Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR609122
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR609122/7
Regeling vervalt per 01-01-2026
Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland
Geldend van 28-03-2025 t/m 31-12-2025
Intitulé
Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-HollandGedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat de provincie het in stand houden en verhogen van de kwaliteit en verbeteren van het functioneren van winkel- en centrumgebieden wil stimuleren;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;
- -
businesscase: stuk waarin de financiële afweging om een project te beginnen beschreven wordt;
- -
centrumgebied: veelal centraal gelegen en goed bereikbaar gebied in een stad of dorp waar naast een concentratie van detailhandelsvoorzieningen in veel gevallen ook andere commerciële en niet-commerciële voorzieningen zoals dienstverlening, horeca en cultuur aanwezig zijn;
- -
centrumvisie: beschreven ambitie en toekomstbeeld op de (ruimtelijke) ontwikkeling van een winkel- of centrumgebied;
- -
commitmentbrief: brief van een winkelier, ondernemer, winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting of gemeente waaruit blijkt dat deze achter de activiteit staat waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt aangevraagd;
- -
detailhandelsstructuurvisie: samenhangend (ruimtelijk) toekomstbeeld op de gewenste detailhandelsstructuur;
- -
gebieds- of centrummanager: degene die in opdracht van de subsidieontvanger mogelijkheden onderzoekt voor het oplossen van knelpunten in een winkel- en/of centrumgebied, die kansen voor dat gebied inventariseert en die naar aanleiding van zijn bevindingen rapporteert aan de subsidieontvanger en aanbevelingen geeft en tot wiens professie deze werkzaamheden behoren;
- -
haalbaarheidsonderzoek: onderzoek waarin scenario’s of opties met betrekking tot de gestelde eisen en het gedefinieerde eindresultaat van een project worden onderzocht en waaruit blijkt of die eisen en het eindresultaat al dan niet te verwezenlijken zijn alsmede een conclusie ten aanzien van het al dan niet starten van een project;
- -
Omgevingsbeleid: provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving bestaande uit de Omgevingsvisie Zuid-Holland, het Omgevingsprogramma Zuid-Holland en de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
- -
ondernemer: degene die zelfstandig werkzaamheden uitvoert en daar inkomsten uit heeft en ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel, dan wel de eigenaar van het vastgoed van waaruit voornoemd persoon zijn onderneming drijft;
- -
ondernemersfonds: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of vereniging als bedoeld in artikel 27 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de gezamenlijke belangen van winkeliers en ondernemers in een of meerdere winkel- of centrumgebieden behartigt;
- -
planvormingsproject: activiteiten die leiden tot een businesscase, quickscan, haalbaarheidsonderzoek of inventarisatie;
- -
quickscan: inventarisatie van probleem- en kwaliteitssituatie, knelpunten en oplossingsrichtingen;
- -
stichting: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de gezamenlijke belangen van winkeliers en ondernemers in een of meerdere winkel- of centrumgebieden behartigt;
- -
stichting BIZ: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek jo. artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
- -
uitvoeringsproject: activiteiten die leiden tot de uitvoering van een businesscase, quickscan, haalbaarheidsonderzoek of inventarisatie;
- -
winkelgebied: ruimtelijke concentratie van winkels, mogelijk onderdeel uitmakend van een centrumgebied;
- -
winkeliers- of ondernemersvereniging: vereniging, als bedoeld in artikel 27 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van winkeliers en ondernemers die de gemeenschappelijke belangen van winkeliers en ondernemers in één of meer winkel- of centrumgebieden behartigt.
Paragraaf 2. Te consolideren, te herpositioneren, te optimaliseren en overige centra
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor één of meer van de volgende activiteiten:
- a.
het uitvoeren van een onderzoek of het opstellen van een plan of programma gericht op:
- 1°
het oprichten of verder ontwikkelen van een winkeliers- of ondernemersvereniging; of
- 2°
het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen betrokken actoren van een winkel- of centrumgebied;
- 1°
- b.
het uitvoeren van een oriënterend vooronderzoek, gericht op het doen van een in voldoende mate ondersteund verzoek aan een gemeente tot het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
- c.
een planvormingsproject ten behoeve van de kwaliteit en het functioneren van een winkel- of centrumgebied gericht op:
- 1°
het compacter maken van een winkel- of centrumgebied;
- 2°
het saneren van buiten een winkelgebied verspreid liggend winkelaanbod;
- 3°
het saneren van detailhandel, of
- 4°
de vergroening of het klimaat-adaptief maken van een winkel-of centrumgebied.
- 1°
- d.
een planvormingsproject door een gebieds- of centrummanager of daartoe gespecialiseerd adviesbureau op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk functioneren;
- e.
een planvormingsproject door een gebieds- of centrummanager of daartoe gespecialiseerd adviesbureau in de vorm van een centrumvisie of een detailhandelsstructuurvisie.
- f.
een uitvoeringsproject ten behoeve van de kwaliteit en het functioneren van een winkel- of centrumgebied door het:
- 1°
compacter maken van een winkelgebied;
- 2°
saneren van buiten een winkelgebied verspreid liggend winkelaanbod; of
- 3°
saneren van detailhandel;
- 1°
- g.
een uitvoeringsproject door een gebieds- of centrummanager of daartoe gespecialiseerd adviesbureau op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk functioneren.
- a.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, leiden tot het in stand houden en verhogen van de kwaliteit en het beter functioneren van winkel- en centrumgebieden in de provincie Zuid-Holland.
Artikel 2.2 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:
- a.
een winkeliers- of ondernemersvereniging;
- b.
een stichting;
- c.
een stichting BIZ.
- d.
een ondernemersfonds, of
- e.
een gemeente.
Artikel 2.3 Openstellingsbesluiten
-
1. Gedeputeerde staten stellen nadere regels in de vorm van openstellingsbesluiten vast voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1;
-
2. GIn afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv, wordt een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling ingediend binnen de periode genoemd in het openstellingsbesluit.
Artikel 2.4 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.1 geweigerd voor zover:
- a.
ten behoeve van het winkel- of centrumgebied waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een subsidie op grond van een in dezelfde aanvraagperiode ingediende aanvraag op grond van deze regeling is verstrekt;
- b.
ten behoeve van het winkel- of centrumgebied waarop de aanvraag betrekking heeft, voor een gelijke subsidiabele activiteit in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag reeds subsidie op grond van deze regeling is verstrekt;
- c.
een planvormingsproject of een uitvoeringsproject betrekking heeft op de toevoeging van 25 of meer woningen;
- d.
het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 1.000,00 bedraagt.
Artikel 2.5 Subsidievereisten
-
1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
de activiteit heeft betrekking op een winkel- of centrumgebied dat is gelegen in de provincie Zuid-Holland en dat in het Omgevingsbeleid is aangewezen als te consolideren centrum, te herpositioneren centrum , te optimaliseren centrum of als overig centrum;
- b.
het in onderdeel a genoemde winkel- of centrumgebied bestaat uit ten minste 5 winkels;
- c.
uit een offerte voor de inhuur van derden blijkt dat deze betrekking heeft op het verrichten van een in artikel 2.1, eerste lid, genoemde activiteit;
- d.
de activiteit kan binnen 13 weken na de datum van subsidieverlening in uitvoering zijn;
- e.
er is voldoende steun voor de subsidiabele activiteit, blijkend uit:
- 1°
als de subsidie wordt aangevraagd door een winkeliers- of ondernemersvereniging, een stichting, een stichting-BIZ of een ondernemersfonds: een commitmentbrief van de gemeente waarin het winkel- of centrumgebied, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, ligt en vijf commitmentbrieven van in het winkel- of centrumgebied gevestigde winkeliers of ondernemers die niet in het bestuur van voornoemde winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of ondernemersfonds zetelen; of
- 2°
als de subsidie aangevraagd wordt door de gemeente waarin het winkel- of centrumgebied ligt: een commitmentbrief van de winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of het ondernemersfonds en vijf commitmentbrieven van winkeliers of ondernemers die in het winkel- of centrumgebied, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, zijn gevestigd en die niet in het bestuur van voornoemde winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of ondernemersfonds zetelen.
- 1°
- a.
-
2. Indien winkeliers of ondernemers met meerdere ondernemingen in een gebied zijn gevestigd of tussen meerdere in een gebied gevestigde winkels of ondernemingen van verschillende winkeliers of ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, wordt maximaal één, al dan niet gezamenlijke, commitmentbrief van deze winkeliers of ondernemers betrokken in de berekening van het aantal benodigde commitmentbrieven als bepaald in het eerste lid, onderdeel e.
Artikel 2.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de kosten van een extern deskundige voor de te verrichten subsidiabele activiteiten in aanmerking voor subsidie.
Artikel 2.6a Niet-subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 2.5 van de ASV en in afwijking van artikel 9 komen de kosten die de subsidieontvanger zelf maakt, waaronder de door hemzelf gemaakte uren voor de subsidiabele activiteiten, in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.7 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt:
- a.
75% van de subsidiabele kosten voor zover deze niet meer bedragen dan € 10.000,00; en
- b.
50% van de subsidiabele kosten voor zover deze meer bedragen dan € 10.000,00, tot een maximum van in totaal € 24.999-.
- a.
-
2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 1.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.
Artikel 2.8 Rangschikking
- 1.
Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.
- 2.
Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.
Artikel 2.9 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
- a.
de activiteit is binnen 13 weken na de subsidieverstrekking in uitvoering;
- b.
de activiteit is binnen twee jaar na de subsidieverstrekking uitgevoerd;
- c.
de subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit openbaar en verstrekt deze resultaten desgevraagd om niet aan ondernemers, winkeliers, winkeliers- of ondernemersverenigingen, stichtingen en gemeenten binnen de provincie Zuid-Holland.
Artikel 2.10 Verantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 3.1 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling geplaatst wordt.
Artikel 3.2 Werkingsduur en overgangsrecht
Deze regeling vervalt op 1 januari 2028 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
Artikel 3.3 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland
Den Haag, 27 maart 2018
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. J.H. de BAAS, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl