Regeling vervallen per 08-06-2022

Verordening op de Rekenkamerfunctie Kaag en Braassem 2017

Geldend van 30-12-2017 t/m 07-06-2022

Intitulé

Verordening op de Rekenkamerfunctie Kaag en Braassem 2017

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelet op artikel 81 oa van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de Rekenkamerfunctie Kaag en Braassem 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Kaag en Braassem;

  • f.

    externe leden: de leden van de rekenkamer die geen lid van de raad van Kaag en Braassem zijn;

  • g.

    interne leden/adviseurs: de leden van de rekenkamer die tevens lid van de raad van Kaag en Braassem zijn.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamerfunctie zoals bedoeld in artikel 81oa hoofdstuk IVb van de Gemeentewet wordt uitgeoefend door de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit minimaal 3 leden, een raadslid, een extern lid en een externe voorzitter en ten hoogste 7 leden.

  • 3. Per te onderzoeken onderwerp zal de samenstelling worden bepaald.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De raad benoemt de extern voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. De voorzitter en de leden worden voor een periode van vier jaar benoemd.

  • 5. Na benoeming maakt de rekenkamercommissie een schema van aftreden, waarbij de eerste periode vijf jaar beslaat en daarna periodes van vier jaar, dit om gefaseerd aftreden mogelijk te maken.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de voorzitter en externe leden van de rekenkamercommissie is artikel 81g van de Gemeentewet van toepassing, het afleggen van de eed.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden (inclusief de voorzitter) of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid (inclusief de voorzitter) eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek, totdat in zijn opvolging is voorzien;

    • b.

      bij overlijden;

    • c.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • d.

      indien de raad (gemandateerd aan de RWG Financiën) van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen;

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie krijgen een vergoeding per vergadering, gebaseerd op tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De vergoeding voor de voorzitter is € 250.00 per vergadering en voor de leden € 200.-- per vergadering.

  • 3. De vergoeding genoemd in het tweede lid komt ten laste van het budget voor de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Taak en vertegenwoordiging voorzitter

  • 1. De voorzitter is het gezicht van de rekenkamercommissie Kaag en Braassem en draagt de visie van de commissie proactief uit, onderhoudt een goede en effectieve relatie met de gemeenteraad, college, ambtelijk organisatie en de samenleving.

  • 2. De voorzitter zit de vergaderingen van de commissie voor, stuurt de commissie aan, zorgt voor goede onderzoeksresultaten, zorgvuldige besluitvorming en zorgt voor afstemming met het presidium en de gemeenteraad, maar waakt voor onafhankelijkheid van de commissie.

  • 3. De voorzitter creëert draagvlak en bekendheid voor de onderzoeken en onderzoeksresultaten, is het eerste aanspreekpunt voor de commissie en het gezicht naar buiten (oa presenteren van onderzoeken, te woord staan van pers, samenleving, gemeenteraad en college).

  • 4. Tevens zorgt de voorzitter dat burgerparticipatie bij elk onderzoek plaatsvindt.

Artikel 8 Secretaris

  • 1. Aan de griffie wordt 0,2 fte toegevoegd tbv een secretaris van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers en archivering.

  • 4. De secretaris is gemandateerd om namens de rekenkamercommissie alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van onderzoek nodig acht.

Artikel 9 Onderzoekers

  • 1. Interne onderzoekers (ambtenaren) worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld.

  • 2. De rekenkamercommissie kan besluiten externe onderzoekers in te zetten of het onderzoek uit te besteden aan een externe partij.

  • 3. Onderzoekers kunnen, als de rekenkamer hen daartoe mandateert, alle informatie verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording schuldig aan de rekenkamer.

Artikel 10 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming aan de raad.

Artikel 11 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad gezonden.

  • 3. De raad, het college en de samenleving kunnen de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht indieners binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek voldoet, worden daarvoor gegronde redenen aangevoerd.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie kan in het kader van burgerparticipatie per onderzoek worden aangevuld met inwoners en deskundigen die affiniteit hebben met of ervaring hebben met het betreffende onderwerp.

  • 3. De rekenkamercommissie doet geen onderzoek zonder burgerparticipatie.

  • 4. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 6. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 7. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar.

  • 8. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 9. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 10. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 11. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 12. De leden van de rekenkamercommissie worden uitgenodigd voor de beeldvormende bespreking van het rapport, zij nemen geen deel aan de oordeelsvormende en besluitvormende vergaderingen van de raad.

  • 13. De rekenkamer brengt jaarlijks vóór 1 april verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden. In het verslag rapporteert de rekenkamer ook over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar eerder gedane door de raad overgenomen aanbevelingen.

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 2. De leden van de rekenkamer, het secretariaat en degenen die de vergadering hebben bijgewoond, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in het kader van het werk van de rekenkamer ter kennis is gekomen.

  • 3. De vertrouwelijkheid wordt opgeheven zodra de rekenkamer haar rapportage aanbiedt aan de raad.

Artikel 18 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de voorzitter

    • b.

      (externe) leden;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • d.

      overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamer is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 19 Voorziening

In de gevallen, zover het de werkwijze van de rekenkamer betreft, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamer, met inachtneming van de bepalingen in de wet.

Artikel 20 Evaluatie

  • 1. Na twee jaar wordt het functioneren van de rekenkamercommissie geëvalueerd met de raadswerkgroep financiën.

  • 2. Verslaglegging/terugkoppeling vindt plaats in de gemeenteraad.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 4 december 2017

de griffier,

drs. K.A. van der Pas

de voorzitter,

mr. K.M. van der Velde-Menting