Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018

Geldend van 01-07-2021 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort,

gelet op de Jeugdwet (artikel 8) en de daarbij behorende Verordening Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2017,

besluiten in de vergadering van 20 februari 2018 :

  • I.

    Het Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018 vast te stellen.

  • II.

    Het Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018 in werking te laten treden op de eerste dag na publicatie.

  • III.

    Per gelijke datum het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Gemeente Zandvoort 2016 in te trekken.

Algemene bepalingen

Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2017.

Artikel 1. PGB en ondersteuningsvormen

Het college verstrekt een PGB als de jeugdige of zijn ouders dit wensen (artikel 8.1.1 lid 1 Jeugdwet). Hiermee kunnen zij zelf een individuele voorziening inkopen. Een PGB kan worden ingezet voor de volgende vormen van ondersteuning:

  • 1.

    Begeleiding ambulant;

  • 2.

    Dagbesteding;

  • 3.

    Behandeling groep;

  • 4.

    Behandeling individueel;

  • 5.

    Persoonlijke verzorging;

  • 6.

    Jeugd GGZ therapie;

  • 7.

    Basis jeugd GGZ;

  • 8.

    Specialistische jeugd GGZ;

  • 9.

    Kortdurend verblijf;

  • 10.

    Zorg vanuit het sociale netwerk;

  • 11.

    Vervoer.

Met een PGB kunnen zowel professionals als mensen uit het informele netwerk ingezet worden. Bij de inzet van professionals wordt de volgende indeling in opleidingsniveau gehanteerd:

  • a.

    Mbo;

  • b.

    Hbo;

  • c.

    Wo;

  • d.

    Wo+2 ;

  • e.

    Wo+4;

  • f.

    Medisch specialist.

Artikel 2. Voorwaarden aan aanvrager voor toekenning van een PGB

Het college verstrekt een PGB ten behoeve van jeugdhulp indien naar het oordeel van het college aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • 1.

    De aanvrager geeft concreet inzicht in de wijze waarop de gestelde doelen gerealiseerd worden.

  • 2.

    De door de aanvrager te betrekken jeugdhulp voldoet aan de kwaliteitseisen voor jeugdhulp (zie artikel 3).

  • 3.

    De aanvrager besteedt het PGB niet bij een zorgverlener die tevens optreedt als vertegenwoordiger van de aanvrager, tenzij uit het plan blijkt dat de belangen van de aanvrager voldoende gewaarborgd zijn.

  • 4.

    De aanvrager stelt in overleg met het CJG een jeugdhulpplan op.

  • 5.

    De aanvrager mag de jeugdhulp pas van derden betrekken indien de beschikking met de omschreven ondersteuningsvorm door het college is verstrekt.

Artikel 3. Kwaliteitseisen PGB voor aanbieders

De kwaliteitseisen jeugdhulp zoals geformuleerd in de Jeugdwet zijn van toepassing op de hulp die wordt betrokken middels een PGB. Een PGB kan naar het oordeel van het college worden verstrekt indien:

  • 1.

    De aanvrager aantoont, dan wel verklaart dat de hulp op verantwoorde wijze wordt uitgevoerd, dat wil zeggen dat de zorg veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht dient te zijn (artikel 4.1.1 Jeugdwet).

  • 2.

    De aanvrager aantoont dat de beoogde professional de norm voor de verantwoorde werktoedeling toe kan passen (artikel 4.1.2. Jeugdwet):

    • a.

      de professional beschikt over de juiste kennis en vaardigheden voor de betreffende werkzaamheden;

    • b.

      de professional kan werken met inachtneming van zijn of haar professionele standaarden;

    • c.

      voor werkzaamheden waarvan het Kwaliteitskader Jeugd aangeeft dat er een SKJ of BIG geregistreerde professional noodzakelijk is, de professional zelf geregistreerd is of werkt in combinatie met een SKJ of BIG geregistreerde professional.

  • 3.

    Wanneer sprake is van complexe problematiek, onvoorspelbaar gedrag en een onveilig situatie voor de cliënt is altijd een regiebehandelaar betrokken.

  • 4.

    De aanvrager op verzoek van het college een recente verklaring omtrent gedrag van de aanbieder overhandigt (niet ouder dan 3 maanden).

  • 5.

    Uit het jeugdhulpplan, het document onderbouwing en afweging en de evaluatie blijkt hoe de kwaliteit en de doelmatigheid van de hulpverlening wordt bewaakt, beheerst en bijgesteld.

  • 6.

    De aanvrager draagt zorg voor een verklaring van de aanbieder dat de meldcode wordt gehanteerd en dat een vertrouwenspersoon in staat wordt gesteld zijn werk uit te voeren.

Artikel 4. Zorg vanuit het sociale netwerk

De inzet van het sociale netwerk (informele zorgverleners) wordt vergoed, mits deze naar het oordeel van het college voldoet aan de voorwaarde dat de informele zorgverlener de balans tussen draagkracht en draaglast bewaart en niet overbelast dreigt te raken door het verlenen van zorg.

Artikel 5. Het jeugdhulpplan

Voor de inzet van jeugdhulp moet een plan opgesteld worden. Het jeugdhulpplan en het document onderbouwing en afweging bestaan uit de volgende onderdelen:

  • 1.

    De wijze waarop de met een PGB in te kopen ondersteuning bijdraagt aan het verminderen, opheffen, stabiliseren danwel behandelen van de problematiek, voorziet in bevorderen van maatschappelijke participatie of verzorging.

  • 2.

    De wijze waarop het sociaal netwerk, algemene voorzieningen en/of andere voorliggende voorzieningen worden betrokken bij de ondersteuning.

  • 3.

    Argumenten om te kiezen voor een geregistreerde, danwel niet-geregistreerde, maar wel vakbekwame professional. Of de ondersteuning voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven bij artikel 3.2.

  • 4.

    De concrete aard, omvang en duur van de ondersteuning.

  • 5.

    Een begroting van de ondersteuning.

Artikel 6. Hoogte en duur van het PGB

  • 1. De hoogte en duur van een PGB ten behoeve van individuele voorzieningen wordt vastgesteld aan de hand van:

    • a.

      de aard van de problematiek, de meest passende ondersteuningsvorm en passend opleidingsniveau van de professional, zoals beoordeeld door het CJG;

    • b.

      het aantal toegekende dagdelen of uren;

    • c.

      de te beschikken periode en;

    • d.

      tarieven zoals in onderstaande tabel vastgelegd.

      Ondersteuningsvormen

      Variant 1

      Variant 2

      Variant 3

      Begeleiding ambulant

      Mbo € 46,80 per uur

      Hbo € 64,80 per uur

      Dagbesteding

      A € 56,16 per dagdeel

      B € 74,77 per dagdeel

      Behandeling groep

      A € 61,80 per dagdeel

      B € 95,56 per dagdeel

      Behandeling individueel

      Hbo € 76,20 per uur

      Wo € 88,20 per uur

      Persoonlijke verzorging

      Mbo € 46,80 per uur

      Jeugd GGZ therapie

      Hbo € 59,40 per uur

      Basis jeugd GGZ

      Wo+2 € 95,40 per uur

      Wo+ 4 € 112,80 per uur

      Specialistische jeugd GGZ

      Wo+ 4 € 112,80 per uur

      Medisch Specialist € 141,60 per uur

      Kortdurend verblijf

      € 200,66 per etmaal (all-in)

      Zorg vanuit het sociale netwerk

      € 20,00 per uur

      Vervoer

      € 0,19 per km. met een max. van € 20,00 per dag

      Volledige vergoeding OV-kosten (goedkoopst mogelijke reis)

      Maatwerk bijv. via zorg in natura

  • 2. Voor de ondersteuningsvormen 1 tot en met 5 als genoemd in artikel 1 geldt dat alleen de direct cliëntgebonden tijd in rekening gebracht mag worden.

  • 3. Voor de ondersteuningsvormen 6, 7 en 8 als genoemd in artikel 1 mag de indirect cliëntgebonden tijd in rekening gebracht worden tot een maximum van 2/3 van de directe behandeltijd.

  • 4. Voor ondersteuningsvorm 9 als genoemd in artikel 1 geldt een vast tarief, dit is inclusief de reguliere begeleiding. Voor eventuele bijzondere aanvullende zorg geldt het tarief passend bij de ondersteuningsvorm en opleidingsniveau van de professional.

  • 5. Indien de kosten van de door de jeugdige en ouders gewenste aanbieder hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening van het college, verstrekt het college het PGB onder de voorwaarde dat de jeugdige of ouders de overstijgende kosten zelf voldoen.

  • 6. Indien de jeugdige niet in staat is om zelfstandig of met hulp van derden van en naar de locatie te komen waar de jeugdhulp wordt gegeven in verband met een medische noodzaak, of zijn gebrek aan zelfredzaamheid treft het college een voorziening voor vervoer of vergoeding van vervoerskosten.

  • 7. Onder vervoerskosten vallen een kilometervergoeding van € 0,19 cent tot een maximum van € 20,00 per dag of de kosten van openbaar vervoer waarbij wordt uitgegaan van de goedkoopst mogelijke reis.

  • 8. Indien naar oordeel van het college aangepast vervoer nodig is, kan deze op maat worden toegekend bijvoorbeeld via zorg in natura.

  • 9. In afwijking van het bepaalde in artikel 6.1. wordt het maximale uurtarief in het geval de zorg wordt verleend door een informele zorgverlener vastgesteld op € 20,00 per uur.

  • 10. Kosten die gemaakt worden voor beheer van het budget (voorheen bekend onder verantwoordingsvrij bedrag) mogen niet vergoed worden vanuit het PGB.

  • 11. Het tarief is inclusief kosten voor sociale verzekeringen, vakantiegeld en eindejaarsuitkering.

  • 12. Het pgb voor jeugdhulp wordt slechts voor een beperkte periode en voor maximaal drie jaar verstrekt.

Artikel 7. Controle PGB

  • 1. De besteding van het PGB kan door het college eenmalig of periodiek worden onderzocht bij zowel de aanvrager als de aanbieder. Het college toetst steekproefsgewijs of de PGB aanbieder de gefactureerde directe en indirecte uren rechtmatig inzet.

  • 2. Een PGB dat niet is besteed aan de in de beschikking omschreven ondersteuning kan worden teruggevorderd.

  • 3. Een PGB dat gestelde doelen onvoldoende behaalt kan aangepast of herzien worden.

Artikel 8. Declareren van indirect cliëntgebonden uren

  • 1. Voor jeugd GGZ therapie, basis jeugd GGZ en specialistische jeugd GGZ mag binnen het totaal aantal toegekende uren (direct cliëntgebonden uren) waaruit het PGB is opgebouwd maximaal 2/3e gedeclareerd worden voor indirect cliëntgebonden tijd.

  • 2. Onder direct cliëntgebonden tijd valt de directe interactie met de cliënt of familieleden, gezinsleden, ouders of andere naasten in het kader van de toegekende zorg en ondersteuning die de zorgverlener biedt.

  • 3. Onder indirect cliëntgebonden tijd valt de tijd die de zorgverlener besteedt aan een cliënt zonder directe interactie, maar die wel terug te leiden is naar de individuele cliënt en de toegekende zorg en ondersteuning. Onder indirect cliëntgebonden tijd wordt uitsluitend verstaan: het voorbereiden van een gesprek of activiteit, verslagleggen, casusoverleg met andere betrokken professionals, het schrijven van een brief of e-mail en reistijd naar de cliënt. Wat hier niet onder valt is: ziekte, vakantie, verlof, opleiding, reflectie/intervisie, pauze, beleidsmatig overleg. Deze zaken zijn al verdisconteerd in het tarief.

  • 4. Per uur direct cliëntgebonden tijd kan maximaal 40 minuten indirecte cliëntgebonden tijd worden gerekend (66,6%). In de afgegeven beschikking is met dit percentage al rekening gehouden.

Artikel 9. Overgangsbepalingen

  • 1. Aanvragen waarop ten tijde van de inwerkingtreding van dit Uitvoeringsbesluit niet is beslist, worden beoordeeld aan de in dit Uitvoeringsbesluit vastgestelde voorwaarden en tarieven.

  • 2. Op beschikkingen afgegeven voor de inwerkingtreding van dit Uitvoeringsbesluit met een doorlooptijd van na de inwerkingtreding van dit Uitvoeringsbesluit, is het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Gemeente Zandvoort 2016 van toepassing.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1. Het college kan, indien sprake is van zwaarwegende en bijzondere omstandigheden, afwijken van de bepalingen in dit besluit.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als het Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018.

Artikelsgewijze toelichting Uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Budget (PGB) Jeugdhulp gemeente Zandvoort 2018

Artikel 1

Artikel 1 beschrijft de verschillende ondersteuningsvormen. Deze ondersteuningsvormen worden geleverd door jeugdhulpaanbieders (professionals) met verschillende opleidingsniveaus.

De volgende opleidingsniveaus worden onderscheiden:

  • Mbo;

  • Hbo;

  • Wo;

  • Wo +2: professionals die een 2-jarig postmasttraject hebben afgerond tot GZ-psycholoog, orthopedagooggeneralist of kinder- en jeugdpsycholoog;

  • Wo+4: professionals die na bovengenoemd 2-jarig postmastertraject nog een 2-jarig postmastertraject hebben afgerond voor psychotherapeut of klinisch psycholoog;

  • Medisch specialist: geregistreerde gespecialiseerde artsen zoals de psychiater.

Ondersteuningsvorm: Begeleiding ambulant variant 1 en variant 2

De begeleiding draagt bij aan het vergroten van de draagkracht van het gezin en aan het oplossen van opvoedproblemen, zodat de jeugdige opgroeit in een veilige omgeving.

De begeleiding wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Mbo 3 / Mbo 4 tot en met Hbo.

Ondersteuningsvorm: Dagbesteding variant A en variant B

Het aanbieden van een zinvolle dagbesteding, bestaande uit een gestructureerd en gevarieerd dagprogramma waarbij de jeugdige gestimuleerd en begeleid wordt in zijn/haar ontwikkeling.

De begeleiding wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Mbo 2 tot en met Hbo+. Hierbij kan sprake zijn van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Behandeling groep variant A en variant B

Het ontwikkelen en aanleren van praktische, cognitieve en emotionele vaardigheden, waarbij de mogelijkheden van het kind optimaal worden benut, zodat een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt kan worden. De behandeling in groepsverband is tevens gericht op herstel of voorkoming van verergering van gedragsproblemen.

De behandeling wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Mbo 3 / Mbo 4 tot en met Hbo+ / Wo+. Hierbij kan sprake zijn van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Behandeling individueel variant 1 en variant 2

De jeugdige wordt individueel behandeld gericht op het ontwikkelen en aanleren van praktische, cognitieve en emotionele vaardigheden, waarbij de mogelijkheden van de jeugdige optimaal worden benut, zodat een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt kan worden.

De behandeling is gericht op herstel of voorkoming van verergering van gedragsproblemen, op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of gedrag en het realiseren van een blijvende verbetering in het functioneren.

De behandeling wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Hbo tot en met Medisch specialist. Hierbij kan sprake zijn van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Persoonlijke verzorging

Het tekort aan zelfredzaamheid bij de persoonlijke verzorging (zoals het wassen, mondverzorging, het kleden) van de jeugdige wordt gecompenseerd zodat de jeugdige en het gezin zo normaal als mogelijk kunnen functioneren.

De hulp wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Mbo 2 tot en met Mbo 4.

Ondersteuningsvorm: Jeugd GGZ therapie

Het inzetten van een methodiek / therapievorm uitgaande van doen en ervaren (o.a. spel, muziek, dans, beeldend materiaal) is gericht op het naar voren halen van (onderliggende) problematiek bij de jeugdige en het terugdringen daarvan.

De hulp wordt geleverd door professionals met een Hbo opleidingsniveau.

Ondersteuningsvorm: Basis Jeugd GGZ

De jeugdige wordt individueel behandeld op grond van een DSM-benoemde stoornis. De behandeling is gericht op het verminderen of voorkomen van verergering van gedragsproblemen, waardoor een blijvende verbetering in het (maatschappelijk) functioneren wordt gerealiseerd.

De hulp wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau vanaf Wo+. Hierbij kan sprake zijn van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Specialistische Jeugd-GGZ

De jeugdige wordt individueel behandeld op grond van een DSM-benoemde stoornis. De behandeling is gericht op maatschappelijk herstel en op het verminderen of voorkomen van verergering van gedragsproblemen, waardoor een blijvende verbetering in het functioneren wordt gerealiseerd.

De hulp wordt geboden door professionals met een opleidingsniveau variërend vanaf Wo+ tot en met Medisch specialist. Hierbij kan sprake zijn van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Kortdurend verblijf

Om tijdelijk de ouder/verzorger te ontlasten, wordt de jeugdige wordt in een huiselijke omgeving logeeropvang geboden, waarbij ontwikkelingsgerichte begeleiding wordt geboden en toezicht en/of zorg (24 uur per dag) noodzakelijk is.

De begeleiding wordt geleverd door professionals met een opleidingsniveau variërend van Mbo 3 tot en met Mbo 4, waar nodig onder de supervisie van een professional met Hbo opleidingsniveau.

Hierbij is sprake van een functiemix.

Ondersteuningsvorm: Zorg vanuit het sociale netwerk

Deze vorm van zorg (ook wel informele zorg genoemd) betreft persoonlijke verzorging of begeleiding en wordt geboden door het sociale netwerk (familieleden, buren, vrienden, bekenden).

Artikel 2

Met dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 8.1.1 van de Jeugdwet dat stelt dat de aanvrager aan eisen moet voldoen. Met dit besluit wordt vastgesteld dat de toets op de eisen wordt uitgevoerd aan de hand van de wijze waarop het plan tot stand komt en op basis van de inhoud van het plan.

Artikel 3

Met dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 4 van de landelijke wetgeving. Bij dit artikel is uitgegaan van de Jeugdwet en het Kwaliteitskader Jeugd. Dit kader is toegepast op het beleid voor de toekenning van Persoons Gebonden Budgetten. Het Kwaliteitskader Jeugd geldt voor alle aanbieders van jeugdhulp. Met dit besluit wordt vastgesteld dat de aanvrager, naast de aanbieder, zelf ook een belangrijke rol speelt in het toezien op kwalitatieve hulpverlening. Dat wil zeggen dat de aanvrager een bewuste keuze maakt voor een bekwame aanbieder (op basis van de hier gestelde eisen en voorwaarden). Met dit besluit wordt eveneens vastgesteld dat de aanvrager zelf (ook tijdens de uitvoering van het plan) kan behartigen dat de hulpverlening in het belang van het kind is.

Wanneer er sprake is van complexe problematiek, onvoorspelbaar gedrag en een onveilige situatie voor de cliënt is altijd een regiebehandelaar betrokken. Het CJG dient zich hiervan te verzekeren. Het college vindt het namelijk noodzakelijk dat er voor deze kwetsbare doelgroep specifieke professionele expertise beschikbaar is. Een regiebehandelaar is een professional op Wo(+)-niveau.

In de vrijgevestigde basis jeugd GGZ mogen alleen de gz-psycholoog, de psychotherapeut, de klinisch psycholoog en de klinisch neuropsycholoog optreden als regiebehandelaar. Binnen instellingen mogen ook de verslavingsarts KNMG en de verpleegkundig specialist GGZ regiebehandelaar zijn. Een PGB-aanbieder kan ervoor kiezen samen te werken met een regiebehandelaar.

Artikel 4

De inzet van het sociale netwerk (bekenden, buren of ouders zelf) wordt getoetst op de mate waarin draaglast en draagkracht in het gezin in evenwicht blijven of komen. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Als een persoons gebonden budget wordt aangevraagd voor de ouder als informele zorgverlener dan toetst het CJG enerzijds in welke mate verondersteld mag worden dat deze ouder zelf draagkracht heeft om dit te doen vanuit de gebruikelijke rol als ouder. Anderzijds toetst het college of de ouder niet overbelast dreigt te raken als hij/zij zorg verlenende taken op zich neemt en die wellicht ook door iemand ouders uit het netwerk of door een professionele zorgverlener uitgevoerd kunnen worden.

Artikel 5

In dit artikel wordt de inhoud van het plan geschetst dat ten grondslag moet liggen aan de aanvraag voor een persoonsgebonden budget.

Artikel 6

Op basis van de inhoud van het jeugdhulpplan wordt de meest passende ondersteuningsvorm en het bijbehorende opleidingsniveau van de professional die de ondersteuningsvorm door het CJG beoordeelt. Is de ondersteuningsvorm gekwalificeerd op Mbo niveau dan is het gehanteerde PGB tarief conform het passende Mbo opleidingsniveau.

De PGB tarieven zijn afgeleid van de reële berekening van de zorg in natura tarieven berekend voor de vrijgevestigde jeugd-GGZ.

Voor het vaststellen van de PGB tarieven bepalen vijf componenten de kostprijs:

  • 1.

    Het bruto-uurloon van de medewerkers die worden ingezet voor het leveren van de ondersteuningsvorm. Dit is de belangrijkste kostenbepalende factor en wordt (veelal) bepaald door het gewenste opleidingsniveau dat nodig is voor het leveren van de ondersteuningsvorm.

  • 2.

    De van toepassing zijnde cao-afspraken voor wat betreft de opslagen die op het bruto-uurloon komen. Dit zijn onder meer opslagen voor vakantiedagen en een eindejaarsuitkering.

  • 3.

    De sociale lasten. Deze zijn als opslag meegenomen in de kostprijsberekening.

  • 4.

    Een correctie voor productiviteit van de medewerkers. Onder meer als gevolg van diverse vormen van betaald verlof is de feitelijk gewerkte tijd in loondienst altijd minder dan de tijd waarvoor de medewerker formeel ‘betaald’ krijgt.

  • 5.

    De kosten voor overhead en overige kosten. Bij de PGB tarieven zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij de tarieven berekend voor de vrijgevestigde zorgaanbieders, namelijk dat de overheadkosten lager zijn, maar de overige kosten (zoals bijvoorbeeld zakelijke lasten) niet.

Voor de ondersteuningsvormen jeugd GGZ therapie, basis jeugd GGZ en specialistische jeugd GGZ mag naast de direct cliëntgebonden tijd tevens de indirect cliëntgeboden tijd gedeclareerd worden. Bij deze ondersteuningsvormen is gerekend met een hogere productiviteit.

Bij de producten waar sprake is van verblijf zoals kortdurend verblijf of verblijf overdag zoals bij dagbesteding geldt een extra component voor de gemaakte huisvestigingskosten.

Artikel 7

Controle van het PGB vindt plaats zoals beschreven in het Auditplan Jeugdhulp en Wmo.

Artikel 8

Dit artikel geeft uitleg wat onder direct cliëntgebonden tijd en indirect cliëntgebonden tijd wordt verstaan, welke zaken al verdisconteerd zijn in het tarief en op welke ondersteuningsvormen dit van toepassing is. Van belang is dat de indirect cliëntgebonden tijd in verhouding staat tot de direct cliëntgebonden tijd. Hiervoor is een maximum gesteld van 2/3 (66,6%). In de afgegeven beschikking wordt uitgegaan van het maximum aan indirecte tijd. Het gestelde maximum is echter geen standaard. Alleen de tijd die ook daadwerkelijk (in)direct aan de cliënt is besteed mag worden gefactureerd.

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.