Regeling vervallen per 19-01-2024

BELEIDSREGELS LAADPAAL ELEKTISCHE MOTORVOERTUIGEN HARDINXVELD-GIESSENDAM VERSIE 2018

Geldend van 01-03-2018 t/m 18-01-2024

Intitulé

BELEIDSREGELS LAADPAAL ELEKTISCHE MOTORVOERTUIGEN HARDINXVELD-GIESSENDAM VERSIE 2018

Inleiding

Elektrisch vervoer verbetert de luchtkwaliteit, is stil en is duurzaam. Kortom, elektrisch vervoer draagt bij aan een schone en prettige leefomgeving. Verder draagt de ontwikkeling van elektrisch vervoer bij aan de versterking van de economische positie en de bereikbaarheid van de gemeente.

Voor de introductie van elektrisch vervoer in de gemeente en een bijdrage aan het landelijke netwerk zijn meerdere oplaadpunten voor deze motorvoertuigen noodzakelijk. De positionering van de laadpalen is belangrijk. Een ieder moet er gebruik van kunnen maken zonder dat het al te nadelige gevolgen heeft voor de parkeergelegenheid voor overige voertuigen of de openbare ruimte in het geding komt. Daarnaast kan de aanwezigheid van een laadpaal een stimulans zijn voor andere weggebruikers om ook elektrisch te gaan rijden.

De beleidsregels sluiten aan bij de regionale ambitie om het gebruik van elektrische motorvoertuigen te stimuleren.

De gemeente plaatst zelf geen laadpalen en zal deze ook niet exploiteren. De eigenaar van een elektrische auto kan, indien hij niet kan beschikken over een oplaadpunt op eigen terrein, een aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal indienen bij de gemeente. De aanvraag zal verlopen via een marktpartij die laadpalen aanbiedt. Deze aanvraag voor het plaatsen van de laadpaal wordt aan beleidsregels getoetst.

Juridisch kader

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het college bevoegd verkeersbesluiten te nemen op alle wegen die niet in het beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of het Waterschap.

Volgens artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

Artikel 18 WVW, gelezen in samenhang met artikel 4:81, eerste lid, van de Awb, maakt dat het college bevoegd is deze beleidsregels vast te stellen.

De werking van een verkeersbord van het type E4 van bijlage 1 van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) kan door middel van een onderbord worden beperkt tot een categorie of groep voertuigen. Door het aanbrengen van een onderbord met opschrift ’’Uitsluitend opladen elektrische motorvoertuigen” is handhaving mogelijk op grond van artikel 24 van het RVV 1990. Uitgangspunt hierbij is dat de bewuste parkeervakken alleen gebruikt mogen worden door elektrische motorvoertuigen die zijn aangesloten op een laadpaal. Als er in de toekomst een verkeersbord wordt geïntroduceerd dat een vergelijkbare werking heeft en waarop ook kan worden gehandhaafd, kan dit bord worden toegepast.

In het kader van artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) kan het college verkeersbesluiten nemen op wegen, die niet onder het beheer van het Rijk, de Provincie of Waterschap vallen en gelegen zijn binnen de gemeentegrenzen.

Begripsbepalingen

  • -

    De aanvraag:

    Een door de aanvrager ingediend verzoek voor de plaatsing van een laadpaal op grond die in eigendom is van de gemeente, welke dient te voldoen aan de door het college vastgestelde beleidsregels. In de beleidsregels wordt de aanvraag ook wel een verzoek genoemd.

  • -

    De aanvrager:

    Een exploitant van laadpalen welke op verzoek van de beoogde gebruiker van het oplaadpunt de aanvraag bij de gemeente Hardinxveld-Giessendam indient.

  • -

    Elektrisch motorvoertuig:

    Een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer staat geregistreerd als een motorvoertuig en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig (laadpaal).

  • -

    E-parkeerplaats:

    Een openbare parkeerplaats bij een laadpaal voorzien van een verkeersbord van het type E4 en een onderbord met opschrift ’’Uitsluitend opladen elektrische motorvoertuigen” bestemd voor het opladen van een elektrisch motorvoertuig. Om extra duidelijkheid te verschaffen wat betref het parkeervak, worden de hoeken voorzien van witte markering, door middel van witte verkeerssteen. De e-parkeerplaats wordt aangelegd door de gemeente.

  • -

    Gebruiker:

    Een natuurlijke persoon of rechtspersoon in het bezit van een elektrisch motovoertuig, die zijn of haar elektrisch motorvoertuig wil opladen bij een laadpaal.

  • -

    Laadpaal:

    Een openbare voorziening, waar een elektrisch motorvoertuig kan worden opgeladen. Een laadpaal kan één of meer oplaadpunten bevatten. Onder het begrip laadpaal vallen ook alle daarbij behorende en achterliggende installaties. De benodigde (losse)laadkabel maakt dus geen deel uit van de laadpaal.

  • -

    Openbare ruimte:

    Onder openbare ruimte wordt de ruimte verstaan die voor iedereen toegankelijk is en beheerd wordt door de gemeente. Het is een fysieke plaats waar een groot deel van het publieke leven zich afspeelt.

  • -

    Oplaadpunt:

    Een op de laadpaal aanwezige voorziening waarmee de gebruiker zijn motorvoertuig van stroom kan voorzien.

Beleidsregels

Uitsluitingen

Artikel 1. Parkeergelegenheid op eigen terrein

Voor zover er een mogelijkheid is om te parkeren op eigen terrein, wordt er geen medewerking

verleend aan de aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal met bijbehorende parkeerplaats in de openbare ruimte.

Artikel 2. Parkeerplaats in (parkeer)garage / particuliere appartementencomplexen / binnenterreinen

Voor zover een gebruiker de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij

de woning, in een parkeergarage onder of nabij de woning of op een binnenterrein e.d., wordt geen

medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadlocatie in de openbare ruimte.

Voorwaarden

Artikel 3. BasisRegistratie Personen (BRP)

  • 1.

    Aan de aanvraag wordt geen medewerking verleend voor zover de gebruiker ingevolge de BRP niet is ingeschreven in de gemeente Hardinxveld-Giessendam én niet woonachtig is in de nabijheid, zoals bepaald in artikel. 11, van de aangevraagde locatie in de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

  • 2.

    Er kan een uitzondering gemaakt worden met betrekking tot de inschrijving bij de BRP. De gemeente kan een aanvraag in behandeling nemen indien de gebruiker werknemer of eigenaar is van een bedrijf dat blijkens een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd is in de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

Artikel 4. Tenaamstelling motorvoertuig

  • 1.

    Aan de aanvraag wordt geen medewerking verleend indien het motorvoertuig niet staat op de naam van de gebruiker, dan wel aantoonbaar geleased wordt door de beoogde gebruiker.

  • 2.

    Het elektrische motorvoertuig mag niet voorzien zijn van een handelaarskenteken (groene kentekenplaat).

Artikel 5. Gebieden met een parkeerschijfzone (blauwe zone)

In gebieden waar van gemeentewege een parkeerschijfzone is ingesteld, wordt de aanvraag op gebruikelijke wijze ter advisering aangeboden aan de werkgroep verkeer. Indien de aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal in de blauwe zone wordt toegestaan, wordt er altijd tenminste één e-parkeerplaats aangelegd, zoals bepaald in artikel 17. Doordat een parkeerplaats ten behoeve van het opladen van elektrische motorvoertuigen wordt aangegeven met een P-bord, betekent dit van rechtswege dat hier mag worden geparkeerd door een elektrisch motorvoertuig, zonder dat in het betreffende motorvoertuig een parkeerschijf aanwezig hoeft te zijn. Kortom: de beperkte parkeerduur in verband met de blauwe zone is hier niet van toepassing.

Artikel 6. Openbaarheid

Er wordt geen medewerking verleend wanneer blijkt dat de gebruiker niet de intentie heeft de laadpaal

voor een ieder toegankelijk te maken en te houden voor het opladen van elektrische motorvoertuigen.

De laadpaal of parkeerplaats mag daarom niet zijn voorzien van een bord waaruit zou blijken dat de locatie slechts voor één of meerdere bepaalde particuliere gebruikers is bedoeld.

Artikel 7. Laadpaal en oplaadpunt(en)

  • 1.

    Door de exploitant wordt een laadpaal geplaatst welke voorzien is van minimaal één oplaadpunt. Bij de laadpaal wordt minimaal één parkeerplaats gereserveerd in het openbaar gebied ten behoeve van het opladen van elektrische motorvoertuigenmotorvoertuigen en als zodanig ingericht. Als in de toekomst blijkt dat er meer vraag is naar e-parkeerplaatsen zal er, indien dit mogelijk is, naast de eerste

    parkeerplaats een tweede parkeerplaats (zonder laadpaal) kunnen worden ingericht, bestemd voor de tweede laadvoorziening in de bestaande laadpaal.

  • 2.

    De laadpaal en bijbehorende oplaadpunten dienen interoperabel te zijn. Dat wil zeggen geschikt voor het gebruik van meerdere typen (interoperabele) laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

  • 3.

    Voor de levering van stroom dient te worden samengewerkt met een energieleverancier die duurzame opwekking bij voorkeur lokaal stimuleert.

Artikel 8. Spreiding

  • 1.

    De gemeente Hardinxveld-Giessendam streeft ernaar de laadpalen zo evenwichtig mogelijk te verdelen over de gemeente. De laadpalen moeten te voet goed te bereiken zijn, dat wil zeggen dat er binnen een redelijke loopafstand van 250 meter (± 3 minuten) een laadpaal gesitueerd is. Naast een zo evenwichtig mogelijke verdeling is ook de openbaarheid en bereikbaarheid van de laadpalen belangrijk. Bij het bepalen van de locatie wordt echter ook zoveel mogelijk rekening gehouden met de parkeergelegenheid, daarom worden de laadpalen op verzamelparkeerplaatsen gesitueerd. De gemeente heeft 13 parkeerplaatsen als potentiële laadpaal locaties aangewezen. In bijlage 1 is een kaart met de volgende locaties opgenomen.

    1. Carpoolplaats A15 afrit 25 aan de Peulenlaan.

    2. P+R Station Blauwe Zoom aan de Bellefleur.

    3. Parkeerplaats aan de Jupiterstraat.

    4. Parkeerplaats bij de Vijverhof aan de Van Leijdenstraat.

    5. P+R Station Hardinxveld-Giessendam aan de Stationsstraat.

    6. Parkeerplaats Gemeentehuis aan het Raadhuisplein.

    7. Parkeerplaats openbare begraafplaats aan de Spindermolen.

    8. Carpoolplaats A15 afslag 26 aan de Breedewaij.

    9. Parkeerplaats de Duikelaar aan de Sluisweg.

    10. P+R Station Boven-Hardinxveld aan de Parallelweg.

    11. Parkeerplaats Drijvershof aan de Nassaustraat.

    12. Parkeerplaats hervormde Kerk aan het Kerkplein.

    13. Parkeerplaats HKC aan de Pieter de Hooghstraat.

  • 2.

    Er wordt geen medewerking verleend aan een verzoek indien er binnen een straal van 500 meter vanaf de locatie van de aanvraag een andere laadpaal aanwezig is. Indien er sprake is van een looptijd van meer dan 5 minuten, te bepalen door de gemeente, naar de dichtstbijzijnde laadpaal locatie kan de gemeente een andere locatie aanwijzen binnen de straal van 500 meter.

  • 3.

    Indien aanvrager buiten een straal van 250 meter van een van de vooraf aangewezen locaties woont en er binnen een straal van 500 meter geen andere laadpaal aanwezig is kan door de gemeente een andere locatie worden aangewezen. Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat de openbaarheid en de bereikbaarheid van de laadpalen wordt gewaarborgd.

  • 4.

    Indien bewoners van Binnendams, Buitendams, Parallelweg en de Rivierdijk niet de mogelijkheid hebben een laadpaal op eigen terrein te realiseren en de woning niet binnen een straal van 500 meter vanaf een voorkeurslocatie of een andere laadpaal gesitueerd is, wordt er naar een passende oplossing gezocht.

Procedure

Artikel 9. De aanvraag

De aanvrager dient namens de gebruiker een aanvraag in bij de gemeente voor het plaatsen van een laadpaal in de openbare ruimte. De aanvraag is een verzoek om toestemming te verlenen voor het plaatsen van een laadpaal op de locatie zoals die in de aanvraag is opgenomen. Bij de aanvraag is een verslag van de technische haalbaarheid van de locatie opgenomen. De aanvraag is tevens het verzoek richting de gemeente voor de aanleg van een e-parkeerplaats.

Artikel 10. Locatie

De locatie van de laadpaal, zoals deze is opgenomen in de aanvraag, wordt getoetst op de onderstaande onderdelen:

  • a.

    Aanwezigheid parkeerplaats. Op de aangevraagde locatie moet reeds een parkeerplaats aanwezig zijn. Een laadpaal mag alleen worden geplaatst op een locatie waar ten minste tien openbare parkeerplekken zijn. De locatie ligt bij voorkeur op een verzamelparkeerplaats, binnen de gemeente zijn er een aantal locaties geschikt.

  • b.

    Afstand tot de woning van de gebruiker. De gemeente wil medewerking verlenen aan een verzoek voor het plaatsen van een laadpaal binnen een afstand van 250 meter van de woning van de beoogde gebruiker.

  • c.

    Doorgangsbreedte van het voetpad. De aanvraag kan afgewezen worden indien de laadpaal de doorgangsbreedte van het voetpad verkleint. De minimale doorgangsbreedte van het voetpad is 1,20 meter.

  • d.

    Fysieke inpassing. De laadpaal kan alleen geplaatst worden op plekken waar dit ook fysiek mogelijk is. Indien er straatmeubilair of andere nutsvoorzieningen verplaatst moeten worden, wordt er onderzocht of dit tot de mogelijkheden behoort. Indien dit mogelijk wordt geacht, geschiedt de verplaatsing op kosten van de aanvrager na een vooraf opgemaakte kostenraming.

  • e.

    Langsparkeerplaats . Een laadpaal wordt niet toegestaan langs een langsparkeerplaats, tenzij er geen andere locaties mogelijk zijn binnen redelijke afstand van de woning zoals bepaald onder b.

  • f.

    Openbaarheid. Gezien de openbare functie van de laadpaal wordt deze, in het kader van de openbaarheid en bereikbaarheid, bij voorkeur op een openbare verzamelparkeerplaats geplaatst.

  • g.

    Technische haalbaarheid. Voor de aanvraag in behandeling wordt genomen heeft de exploitant onderzoek gedaan naar de technische haalbaarheid van de gewenste locatie en de gemeente hierover verslag gedaan.

  • h.

    Toekomstvast. Het begrip toekomstvast betekent dat de laadpaal op een locatie geplaatst wordt waar deze, ook na bijvoorbeeld verhuizen van de oorspronkelijke gebruiker, zijn publieke functie kan blijven dienen.

  • i.

    Zichtbaarheid. De laadpaal moet goed zichtbaar zijn zodat een ieder die in het bezit is van een elektrisch motorvoertuig gebruik kan maken van de laadpaal. Daarnaast moet de zichtbaarheid het elektrisch rijden stimuleren en het gebruik van de laadpaal bevorderen.

Het college kan besluiten om, met inachtneming van deze beleidsregels en uit het oogpunt van een evenwichtige spreiding van het aantal laadpalen, een alternatieve locatie in plaats van de aangevraagde aan te wijzen.

Artikel 11. Verkeerbesluit

  • 1.

    Voor de plaatsing van een bord parkeergelegenheid van het type E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met het opschrift ’’Uitsluitend opladen elektrische motorvoertuigen” neemt het college een verkeersbesluit. Indien de wetgever op enig moment een verkeersbord introduceert met een vergelijkbare werking, zal dit bord worden toegepast.

  • 2.

    Ook voor het, indien noodzakelijk, verwijderen en of aanbrengen van markering op het wegdek is een verkeersbesluit vereist.

  • 3.

    Voor het verkeersbesluit wordt de standaard procedure gevolgd, een voorbeeld verkeersbesluit is opgenomen in bijlage 2.

Artikel 12. Recht van opstal

  • 1.

    Natrekking gaat uit van het principe dat de eigenaar van de grond, in dit geval de gemeente Hardinxveld-Giessendam, ook eigenaar is van alles wat onlosmakelijk met de grond is verbonden, in dit geval de laadpaal. Omdat de gemeente Hardinxveld-Giessendam geen eigenaar wil worden van de laadpaal sluiten de gemeente Hardinxveld-Giessendam en de exploitant een overeenkomst betreft het eigendom van de laadpaal door middel van het recht van opstal. Het recht van opstal wordt verleend aan de exploitant, de opstaller, voor de laadpaal. De gemeente Hardinxveld- Giessendam blijft grondeigenaar. Een voorbeeld recht van opstal is opgenomen in bijlage 3.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan een recht van opstal achterwege worden gelaten indien de gemeente en de exploitant/eigenaar van de laadpaal bereid zijn tot het tekenen van een gebruikersovereenkomst waarin een vrijwaring is opgenomen die voldoende rechtszekerheid biedt ten aanzien van onderhoud van en schade aan de laadpaal.

Kosten

Artikel 13. Leges

  • 1.

    De gemeente Hardinxveld-Giessendam blijft gevrijwaard van kosten die gemaakt worden voor de aanvraag en de plaatsing van een laadpaal en andere benodigde voorzieningen. Leges kosten ten behoeve van het te nemen besluit, zoals bepaald in de huidige legesverordening, zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 2.

    In situaties waarbij sprake is van een ondertekende gebruikersovereenkomst als bedoeld in artikel 12, tweede lid, kan de gemeente na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek besluiten dat de betaalde legeskosten worden terugbetaald.

Artikel 14. Notaris- en Kadasterkosten

De notariskosten die verbonden zijn aan het vestigen van het recht van opstal en inschrijving daarvan in de openbare registers zijn voor rekening van de aanvrager.

Artikel 15. Aanleg laadpaal en benodigde voorzieningen

Alle kosten die verbonden zijn aan de plaatsing en ingebruikname van een laadpaal, achterliggende installaties en het aansluiten van de laadpaal op het elektriciteitsnetwerk zijn voor rekening van de aanvrager.

Artikel 16. Aanleg e-parkeerplaats

  • 1.

    De aanvrager is verplicht een e-parkeerplaats aan te laten leggen door de gemeente. Een e- parkeerplaats is uitsluitend bestemd voor elektrische motorvoertuigen met inachtneming van de openbaarheid zoals bepaald in artikel 6. De kosten die verbonden zijn aan de aanleg van een e- parkeerplaats zijn voor rekening van de aanvrager. Onder de aanleg wordt verstaan het verwijderen van eventuele bebording en/of markering en het plaatsen van nieuwe bebording en nieuwe bestrating. De kosten worden bepaald door een vooraf opgemaakte kostenraming.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid

    a. kan de inrichting van de e-parkeerplaats door de aanvrager worden verzorgd mits hiertoe vooraf schriftelijk toestemming is verkregen van de gemeente;

    b. zijn de kosten van de inrichting van de parkeerplaats voor de gemeente indien hierover vooraf nadere afspraken zijn gemaakt in de gebruikersovereenkomst.

Artikel 17. Gebruik en nazorg

De gemeente Hardinxveld-Giessendam aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor kosten, onderhoud en schade die het realiseren en gebruiken van de laadpaal met zich mee kan brengen.

Slotbepalingen

Artikel 18. Aansprakelijkheid en beheer

De gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft geen voorkeur voor wat betreft de exploitant van de laadpalen. De gemeente wil echter alleen medewerking verlenen aan plaatsing van een laadpaal indien de exploitant eigenaar wil blijven van de laadpaal zoals bepaald in artikel 12. De exploitant is als zijnde eigenaar van de laadpaal ook aansprakelijk voor de laadpaal. De exploitant is tevens verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de laadpaal. Indien de exploitant niet akkoord gaat met deze bepaling mag de gemeente besluiten geen toestemming te verlenen.

Artikel 19. Hardheidsclausule

Er kan van deze regeling worden afgeweken wanneer toepassing ervan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na de bekendmaking.

Bijlagen

1. Spreiding laadpaal locaties.

2. Concept verkeersbesluit tot het aanwijzen van een parkeerplaats uitsluitend bestemd voor het parkeren en opladen van elektrische auto’s.

3. Concept overeenkomst tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal.

Bijlage 1 SPREIDING LAADPAAL LOCATIES

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 CONCEPT-VERKEERSBESLUIT TOT HET AANWIJZEN VAN EEN PARKEERPLAATS UITSLUITEND BESTEMD VOOR HET PARKEREN EN OPLADEN VAN ELEKTRISCHE MOTORVOERTUIGEN

Hardinxveld-Giessendam: Verkeersbesluit tot het aanwijzen van twee parkeerplaatsen uitsluitend bestemd voor het parkeren en opladen van elektrische motorvoertuigen in XXX

Zaaknummer XXXX

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam;

gelet op artikel 18, eerste lid, onder d. van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

gelet op artikel 2 van de WVW 1994;

gelet op de Beleidsregels laadpaal elektrische motorvoertuigen Hardinxveld-Giessendam, versie 2017;

mede gelet op de bepalingen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer (BABW) en overige bepalingen van de WVW 1994;

overwegende:

dat infrastructuur en vervoer belangrijk zijn voor de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

dat op XXX de Beleidsregels laadpaal elektrische motorvoertuigen Hardinxveld-Giessendam, versie 2017 in werking zijn getreden;

dat het gebruik van elektrisch aangedreven motorvoertuigen in opkomst is;

dat elektrisch aangedreven motorvoertuigen vooralsnog een beperkte actieradius hebben;

dat het gewenst is dat op diverse plaatsen in de gemeente oplaadpunten voor elektrisch aangedreven motorvoertuigen worden ingericht;

dat het gebruik van elektrisch aangedreven motorvoertuigen een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van het milieu, o.a. door vermindering van schadelijke uitstoot van verbrandingsgassen en door een lagere geluidsproductie;

dat dit een reden is om ten aanzien van elektrisch aangedreven motorvoertuigen een privilegebeleid te voeren;

dat een aanvraag voor een publieke laadpaal is ingediend bij XXX door een XXX;

dat XXX niet over de mogelijkheid beschikt om op eigen terrein een laadvoorziening voor elektrisch aangedreven motorvoertuigen te realiseren;

dat met XXX een overeenkomst is gesloten;

dat de voorgenomen locatie is beoordeeld door XXX op basis van de beleidsregels laadpaal elektrische motorvoertuigen Hardinxveld-Giessendam;

dat de locatie van de laadpaal zorgvuldig bepaald is met inachtneming van de beleidsregels voor de aanvraag van een laadpaal ten behoeve van het opladen van elektrische motorovoertuigen;

dat XXX woont binnen de straal van de parkeerplaats aan de XXX die als voorkeurslocatie in de beleidsregels is opgenomen;

dat de parkeerplaats aan XXX eenvoudig kan worden gerealiseerd;

dat de aanwezigheid van een laadpaal het gebruik van elektrische motorvoertuigen bevordert;

dat zich aan de XXXX een openbare parkeerplaats bevindt;

dat eenieder hier zijn of haar motorvoertuig kan en mag parkeren;

dat het gewenst is dat de oplaadpunten uitsluitend mogen worden gebruikt door motorvoertuigen die daadwerkelijk worden opgeladen en dat voor andere groepen weggebruikers ter plaatse een parkeerverbod geldt;

dat in het RVV 1990 vooralsnog geen bord voor elektrische motorvoertuigen is vastgelegd waaraan een parkeerverbod voor andere voertuigen is gekoppeld;

dat hierin kan worden voorzien door middel van het toepassen van bord E4 met daaronder een bord met daarop het doel van het parkeren, mits op dit onderbord een duidelijke omschrijving of herkenbare afbeelding van de betreffende voertuigcategorie of groep voertuigen staat;

dat door het plaatsen van een bord parkeergelegenheid met onderbord ’Uitsluitend opladen elektrische motorvoertuigen’ de parkeerplaats gereserveerd wordt uitsluitend voor het opladen van elektrische motorvoertuigen;

dat ter verduidelijking het betreffende parkeervak op de kopse zijde gemarkeerd wordt met witte verkeerssteen;

dat er voldoende parkeercapaciteit in de directe nabijheid van de beoogde locatie aanwezig is;

dat bij de voorbereiding van dit besluit niet gebleken is dat voor een belanghebbende onevenredig nadeel zal ontstaan door deze verkeersmaatregel;

dat zodoende geen reden bestaat af te zien van deze verkeersmaatregel;

dat het betreffende weggedeelte in beheer en onderhoud is bij de gemeente Hardinxveld-Giessendam en gelegen is binnen de bebouwde kom “Hardinxveld-Giessendam”;

dat op grond van artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgehad met de Districtelijk vakadviseur verkeer van de Politie, Eenheid Rotterdam, District Zuid-Holland-Zuid;

dat voornoemde chef d.d. XXXX schriftelijk heeft bericht dat XXXX;

dat bij de totstandkoming van dit verkeersadvies van politiezijde is meegewogen dat XXXX ;

dat van politiezijde aandacht wordt gevraagd voor:

- XXXX .

.

dat in reactie op de inbreng van de politie het volgende wordt overwogen:

- XXXX;

;

BESLUITEN:

  • 1.

    door het plaatsen van het bord parkeergelegenheid van het type E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met opschrift ’’Uitsluitend opladen elektrische motorvoertuigen’’ en een pijl in de richting van de bestemde locatie, de twee parkeervakken XXXX te reserveren voor voertuigen welke uitsluitend mogen worden gebruikt voor het daadwerkelijk en bij voortduring opladen van elektrische motorvoertuigen;

  • 2.

    door het aanbrengen van witte verkeerssteen op de kopse kant van het parkeervak de locatie van het vak te markeren;

  • 3.

    op basis van de huidige behoefte wordt vooralsnog 1 parkeerplaats uitgevoerd conform beslispunt 1; naar gelang de behoefte wordt op termijn de 2e gereserveerde parkeerplaats geëffectueerd door het onderbord te voorzien van 2 pijlen verwijzende naar de bestemde parkeerplaatsen;

  • 4.

    het verkeersbesluit uit te voeren conform de bij dit besluit behorende situatietekening(en);

  • 5.

    het verkeersbesluit op de gebruikelijke wijze te publiceren.

Hardinxveld-Giessendam, XXXX

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam.

Namens dezen,

De beleidsmedewerkster verkeer en vervoer,

Mevrouw drs. G.S.L.C. Roomer.

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam, Postbus 175, 3370 AD HARDINXVELD-GIESSENDAM.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

1.

Bijlage 3 CONCEPT-OVEREENKOMST TOT HET VESTIGEN VAN EEN ZAKELIJK RECHT VAN OPSTAL

OVEREENKOMST

Zaaknr: HG

GemHG/INTERN/

tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal.

De ondergetekenden:

  • 1.

    de gemeente Hardinxveld-Giessendam, krachtens artikel 171 van de gemeen¬te¬wet, vertegenwoordigd door haar burgemeester, handelende ter uitvoering van het besluit d.d. XXXX(datum)XXXX, ten deze krachtens het mandaatbesluit d.d. 20 april 2010 rechtsgeldig vertegenwoordigd door XXX(naam)XXX hierna te noemen “de grondeigenaar”

    en

  • 2.

    XXX(naam bedrijf)XXXXX gevestigd en kantoorhoudende te XXX(adres)XXXX ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door XXX (naam) XXXX hierna te noemen “de opstaller”

verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

de grondeigenaar verleent aan de opstaller, gelijk de opstaller van de grondeigenaar aanvaardt, het recht van opstal, tot het in eigendom hebben en in gebruik houden van een laadpaal voorzien van twee oplaadpunten ten behoeve van het opladen van elektrische motorvoertuigenmotorvoertuigenen bijbehorende voorzieningen op een perceel grond, gelegen XXXX(locatie)XXXXX, vormende een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Hardinxveld-Giessendam, sectie X nummer XXX, ter grootte van ongeveer XX(afmeting)XX, zoals op de aan deze overeenkomst gehechte situatiete¬kening d.d. XXX(datum)XXX, nummer XXX is aangegeven.

Voorts verklaren partijen dat op deze overeenkomst de volgende bepalingen en bedingen van kracht zijn:

  • A.

    het recht van opstal wordt verleend voor een periode van 5 jaar met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging van nog eens 5 jaar, aanvan¬gende XXX(datum)XXXX. De verlenging dient door de opstaller drie maanden voor het eindigen van deze overeenkomst schriftelijk aangevraagd te worden;

  • B.

    de opstaller kan het recht te allen tijde bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploit tussentijds beëindigen. Hierbij moet een opzegter¬mijn van drie maanden in acht worden genomen. Daarnaast is een beëindi¬ging in onderling overleg steeds mogelijk;

  • C.

    het terrein wordt beschikbaar gesteld in de staat, waarin het bij de aanvang van het recht verkeert vrij van beslag en gebruik;

  • D.

    het recht van opstal omvat alleen het recht om op het voormelde perceel grond een laadpaal en bijbehorende voorzieningen in eigendom te hebben en in gebruik te houden. Al hetgeen door de opstaller op het voormelde perceel grond is aangebracht na vooraf verkre¬gen toestem¬ming van de grondeigenaar, is eigendom van de opstaller;

  • E.

    de opstaller zal het recht van opstal en de hiervoor bedoelde laadpaal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de grondeigenaar niet mogen vervreem¬den, noch met een zakelijk recht mogen bezwaren. Op het voormelde perceel grond zullen door de opstaller geen erfdienstbaarheden mogen worden gevestigd, noch zal dit perceel grond en de daarop gevestigde laadpaal aan derden mogen worden verhuurd of op enigerlei andere wijze in gebruik of genot mogen worden afgestaan zonder schriftelijke toestem¬ming van de grondeigenaar;

  • F.

    behoudens het hierna bepaalde zal bij overtreding, niet-nakoming of niet-behoorlijke nakoming van één of meerdere voor de opstaller uit deze opstalrechtverlening of de wet voortvloeiende verplichtingen, deze opstal¬rechtverlening van rechtswege zonder rechterlijke uitspraak ontbonden zijn wanneer de grondeigenaar aan de opstaller schriftelijk zal hebben te kennen gegeven dat zij deze ontbinding wenst te doen intre¬den. De opstaller zal in gebreke zijn door het enkel verloop van een bepaalde termijn of door het enkele feit van de overtreding, niet-nakoming of niet-behoorlijke nakoming;

  • G.

    de kosten voor het vestigen van het recht komen voor rekening van de opstaller, voor het hebben van dit recht is een jaarlijkse vergoeding verschuldigd van € 50,00 per jaar, ingaande XXX(datum)XXX;

  • H.

    bij beëindiging van het recht zal de opstaller de laadpaal en bijbehorende voorzieningen verwijderen en zal de grondeigenaar niet gehouden zijn de kosten hiervan of de waarde van de laadpaal te vergoeden;

  • I.

    de opstaller zal de laadpaal in goede staat onderhouden;

  • J.

    de grondeigenaar vrijwaart de opstaller voor iedere storing in het rustig en vreedzaam genot van het recht van opstal;

  • K.

    de notariële akte zal ten overstaan van notaris XXX(naam)XXX worden gepasseerd uiter¬lijk binnen drie maanden na datum van het be¬sluit.

  • L.

    Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing en geschillen tussen partijen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement Dordrecht.

Aldus in drievoud opgemaakt en ondertekend te Hardinxveld-Giessendam op …………………………..

De grondeigenaar;

De opstaller,

De burgemeester van Hardinxveld-Giessendam

XXX(bedrijf)XXXXX

Ondertekend namens deze,

Namens deze,

de coördinator van de cluster Beleid & Ontwikkeling,

XXX(naam)XXXX

XXX(functie)XXX

XXX(naam)XXXX

Situatietekening behorende bij de overeenkomst

Autocad tekening invoegen