Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR608743
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR608743/1
Regeling vervallen per 01-01-2019
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2018
Geldend van 16-03-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018
Intitulé
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2018Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
- a.
AOW-gerechtigde leeftijd: de leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
- b.
Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2017.
- c.
Bijdrageplichtig inkomen: het inkomen bedoeld in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
Artikel 2 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
-
1. Voor de berekening van de eigen bijdrage worden de volgende parameters gehanteerd:
Groepen huishoudens |
A. Maximale periodebijdrage |
B. Inkomensbedrag |
C. Procentuele bijdrage |
Eenpersoonshuishoudens, niet AOW-gerechtigde leeftijd |
€ 12,50 |
€ 22.873 |
7,5% |
Eenpersoonshuishoudens, AOW-gerechtigde leeftijd |
€ 12,50 |
€ 17.474 |
7,5% |
Meerpersoonshuishoudens, niet AOW-gerechtigde leeftijd |
€ 0,00 |
€ 35.175 |
7,5% |
Meerpersoonshuishoudens, AOW-gerechtigde leeftijd |
€ 12,50 |
€ 24.128 |
7,5% |
-
2. Bij een bijdrageplichtig inkomen tot het inkomensbedrag (B) geldt per periode van 4 weken de maximale periodebijdrage (A).
-
3. In geval het bijdrageplichtig inkomen hoger is dan het inkomensbedrag (B) wordt de maximale periodebijdrage (A) verhoogd met 1/13e deel van 7,5% (C) over het verschil tussen het bijdrageplichtig inkomen en het inkomensbedrag (B).
Artikel 3 Omvang en duur eigen bijdrage
De verschuldigde eigen bijdrage wordt afgestemd op de financiële draagkracht als bedoeld in artikel 2 en de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt.
- 1.
Voor een voorziening die door het college wordt gehuurd en in bruikleen wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de huurprijs die de gemeente betaalt voor de voorziening.
- 2.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd, met een maximum van 78 perioden, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening.
- 3.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in eigendom wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende 39 perioden van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd, die is gebaseerd op de kostprijs van de voorziening.
- 4.
Voor een voorziening die door het college in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd gebaseerd op 1/13e deel van de kosten van de voorziening.
- 5.
In afwijking van lid 4 is, is belanghebbende voor een voorziening die door het college in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor incidentele kosten, gedurende 39 perioden van 4 weken per periode een eigen bijdrage verschuldigd gebaseerd op 1/39e deel van de kosten van de voorziening..
- 6.
Voor huishoudelijke ondersteuning en begeleiding individueel die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de minimumprijs die de gemeente heeft vastgesteld voor huishoudelijke ondersteuning.
- 7.
Voor begeleiding groep die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die per dagdeel is gebaseerd op de minimumprijs die de gemeente heeft vastgesteld voor huishoudelijke ondersteuning.
- 8.
Voor kortdurend verblijf die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die per etmaal is gebaseerd op de minimumprijs die de gemeente heeft vastgesteld voor huishoudelijke ondersteuning vermenigvuldigd met twee.
- 9.
Voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding individueel, begeleiding groep of kortdurend verblijf die door het college als persoonsgebonden budget wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de hoogte van het persoonsgebonden budget.
-
10 In afwijking van het gestelde in de leden 3 en 5 bedraagt de termijn voor de inning van de eigen bijdrage:
- a.
13 perioden van 4 weken bij een voorziening met een kostprijs tot € 250,00;
- b.
26 perioden van 4 weken bij een voorziening met een kostprijs vanaf € 250,00 tot € 500,00.
- a.
- 11.
In situaties waarin dit besluit niet voorziet, stelt het college de omvang en duur van de eigen bijdrage vast, waarbij wordt aangesloten bij het bepaalde in dit artikel.
Artikel 4 Uitzonderingen eigen bijdrage
In aanvulling op artikel 3.8, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt geen eigen bijdrage opgelegd bij de verstrekking van:
- a.
een collectieve vervoersvoorziening;
- b.
voorzieningen voor het bezoekbaar maken van de woning;
- c.
voorzieningen in algemene ruimten.
Hoofdstuk 3 Omvang persoonsgebonden budget
Artikel 5 Omvang persoonsgebonden budget
-
1. De omvang van het persoonsgebonden budget voor diensten is afhankelijk van het soort hulp dat wordt ingehuurd. Hierbij maakt het college onderscheid tussen een hulp werkzaam voor een professionele zorgaanbieder en een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder. In het laatste geval wordt het persoonsgebonden budget met 25% verlaagd.
-
2. Het persoonsgebonden budget is maximaal gelijk aan de goedkoopste oplossing in natura.
Artikel 6 Diensten
-
1. Het persoonsgebonden budget voor diensten wordt vastgesteld op basis van de volgende tarieven:
Wmo maatwerkvoorzieningen |
Eenheid |
Tarief instelling |
Tarief particulier |
|
1. |
Gezinsbegeleiding |
uur |
65,40 |
--- |
2. |
Fasehuis/kamertrainingscentrum |
etmaal |
188,80 |
--- |
3. |
Begeleiding ambulant (a) Licht Middel Zwaar |
uur uur uur |
48,10 52,00 63,54 |
36,82 39,00 47,65 |
4. |
Dagbesteding Licht Middel Zwaar |
dagdeel dagdeel dagdeel |
38,80 47,60 56,40 |
--- --- --- |
5. |
Kortdurend verblijf Basis Plus |
etmaal etmaal |
145,20 195,20 |
--- --- |
6. |
Huishoudelijke ondersteuning A. het realiseren van een schoon en leefbaar huis en het beschikken over een schone was B. als A, aangevuld met het beschikken over Maaltijden |
week week |
48,30 94,30 |
36,22 70,72 |
7. |
HO + begeleiding A. het realiseren van een schoon en leefbaar huis en het beschikken over een schone was B. als A, aangevuld met het beschikken over maaltijden en/of het verzorgen van kinderen |
week week |
61,64 115,24 |
46,98 86,43 |
8. |
HO intensief |
week |
73,30 |
--- |
-
2. Voor zover het periodetarief niet toereikend is, wordt een maatwerkvoorziening toegekend met een max uurtarief van € 23,00 per uur voor huishoudelijke ondersteuning, € 26,80 per uur voor huishoudelijke ondersteuning met begeleiding en voor huishoudelijke ondersteuning intensief
€ 29,32 per uur voor een professionele zorgaanbieder. In het geval de ondersteuning wordt geleverd door een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgbaanbieder bedragen deze tarieven respectievelijk € 17,25, € 20,10 of € 21,99.
Artikel 7 Rolstoel
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.
Artikel 8 Vervoersvoorziening
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.
Artikel 9 Woonvoorziening
-
1. Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de door de aanvrager ingediende en door of vanwege het college geaccepteerde offerte.
-
2. Het persoonsgebonden budget in de kosten van onderhoud en keuring van stoelliften, (rolstoel)plateauliften, woonhuisliften en hefplateauliften wordt als volgt vastgesteld:
Type lift |
Beginkeuring |
Frequentie periodieke keuring |
Kosten excl. BTW* |
Frequentie periodieke onderhoud |
Stoellift |
Ja |
1 x per 4 jaar |
€ 221,00 |
1 x per jaar |
(Rolstoel)plateau lift |
Ja |
1 x per 4 jaar |
€ 221,00 |
1 x per jaar |
Woonhuislift |
Ja |
1 x per 1,5 jaar |
€ 267,00 |
2 x per jaar |
Hefplateaulift |
Ja |
1 x per 1,5 jaar |
€ 272,00 |
2 x per jaar |
* De opgenomen bedragen bestaan uit kosten voor de keuring door het Liftinstituut, alsmede de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma.
-
3. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de kosten van onderhoud of reparatie is gelijk aan de werkelijke kosten.
Artikel 10 Primaat van de verhuizing
Het primaat van verhuizing wordt niet toegepast voor zover de kosten van de te treffen woonvoorzieningen niet uitkomen boven € 8.500,00.
Artikel 11 Terugbetaling persoonsgebonden budget woningaanpassing
De terugbetaling van het verstrekte persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing van
€ 20.000 of meer wordt vastgesteld op basis van het onderstaande aflossingsschema:
Percentage |
Moment van verkoop |
100 |
binnen 1 jaar |
90 |
na 1 jaar |
80 |
na 2 jaar |
70 |
na 3 jaar |
60 |
na 4 jaar |
50 |
na 5 jaar |
40 |
na 6 jaar |
30 |
na 7 jaar |
20 |
na 8 jaar |
10 |
na 9 jaar |
0 |
na 10 jaar |
Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming voor kosten (rolstoel)taxi, verhuiskosten en sportrolstoel
Artikel 12 Tegemoetkoming voor kosten vervoer
- a.
Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi bedraagt € 2.230,00 per jaar.
- b.
Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 3.345,00 per jaar.
Artikel 13 Tegemoetkoming voor kosten vervoer bewoners Wlz-instellingen
De normbedragen voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een auto, taxi of rolstoeltaxi voor bewoners van Wlz-instellingen bedragen per jaar:
Bij kilometers per jaar |
Normbedrag gebruik auto |
Normbedrag gebruik Taxi |
Normbedrag gebruik rolstoeltaxi |
van 375 tot 750 |
€ 223,00 |
€ 446,00 |
€ 669,00 |
van 750 tot 1500 |
€ 446,00 |
€ 892,00 |
€ 1.338,00 |
van 1500 tot 2250 |
€ 669,00 |
€ 1.338,00 |
€ 2.007,00 |
van 2250 tot 3000 |
€ 892,00 |
€ 1.784,00 |
€ 2.676,00 |
Vanaf 3000 |
€ 1.115,00 |
€ 2.230,00 |
€ 3.345,00 |
Artikel 14 Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten
De tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.547,50.
Artikel 15 Tegemoetkoming sportvoorziening
De tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.765,00 voor een periode van 3 jaar.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 16 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Artikel 17 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2018.
Ondertekening
Vastgesteld bij collegebesluit in de vergadering van 12 december 2017.
De burgemeester,
De secretaris,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl