Reglement burgerlijke stand 2010

Geldend van 17-11-2010 t/m heden

Intitulé

Reglement burgerlijke stand 2010

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel,

gelet op artikel 16, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1 t/m 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994;

besluit

1.vast te stellen de volgende regeling:

REGLEMENT BURGERLIJKE STAND 2010

Artikel 1 Begripsbepaling

Het reglement verstaat onder:

  • a.

    de wet: Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    het besluit: Besluit burgerlijke stand 1994

  • c.

    ambtenaar van de burgerlijke stand: een ambtenaar in dienst van de gemeente of van een andere gemeente als zodanig benoemd door burgemeester en wethouders (conform artikel 16 van Boek 1 BW);

  • d.

    buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand: een ambtenaar in dienst van de gemeente of van een andere gemeente, of een persoon die geen ambtenaar in gemeentelijke dienst is, als zodanig benoemd door burgemeester en wethouders (conform artikel 16 van Boek 1 BW);

  • e.

    gemeentehuis: het gemeentehuis danwel het als zodanig door het gemeentebestuur aangewezen “huis der gemeente”.

Artikel 2 Ambtenaar van de burgerlijke stand en buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

  • 1. Het college kan tot ambtenaar van de burgerlijke stand benoemen:

    • a.

      ambtenaren in dienst van de gemeente Scherpenzeel;

    • b.

      ambtenaren in dienst van een andere gemeente.

  • 2. Het minimum aan ambtenaren van de burgerlijke stand is twee.

  • 3. Het college kan buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand benoemen.

Artikel 3 Benoeming

  • 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te bepalen periode benoemd. Deze periode mag maximaal het tijdvak betreffen gedurende welke de ambtenaar in dienst zal zijn van de gemeente. Bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd zal er geen (her)benoeming meer plaatsvinden.

  • 2. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te bepalen periode benoemd. Bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd zal er geen (her)benoeming meer plaatsvinden.

Artikel 4 Locatie

  • 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand verrichten hun wettelijke taken in het gemeentehuis.

  • 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen, voor zover daartoe gewichtige redenen bestaan, elders binnen de gemeente hun wettelijke taken verrichten (artikel 1:64 BW).

Artikel 5 Leiding van de ambtenaren burgerlijke stand

Het hoofd afdeling Burgerij is belast met de leiding van het bureau van de burgerlijke stand.

Artikel 6 Openstelling

  • 1. Het bureau van de burgerlijke stand is voor het publiek geopend:

    • a.

      voor huwelijksvoltrekkingen of registratie partnerschappen, in dit reglement onder artikel 1 lid e genoemde locaties, op maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur;

    • b.

      voor overige werkzaamheden op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.30 uur.

  • 2. Het bureau is gesloten indien de in het eerste lid vastgestelde openstelling samenvalt met algemeen erkende of daarmee gelijkgestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene Termijnenwet of andere door burgemeester en wethouders aangewezen dagen waarop het bureau niet of slechts gedeeltelijk is geopend.

  • 3. Het bureau van de burgerlijke stand kan op zaterdag, zondag en andere dagen dat het bureau regulier gesloten is, voor het publiek beperkt geopend zijn op door burgemeester en wethouders, na voorafgaande bekendmaking, te bepalen uren.

  • 4. Het bureau van de burgerlijke stand zal op verzoek van een belanghebbende, gedaan aan burgemeester en wethouders, worden geopend op zaterdag, zondag en de andere dagen dat het bureau gesloten is, indien de belanghebbende aantoont dat met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gewacht tot de eerstvolgende openstelling van het bureau.

  • 5. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot afwijking van de in het eerste lid aangegeven uren.

Artikel 7 Kosteloze huwelijksvoltrekkingen en geregistreerd partnerschap

Op maandagmorgen van 10.00 tot 11.00 uur wordt in het gemeentehuis locatie ‘Buitenplaats’ gelegenheid gegeven voor kosteloze huwelijksvoltrekkingen en geregistreerd partnerschap.

Artikel 8 Intrekking oude regeling

Het reglement burgerlijke stand 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding nieuwe regeling

Het reglement burgerlijke stand 2010 treedt acht dagen na publicatie in werking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement burgerlijke stand 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van
26 oktober 2010,
V.J.M. van Arkel J.J.H. Colijn-de Raat secretaris burgemeester

TOELICHTING OP HET REGLEMENT BURGERLIJKE STAND

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit artikel worden de basisbegrippen uit het reglement beschreven. Met name het onderscheid tussen de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt hier expliciet gemaakt (artikel 16, Boek 1, Burgerlijk Wetboek).

Voor de ambtenaar burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    De ambtenaar moet in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente.

  • 2.

    De ambtenaar is belast met het opnemen in onder hem berustende registers van de burgerlijke stand van akten en daaraan toe te voegen latere vermeldingen, alsmede al datgene wat de instandhouding van de registers en de zorg voor de toegankelijkheid van de daarin neergelegde gegevens betreft.

Voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar kan in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente.

  • 2.

    De buitengewoon ambtenaar kan een persoon zijn niet in dienst van de gemeente of van een andere gemeente.

  • 3.

    De buitengewoon ambtenaar kan uitsluitend worden belast met de huwelijksvoltrekking (artikelen 59, 60, 63 t/m 67 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek).

Artikel 2 Ambtenaar van de burgerlijke stand, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

In dit artikel wordt bepaald welke (buitengewone) ambtenaren in de gemeente benoemd kunnen worden.

In het eerste lid wordt bepaald dat het college de mogelijkheid heeft ambtenaren van de burgerlijke stand te benoemen. Het betreft ambtenaren in dienst van de eigen gemeente (a) en (b) ambtenaren in dienst van een andere gemeente.

Onder a wordt de mogelijkheid geboden om een nadere beperking vast te stellen dat alleen ambtenaren worden benoemd die werkzaam zijn bij een bepaalde afdeling (bijvoorbeeld afdeling burgerzaken). Deze beperking is optioneel.

Onder b wordt bepaald dat er ambtenaren van de burgerlijke stand in de gemeenten kunnen zijn die in dienst zijn bij een andere gemeente. Deze ambtenaren moeten worden benoemd door burgemeester en wethouders van de gemeente waar de ambtenaar zijn werkzaamheden als ambtenaar van de burgerlijke stand gaat verrichten.

In het tweede lid wordt bepaald dat het minimum aantal ambtenaren van de burgerlijke stand in dienst van de eigen en/of andere gemeente twee is. Indien burgemeester en wethouders daartoe beslissen kan het aantal ambtenaren van burgerlijke stand meer dan twee zijn.

In het derde lid wordt bepaald dat er buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand kunnen worden benoemd. Indien de gemeente dit aantal aan een maximum wil binden, dan kan dat in de regeling worden opgenomen. Deze personen hoeven niet in dienst van een gemeente te zijn. Een ieder kan door burgemeester en wethouders worden benoemd tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 3 Benoeming

In dit artikel is vastgelegd voor welke periode een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden benoemd en welke maximumleeftijd geldt.

In het eerste lid wordt bepaald dat een ambtenaar van de burgerlijke stand steeds voor een bepaalde periode dient te worden benoemd. Deze periode mag maximaal de periode zijn dat de betreffende ambtenaar in dienst is van de gemeenten of van een andere gemeente. Tevens bestaat in het tweede lid de mogelijkheid om een andere maximale benoemingsperiode op te nemen, zoals de tijd dat de ambtenaar in dienst is bij een bepaalde afdeling of een tijdsperiode. De periodes kunnen per individueel geval in het benoemingsbesluit van burgemeester en wethouders worden bepaald of in collectief verband.