bedoelde functionaris, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door zijn of haar plaatsvervanger (of waarnemer) als beschreven in artikel 4.
Op plaatsvervanging zijn de bepalingen van deze mandaatregeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2 Reikwijdte van het ondermandaat
- 1.
De functionaris die ondermandaat krijgt voor het uitoefenen van een bevoegdheid, is met betrekking tot die bevoegdheid tevens bevoegd tot:
- a.
het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidingshandelingen;
- b.
het voeren van correspondentie;
- c.
het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard;
- d.
het ondertekenen van de betreffende stukken;
- e.
het voldoen aan publicatieverplichtingen;
- f.
het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het ondermandaatregister;
- g.
het beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
- h.
overige direct met de gemandateerde bevoegdheid samenhangende handelingen;
- i.
het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen.
- a.
- 2.
De ondermandaatverlening omvat tevens de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in het bij dit ondermandaatbesluit behorende ondermandatenregister, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken een en ander voor zover niet reeds opgenomen in het ondermandaatregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt.
- 3.
Van het ondermandaat dat op grond van dit register is toegekend, mag slechts gebruik worden gemaakt voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor de bestuurscommissie wordt toegepast.
- 4.
De functionaris die ondermandaat krijgt voor het uitoefenen van een bevoegdheid, is niet gerechtigd deze uit te oefenen indien hij of zij tevens belanghebbende is.
- 5.
Tenzij uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt - als vermeld onder ‘voorwaarden ondermandaat/opmerking’ in het ondermandatenregister- is de ondergemandateerde functionaris bevoegd tot het verlenen van verder ondermandaat..
- 6.
Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de ondermandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.
Artikel 3 Rapportage en verantwoording
De ondergemandateerde functionaris rapporteertren ieder geval één keer per jaar aan het Dagelijks Bestuur over de wijze waarop gebruik is gemaakt van de ondergemandateerde bevoegdheden.
Artikel 4 Plaatsvervanging
De ondergemandateerde functionaris regelt bij afwezigheid schriftelijk zijn of haar vervanging en wijzen daartoe de plaatsvervangers (of waarnemers) aan.
Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht als volgt:
“bij afwezigheid” of “b.a.”
Functie en naam plaatsvervangerHandtekening plaatsvervanger
Naam van de ondergemandateerde
Artikel 5 Inwerkingtreding, verval mandaatbesluiten, wijziging regelgeving
- 1.
Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 21 maart 2018.
- 2.
Met ingang van 21 maart 2018 vervalt het op 30 november 2015 aan de Directeur Omgevingsdienst NZKG verleende.
- 3.
In geval van wijziging van regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid verleend en wordt geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen van de gewijzigde regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het ondermandaatregister verwerkt.
Artikel 6 Citeerwijze
Dit besluit wordt aangehaald als Ondermandaatbesluit Dagelijks Bestuur ten behoeve van de Omgevingsdienst NZKG stadsdeel Nieuw-West.
Ondermandaatregister behorende bij het Ondermandaatbesluit dagelijks bestuur Nieuw-West t.b.v. de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG)
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Bevoegd orgaan |
Soort overdracht |
Ondermandaat aan |
Bijzonderheden en beperkingen |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
|||
H.6 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenreeling milieubeheer |
Activiteitenbesluit milieubeheer en Activiteitenregeling milieubeheer |
ondermandaat |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
ondermandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen - waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en - waarbij geen sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van hoofdstuk 7 Milieu en duurzaamheid van het Bevoegdhedenregister bestuurscommissies genoemde algemene beperking |
|
H. 7 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels |
Wet milieubeheer |
ondermandaat |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
ondermandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen, - waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en - waarbij geen sprake is van vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van hoofdstuk 7 Milieu en duurzaamheid van het Bevoegdhedenregister bestuurscommissies genoemde algemene beperking |
|
H.8 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Besluit lozen buiten Inrichtingen |
Besluit lozen buiten inrichtingen |
ondermandaat |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
met uitzondering van bevoegdheden en taken die betrekking hebben op het lozen van grondwater bij bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in artikel 3.1; het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in artikel 3.2 |
|
X.3 |
opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd |
art. 125, lid 1 en lid 2, Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
mandaat en ondermachtiging |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
||
X.4 |
opleggen en ten uitvoer leggen van een last onder bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
ondermandaat en ondermachtiging |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
||
X.5 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gedelegeerd |
art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
mandaat en ondermachtiging |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
||
X.6 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan het dagelijks bestuur is gemandateerd |
art. 125, lid 2 Gemeentewet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
ondermandaat en ondermachtiging |
Directeur Omgevingsdienst NZKG |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl