Beleidsregels RVV ontheffingen/vergunningen parkeren gemeente Maastricht

Geldend van 29-12-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels RVV ontheffingen/vergunningen parkeren gemeente Maastricht

Burgemeester en Wethouders van Maastricht,

Gezien het voorstel d.d. 19 december 2017, korr.no. 2017-42385; organisatieonderdeel ; Veiligheid en Leefbaarheid;

BESLUITEN:

De navolgende beleidsregels vast te stellen:

Beleidsregels RVV ontheffingen/vergunningen parkeren gemeente Maastricht

Artikel 1 Ontheffing/vergunning

  • 1.

    a. Het college kan ontheffing van de parkeerverbodzone verlenen op grond van artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

b. Het college kan vergunning verlenen om te parkeren op betaalde parkeerplaatsen en vergunninghoudersparkeerplaatsen op grond van de Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen.

  • 2.

    De ontheffing/vergunning kan verleend worden voor de volgende parkeerzones en tijden

    • a.

      Geldig voor de hele stad (A+B-zone) voor 24 uur.

    • b.

      Geldig voor de hele stad (A+B-zone) van 8 – 18:00 uur.

    • c.

      Geldig in de A-zone voor 24 uur.

    • d.

      Geldig in de A-zone van 8 – 18:00 uur.

    • e.

      Geldig in de B-zone voor 24 uur.

    • f.

      Geldig in de B-zone van 8 – 18:00 uur.

  • 3.

    De A- en B-zone zijn omschreven in de Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen’.

Artikel 2 Aanvraaggronden

  • 1.

    Slechts als het voor de uitvoering van werkzaamheden of activiteiten noodzakelijk is dat met het voertuig geparkeerd moet worden bij de te bezoeken locatie, verleent het college een ontheffing/vergunning parkeren. Voormeld noodzakelijkheidscriterium is nader uitgewerkt in het tweede en derde lid.

  • 2.

    de navolgende omstandigheden/activiteiten kunnen reden zijn om een ontheffing/vergunning te verlenen:

    • a.

      de werkzaamheden/activiteiten van de aanvrager hebben een zo spoedeisend karakter dat, indien men niet onmiddellijk in de naaste omgeving van de uit te voeren werkzaamheden/activiteiten kan parkeren onevenredige, schade zou kunnen ontstaan.

    • b.

      Bij directe verbondenheid van het voertuig aan de uit te voeren werkzaamheden. In het voertuig waarvoor ontheffing is aangevraagd is apparatuur aangebracht die vast met het voertuig is verbonden en die in de directe omgeving van de uit te voeren werkzaamheden beschikbaar moet zijn.

    • c.

      Uitvoering overheidstaken zoals handhaving, toezicht, stadsbeheer en infra.

    • d.

      Huisartsen en verloskundigen.

    • e.

      Trouwauto’s en volgauto’s (maximaal 1 trouwauto en 2 volgvoertuigen)

      • locatie Markt stadhuis (achter stadhuis waarbij tijdens woensdagmarkt geparkeerd wordt in de Hoenderstraat en tijdens vrijdagmarkt op Kesselskade).

      • locatie Cellebroederskapel.

      • locatie Theater aan het Vrijthof.

  • 3.

    Navolgende omstandigheden zijn in elk geval geen reden om ontheffing te verlenen:

    • a.

      om redenen van een efficiënte bedrijfsvoering;

    • b.

      om financiële redenen of commercieel belang;

    • c.

      het vereenvoudigen van werkzaamheden ten behoeve van derden.

    • d.

      het uitvoeren van werkzaamheden die op een andere manier kunnen worden gedaan, zonder dat de regelgeving behoeft te worden overtreden. Een ontheffing/vergunning wordt uitsluitend verleend indien de noodzaak daartoe aanwezig is en het nut is aangetoond.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Een ontheffing/vergunning parkeren wordt digitaal, middels DigiD, aangevraagd, dan wel schriftelijk.

  • 2.

    De aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      naam en (correspondentie-)adres van de aanvrager.

    • b.

      omschrijving en reden waarvoor een ontheffing/vergunning wordt verlangd.

    • c.

      • Bij een digitale aanvraag: het kenteken van het voertuig waarvoor een ontheffing/vergunning wordt aangevraagd (een kenteken per aanvraag).

      • Bij een papieren aanvraag: kenteken(s) van het voertuig(en) waarvoor een ontheffing/vergunning wordt aangevraagd (maximaal 4 kentekens per aanvraag).

    • d.

      de zone (A, B of A/B) en tijdsperiode waarvoor de ontheffing/vergunning moet gaan gelden.

  • 3.

    De aanvraag dient gedagtekend en ondertekend te zijn door de aanvrager.

Artikel 4 Kenteken

Een ontheffing/vergunning wordt verleend op kenteken. Een wijziging van het kenteken dient schriftelijk te worden doorgegeven.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

De ontheffing/vergunning wordt beschouwd als een uitzonderingsgeval, de verstrekking hiervan wordt dan ook met redenen omkleed en individueel getoetst.

  • 1.

    Aan het gebruik van de ontheffing/vergunning worden door het college in elk geval de navolgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de ontheffing/vergunning mag slechts worden gebruikt ten behoeve van de door de aanvrager omschreven werkzaamheden/activiteiten en/of de te verhelpen calamiteiten en welke in de ontheffing/vergunning zijn opgenomen.

    • b.

      De ontheffingen welke aangevraagd worden onder artikel 2 lid 2 onder a en c zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden gebonden aan een parkeertijd van maximaal 60 minuten.

    • c.

      De ontheffing mag uitsluitend gebruikt worden met gebruikmaking van een juist in werking gestelde blauwe parkeerschijf. Het aanvangstijdstip van het parkeren moet aangegeven worden middels de blauwe parkeerschijf.

    • d.

      Van de ontheffing/vergunning mogen geen fotokopieën of andere afdrukken worden gemaakt, c.q. worden gebruikt.

    • e.

      De houder mag bij het gebruik van de ontheffing/vergunning de omgeving en het overige verkeer niet in gevaar brengen (o.a. Wegenverkeerswet 1994, artikel 5).

    • f.

      De ontheffing/vergunning is uitsluitend geldig om te parkeren op betaalde parkeerplaatsen, vergunninghoudersparkeerplaatsen, combi-parkeerplaatsen en in de parkeerverbodzone.De ontheffing/vergunning dient eerst gebruikt te worden op betaalde parkeerplaatsen. Indien deze bezet zijn dan mag geparkeerd worden op vergunninghoudersparkeerplaatsen. Zijn deze parkeerplaatsen niet voorhanden dan mag bij hoge uitzondering geparkeerd worden in de parkeerverbodzone.

  • 2.

    Aan de ontheffing/vergunning kunnen door het college (aanvullende) voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 6 Geldigheid ontheffing/vergunning

  • 1.

    Een ontheffing/vergunning is geldig voor een kalenderjaar. De aanvraag voor de verlenging van de ontheffing dient ieder jaar voor 1 december te gebeuren. Wordt de verlenging na 1 december aangevraagd dan loopt aanvrager het risico dat de nieuwe ontheffing niet tijdig voor 1 januari wordt ontvangen en derhalve niet van de ontheffing/vergunning gebruik kan worden gemaakt.

  • 2.

    Een ontheffing/vergunning is alleen geldig voor het kenteken welk op het moment van parkeren vermeld staat op de bewijskaart (rood-witte kaart).

Artikel 7 Afwijken beleid

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Bij een beroep op bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van bovenstaande in artikel 2 genoemde aanvraaggronden. Bij een beroep op deze bijzondere omstandigheden wordt de aanvraag tenminste getoetst op de volgende criteria:

  • a.

    er ontbreekt een adequaat alternatief;

  • b.

    de belangen van de aanvrager zijn niet in strijd met de belangen van doorstroming, bezetting en verkeersveiligheid;

  • c.

    wanneer de ontheffing/vergunning wordt verstrekt, ontstaat geen ongewenste precedentwerking.

Artikel 8 Zichtbaarheid ontheffing/vergunning

  • 1.

    De ontheffing/vergunning inclusief bewijskaart (=rood/witte kaart) wordt per brief verleend.

  • 2.

    De onder lid 1 genoemde bewijskaart moet bij het gebruik ervan duidelijk zichtbaar achter de voorruit (op het dashbord) van het voertuig aanwezig zijn en op verzoek van toezicht/handhaving/politie getoond worden. Wordt de bewijskaart niet aangetroffen dan volgt een boete.

  • 3.

    Daar waar dit in de ontheffing/vergunning is aangegeven als voorwaarde, dient bij het gebruik van de ontheffing/vergunning tevens een juist ingestelde blauwe parkeerschijf duidelijk zichtbaar achter de voorruit (op het dashbord) van het voertuig aanwezig te zijn.

Artikel 9 Tijdelijke ontheffing/vergunning

  • 1.

    Voor tijdelijke en incidentele werkzaamheden/activiteiten kan een tijdelijke ontheffing/vergunning aangevraagd worden bij het GemeenteLoket.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing/vergunning wordt bij het GemeenteLoket afgegeven.

  • 3.

    Een tijdelijke ontheffing/vergunning kan worden aangevraagd en afgegeven voor de tijdsduur van 1 dag tot maximaal 3 weken voor uit te voeren werkzaamheden.

Artikel 10 Misbruik

  • 1.

    Degene aan wie de ontheffing/vergunning is verleend, is verplicht zich te houden aan de in de ontheffing/vergunning gestelde voorschriften en beperkingen en indien van toepassing het verplichte gebruik van de parkeerschijf.

  • 2.

    Bij het niet naleven van de voorschriften, dan wel misbruik van de ontheffing/vergunning, kan het college de ontheffing/vergunning intrekken en na een hernieuwde aanvraag niet verlenen.

Artikel 11 Handhaven

  • 1.

    Handhaving vindt plaats op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015 gemeente Maastricht en zoals nadien gewijzigd.

  • 2.

    De handhaving wordt uitgeoefend door buitengewoon opsporingsambtenaren, aangewezen fiscaal toezichthouders en de politie.

  • 3.

    Wanneer blijkt dat een door in lid 2 genoemde functionaris geconstateerde gedraging een overtreding van één van de ontheffingsvoorschriften is en het betreft een voertuig met een geldige ontheffing, dan kan de functionaris gebruik maken van de sancties die hem in lid 1 bij de handhaving ten dienste staan.

  • 4.

    de in lid 2 genoemde functionaris kan vorderen dat inzage in de ontheffing/vergunning wordt verschaft. De bestuurder van het voertuig is verplicht de toezichthouder redelijkerwijs alle medewerking te verlenen (art 5:20 Awb).

  • 5.

    De in lid 2 genoemde functionaris kan de bewijskaart (rood/witte kaart) invorderen.

  • 6.

    Weigering van medewerking valt te beschouwen als een strafbaar feit ex. art. 184 Wetboek van Strafrecht.

Artikel 12 Leges

  • 1.

    a. Bij de aanvraag wordt per ontheffing/vergunning leges in rekening gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Indien een digitale aanvraag met DigiD tot de mogelijkheden behoort, dienen de leges direct per mobile betaalsysteem betaald te worden, mits de aanvraag niet nader getoetst moet worden.

b. De verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag zijn opgenomen in de 'Legesverordening fysieke diensten gemeente Maastricht'

  • 2.

    a. Bij het verlenen en voor het gebruik van een ontheffing/vergunning worden leges/parkeerbelasting in rekening gebracht.

b. De verschuldigde leges/parkeerbelastingen zijn opgenomen in de 'Tarieventabel Parkeren' gemeente Maastricht en 'Legesverordening fysieke diensten gemeente Maastricht'.

Artikel 13 Activiteiten binnenstad

Als er activiteiten en/of werkzaamheden in de binnenstad plaatsvinden waardoor de locatie waar geparkeerd kan worden niet bereikbaar is, is de ontheffing/vergunning niet geldig en kunnen aan het hebben van de ontheffing/vergunning geen rechten worden verleend.

Artikel 14 Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Beleidsregels RVV ontheffingen/vergunningen parkeren gemeente Maastricht”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking de dag na haar bekendmaking.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. 19 december 2017.

de secretaris,

P.J. Buijtels,

de burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

TOELICHTING

Artikel 2. Aanvraaggronden

Het noodzakelijkheidscriterium, vermeld in het eerste lid van artikel 2, is nader uitgewerkt in het tweede en derde lid.

Lid 2

Sub a.

De werkzaamheden van de ontheffing-/vergunninghouder hebben een zo spoedeisend karakter dat indien men niet onmiddellijk in de naaste omgeving van de uit te voeren werkzaamheden kan parkeren onevenredige schade zou kunnen ontstaan.

Er kan een onderscheid gemaakt worden in twee categorieën, namelijk:

Categorie 1: Andere zorgverleners (verplegende zorg) welke specifiek opgenomen zijn in artikel 7 van de Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015.

Deze spoedeisendheid zal door andere zorgverleners in de aanvraag onderbouwd moeten worden. Aangetoond zal moeten worden dat hun werknemers die verpleegkundige handelingen mogen verrichten zeer snel bij een hulpbehoevende moeten zijn om levensbedreigende situaties te verhelpen. Door omstandigheden van een persoon op een bepaalde locatie is onmiddellijke hulp noodzakelijk. De hulpverlening dient binnen een tijd van een half uur geboden te worden.

Categorie 2: bv loodgieters enz. in kader van calamiteiten.

Naast andere zorgverleners komen bijvoorbeeld ook loodgieters en bedrijven die structureel koel/vries en voedselbereidingapparatuur moeten repareren, in aanmerking voor ontheffing/vergunning bij calamiteiten. Hieronder valt ook vervoer van bederfelijk voedsel, waren en bloemen, waarbij de aanvrager structureel vervoer pleegt. Ook deze bedrijven zullen in hun aanvraag het spoedeisende karakter moeten aangeven c.q. beargumenteren en aantonen middels klantenbestand dat deze ontheffing/vergunning noodzakelijk is voor hun bedrijfsvoering.

Sub b. Bij directe verbondenheid van het voertuig aan de uit te voeren werkzaamheden. In het voertuig waarvoor ontheffing is aangevraagd is apparatuur aangebracht die vast met het voertuig is verbonden en die in de directe omgeving van de uit te voeren werkzaamheden beschikbaar moet zijn.

Voorbeelden: compressoren, hogedrukapparatuur, lasapparatuur en betonstort.

Sub c. Uitvoering overheidstaken (zoals onderhoud, reparaties, reiniging en wijzigingen in infrastructuur), handhaving en toezicht. Andere dan de boven genoemde werkzaamheden, die niet zonder ontheffing kunnen worden uitgevoerd.

-Voertuigen in gebruik van opsporing- en toezichthoudende overheidsdiensten ten tijde van hun opgedragen taakuitoefening.

-Voertuigen ten dienste van overheden ten tijde van deze daadwerkelijke uitvoering van werkzaamheden in opdracht van de overheid.

-Voertuigen t.b.v. de gemeentelijke overheid, waarbij een ontheffing/vergunning noodzakelijk is voor het adequaat kunnen uitvoeren van opgedragen werkzaamheden.

Lid 3

Sub c. het vereenvoudigen van werkzaamheden ten behoeve van derden. Hierbij dient gedacht te worden aan bedrijven die bijvoorbeeld door een ander bedrijf worden ingehuurd voor het verrichten van hun werkzaamheden (verlengde zorg, inhuur van ZZP-ers, bedrijven die namens of voor overheid werkzaamheden uitvoeren). Deze bedrijven dienen zelf een aanvraag in te dienen zodat ook een objectieve en juiste afweging op hun aanvraag kan worden genomen.

Sub d. het uitvoeren van werkzaamheden die op een andere manier kunnen worden gedaan, zonder dat de regelgeving behoeft te worden overtreden. Hierbij dient gedacht te worden aan die werkzaamheden waarbij een auto in de buurt niet noodzakelijk is voor die werkzaamheden maar puur uit gemakzucht worden aangevraagd.

Artikel 13. Activiteiten binnenstad

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan evenementen, markten, calamiteiten, uitgegeven vergunningen voor het gebruik van de openbare weg en andere activiteiten die in de binnenstad plaatsvinden. De verleende ontheffing/vergunning is dan op die locatie(s) niet geldig en dient geparkeerd te worden in de directe omgeving.