Gedragscode 2018 raadsleden, commissieleden gemeenteraad Kampen

Geldend van 27-03-2018 t/m heden

Intitulé

Gedragscode 2018 raadsleden, commissieleden gemeenteraad Kampen

De Raad van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van de raadsvoorzitter en de griffier van 31 januari 2018,

gelet op artikel 15, derde lid van de Gemeentewet,

besluit de Gedragscode 2018 raadsleden, commissieleden gemeenteraad Kampen vast te stellen.

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele raadsleden, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van raadsleden verwijst naar de zorgvuldigheid die zij moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient eenieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de raadsleden die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor raadsleden is dan ook de eed of gelofte die het raadslid bij de ambtsaanvaarding aflegt.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen raadsleden onderling en tussen raadsleden en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de volksvertegenwoordigers: raadsleden. Veel bepalingen zijn voor de volksvertegenwoordigers en de dagelijkse bestuurders gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen. Het handelen van het dagelijks bestuur en van de bestuurders staat ten dienste van de gemeente. De ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de volksvertegenwoordigende organen. Aan het dagelijks bestuur en de bestuurders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld om optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van raadsleden evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. Raadsleden kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Wettelijke grondslag

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor zijn leden (artikel 15, derde lid Gemeentewet).

Artikel 1.1

In deze gedragscode wordt gesproken over de raadsleden. Deze gedragscode is, voor zover van toepassing, ook bedoeld voor commissieleden die geen raadslid zijn.

Artikel 1.2

De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.” (artikel 14 Gemeentewet)

Persoonlijke belangen

Een lid van de gemeenteraad neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet). De gemeenteraad waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

Incompatibiliteiten en nevenfuncties

Verboden overeenkomsten/handelingen: raadsleden mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middelijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, eerste en tweede lid Gemeentewet). Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de gemeenteraad (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).

Onverenigbaarheid van functies: het zijn van raadslid sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de gemeenteraad (artikel X1 Kieswet).

Openbaarmaking nevenfuncties: raadsleden maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis en wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website (artikel 12 Gemeentewet).is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend

Artikel 2

  • 1.

    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven) functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap; en

    • d.

      de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Paragraaf 3 Informatie

Wettelijk kader

Informatieplicht

Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de gemeenteraad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele raadsleden informatie vragen zal die informatie aan de gemeenteraad moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikelen 169 Gemeentewet).

Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

Geheimhouding

Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bekrachtigd door de gemeenteraad. Ook de gemeenteraad onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet)

Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

Artikel 3.1

Het raadslid zorgt ervoor dat geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

Artikel 3.2

Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte

De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afgeleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

Artikel 4.1

  • 1.

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 4.2

  • 1.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De informatie is via internet beschikbaar.

Artikel 4.3

  • 1.

    Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat de kosten waren..

  • 2.

    De informatie is via internet beschikbaar.

Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

Wettelijk kader

Procedure van declaratie:

Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de Verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Buitenlandse excursie of reis voor raadsleden:

De gemeenteraad kan toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De excursie /reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 5.1

  • 1.

    In principe dienen alle uitgaven ten behoeve van het raads- en fractiewerk te wordt betaald uit vergoedingen voor de raad (de raadsvergoeding, onkostenvergoeding en de vergoeding voortvloeiend uit de Verordening Ambtelijke bijstand en fractie- ondersteuning) en kan er geen beroep worden gedaan op andere budgetten binnen het programma raad en griffie.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

Artikel 5.2

Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3

Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode

Artikel 6.1

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. In geval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin op voorstel van de fractievoorzitters.

Artikel 6.2

Afspraken

In het fractievoorzittersoverleg worden in ieder geval afspraken gemaakt over:

  • a.

    de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

  • b.

    de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

  • c.

    de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente. De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.

De gedragscode Gedragscode raadsleden en collegeleden vastgesteld op 27-1-2005 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Kampen, 22 februari 2018

De Raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen,

griffier

drs. mr. B. Koelewijn,

voorzitter

Toelichting

Artikel 2

Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. Onder een nevenfunctie wordt verstaan een activiteit of activiteiten die naast het raadslidmaatschap worden uitgeoefend. Naast de betaalde werkzaamheden gaat het hier om maatschappelijke functies en dergelijke.

Artikel 3.1

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met geheime informatie. Er worden diverse termen door elkaar heen gebruikt: niet openbaar / vertrouwelijkheid / geheim. Wij geven de voorkeur aan het hanteren van één begrip; geheim. Dat sluit aan bij de wettelijke term.

Artikel 4.1

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

Artikelen 4.2 en 4.3

Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij valle hier dus niet onder.

Artikel 5.1

Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken.

Artikel 5.3

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor partijpolitieke doeleinden (hierbij valt te denken aan het gebruik van de printer).

Artikel 6.1

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.

Artikel 6.2

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.

Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor raadsleden, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de raadsleden zich committeren.

De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur. De burgemeester staat er niet alleen voor. De griffier speelt hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol.