Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent accountantscontroles Accountantscontroleverordening

Geldend van 12-05-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent accountantscontroles Accountantscontroleverordening

"Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 28 april 2016, met kenmerk Gemeenteblad 2016, 53529, geplaatst.

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 2016

besluit

De geactualiseerde Accountantscontroleverordening vast te stellen.

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (gemeente Zoetermeer 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Accountant

    Een door de raad aangewezen:

    • -

      registeraccountant of

    • -

      organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van dein artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

  • b.

    Accountantscontrole

    De controle van de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:

    • -

      het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • -

      het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten en balansmutaties;

    • -

      het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 van de Gemeentewet;

    • -

      de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gerichtop de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken, waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid vanartikel 213 van de Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    Rechtmatigheid in het kader van accountantscontrole

    Het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • d.

    Managementletter

    Accountantsrapport over de bevindingen naar aanleiding van de tussentijdse controle van de administratie en het (financieel) beheer, bedoeld voor het management en het college.

Artikel 2 Opdrachtverlening

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad aan te wijzen accountant. De raad stelt de periode van benoeming van de accountant voorafgaand aan de aanwijzing vast.

  • 2. De auditwerkgroep, de griffie en hetcollege bereiden in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3. De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole in elk geval het volgende opgenomen:

    • a.

      de periode van opdrachtverlening;

    • b.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties en (eventueel afwijkende) rapporteringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de tussentijdse rapportering;

    • f.

      eventuele posten van de jaarrekening met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden.

  • 4. In aanvulling van het gestelde in lid 3, letter f kan de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant de posten van de jaarrekening vaststellen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden en welke rapportagetoleranties daarbij moeten worden gehanteerd. De Auditwerkgroep adviseert de raad hierover.

  • 5. In geval van Europeseaanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

  • 6. Indien ten behoeve van derden een afzonderlijke accountantsverklaring moet worden ingediend, verstrekt het college voor de hiervoor noodzakelijke accountantswerkzaamheden afzonderlijk schriftelijk opdracht. De opdracht hiervoor wordt op een zodanig vroegtijdig moment verstrekt, dat, rekening houdend met voldoende beschikbare tijd voor de accountantscontrole, de uiterste datum voor indiening van de over te leggen stukken kan worden gehaald.

Artikel 3 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden. Het college kan aan de accountant aanvullende controles opdragen voor afzonderlijke accountantsverklaringen betreffende declaraties en jaaropgaven voor derden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. Bij de controle van de jaarrekening houdt de accountant rekening met de hiervoor vastgestelde gemeentelijke planning (zoals vastgelegd in de financiele verordening artikel 212). Bij het uitwerken van de gemeentelijke planning vindt overleg met de accountant plaats.

  • 4. Ter voorbereiding op de uitvoering van de accountantscontrole vindt jaarlijks (afstemmings-) overleg plaats tussen de accountant en de auditwerkgroep namens de raad, de rekenkamer- commissie en de concerncontroller (mede namens de gemeentesecretaris/algemeen directeur).

Artikel 4 Informatieverstrekking door college

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne en externe weten regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 3. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

  • 4. Het college zorgt voor de declaraties en jaaropgaven c.a. ten behoeve van derden, waarvoor eenaccountantsverklaring wordt verlangd, met inachtneming van de eisen van de betreffende instantie(s) en overlegt deze aan de accountant voor controle.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant belast met de controle is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waarde- papieren en voorraden en het inzien van alle boeken, registers, notulen, brieven en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de vervulling van zijn controlefunctie nodig oordeelt. De accountant heeft daartoe toegang tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2. De accountant heeft de bevoegdheid om van alle organen en/of ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben.

  • 3 Alle organen en/of ambtenaren zijn gehouden de accountant alle informatie gevraagd en ongevraagd te verstrekken, opdat deze de rechtmatigheid van de gevoerde financiële administraties en van het financieel beheer en de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie kan beoordelen.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

  • 1. Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid, voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2. Het college is voor de controle en het afgeven van een accountantsverklaring betreffende declaraties en jaaropgaven c.a. ten behoeve van derden bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7 Rapportage over de controle van de jaarrekening

  • 1. Indien de accountant bij de controle van de jaarrekening afwijkingen constateert, die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2. De accountant zendt, uiterlijk 4 weken voor verzending aan de raad, de accountantsverklaring bij de jaarrekening en de daarbij uitgebrachte concept verslagen van bevindingen aan het col- lege, met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken aan de accountant te reageren. Voor wat betreft het tijdstip houdt de accountant rekening met de gemeentelijke planning van de jaarstukken

  • 3. De accountant zendt de accountantsverklaring bij de jaarrekening en de daarbij behorende (definitieve) verslagen van bevindingen naar de raad, die het betrekt bij het onderzoek van de jaarstukken.

  • 4. De accountant is voor een eventuele toelichting aanwezig bij de behandeling van de jaarstukken in de raadscommissie.

Artikel 8 Rapportage over de tussentijdse controle

  • 1. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant jaarlijks een tussentijdse rapportage uit in de vorm van een managementletter aan het college met een afschrift aan de algemeen directeur en de concerncontroller.

  • 2. Het college stuurt de managementletter, voorzien van een reactie, naar de raad.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden brengt de accountant zo dikwijls verslag uit als door hem wenselijk wordt geacht.

Artikel 9 Rapportage over de overige controles

  • 1. De accountant zendt de accountantsverklaring betreffende de declaraties en jaaropgaven c.a. ten behoeve van derden aan het college. De accountant neemt hierbij de voor derden benodigde controleinformatie op in het verslag van bevindingen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De bij raadsbesluit van 27 oktober 2003 vastgestelde controleverordening van de gemeente Zoetermeer wordt ingetrokken.

  • 2. Deze controleverordening treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan, tenzij een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt ontvangen en is van toepas- sing op de accountantscontrole vanaf het verslagjaar 2017.

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ‘Accountantscontroleverordening’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 18 april 2016

de griffier,

drs. J.  Kleinhesselink

de voorzitter,

Ch.B.  Aptroot

Toelichting op de Accountantscontroleverordening

In de Gemeentewet artikel 213 zijn bepalingen opgenomen over het gemeentelijk beheer. Ook is een Besluit accountantscontrole decentrale overheden door de minister vastgesteld. Volgens de Gemeentewet stelt de raad bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening (= Accountantscontroleverordening) dient te waarborgen dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

Gemeentewet, Artikel 213

  • 1.

    De raad stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgtdat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

  • 2.

    De raad wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

  • 3.

    De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:

    • a.

      de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • b.

      de baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen;

    • c.

      de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186 en

    • d.

      het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

  • 4.

    Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:

    • a.

      de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie eengetrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en

    • b.

      onrechtmatigheden in de jaarrekening.

  • 5.

    De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad en een afschrift daarvan aan het college.

  • 6.

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole, bedoeld in het tweede lid.

  • 7.

    Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in gemeentelijke dienst worden aangesteld en worden in datgeval door de raad benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 8.

    Indien de raad op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in gemeentelijke dienst zijn aangesteld, is:

    • a.

      het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op deze accountants;

    • b.

      het bepaalde bij en krachtens de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezichtaccountantsorganisaties vanovereenkomstige toepassing op de gemeente; en

    • c.

      het bepaalde bij en krachtens de artikelen 15 en 16van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de personen die de dagelijkse leiding hebben over het onderdeel van de gemeente waarbij de in de aanhef bedoelde accountants werkzaam zijn

  • 9.

    Indien een gemeente wordt aangewezen als organisatie van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn de artikelen 22 tot en met 24 van die wet van overeenkomstige toepassing op deze gemeente.

Artikel 2 Opdrachtverlening

Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1, GW). Voor het overleggen van deze stukken aan de raad moet de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 GW). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad. Het is dan ook de raad, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 GW).

Voor de accountantscontrole geldt het ‘Besluit accountantscontrole decentrale overheden’ dat krachtens artikel 213, lid 6 GW door de minister is vastgesteld. Het ‘Besluit accountantscontrole decentrale overheden’ bevat onder andere regels voor de goedkeuringstoleranties voor de accountantsverklaring en de rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen.

Een goedkeuringstolerantie is een tolerantie voor fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle in de vorm van een percentage van de totale lasten van de gemeente (de omvangsbasis). De goedkeuringstoleranties worden door de accountant gehanteerd ten behoeve van zijn oordeelsvor- ming over de jaarrekening. In het Besluit accountantscontrole worden maximale percentages voor de goedkeuringstoleranties gegeven (1% voor fouten in posten van de jaarrekening en eventuele door de raad aan te wijzen deelverantwoordingen en 3% voor onzekerheden in de controle). De goedkeuringstoleranties kunnen door de raad lager worden vastgesteld.

Een rapporteringstolerantie is het bedrag dat voortvloeit uit een goedkeuringstolerantie en dient als tolerantie voor rapportage in het verslag van bevindingen. Rapporteringstoleranties kunnen door de raad lager worden gesteld dan de uit de goedkeuringstoleranties voortvloeiende bedragen.

De accountantscontrole richt zich op de jaarrekening. Hiervoor moet de raad bij de aanbesteding van de accountantscontrole de te hanteren goedkeuringstoleranties (en eventueel hiervan afwijkende rapporteringstoleranties) opgeven, indien de raad deze lager dan de wettelijke maxima wenst vast te stellen.

De raad kan posten van de jaarrekening aanwijzen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden en waarvoor afwijkende lagere rapporteringstoleranties gelden.

Voor de gehele jaarrekening, maar ook voor delen ervan, kunnen de goedkeuringstoleranties dus lager worden gesteld. Voor de rapportering in het verslag van bevindingen aan de raad kan de raad de rapporteringstoleranties (op onderdelen van de gemeentelijk) lager vaststellen.

De goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties kunnen jaar op jaar door de raad worden aangepast. Het is dus nodig, dat de raad bij de aanbesteding van de accountantscontrole de goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties opgeeft. Het ieder jaar aanpassen van deze goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties is niet gewenst. Als de raad gedurende de contractperiode toch de voornoemde toleranties willen aanpassen, dan kan hij altijd nog een wijziging op het contract met de accountant afspreken.

In het derde lid van artikel 2 zijn de in bovenstaande alinea’s behandelde zaken items. Deze moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en worden opgenomen in het programma van eisen. Een aanscherping van de eisen door de raad leidt naar verwachting wel tot een hogere prijsstelling door de accountant. Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die de raad kan stellen aan de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende in- richtingseisen voor het verslag van bevindingen en aanvullende extra rapportages en controles.

Artikel 3 Inrichting accountantscontrole

Artikel 3 regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het college ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het college is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.

Artikel 4 Informatieverstrekking door college

Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening. Ten opzichte van de raad

is het college ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door de raad geëiste deelverantwoordingen. Artikel 4 van de verordening regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.

Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het college moet op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar stellen.

Het tweede lid verplicht het college een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het college verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (letter of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het college een dergelijke verklaring verstrekt.

Artikel 5 Toegang tot informatie

Artikel 3 bepaalt dat de accountant leidend is voor wat betreft de inrichting van de accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Artikel 5 kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met de raad, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding. Het artikel legt aan het college de zorgplicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van de gemeente en de ambtenaren van de ge- meente volledig meewerken aan de accountantscontrole.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de gemeente die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoe- ring van de medebewindstaken door gemeenten (specifieke uitkeringen) vaak een aparte accountantsverklaring. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten om advieswerkzaamheden over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid uit te besteden aan een accountant.

Het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door de raad benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken, indien dit in het belang van de gemeente is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de gemeentelijke administraties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard (zo kunnen de controlewerkzaamheden gemeenschappelijke activiteiten met een andere gemeente betreffen en de accountantscontrole hiervan door de accountant van de andere gemeente worden uitge- voerd). De verordening regelt dat het college in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant.

Artikel 7 Rapportage over de controle van de jaarrekening

Het derde en vierde lid van artikel 213 GW regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college. Aanvullend daarop kan de raad in zijn programma van eisen bij de aanbesteding aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant (artikel 2, lid 4 van deze verordening). Artikel 7 regelt aanvullende zaken over de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Deze zaken moeten wel in het programma van eisen bij de aanbesteding worden geregeld.

Voorts is in het artikel, lid 2 de procedure van hoor en wederhoor opgenomen. De constateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad door de accountant besproken met het college. Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.

Tot slot is in het vierde lid van dit artikel de mogelijkheid opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevindingen aan de raad mondeling toelicht.

Artikel 8 Rapportages over de tussentijdse controles

Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meerdere controles. Dit kunnen door de raad in het programma van eisen van de aanbesteding geëiste tussentijdse controles (interimcontroles) zijn.

Artikel 9 Rapportage over de overige controles

Spreekt voor zich, geen toelichting nodig.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Spreekt voor zich, geen toelichting nodig.