Beleidsregels toeristisch recreatief vervoer Maastricht 2017

Geldend van 04-03-2022 t/m 11-04-2024

Intitulé

Beleidsregels toeristisch recreatief vervoer Maastricht 2017

Gezien het voorstel aan Burgemeester en wethouders van Maastricht, d.d. 21 november 2017; korr.no. 2017-38530;

Overwegende:

  • Dat bij meerdere ondernemers de behoefte bestaat commerciële diensten aan toeristen aan te bieden op de openbare weg met gebruikmaking van diverse vervoersmodaliteiten;

  • Dat deze vormen van toeristisch vervoer een passend middel kunnen zijn om de aantrekkelijkheid van Maastricht van cultuurstad en toeristen/ontmoetingsstad te promoten en de toeristen over de stad te spreiden;

  • Dat de verkeersveiligheid of veiligheid van personen en goederen gewaarborgd moet zijn;

  • Dat dit vervoer zo min mogelijk belasting oplevert voor het milieu;

  • Dat de overlast door de gebruikers voorkomen of beperkt dient te worden;

  • Dat dit vervoer rekening houdt met het verbeteren van de luchtkwaliteit in de binnenstad;

  • Dat het met het oog op de vorengenoemde belangen gewenst is het aantal te verlenen vergunningen ten behoeve van toeristisch recreatief vervoer per soort voertuig aan een maximum te koppelen;

  • Dat voorts, rekening houdend met de in de jurisprudentie ontwikkelde eisen met betrekking tot de afgifte van zogenoemde schaarse vergunningen, een zodanige vergunning niet voor onbepaalde tijd wordt verleend, maar een in tijd begrensde geldigheidsduur heeft;

  • Dat ter regulering van deze vormen van toeristisch vervoer het wenselijk is beleid te ontwikkelen voor het aanbieden van commerciële diensten op de openbare weg;

  • Gelet op artikel 2.1.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Maastricht juncto artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

tot vaststelling van de volgende "Beleidsregels toeristisch recreatief vervoer Maastricht 2017":

Beleidsregels toeristisch recreatief vervoer Maastricht 2017

Samenvatting

Definitie: het aanbieden van commerciële diensten toeristisch recreatief vervoer houdt in: het tegen betaling aanbieden van rondritten via een vaste route op de openbare weg in de (binnen)stad van Maastricht.

Uitgangspunten beleid: Toeristisch recreatief vervoer in Maastricht wordt in omvang (volume) beperkt toegestaan. Middelen hiertoe zijn een vierjaarlijks vergunningenregime, het reguleren van routes door een ontheffingensysteem en regels die gesteld worden aan verkeersveiligheid en doorstroming, beperking van overlast en gezondheid.

Uitgangspunten vergunningverlening: Exploitanten van toeristisch recreatief vervoer kunnen uitsluitend in aanmerking komen voor een vierjaarlijkse vergunning als zij voldoen aan voorschriften en voorwaarden zoals deze in deze regeling zijn vastgelegd. Het grondbeginsel voor het toestaan van toeristisch vervoer vormt ‘schoon’ en ‘stil’.

Beleidsmatige uitgangspunten:

  • 1.1

    De omvang (volume) van het toeristisch recreatief vervoer wordt beperkt toegestaan door middel van een vierjaarlijks vergunningenregime;

  • 1.2

    Milieuvriendelijke (duurzame) toeristentrams en toeristenbus genieten de voorkeur;

  • 1.3

    Het maximale aantal te verlenen vergunningen per soort voertuig bedraagt:

Soort vervoer

Aantal

Toeristenbus

2

Toeristentram binnenstad-west

2

Toeristentram binnenstad-oost (wyck-Céramique)

1

Paard en wagen

3

Fiets (taxi)

5

  • 1.4

    De route van het toeristenvervoer mag geen onnodige en onacceptabele hinder opleveren voor het overige verkeer (in het bijzonder voor het openbaar vervoer);

  • 1.5

    Het kernwinkelgebied/ centrum, meer bepaald het voetgangersgebied, is vanaf 11.00 uur uitgesloten van een mogelijke route;

  • 1.6

    De binnenstad dient voor het overige verkeer bereikbaar te zijn en te blijven;

  • 1.7

    Afhankelijk van de soort van toeristenvervoer en de intensiteit daarvan kunnen ook fiets – en voetpaden in de routestructuur worden opgenomen;

  • 1.8

    Bij (grote) evenementen en markten in de (binnen)stad kan aanpassing van de route nodig zijn;

  • 1.9

    De openbaar vervoersas binnen de singels mag gevolgd worden, mits dit geen problemen oplevert voor de lijndiensten van het openbaar vervoer (thans Arriva) of andere openbaar vervoer aanbieders (zoals De Lijn); er mag niet gestopt worden bij de haltes van het openbaar vervoer om mensen te laten in- of uitstappen;

  • 1.10

    De route start in de binnenstad van Maastricht, maar kan ook buiten de binnenstad zijn rondrit vervolgen;

  • 1.11

    De exploitant dient een route in die de toeristische bezienswaardigheden van de stad belicht. In overleg met de gemeente wordt de route nader bepaald; in afwijking hiervan geldt voor de toeristentram binnenstad-west de vastgestelde route zoals op bijgaande kaart aangegeven.Voor de toeristenbus geldt dat er minimaal drie bezienswaardigheden buiten de binnenstad opgenomen dienen te worden in de route. Bij toeristische bezienswaardigheden buiten de binnenstad kan onder andere gedacht worden aan Belvédère (Hoge Fronten-creative industry-Lage Fronten), ENCI-groeve/theehuis, Zonneberggangenstelsel (“de grotten”), Fort St. Pieter, Algemene Begraafplaats Tongerseweg, Grensmaas, Céramique en de grootstedelijke infrastructurele werken rondom de A2 en de Groene Loper. Ook het Sphinxkwartier en Tapijn mogen hiertoe gerekend worden, mits in totaal minimaal twee bezienswaardigheden buiten de singels gelegen zijn.

  • 1.12

    Het volgen van de hoofdwegenstructuur door de toeristentram (singels/ring) ten oosten van de Maas is uitgesloten; het kruisen is wel toegestaan. De route voor paard en wagen mag niet buiten de binnenstad voeren, de singels mogen niet worden gevolgd of gepasseerd;

  • 1.13

    Kaartverkoop vindt plaats in of aan het voertuig, dan wel vooraf via internet. Gedurende de ritten van het toeristisch recreatief vervoer dient er sprake te zijn van het karakter van besloten vervoer en derhalve niet van openbaar vervoer. Toeristen kunnen slechts bij één halte instappen om de rit aan te vangen en bij dezelfde halte weer uitstappen om de rit te beëindigen. De halte- en standplaats voor de exploitanten van paard en wagen is het Onze Lieve Vrouweplein, ter hoogte van het pleintje voor de Onze Lieve Vrouwebasiliek, danwel bij een andere bezienswaardigheid in de binnenstad (niet zijnde het Vrijthof), aan te geven in de aanvraag en te beoordelen door de gemeente. De halte- en standplaats voor de exploitanten van de andere vervoersmiddelen is de Kesselskade. De rondritten starten en eindigen hier en uitsluitend hier vindt de kaartverkoop plaats. Indien dit onverhoopt tot problemen leidt doordat in de praktijk meerdere voertuigen tegelijkertijd halte houden, dan kunnen B&W voor een of meerdere voertuigen de halteplaats wijzigingen en/of regels stellen aan de tijden waarop de respectievelijke voertuigen mogen halteren. Bij het Vrijthof mag kort gestopt worden om over de bezienswaardigheden aan dit plein te vertellen. Indien dit onverhoopt tot problemen leidt, kan dit aangepast worden.

  • 1.14

    Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de looptijd van de vergunning(en) omwille van de verkeersveiligheid en doorstroming, beperking van overlast en gezondheid de route(s) wijzigen en/of bepalen dat het toeristenvervoer gedurende een beperkte periode niet mag rijden. Dit kan alleen vanwege zwaarwegende verkeerskundige aanpassingen bij bijvoorbeeld (niet uitputtend bedoeld) evenementen, demonstraties of definitieve en/of kortdurende verkeersaanpassingen. Het voorgaande geldt voor alle routes en alle soorten toeristenvervoer zoals bedoeld in deze beleidsregels. Het is tevens niet uitgesloten dat gedurende de looptijd van de vergunning(en) aanvullend nog één vergunning verleend wordt voor toeristisch vervoer in Maastricht dat zich voor een belangrijk deel richt op toeristische bezienswaardigheden in Heuvelland/Euregio. Mocht dit zich voordoen, dan wordt hiervoor een aparte procedure gevolgd.

2. Vereisten bij een aanvraag voor vergunning

  • 2.1

    Een gemotiveerde en complete aanvraag voor een voertuig met route en specificatie dient schriftelijk bij het college van Burgemeester en Wethouders te worden ingediend door de exploitant van het toeristisch voertuig;

  • 2.2

    Exploitanten van toeristentram binnenstad-oost/toeristenbus/paard en wagen/fiets(taxi) hebben zelf de mogelijkheid om per voertuig een route te ontwerpen, daartoe wordt een routekaart (met benoeming van weggedeelten en rijrichting) ingediend;

  • 2.3

    Een bewijs dat het voertuig voldoet aan alle door de Rijksdienst voor het Wegverkeer gestelde technische eisen en als zodanig is toegelaten op de openbare weg; indien van toepassing het kentekenbewijs, en een verzekeringsbewijs;

  • 2.4

    Van de bestuurder een kopie van het voor het betreffende voertuig vereiste rijbewijs;

  • 2.5

    Van de bestuurder een kopie van een arbeidscontract met de aanbieder van het vervoer;

  • 2.6

    Foto’s van het voertuig;

  • 2.7

    Een kopie van de voertuiggegevens (met vermelding van het aantal decibel dat het voertuig produceert en, indien van toepassing, gegevens over de uitstoot van het voertuig en de energiezuinigheid).

3. Procedure aanvraag vergunning

  • 3.1

    De bekendmaking met de mogelijkheid tot inschrijving wordt gepubliceerd in huis-aan-huisblad en een vakblad of digitaal vakmedium. Op de gemeentelijke website zal eveneens van de mogelijkheid tot inschrijving melding worden gemaakt;

  • 3.2

    De mogelijkheid tot inschrijving voor een vergunning start één dag na bekendmaking van de inschrijvingsmogelijkheid en duurt vier weken;

  • 3.3

    Overschrijding van de termijn van vier weken betekent dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen;

  • 3.4

    De datum van ontvangst bij de gemeente Maastricht (registratie door het team Documentservices van de gemeente Maastricht) is bepalend voor het in behandeling nemen van de aanvraag binnen die termijn van vier weken;

  • 3.5

    De aanvragen worden getoetst aan de beleidsmatige uitgangspunten zoals binnen deze regels aangegeven;

  • 3.6

    De gemeente Maastricht publiceert iedere 4 jaar de mogelijkheid tot inschrijving voor een nieuwe vergunningsperiode.

4. Criteria voor het toetsen van de aanvraag

  • 4.1

    De door de exploitant in te dienen route wordt onderworpen aan een verkeerstechnische beoordeling en een toets betreffene de verkeersveiligheid; bij vergunningverlening of erna kunnen B&W nadere eisen stellen;

  • 4.2

    Negatieve milieueffecten worden voor toeristentram en toeristenbus meegewogen in de vergunningverlening;

  • 4.3

    Schoon (uitstoot) en stil (geluid) vormt het grondbeginsel;

  • 4.4

    De aanvragen worden getoetst op de onderdelen “schoon en stil” naar de stand van de techniek op het moment van vergunningaanvraag. Voor 2017 betekent dit dat gemotoriseerde voertuigen qua luchtkwaliteit (uitstoot), geluidsproductie en energiezuinigheid bij voorkeur moeten voldoen aan de norm Euro6, maar ten minste aan Euro4. Vanaf 2021 is zero emission vereist. Paard- en wagens diensten voorzien te zijn van een uitwerpselvanger dusdanig dat er geen uitwerpselen op de openbare weg terecht komen.

  • 4.5

    Indien het aantal aanvragen om vergunning het maximale aantal te verlenen vergunningen overstijgt wordt de vergunning verleend aan de aanvrager die aantoonbaar het beste scoort op de aspecten zoals onder 4.4 bedoeld. Hierbij is de volgende volgorde van toepassing:

  • .
    • a.

      de voertuigen met de minste uitstoot (minste gevolgen voor de luchtkwaliteit); indien gelijke scores, dan:

    • b.

      de voertuigen met de minste geluidsproductie; indien gelijke scores, dan:

    • c.

      de voertuigen met de groortste energiezuinigeid.

      Indien op basis van deze criteria niet kan worden bepaald aan wie de vergunning dient te worden verleend, beslist het lot.

5. Voorwaarden bij de vergunning

  • 5.1

    Er mag geen congestiegevaar optreden gedurende de rondrit. De doorstroming van het overige verkeer dient gewaarborgd te zijn;

  • 5.2

    Veroorzaakt de goedgekeurde route onverwacht problemen dan wordt in overleg een nieuwe route vastgesteld; dit ter uiteindelijke beoordeling van B&W;

  • 5.3

    Op de voertuigen mag geen (commerciële) reclame staan afgedrukt (uitsluitend eigen Naamsvermelding en/of de vermelding van de stad Maastricht);

  • 5.4

    Bij het gebruik van meerdere voertuigen door dezelfde aanbieder dienen deze voertuigen herkenbaar van dezelfde aanbieder te zijn;

  • 5.5

    Voertuigen dienen technisch te voldoen aan de eisen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW)en dienen ook als zodanig door deze instantie toegelaten te zijn op de openbare weg;

  • 5.6

    Per soort van toeristisch recreatief vervoer worden er afhankelijk van de route ontheffingen verleend van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • 5.7

    Per soort van toeristisch recreatief vervoer kunnen nadere voorschriften aan de vergunning worden verbonden ten behoeve van verkeersveiligheid en doorstroming, beperking van overlast en gezondheid;

    Aansprakelijkheid en veiligheid

  • 5.8

    De vergunninghouder neemt voldoende voorzorgsmaatregelen om er voor te zorgen dat de onder zijn naam handelende bestuurders zich gedragen zoals dat van hen verwacht mag worden.

  • 5.9

    De vergunninghouder is verantwoordelijk en aansprakelijk voor de veiligheid van zijn passagiers tijdens het vervoer en draagt deze aansprakelijkheid niet over aan derden.

  • 5.10

    De vergunninghouder dient het in de vergunning vermelde voertuig deugdelijk periodiek te (laten) onderhouden. De vergunninghouder houdt administratie van de data van het periodiek onderhoud en de aan het voertuig gepleegde verrichtingen.

  • 5.11

    De vergunninghouder en/of bestuurder dient zich gedurende de looptijd van de vergunning in de hoedanigheid van personenvervoerder een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) te sluiten.

  • 5.12

    In geval van een motorrijtuig (voertuig met kenteken) dient de vergunninghouder en/of bestuurder zich gedurende de looptijd van de vergunning te verzekeren tegen:

    • a.

      aansprakelijkheid voor schade aan derden (WA-verzekering) conform het gestelde in de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen.

    • b.

      van schade voor inzittenden (schadeverzekering inzittenden).

6. Kosten procedure en vergunning.

  • 6.1

    Voor een vierjaarlijkse exploitatievergunning is een onderscheid gemaakt tussen gemotoriseerd en ongemotoriseerd toeristisch recreatief vervoer. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag (per voertuig) gelden de bedragen zoals op dat moment genoemd in de bij de 'Legesverordening fysieke diensten Maastricht ' behorende tarieventabel. Er is een verschil in legeskosten tussen gemotoriseerd en ongemotoriseerd vervoer, dit heeft te maken met de beoordelingscriteria die van toepassing zijn.

  • 6.2

    Voor de op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens vereiste ontheffingen zullen jaarlijks legeskosten per ontheffing in rekening worden gebracht (indien van toepassing op soort toeristisch recreatief vervoer); in ieder geval voor:

    • ontheffing artikel 61 b: Het is verboden personen te vervoeren in de open of gesloten laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets en in of op een aanhangwagen achter een motorvoertuig of bromfiets;

    • ontheffing verkeersverboden (zoals gesloten verklaringen, berijden voetpad/fietspad of parkeerverbod).

De kosten worden jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening fysieke diensten Maastricht, vastgesteld door de gemeenteraad. Te raadplegen op www.overheid.nl onder lokale regelingen.

De citeertitel van deze beleidsregels is: “Beleidsregels toeristisch recreatief vervoer Maastricht 2017”.

Onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels aanbieden van commerciële diensten op de openbare weg/ toeristisch vervoer uit 2011 treden deze beleidsregels in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Aldus besloten door Burgemeester en Wethouders van Maastricht in hun vergadering van 21 november 2017.

De Secretaris,

Dhr. P. Buijtels

De Burgemeester,

Mevr. A. Penn-te Strake

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening